Amerikaanse Burgeroorlog
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Over dit artikel en/of onderwerp bestaat er ook een portaal! Klik hier om het portaal te bekijken! |
Amerikaanse burgeroorlog | ||
Datum | 12 april 1861 - 9 april 1865 | |
Locatie | Verenigde Staten | |
Overwinning voor | De Unie (het noorden) | |
Strijdende partijen | ||
Verenigde Staten (Unie - Noordelijke Staten) | Geconfedereerde Staten (Confederatie - Zuidelijke Staten) | |
Leiders | ||
Politici: Abraham Lincoln Hannibal Hamlin Andrew Johnson Generaals: Ulysses S. Grant George B. McClellan Joseph Hooker George Meade William Rosecrans William T. Sherman |
Politici: Jefferson Davis Alexander Stephens Generaals: Robert E. Lee Stonewall Jackson J.E.B. Stuart Braxton Bragg P.G.T. Beauregard Joseph E. Johnston |
|
Troepensterkte | ||
: 1.556.000 | : 800.000 | |
Verliezen | ||
110.000 gesneuveld op het slagveld 360.000 totaal aantal doden 275.200 gewonden |
93.000 gesneuveld op het slagveld 258.000 totaal aantal doden 225.000 gewonden |
|
Portaal Geschiedenis |
De Amerikaanse Burgeroorlog (Engels: American Civil War), soms ook de Oorlog tussen Staten (War between States) genoemd, was een oorlog in de Verenigde Staten tussen 1861 en 1865. De oorlog was tussen de Noordelijke Staten (de Unie) onder leiding van Abraham Lincoln en de Zuidelijke Staten (de Confederatie) onder leiding van Jefferson Davis. De oorlog ontstond nadat de Zuidelijke Staten zich afscheidden van de Verenigde Staten en een zelfstandig land gingen vormen; de Geconfedereerde Staten van Amerika. Tijdens de oorlog vonden er veel bloedige gevechten en veldslagen plaats. Hierdoor is de Amerikaanse Burgeroorlog de dodelijkste oorlog op Amerikaans grondgebied.
De oorlog ging over slavernij, ook al hebben sommige historici hierover een andere mening. Iedere staat mocht beslissen of zij de slavernij toestond of niet. De slavernij-kwestie zorgde voor veel spanningen tussen de vrije staten in het noorden en de slavenstaten in het zuiden. Vooral nadat de Verenigde Staten veel grondgebied hadden gewonnen na de Amerikaans-Mexicaanse Oorlog ontstond de vraag of deze nieuwe gebieden slavernij moesten toestaan of niet. Dit leidde tot allerlei compromissen, wetten en conflicten. Deze conflicten leidde tot een oorlog toen Abraham Lincoln tot president werd gekozen. Uit angst dat Lincoln de slavernij zou afschaffen, scheidden de zuidelijke staten zich af. Dit leidde tot een oorlog tussen de twee groepen staten. De oorlog is vooral in de Zuidelijke Staten uitgevochten. In het begin leek het erop dat de Zuidelijke Staten zouden winnen, maar uiteindelijk kregen de Noordelijke Staten de overhand. De oorlog ging het begin om het afscheiden van de Zuidelijke Staten, maar later ging de oorlog over het afschaffen van de slavernij.
De oorlog eindigde in feite toen de Geconfedereerde generaal Robert E. Lee zich overgaf aan de Unie-generaal Ulysses S. Grant, al waren daarna ook nog enkele gevechten. De Geconfedereerde Staten verloren de oorlog en traden weer toe tot de Verenigde Staten. President Lincoln, die een plan had om het zuiden herop te bouwen, werd enkele dagen na de overgave van Lee vermoord. Zijn vicepresident, Andrew Johnson, probeerde de twee groepen te verzoenen door alle Geconfedereerde soldaten gratie te verlenen. Hierna begon de Reconstructie onder president Ulysses S. Grant, die tot 1877 duurde. Hoewel de Amerikaanse Burgeroorlog het einde van de slavernij betekende, werden Afro-Amerikanen (met name in het zuiden) onderdrukt en moesten gescheiden van blanke Amerikanen leven (rassensegregatie). Deze situatie leidde tot grootschalige protesten in de jaren 1960. Daarnaast worden de Geconfedereerde Staten verheerlijkt door sommige inwoners in de Zuidelijke Staten uit trots op hun staat. Dit is mede de reden waarom er veel standbeelden van Geconfedereerde generaals en politici staan en de Geconfedereerde vlag nog steeds gebruikt wordt. Sommige van hen gaan zelfs zo ver dat de Amerikaanse Burgeroorlog nooit over slavernij heeft gegaan, de zogeheten Lost Cause Myth, en noemen het de Oorlog van Noordelijke Agressie.
Oorzaken
Geschiedenis van de slavernij
Slavernij bestond al in de Verenigde Staten toen het land nog een Britse kolonie was. Toen de Verenigde Staten zich onafhankelijk verklaarden in 1775 werd gesteld dat iedere Amerikaan gelijk was. Slavernij viel hier echter niet onder. De latere president, en slavenhouder, Thomas Jefferson zei dat de slavernij de schuld van de Britten was. Het houden van slaven in die tijd was niet heel ongewoon; voornamelijk in de landelijke gebieden waren slaven nodig voor de landbouw. Hoewel bepaalde invloedrijke Amerikaanse politici, zoals Alexander Hamilton en later John Quincy Adams, vochten voor het afschaffen van de slavernij, was in de grondwet besloten dat iedere Amerikaanse staat zelf mocht beslissen of het de slavernij toestond of niet. In het noorden werd de slavernij afgeschaft, terwijl in het zuiden de slavernij bleef bestaan.
De angst bestond echter dat de slavernij afgeschaft of opgelegd zou worden. De vrije staten in het noorden waren bang dat als er een meerderheid van slavenstaten was, dat de slavernij in het hele land toegestaan was. De slavenstaten in het zuiden waren juist bang dat als er een meerderheid van vrije staten was, dat de slavernij in het hele land zou worden afgeschaft. Op een gegeven moment was er een even aantal van slaven- en vrije staten, waardoor geen van de groepen een meerderheid had. Het probleem was dat de Verenigde Staten naar het westen wilde uitbreiden en nieuwe staten wilden toevoegen. President James Monroe bereikte daarom in 1820 de Missouri-compromis. Dit ontstond nadat Missouri als slavenstaat wilde toetreden. Aangezien de slavenstaten dan in de meerderheid zouden zijn, werd besloten dat voor iedere slavenstaat ook een vrije staat moest toetreden. In het geval van Missouri werd daarom gelijktijdig van Maine een vrije staat gemaakt. Er kwam een bepaalde lijn. Nieuwe staten onder deze lijn zouden automatisch slavenstaten worden en nieuwe staten boven de lijn zou automatisch vrije staten worden. In de jaren hierna traden staten daarom steeds in paren toe om de balans te behouden.
Men dacht dat de compromis ervoor zorgde dat het probleem was opgelost en voor altijd zou blijven. Na de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog veroverden de Verenigde Staten een enorm stuk grondgebied van Mexico. Een probleem ontstond toen na de oorlog Californië als staat wilde toetreden. De denkbeeldige lijn liep dwars door Californië. Hoewel werd voorgesteld om de staat in tweeën te splitsen, wilde de inwoners van de staat dit niet. Daarnaast wilde men een spoorlijn aanleggen van de oostkust naar Californië via Chicago. Het stuk tussen Chicago en Californië ging echter over land dat geen bestuur had. Men wilde deze gebieden een bestuur geven, maar de vraag was of de slavernij in deze gebieden toegestaan was. President Millard Fillmore bereikte een nieuwe compromis, de compromis van 1850. Californië kon als vrije staat toetreden, maar zou één senator sturen die vóór de slavernij was. Daarnaast mochten nieuwe staten zelf beslissen of ze de slavernij toestonden of niet. Dit laatste was een probleem. Slaven werden namelijk gezien als bezit en de Amerikaanse grondwet beschermt bezit. Dit zou in theorie betekenen, dat als zelfs één persoon met één slaaf in de staat zou wonen de slavernij in die staat toegestaan was. President Franklin Pierce zorgde daarnaast nog dat dit door de Kansas-Nebraska Act werd bevestigd. Deze twee beslissingen leidden tot grote gevechten tussen voorstanders en tegenstanders van de slavernij in het gebied tussen Chicago en Californië. Het Kansas-territorium werd hierdoor zelfs Bleeding Kansas (Bloedend Kansas) genoemd.
Deze wetten waren voordelig voor de slavenstaten. De vrije staten vreesden dat de slavernij aan hun werd opgelegd. In het noorden werd daarom de Republikeinse Partij opgericht, die de slavernij wilde afschaffen. De Democratische Partij was voorstander van de slavernij en was vooral sterk in het zuiden. Franklin Pierce werd opgevolgd door de Democraat James Buchanan. Buchanan moest de situatie bekalmen, maar faalde hierin. Buchanan hield zich buiten discussies over de slavernij, terwijl de situatie alleen maar erger werd. Een bekend voorbeeld was toen de anti-slavernij, Republikeinse senator Charles Sumner (Massachusetts) in elkaar werd geslagen door door een pro-slavernij, Democratische senator uit South Carolina in de vergaderzaal van de Senaat. Het falende optreden van Buchanan als president zorgde ervoor dat de Republikein Abraham Lincoln de presidentsverkiezingen van 1860 won. Hoewel Lincoln de slavernij tijdens de oorlog zou afschaffen, wilde Lincoln dit voor de oorlog niet doen. Lincoln vond, net als veel Republikeinen in die tijd, dat de slavernij vanzelf zou uitsterven.
Abolitionisme
Na het ontstaan van de Verenigde Staten ontstonden er ook groepen die de slavernij wilden afschaffen. Vooral in New England en New York was de anti-slavernijbeweging groot. Politicus Alexander Hamilton en president John Quincy Adams waren een van de eerste die zich tegen de slavernij uitspraken. Ook veel Amerikaanse schrijvers, waaronder Ralph Waldo Emerson en Henry David Thoreau, spraken zich uit tegen de slavernij. Het bekendste boeken tegen de slavernij zou echter de De hut van Oom Tom van Harriet Beecher Stowe worden. Het boek gaat over de goedaardige, christelijke slaaf Oom Tom, die steeds verkocht wordt van eigenaar op eigenaar. Oom Tom weet steeds iedere eigenaar te laten inzien dat hij een goed persoon is. Zijn laatste eigenaar is echter slecht en wil de goedheid uit Oom Tom slaan. Oom Tom overlijdt hierdoor, maar vergeeft in zijn laatste woorden de moordenaars. Dit maakt zoveel indruk op de moordenaars, dat zij zich tegen de slavernij afkeren. Het boek werd een groot succes in de Verenigde Staten en ook in veel andere landen.
Daarnaast werden ook veel levensverhalen van bevrijde of ontsnapte slaven verteld. De bekendste verhalen zijn die van Frederick Douglass en Harriet Tubman, die zich inzetten voor de afschaffing van de slavernij. Douglass zette zich als spreker in voor het afschaffen van de slavernij. Tubman wist met de hulp van anderen een netwerk van smokkelroutes op te richten, genaamd de Underground Railroad. Deze smokkelroutes waren bedoeld om slaven te helpen ontsnappen en naar het vrije noorden, en later Canada, te brengen. Aan de andere kant waren er hierdoor ook slavenvangers, die ontsnapte slaven opspoorden in het noorden. Vooral na de compromis van 1850 werd dit duidelijk en veel ontsnapte en bevrijde slaven vluchtten naar Canada. Slavenvangers vingen ook vrije of bevrijde Afro-Amerikanen, waaronder Solomon Northup, wiens levensverhaal is verfilmd in de film 12 Years a Slave (2013).
Abolitionisten zouden zich later verenigen in de Republikeinse Partij. Daarnaast kregen de abolitionisten veel steun van de Britten en Canadezen, waar de slavernij al lang was afgeschaft.
State rights
De slavernij viel voor de oorlog onder de zogeheten state rights, oftewel de rechten van de staten. Dit betekende dat iedere staat zelf mocht beslissen over het toestaan of verbieden van slavernij. Al sinds de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog was er een strijd tussen de federale overheid en de overheden van de staten. De federale overheid is de overheid van de gehele Verenigde Staten. Deze overheid had sinds de onafhankelijkheidsoorlog steeds meer taken en rechten van de staten overgenomen, zoals het leger, buitenlandse zaken en het recht om munten te slaan. Slavernij was een zaak die de staten aangingen. Aangezien de slavernij een heel belangrijk punt was, wilden veel mensen dat de slavernij een taak bleef van de staten. Op deze manier wilde men een oorlog voorkomen. Maar de Verenigde Staten raakten uiteindelijk verdeeld over de slavernij. De abolitionisten wilden dat de overheid ingrijpen om de slavernij af te schaffen, terwijl voorstanders van de slavernij wilden dat de overheid zich niet met de slavernij zou bemoeien.
Na de oorlog zouden voormalige soldaten, generaals en politici van de Geconfedereerde Staten komen met de Lost Cause Myth. Zij stelden dat de oorlog niet ging over slavernij, maar state rights. Hoewel slavernij een state right was, ging de oorlog exact over het recht om zelf te beslissen over de slavernij. Verschillende staten die zich afscheidden, schreven in hun verklaring dat de slavernij de reden was van hun afscheiden. Nog altijd zijn er mensen die stellen dat de Amerikaanse Burgeroorlog ging over state rights in plaats van slavernij.
Economische aspecten
De reden dat de slavernij zo omstreden was, had ook met de economie te maken. In het zuiden was men vooral afhankelijk van de landbouw. Hier waren grote plantages, waar onder andere katoen werd verbouwd. Aangezien slaven goedkoop waren, slavenhouders hoefden hen geen loon te betalen, werden ze in veel plantages gebruikt. Hierdoor konden de staten hun landbouwproducten voor een goedkope prijs verkopen aan het noorden en Europa. Vooral katoen werd tegen de 19e eeuw geliefd in Europa, wat voornamelijk uit het zuiden van de Verenigde Staten kwam. In het zuiden was haast geen industrie, aangezien dit in het noorden was te vinden. Het noorden van afhankelijk van de industrie en de handel. De fabrieken hadden minder arbeiders nodig dan op het platteland en daarnaast was er geen behoefte aan hele lage lonen. In de noordelijke gebieden waren er weliswaar landbouwgebieden, maar boeren hadden hier veel minder grond dan in het zuiden. Het toestaan van de slavernij zou voor landbouwgebieden in het noorden economisch niet gunstig zijn. Daarom was er in het noorden geen behoefte aan slavernij, terwijl er in het zuiden wel behoefte aan de slavernij was.
Volgens Lincoln zou er in het zuiden ook geen behoefte aan de slavernij zijn als er meer industrie was. Lincoln wilde na de oorlog het zuiden industrialiseren, maar door zijn dood is hier nooit echt iets van terechtgekomen.
Aanleiding
Lincoln wordt president
Op 6 november 1860 werden de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten gehouden. De verkiezingen gingen tussen de Republikeinse kandidaat Abraham Lincoln en de twee Democratische kandidaten John Breckinridge en Stephen Douglass. De reden dat de Democratische Partij twee kandidaten had had met de slavernij te maken. Breckinridge was voorstander van de slavernij en kwam uit het zuiden, terwijl Douglass tegenstander was en uit het noorden kwam. Hierdoor was de Democratische Partij verdeeld over de kandidaat, waardoor het al achterstand had op de Republikeinse Partij. Lincoln stond in de zuidelijke staten nog geen eens op de kieslijst, maar werd uiteindelijk toch verkozen tot president door een meerderheid te behalen.
Lincoln was tijdens zijn campagne niet tegen de slavernij. Hoewel vond dat slavernij moreel fout was, was slavernij ook de grondwet beschermt. Lincoln had respect voor de grondwet. Lincoln wilde daarentegen de uitbreiding van de slavernij stoppen. Ook wilde hij een plan opstellen om slavernij op de langere termijn te stoppen, maar niet direct. Lincoln begreep dat het land op het punt van oorlog was. Dit maakte hij al in 1858 duidelijk toen hij senator was in de senaat van de staat Illinois in zijn House Divided-speech:
"A house divided against itself, cannot stand." I believe this government cannot endure permanently half slave and half free. I do not expect the Union to be dissolved — I do not expect the house to fall — but I do expect it will cease to be divided. It will become all one thing or all the other. Either the opponents of slavery will arrest the further spread of it, and place it where the public mind shall rest in the belief that it is in the course of ultimate extinction; or its advocates will push it forward, till it shall become lawful in all the States, old as well as new — North as well as South. "Een huis verdeeld tegen zichzelf, kan niet bestaan." Ik geloof, dat dit land niet door kan als half-slavernij en half-vrij. Ik vermoed niet dat de Verenigde Staten uiteenvallen - Ik geloof niet in het einde van het huis - maar ik vermoed dat het verdeeld zal blijven. Het wordt het ene ding of het andere. Of de tegenstanders van slavernij zullen de uitbreiding ervan stoppen en zullen het plaats daar waar het zal uitsterven; of de voorstanders ervan zullen het doorduwen tot dat het wettelijk wordt in alle staten, zowel oude als nieuwe - zowel het noorden als het zuiden — Lincoln te Springfield, 1858
|
Lincoln geeft dus eigenlijk twee opties; of de slavernij wordt afgeschaft in de gehele Verenigde Staten of het wordt toegestaan in de gehele Verenigde Staten. Volgens Lincoln was de huidige oplossing (dat iedere staat zelf mocht beslissen) geen goede oplossing. Lincoln was voorstander van de eerste optie om de slavernij af te schaffen, maar Lincoln begreep dat de situatie hierdoor alleen maar erger zou worden. Daarom stelde Lincoln voor om de uitbreiding te stoppen en maatregelen te nemen om het langzaam af te schaffen. Lincoln verwachtte dat de uiteindelijk afschaffing nog wel tientallen jaren zou duren.
Afscheidingen
Na zijn verkiezing werd door voornamelijk Democraten uit het zuiden beschuldigt dat hij de slavernij wilde afschaffen. Dit werd mede veroorzaakt door de slavenopstand onder leiding van John Brown een jaar eerder, al keurde Lincoln deze opstand af. Hoewel Lincoln dit niet direct wilde, ontstond in South Carolina de angst dat de slavernij werd afgeschaft. South Carolina besloot zich toen van de Verenigde Staten af te scheiden. Nog voordat Lincoln officieel beëdigd was als president scheidden daarnaast de volgende staten zich af:
- Mississippi (9 januari 1861)
- Florida (10 januari 1861)
- Alabama (11 januari 1861)
- Georgia (19 januari 1861)
- Louisiana (26 januari 1861)
- Texas (1 februari 1861)
Na de beëdiging van Lincoln scheidden zich ook nog de volgende staten af:
- Virginia (17 april 1861)
- Arkansas (6 mei 1861)
- Tennessee (7 mei 1861)
- North Carolina (21 mei 1861)
De staten gingen het nieuwe land de Geconfedereerde Staten van Amerika worden met Jefferson Davis als hun president. De Geconfedereerde Staten, vaak de Confederatie genoemd, stelde dat de slavernij toegestaan was. Het omvatte echter niet alle slavenstaten. Missouri, Delaware, Kentucky, Maryland bleven bij de Verenigde Staten. Missouri en Kentucky hadden overigens twee regeringen; eentje voor de Verenigde Staten (Unie) en de Geconfedereerde Staten (Confederatie). Technisch gezien was het grootste gedeelte van beide staten onder leiding van de Unie-regering, maar gedurende oorlog wisselde dit nog erg. Ook het westen van de staat Virginia, het huidige West Virginia scheidde zich af van de staat en werd onderdeel van de Verenigde Staten. West Virginia wilde dit al een tijdje doen en zag de kans om een eigen staat te worden. Enige tijd later werd dit officieel gemaakt. Hoewel de staten Delaware en Maryland voor de slavernij waren, wilden ze zich niet afscheiden. Doordat Maryland bij de Verenigde Staten bleef kon de regering in Washington D.C. blijven zetelen. De regering van de Confederatie koos uiteindelijk Richmond (Virginia) als hun hoofdstad.
Volgens de Confederatie hadden staten het recht om zich af te scheiden, terwijl het noorden dit niet vond. De Confederatie wilde aanvankelijk dat het noorden zijn claim op hun grondgebied opgaf en hun erkenden als land. De Unie wilde dit niet en vond dat het afscheiden tegen de grondwet is. Het probleem was dat de grondwet op dit punt erg onduidelijk is.
Sterktes en zwaktes
Beide groepen in de strijd hadden zowel sterktes als zwaktes. De Unie had veel meer inwoners dan de Confederatie. De Confederatie bestond slechts uit 11 staten van 9 miljoen inwoners, terwijl de Unie 22 miljoen inwoners had en uit 23 staten bestond. Daarnaast had de Unie ook veel fabrieken en betere havens, wat zorgde dat deze beter oorlog konden voeren. Het zuiden had echter betere militairen en had door de katoenhandel ook gerekend op de steun van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De Fransen en Britten hebben zich tot ongeveer het midden van de oorlog niet beziggehouden met het conflict. Hoewel de Fransen en Britten er meer baat bij hadden als het zuiden won, hielden ze zich in de oorlog afzijdig. De Britten steunden in het begin wel indirect het zuiden via kapers, die wapens en soldaten leverden aan het zuiden.
Daarnaast wilde het noorden niet tot oorlog overgaan. Tussen 1862 en 1864 waren er grote protesten in het noorden om de oorlog te stoppen. Dit kwam mede doordat het begin van de oorlog zeer nadelig was voor hen. Ook waren veel inwoners in het noorden bang dat het vrijlaten van de slaven in het zuiden tot werkloosheid in het noorden zou leiden. Veel van hen waren ook niet tegen de slavernij.
Verloop
Fort Sumter en het Anacondaplan
Vaak wordt de aanval op Fort Sumter (12/13 april 1861) gezien als het definitieve beginpunt van de oorlog. Toen het zuiden zich afscheidde nam het bijna alle forten over. Fort Sumter in de stad Charlestown in South Carolina was echter nog in handen van het noorden. Lincoln wilde dat het fort in handen bleef van het noorden, aangezien het een bezitting van de Unie was. Hij was niet van plan het zuiden binnen te vallen, al vond hij een afscheiding tegen de grondwet ingaan. De Confederatie wilde met Lincoln onderhandelen over erkenning. Ze boden geld aan als compensatie voor het fort, maar Lincoln weigerde dit. Lincoln erkende namelijk de Confederatie niet. Jefferson Davis gaf vervolgens de opdracht aan het zuidelijke leger om Fort Sumter aan te vallen door dit te bombarderen. Fort Sumter werd vervolgens door het zuiden ingenomen.
De aanval zorgde ervoor dat alle noordelijke staten zich achter Lincoln schaarden. Lincoln besloot het fort te heroveren en riep een leger op van 750.000 vrijwilligers voor een periode van 90 dagen. Deze beslissing zorgde ervoor dat North Carolina, Virginia, Arkansas en Tennessee zich ook afscheiden en zich bij het zuiden voegden, aangezien ze geen militairen wilde sturen naar het Unie-leger. Ondertussen stelde generaal Winfield Scott het Anacondaplan voor. Scott wilde dat het noorden het zuiden zou omsingelen. Op zee zouden ze alle havens blokkeren, waardoor men geen producten meer kon in- en uitvoeren. Hoewel Lincoln bepaalde delen uit het plan overnam, was het plan te groot. Lincoln moest van de Amerikaanse bevolking direct handelen. Hierdoor besloot hij om de hoofdstad van de Confederatie, Richmond, in te nemen. Een deel van het plan van Scott werd uiteindelijk toch uitgevoerd. Zo wilde Scott de rivier de Mississippi innemen om de Confederatie zo in tweeën te splitsen. Dit werd later het hoofddoel van de westelijke campagne.
Oostelijk theater tot 1863
Een ander probleem van het noorden was dat veel generaals erg voorzichtig waren. Ook vonden veel generaals dat Lincoln niet geschikt was om een oorlog te voeren. Het noorden vormde het leger van de Potomac. Het leger van de Potomac tegen de Confederatie onder leiding van generaal George B. McClellan. McClellan was ook erg voorzichtig en na lang aandringen van Lincoln besloot hij pas het zuiden binnen te vallen. McClellan was verantwoordelijk voor de inname van Richmond. Zijn leger zou Virginia binnenvallen om Richmond te bereiken, maar ook zou het via Kentucky en Missouri binnenvallen. Het zuidelijke leger werd het Leger van Noordelijk Virginia genoemd en stond onder leiding van de ervaren generaal Robert E. Lee. De eerste grote veldslag zou de eerste slag bij Bull Run worden. De zuidelijk generaal P. G. T. Beauregard wist de troepen van de noordelijke generaal Irvin McDowell in deze slag terug te dringen. Hoewel het noorden eerst leek te winnen in de oorlog, arriveerden al snel veel zuidelijke troepen in het gebied. Generaal Thomas J. Jackson leek in de slag onverslaanbaar en kreeg hierdoor zijn bijnaam Stonewall Jackson (Stenen muur Jackson).
Lincoln drong vervolgens McClellan aan om het zuiden opnieuw aan te vallen, maar McClellan wilde dit doen via het schiereiland tussen de York en de James. Lincoln gaf hiervoor toestemming en dit wordt de schiereilandveldtocht genoemd. Na landing op het schiereiland ging McClellan heel langzaam vooruit. Vlak na landing besloot hij de stad Yorktown te belegeren, waardoor het zuidelijke leger zich kon voorbereiden op de aanval van het noorden. McClellan verklaarde dat de slag bij Williamsburg een grote overwinning was, maar tegenwoordig wordt hierover heel anders gedacht. De veldtocht eindigde met de Zevendagenslag; een reeks van zes veldslagen die door het zuiden werden gewonnen. McClellan vluchtte hierna met zijn leger weer naar terug naar het noorden via het schiereiland. Hoewel McClellan stelde dat het een overwinning voor het noorden was, was het in tegenstelling een overwinning voor de zuidelijke generaal Joseph E. Johnston.
Het zuiden besloot vervolgens het noorden aan te vallen en trok de staat Maryland in. Robert E. Lee trok Maryland in met 45.000 man en trof hier McClellan. McClellan wist van het plan van Lee af, doordat het plan toevallig werd gevonden toen het gerold rondom drie sigaren lag. Dit leidde tot de slag bij Antietam, de bloedigste slag in de oorlog op één dag. McClellan wist Lee te verslaan en Lee trok terug naar de Confederatie voordat het leger vernietigt werd. McClellan wist de aanval van het zuiden op het noorden af te houden, waardoor het noorden voor het eerst een succes had. Ondertussen was in Washington D.C. Frederick Douglass Lincoln aan het overtuigen om de oorlog over slavernij te laten draaien. Douglass, die zelf Afro-Amerikaans was, was een fel tegenstander van de slavernij. Douglass wilde onder meer dat Afro-Amerikanen in het Unie-leger konden dienen en Lincoln zou zorgen dat de slavernij werd afgeschaft. Lincoln voelde hier niets voor, maar vreesde de inmenging van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk in het conflict. De Fransen en Britten konden door de noordelijke blokkade moeilijk aan katoen uit het zuiden komen. Ook waren de Britten en Fransen van mening dat het noorden weinig kans op winnen had. Op Franse en Britse schepen werden al diplomaten van de Confederatie gespot. De angst bestond dat de Fransen en Britten zich in de oorlog zouden mengen en de kant van de Confederatie kozen. Lincoln besloot hierdoor uiteindelijk het advies van Douglass op zich te nemen en kondigde de Emancipation Proclamation af, die een jaar later in werking trad.
McClellan werd vervolgens vervangen door Ambrose Burnside. Burnside werd echter verslagen in de eerste slag bij Fredericksburg. Hierna werd Burnside vervangen door Joseph Hooker. Hooker was ook niet in staat om het leger van Lee te verslaan. In de slag bij Chancellorsville werd hij verslagen, maar er zat wel een lichtpuntje aan de veldslag. Toen de zuidelijke generaal Jackson na de veldslag terug naar zijn kampen ging, kon zijn eigen leger hem niet herkennen. Ze schoten hierdoor Jackson in zijn arm. Hoewel de verwonding niet heel ernstig was, overleed Jackson aan de verwonding. Voor het noorden was dit positief, aangezien Jackson onverslaanbaar leek. Robert E. Lee zei over het verlies van Jackson:
He has lost his left arm, but I have lost my right arm. |
Lee bedoelde hiermee dat Jackson zijn rechterhand en beste generaal was. De verliezen naar de slag zelf waren ook nog eens hoog en het noordelijke leger wist het kleinere zuidelijke leger te verslaan in de tweede slag bij Fredericksburg. De noordelijke generaal Hooker werd uiteindelijk vervangen door George Meade toen Lee voor de tweede keer het noorden binnenviel. Lee wist dat er verkiezingen zaten aan te komen en wilde de noordelijke staten bang maken. Op deze manier zou Lincoln de verkiezingen verliezen en vervangen worden door iemand die een deal met het zuiden wilde maken. Deze veldtocht leidde uiteindelijk tot de beroemde slag bij Gettysburg.
Westelijk theater tot Vicksburg
In Illinois wist Ulysses S. Grant een leger te verzamelen om het westen van de Confederatie aan te vallen. Aan het begin van de oorlog was Grant de generaal met het meeste succes. Grant dronk veel alcohol als hij alleen was, maar stopte met alcohol drinken toen hij het zuiden aanviel. Het resultaat was dat Grant vastberaden was om het zuiden aan te vallen en daar erg ver inging. Een van zijn soldaten zou hebben gezegd:
Het zuiden wilde een deal maken Grant, zodat hij zich zou overgeven. Grant wilde hier niets van weten en wilde enkel stoppen als de Confederatie zich overgaf. Hierdoor had de bijnaam Unconditional Surrender Grant (Onvoorwaardelijke Overgave Grant). Hij achtervolgde het zuidelijke leger langs de Mississippi tot aan de bloedige slag bij Shiloh. Hij wist Shiloh in te nemen en ging door naar Vicksburg in Arkansas. Ondertussen hadden de noordelijke staten veel zuidelijke havensteden weten in te nemen, waaronder New Orleans. Dit betekende dat Vicksburg de enige stad aan de Mississippi was in de handen van de Confederatie.
Grant kreeg echter ook veel kritiek en veel kabinetsleden van Lincoln riepen op hem te vervangen. Lincoln zelf was een groot voorstander van Grant, mede doordat Grant als een van de weinige noordelijke generaals overwinningen had. Er was echter kritiek op Grant vanwege zijn alcoholverslaving en het feit dat hij soldaten als kanonnenvoer gebruikte. Grant bewoog een deel van zijn leger om Vicksburg heen om het Confederatie-leger af te leiden. Hij besloot vervolgens de stad vanuit de andere kant aan te vallen. Dit leidde tot het beleg van Vicksburg. Lincoln zelf moedigde Grant aan Vicksburg te blijven belegeren en zond hem zelfs dozen met whisky om de tijd te verdrijven.
Het twistpunt
Lee trok met het zuidelijke leger door Maryland naar Pennsylvania. Lee wilde vanuit Pennsylvania Washington D.C. afsnijden van de rest van de Verenigde Staten. Op deze manier hoopte hij dat het noorden de strijd zou opgeven. Beide legers hadden last van verliezen en een confrontatie tussen de twee legers zou leiden tot een beslissende slag. De twee legers kwamen uiteindelijk samen in het stadje Gettysburg in Pennsylvania. De slag bij Gettysburg duurde drie dagen lang en is de bloederigste veldslag die ooit op Amerikaans grondgebied uitgevochten is. Meade wist in de veldslag het leger van Lee te verslaan. Lee trok zich vervolgens trok naar Virginia. De slag bij Gettysburg was de grote overwinning die Lincoln nodig had. Een dag later wist Grant uiteindelijk ook Vicksburg in te nemen, waardoor het noorden de Mississippi in handen had. Deze twee belangrijke overwinningen vonden plaats op Independence Day (4 juli), waardoor er feest werd gevierd in het noorden. De overwinning van de twee slagen betekende een twistpunt in de oorlog, waarbij het noorden leek te winnen. De overwinning zorgde er bovendien voor dat de Europese machten zich uit de oorlog hielden. Mede doordat de oorlog nu gericht was op de slavernij, durfde geen een Europees land de Confederatie te steunen. De Fransen en Britten waren bang dat het anders leek of ze de slavernij goedkeurden, terwijl beide landen anti-slavernij waren.
In Gettysburg werden alle doden snel begraven en waren honderden gewonden. Op 19 november 1863 werd Lincoln uitgenodigd om te spreken bij de begraafplaats van Gettysburg, waar ruim 7.800 soldaten begraven lagen. Hier gaf Lincoln zijn beroemde Gettysburg Adress, waarmee het Amerikaanse volk hoop gaf:
Verdere campagne in het westen
Ondertussen wit generaal William S. Rosecrans het zuidelijke leger van generaal Braxton Bragg uit Tennessee te verdrijven in de zogeheten Tullahomaveldtocht. Deze veldtocht was een groot succes maar werd overschaduwt door de slagen van Gettysburg en Vicksburg. Daarnaast had de veldtocht weinig slachtoffers, terwijl de doelen wel werden bereikt. Rosecrans wilde de rest van de staat bevrijden, wat leidde tot de Slag bij Chickamauga. Rosecrans verloor de slag van het leger van Bragg. Grant voerde vervolgens de Chattanoogaveldtocht tegen Bragg met de hulp van William T. Sherman. Grant wist onder meer te winnen in de beroemde slag bij Lookout Mountain. De noordelijke generaal Joseph Hooker wist de slag uiteindelijk te winnen, waarop Sherman helemaal tot aan Atlanta in Georgia wist te komen met zijn leger. Sherman zorgde vervolgens voor een belegering van de stad.
Lincoln had in de tussentijd Meade vervangen door generaal Grant. Grant werd de nieuwe bevelhebber van het leger van de Potomac. Generaal Sherman werd verantwoordelijk voor het westelijke theater. Lincoln en Grant waren het eens dat de stad Richmond ingenomen moest worden. In de slag in de Wildernis verloor Grant echter dik van het leger van Lee, maar dit was de bedoeling van Grant. Grant wist dat Lee's troepen opraakten, aangezien het zuiden veel minder inwoners had dan het noorden. Grant gaf echter niet op, terwijl veel van de veldslagen tot verliezen leidden. Uiteindelijk leidde dit tot het beleg van Petersburg. Dit betekende dat er twee belegeringen op hetzelfde moment - in Peterburg en Atlanta - aan de gang waren. Voor veel Amerikanen leek dit eindeloos en waren ontevreden over Lincoln. In de Amerikaanse presidentschapsverkiezingen probeerden de zuidelijke Democraten ervoor te zorgen dat Lincoln de verkiezingen verloor. De Democraten stelden Lincoln's voormalige generaal, George McClellan aan als hun presidentskandidaat. McClellan beloofde dat hij als president een einde maakte aan de oorlog, wat zou betekenen dat er vrede met het zuiden werd getekend. Lincoln had ondertussen met een paar Democraten, die tegen de Confederatie waren, een deal getekend. Een van hen was Andrew Johnson, de enige senator uit het zuiden die trouw bleef aan de unie. Johnson werd Lincolns running mate. Het publiek was echter positief over de overwinningen van Grant en Sherman. Mede doordat Lincoln ervoor zorgde dat soldaten hun stem via de post konden sturen, werd hij herkozen met grote meerderheid.
Kort voor de verkiezingen wist Sherman de stad Atlanta in te nemen, maar voor Sherman stopte het hierbij niet. Sherman besloot vervolgens iets omtreden te doen. Hij trok met zijn leger door de staat Georgia van Atlanta naar Savannah. Onderweg bevrijdde hij slaven, stak huizen in de brand en vernielde infrastructuur. Eenmaal in Savannah aangekomen trok hij door naar South Carolina, waar hij hetzelfde dit. Hij werd echter gestopt door de zuidelijke generaal Johnston. Ondertussen wist Grant de stad Peterburg in te nemen. In verschillende slagen diende hij grote klappen uit aan het leger van Lee. Lee's leger viel uiteen en uiteindelijk vluchtte Lee. Hierdoor kon het leger Richmond niet verdedigen. Vlak voor de overgave hadden de Geconfedereerde troepen delen van de stad in de brand gezet, waaronder de militaire kazernes. Het vuur sloeg echter over, waardoor de hele stad vrijwel afbrandde. Snel na de inname kwam Lincoln zelf de stad bezoeken om de schade op te nemen.
Overgave van de Confederatie
De zuidelijke generaal Robert E. Lee zag geen hoop meer in de oorlog. Hoewel generaal Johnston nog steeds generaal Sherman tegenhield, leek het erop dat de Confederatie de oorlog zou verliezen. Op 9 april 1865 gaf generaal Robert E. Lee zich over aan generaal Ulysses S. Grant in het Appomattox Court House. Dit was het huis van Wilmer McLean, wiens huis door Grant werd gevorderd voor het ondertekenen van de vrede. De overgave van Lee betekende het einde van de oorlog, aangezien generaal Johnston zich hierdoor ook overgaf. Enkel Texas vocht hierna door, maar de oorlog was praktisch gewonnen.
De Confederatie werd ontbonden en de Zuidelijke Staten kwamen onder militaire macht. Het leger moest ervoor zorgen dat de slaven in het zuiden bevrijd werden en moest de orde daar bewaken. In de noordelijke staten braken grote feesten uit over het winnen van de oorlog, waaronder bij het Witte Huis in Washington D.C. Lincoln gaf vanaf het Witte Huis een speech, waarin hij o.a. zijn steun gaf voor het stemrecht van Afro-Amerikanen.
Na de oorlog en gevolgen
Moord op Lincoln en het presidentschap van Johnson
Het Amerikaanse publiek had Lincoln alleen in oorlogstijd gekend. De oorlog had Lincolns gezondheid verzwakt. Tijdens de oorlog was zijn zoon aan een ziekte overleden, hij was erg vermoeid en veel afgevallen. Toch keek Lincoln ernaar uit om nu president in vredestijd te worden en het land herop te bouwen. Op 15 april 1865, 6 dagen na de overgave van Lee, besloot hij met zijn vrouw een voorstelling van Our American Cousin in het Ford's Theatre in Washington D.C. bij te wonen. Tijdens de voorstelling werd hij vermoord door John Wilkes Booth, die met het zuiden sympathiseerde. Lincoln overleed direct. De moord op Lincoln werd zowel in het noorden als zuiden betreurd. In de zuidelijke staten hoopte men dat Lincoln alles weer zou opbouwen. Lincoln had namelijk beloofd om geld in het zuiden te steken om wegen, spoorlijnen, havens en fabrieken te bouwen. Op deze manier wilde hij armoede in het zuiden voorkomen.
Lincoln's vicepresident, Andrew Johnson, volgde hem op als president. Johnson wilde het zuiden weer snel toevoegen aan de Verenigde Staten, maar hier was het Amerikaans Congres niet mee eens. Johnson stelde dat de zuidelijke staten weer mochten intreden als ze de afschaffing van de slavernij erkenden en schadevergoedingen betaalden. Daarnaast gaf hij een pardon aan alle militairen van de Confederatie, onder wie alle generaals en politici. Belangrijke politici en generaals, zoals Jefferson Davis, werden hun stemrecht ontnomen en mochten niet meer voor de overheid dienen. Het Congres, waar de Republikeinen een grote meerderheid hadden, waren het niet met Johnson eens. Er werd zelfs een afzettingsprocedure tegen Johnson gestart. Johnson was slechts één stem tekort om afgezet te worden.
Reconstructie en Rassensegregatie
In 1868 werden de presidentsverkiezingen gewonnen door de Republikein Ulysses S. Grant, de belangrijkste noordelijke generaal. Grant was net als Lincoln een voorstander van gelijke rechten voor Afro-Amerikanen. Om het zuiden herop te bouwen en de rechten van Afro-Amerikanen in het zuiden te respecteren startte hij de Reconstructie. Grant zorgde voor de heropbouw van infrastructuur, maar door het gebrek aan fabrieken ontstond er grote armoede in het zuiden. Landbouw was in het zuiden niet meer erg profitabel. Grant stuurde militairen naar het zuiden om de orde te bewaren. Toen de Ku Klux Klan in het zuiden opkwam stuurde hij het leger, waardoor de KKK ontbonden werd. Het was pas in het begin van de 20e eeuw dat deze weer opkwam.
Het 13e en 14e amendement zorgden ervoor dat Afro-Amerikanen in theorie dezelfde rechten kregen als blanke Amerikanen. Het 13e amendement zorgde voor het verbod op slavernij, terwijl het 14e amendement zorgde ervoor dat de overheid niet mag discrimineren tegen burgers. Toch bleef discriminatie bestaan, aangezien er geen verbod op discriminatie door personen en bedrijven was. Hoewel slavernij verboden was, was discriminatie op basis van ras niet verboden. De Reconstructie stopte in 1877, nadat president Rutherford B. Hayes president werd. Aangezien Hayes met slechts een paar stemmen won van de Democratische kandidaat, werd in een deal besloten dat de Reconstructie in het zuiden zou stoppen. Dit betekende dat Amerikaanse troepen zich uit het zuiden zouden trekken. Zowel Democraten als Republikeinen in het zuiden waren tegen de Reconstructie, aangezien het voor als bezetting voelde.
Na de Reconstructie nam de discriminatie van Afro-Amerikanen eigenlijk geleidelijk toe. In de jaren na de Reconstructie werden in het zuiden veel monumenten opgezet voor de soldaten en generaals van de Confederatie; waarvan de meeste nog altijd bestaan. Politici als Alexander Stephens zette zich in voor de zogeheten Lost Cause Myth; dat de oorlog om state rights ging en niet om slavernij. Afro-Amerikanen leefden gescheiden van blanke Amerikanen en kregen te maken met discriminatie en racisme. Afro-Amerikanen leefden door de zogeheten Jim Crow-wetten apart van blanke Amerikanen. Hoewel ze officieel konden stemmen, werd dit door de overheden van de zuidelijke staten vaak niet mogelijk gemaakt. Dit betekende een periode van rassensegregatie. De Democratische Partij was, voornamelijk in het zuiden, voorstander van de segregatie. Hoewel de Republikeinse Partij zich officieel nog steeds wilde inzetten voor Afro-Amerikanen, kwam hier weinig van terecht. Latere presidenten als James A. Garfield en Benjamin Harrison wilde de situatie van Afro-Amerikanen verbeteren, maar kwamen nooit met plannen.
Het zou tot 1954 duren voordat het Amerikaans Hooggerechtshof in de beroemde zaak Brown v. Board of Education zich tegen de wetten uitsprak. Mensenrechtenactivisten als Rosa Parks, Malcolm X. en Martin Luther King Jr. spraken zich gedurende de jaren 50 en 60 uit tegen rassensegregatie, discriminatie en racisme. Het werd uiteindelijk de Democratische president Lyndon B. Johnson die zorgde voor het verbod op discriminatie op basis van kleur. Zijn Voting Act of 1964 maakte het aanzienlijk makkelijker voor Afro-Amerikanen om te stemmen. Desondanks is er in de Verenigde Staten nog altijd sprake van discriminatie en racisme tegen Afro-Amerikanen. De gevolgen van rassensegregatie, hoewel deze is afgeschaft, is nog altijd te merken.
Nagedachtenis en status
Status in de Amerikaanse geschiedenis
De Amerikaanse Burgeroorlog wordt nog altijd gezien als een van de belangrijkste gebeurtenissen in de Amerikaanse geschiedenis. De oorlog zorgde niet alleen voor de afschaffing van de slavernij, maar ook voor het bij elkaar houden van de Verenigde Staten. Hierdoor wordt Abraham Lincoln ook bestempeld als een van de beste Amerikaanse presidenten; vaak wordt hij gezien als de beste president ooit. Zowel in het noorden als het zuiden zijn er nog altijd veel monumenten opgericht ter ere van de oorlog. De oorlog betekende ook een cultuurverandering in het zuiden. Voor de oorlog stond het zuiden bekend om zijn gastvrije plantagecultuur. Na de oorlog gingen de meeste van deze plantages failliet en ontstond grote armoede. De oorlog betekende daarnaast een nieuwe manier van oorlog voeren, waarin moderne wapens gebruikt werden. In de Amerikaanse Burgeroorlog werden bijvoorbeeld onderzeeërs gebruikt.
Ook was de Amerikaanse Burgeroorlog een van de eerste oorlogen die vast is gelegd door middel van foto's. De fotografie was toen vrij nieuw. De foto's zorgden ervoor dat Amerikanen meer een idee hadden wat er op het slagveld zich afspeelde. In de Amerikaanse kunst is rond deze periode ook een verandering te zien van de romantiek naar het realisme. Het realisme wilde net als de fotografie als zo precies mogelijk namaken alsof het echt was. Schrijvers als Mark Twain, Henry James, Emily Dickenson en Charles W. Chesnutt zijn voorbeelden van realisten.
Vaak wordt de Amerikaanse Burgeroorlog ook gezien als een morele boodschap. De oorlog liet zien hoe ver mensen kunnen gaan om eigen idealen te beschermen. De oorlog is de dodelijkste oorlog op het Amerikaans grondgebied. Ook was het de laatste grote oorlog die zich op het grondgebied van de Verenigde Staten heeft afgespeeld. De oorlog had niet alleen als resultaat dat de Verenigde Staten behouden bleven als republiek en democratie, maar dat de Verenigde Staten zelfs beter werden.
Lost Cause Myth
Na de Reconstructie richtten veel trotse zuidelijke groepen, zoals de Daughters of the Confederacy, monumenten op voor de slachtoffers en generaals de Geconfedereerde zijde. Veel van hen waren aanhanger van de Lost Cause Myth. Deze theorie stelt dat de oorlog niet ging om slavernij, maar om de rechten van staten. Ook wordt gesteld dat de oorlog werd uitgelokt door het noorden, terwijl het zuiden zich alleen maar wilde verdedigen. Hoewel het zuiden na het afscheiden eerst vrede met het noorden wilde sluiten, ging het noorden niet akkoord. Volgens aanhangers van de theorie was het noorden die het zuiden als eerste viel. Hierdoor spreken zijn van de Oorlog van Noordelijke Agressie (War or Northern Agression). Ze verwijzen onder meer naar de oorlogvoering van Grant en Sherman om dit te bevestigen. Sherman's March to the Sea door Georgia is hier het bekendste voorbeeld van. Deze aanhangers gebruiken ook veel symbolen van de Confederatie, waaronder de vlag. De vlag van de Confederatie werd opgenomen in de vlaggen van veel zuidelijke staten, waaronder die van Mississippi (dat hem tot 2020 gebruikte). De vlag en monumenten worden vaak verbonden met zogeheten Southern Pride; de trotsheid op het zuiden.
Hoewel Lost Cause Myth waar is, gelooft nog altijd een groot deel van de Amerikanen dat de oorlog over de rechten van staten ging. In veel staten worden leerlingen niet volledig geïnformeerd over de oorlog. De reden waarom de oorlog over slavernij ging is simpel'. In de brieven die de staten stuurden na hun afscheiding werd gezegd dat de slavernij de hoofdreden was voor hun vertrek. Dit is onder meer te lezen in de brieven van Mississippi, South Carolina en Florida. De vicepresident van de Confederatie, Alexander Stephens, stelde in zijn beroemde Cornerstone Speech over dat Confederatie, dat:
De Lost Cause Myth leidde onder meer tot het oprichten van veel Afro-Amerikaanse monumenten. Ook zorgde de mythe voor een goedkeuring van de discriminatie van Afro-Amerikanen en rassensegregatie in het zuiden.
Monumenten en herinneringen
Voornamelijk in het zuiden, maar ook in het noorden, zijn er veel monumenten voor en vernoemingen naar generaals en politici van de Confederatie. Een bekend voorbeeld is het beroemde, reusachtige ruiterstandbeeld van generaal Robert E. Lee in Richmond, Virginia. Daarnaast staan er diverse standbeelden van zuidelijke generaals en politici in het Capitool, waar het Amerikaans Congres vergaderd. Iedere staat mag twee standbeelden sturen naar het Capitool van belangrijke Amerikanen uit hun staat. Mississippi stuurde hierdoor een standbeeld van Jefferson Davis en Georgia eentje van Alexander Stephens. Over al deze standbeelden is veel gedoe en de discussie laait van tijd tot tijd op. Na de dood van George Floyd in 2020 braken in de gehele Verenigde Staten protesten uit om deze standbeelden te verwijderen. Ook raakten er standbeelden beschadigd en werden er standbeelden omvergetrokken. Op 10 juni 2020 riep Democratisch voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi op om de standbeelden van o.a. Jefferson Davis en Alexander Stephens te verwijderen. Hierover zei ze:
Andere Amerikanen vinden het juist goed dat de standbeelden blijven staan. Volgens hen geven deze standbeelden ook een deel van de geschiedenis weer. Het verwijderen zou ertoe leiden dat het lijkt of men de geschiedenis verzwijgt. Daarnaast is ook een groep trots op deze personen, los van de idealen voor wie zij stonden. Het belangrijk om te weten dat de zuidelijke staten nog altijd een erg arme regio zijn. De Confederatie wordt gezien als een organisatie die opkwam voor het zuiden. Daarnaast zijn veel monumenten ook beschermd als erfgoed, wat het weghalen soms erg lastig maakt. De bekendste voorstander van het behoud van de standbeelden is oud-president Donald Trump. Trump wilde de standbeelden behouden omdat men van de geschiedenis kan leren:
Deze discussie is groter dan standbeelden over Geconfedereerde generaals alleen, aangezien ook andere standbeelden onder vuur liggen. Ook in veel andere landen, waaronder Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk is dit geval.
In de media
De Amerikaanse Burgeroorlog speelt nog altijd een grote rol in de media. Over de oorlogen zijn vele films, televisieseries en boeken gemaakt. De bekendste film over de Amerikaanse Burgeroorlog is waarschijnlijk Gone with the Wind (1939), dat als een van de beste films ooit gemaakt wordt gezien. De oorlog speelt in het eerste deel van de film een rol, terwijl Reconstructie in het tweede deel een grote rol speelt. De film speelt zich af in Georgia op plantage Terra en in de film is onder meer het beleg van Atlanta en de mars van Sherman door Georgia te zien. De film is gebaseerd op het boek Verjaagd door de Wind van Margaret Mitchell, dat enige jaren eerder uitkwam. Tegenwoordig krijgt de film veel kritiek wegens het romantische gezicht op de slavernij. Destijds in de film juist gemaakt om het noorden en zuiden meer te verbinden. Hattie McDaniel werd door de film de eerste Afro-Amerikaan die een Oscar gewonnen.
Een andere beroemde film is de omstreden The Birth of a Nation (1915) van D. W. Griffith. In deze film speelt de burgeroorlog ook in het eerste deel een rol, terwijl het tweede deel over de Reconstructie gaat. De film omstreden door de racistische ondertoon in de tweede helft, al is het eerste deel vrij historisch correct. In de film worden alle Afro-Amerikanen weggezet als misdadigers en verkrachters en wordt de Ku Klux Klan gezien als de redder van het volk. De film zorgde voor een heropleving van de KKK. De film wordt echter nog steeds door veel filmstudenten gezien, vanwege de nieuwe filmtechnieken. Een nieuwere film over de Amerikaanse Burgeroorlog is Lincoln uit 2012. Deze film kreeg veel lof voor de historisch correctheid.
Het beroemdste verhaal over de Amerikaanse Burgeroorlog is An Occurrence at Owl Creek Bridge van Ambrose Bierce, dat gaat over het ophangen van een militair van de Confederatie. In het boek Little Women van Louisa May Alcott is te lezen hoe de vader van het gezin vecht in de Amerikaanse Burgeroorlog, waardoor het gezin kerst zonder de vader moet vieren. Het geheimzinnige eiland van de Franse schrijver Jules Verne begint op het einde van burgeroorlog, wanneer Richmond door de noordelijke troepen wordt gelegerd.
Bronnen
Boeken, websites en artikelen
- Amerikaanse Burgeroorlog. Nederlandstalige Wikipedia. Gelezen op 18 mei 2021.
- HBO Max schrapt filmklassieker "Gone with the wind" wegens racisme (10 juni 2020). Website: vrt.be.
- (en) American Civilization van David Mauk en John Oakland (2018). Uitgeverij: Routledge. Zevende editie.
- (en) American Civil War. Engelstalige Wikipedia. Gelezen op 18 mei 2021.
- (en) House Speaker Nancy Pelosi calls for Confederate statues to be removed from Capitol Building door Jeanine Santucci (datum onbekend). Website: USAtoday.com.
- (en) Trump doubles down on "heritage" defense of Confederate (29 juni 2020). Website: Thehill.com.
Filmpjes
- (en) How Southern socialities rewrote Civil War history (25 oktober 2017). YouTube-kanaal: Vox
- (en) The American Civil War: Part 1 en Part 2 (1 februari 2020). YouTube-Kanaal: Oversimplified.
- (en) Understanding the Lost Cause Myth (16 april 2020). YouTube-kanaal: The Cynical Historian.
- (en) Why You Shouldn't Watch The Birth of a Nation (and why you should) (28 februari 2019). YouTube-kanaal: KyleKallgrenBHH.