Mexicaans-Amerikaanse Oorlog

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Amerikaans-Mexicaanse Oorlog)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Mexicaans-Amerikaanse Oorlog

MXAMWAR.png

Datum 24 april 1846 - 2 februari 1848
Locatie Mexico
Overwinning voor Verenigde Staten
Resultaat
Strijdende partijen
Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten
First Bear Flag of California (1846).svg Californië
Vlag van Mexico Mexico
Leiders
Verenigde Staten Zachary Taylor
Verenigde Staten Winfield Scott
Mexico (land) Mariano Arista
Mexico (land) Antonio López de Santa Anna
Troepensterkte
90.000 leden 40.000 leden
Verliezen
13.271 doden
4.152 gewonden
25.000 doden en gewonden
Portaal Portal.svg Geschiedenis

De Mexicaans-Amerikaanse Oorlog (Engels: Mexican-American War; Spaans: guerra mexicano-estadounidense) was een oorlog tussen de Verenigde Staten en Mexico, die plaats vond tussen 1846 en 1848. De oorlog ontstond toen de Texas toetrad als staat tot de Verenigde Staten in 1845 (de annexatie van Texas). Texas was officieel grondgebied van Mexico, maar had zich afgescheiden en onafhankelijk verklaard na de Texaanse Revolutie van 1836. Hoewel Texas in feite onafhankelijk was, wilden de meeste Texanen onderdeel van de Verenigde Staten worden. Na de verkiezingen van 1844 werd James K. Polk tot president benoemd. Polk beloofde de toetreding van Texas, wat hij in het eerste jaar van zijn presidentschap deed. De Verenigde Staten annexeerden Texas, wat leidde tot woede bij Mexico. De Mexicanen vonden dat de Amerikanen uitlokten tot oorlog. Hierdoor stuurde Mexico troepen naar Texas. Dit leidde uiteindelijk tot de oorlog.

President Polk had in zijn campagne niet alleen beloofd Texas toe te voegen tot de Verenigde Staten, maar ook de Verenigde Staten uit te breiden naar het westen. Het gebied waar de staten Californië, Nevada, Arizona, Colorado en New Mexico nu liggen (Alta California), behoorde toentertijd tot Mexico. President Polk zag dit als de kans om het grondgebied van de Verenigde Staten uit te breiden tot aan de Grote Oceaan. Hiervoor stuurde de generaals Zachary Taylor en Winfield Scott naar Mexico. In de oorlog werd Mexico aangevallen vanaf de Grote Oceaan, in Neder-Californië en bij de hoofdstad Mexico-Stad. Mexico gaf zich uiteindelijk over en droeg Alta California over aan de Verenigde Staten (de zogeheten Mexican Cession). Ook erkende Mexico Texas als onderdeel de Verenigde Staten. Hoewel de Mexicanen zo'n nederlaag begaan hadden dat de Verenigde Staten meer grondgebied konden nemen (of zelfs heel Mexico), besloten de Verenigde Staten dit niet te doen. Dit had er vooral mee te maken dat in de rest van Mexico weinig Engelstaligen woonden.

Voor de Verenigde Staten betekende de winst van het nieuwe grondgebied een groot debat over de toekomst van de slavernij. De vraag was of nieuwe staten, waaronder Californië, zouden toetreden als slaven- of vrije staten. Dit leidde uiteindelijk tot de compromis van 1850, maar deze loste het conflict niet echt op. Vele historici stellen daarom dat de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog mede leidde tot de Amerikaanse Burgeroorlog.

Achtergrond en oorzaken

Onafhankelijk Mexico

Een kaart van Mexico vlak na de onafhankelijkheid.

Mexico werd in 1821 onafhankelijk van Spanje na de Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Toen Mexico onafhankelijk werd kreeg het gelijk al te maken met verschillende conflicten. Door een crisis in de zilvermijngebieden was er een economische crisis in het land. Door het hele land waren conflicten tussen de conservatieven en de liberalen. Daarnaast waren er nog conflicten tussen de inwoners die vóór een republiek waren en vóór de monarchie (Eerste Mexicaanse Keizerrijk) waren. Ook was er angst voor een aanval van Spanje, vanaf de Spaanse kolonie Cuba. Mexico was hierdoor als land enorm instabiel en daardoor erg zwak.

Mexico was ook een stuk groter dan dat het nu is. De Amerikaanse staten Californië, Nevada, Colorado, New Mexico en Arizona bij Mexico. Dit gebied stond bekend als de Mexicaanse provincie Alta California. Daarnaast behoorde ook de staat Texas tot Mexico. In Texas was echter een grote groep mensen die wilden dat Texas onderdeel werd van de Verenigde Staten.

Amerikaans expansionisme

Een kaart van de Verenigde Staten als het grondgebied was vlak voor de oorlog.

In de Verenigde Staten waren aan de andere kant ook mensen die het liefst zagen dat Texas onderdeel werd van de Verenigde Staten. Dit had te maken met het Amerikaans expansionisme. De Verenigde Staten hadden sinds hun ontstaan steeds meer grondgebied weten te winnen door de aankoop van gebieden van Spanje (zoals Florida) en Frankrijk (aankoop van Louisiana). De Amerikanen geloofden dat zij het recht hadden op het gehele Amerikaanse continent. Eerder hadden de Amerikanen de Britse kolonie Canada proberen aan te vallen, maar na de rampzalige oorlog van 1812 besloten de Amerikanen de Britse koloniën met rust te laten. Sterker nog, de Amerikanen besloten zich niet meer met de Europese politiek te bemoeien. Door deze beslissing was uitbreiding van de Verenigde Staten naar het noorden niet mogelijk. Uitbreiding naar het westen en het zuiden werd wel als mogelijk gezien. De Amerikanen wilden hun land uitbreiden tot aan de Grote Oceaan en richtte zich op Alta California.

Al onder het presidentschap van John Tyler waren er plannen om Alta California aan te vallen. Zo wilde men San Francisco innemen als belangrijke havenstad.

Texaanse Revolutie en de Republiek Texas

Een kaart van de republiek Texas. Het donkergroene gebied was waar de republiek de macht in handen had, het lichtgroene gebied werd door de republiek geclaimd en behoorde officieel tot Mexico.

Ondertussen brak in Texas een ander conflict uit. Toen Mexico nog onderdeel van Spanje was, vestigden veel Amerikanen zich in Texas. Texas werd populair onder Amerikaanse families en steeds meer families besloten naar Texas te verhuizen. Texas werd hierdoor een van de rijkste regio's van Mexico. De Amerikaanse families hadden namelijk veel banden met de havenstad New Orleans, dat zorgde voor handel. De families vestigden zich op het platteland, waardoor landbouwproducten verhandelt werden met de Verenigde Staten. In 1829 werd duidelijk dat er meer Amerikanen dan Spaanstaligen in Texas woonden. De Mexicaanse president Vicente Guerrero wilde daarom de immigratie van Amerikanen naar Texas beperken. Ook werden er belastingen geheven op Amerikaanse goederen. Toch vond er illegaal nog steeds immigratie naar Texas plaats.

In 1834 werd de Mexicaanse overheid hervormd. Mexico was voorheen een federatie, die bestond uit staten met veel macht. In 1834 werd Mexico een eenheidsstaat. Dit betekende dat veel macht van de staten werd overgedragen aan de landelijke overheid. Vooral de staat Texas was hier boos om en in 1836 verklaarde Texas zich daarom onafhankelijk; de Republiek Texas. Deze republiek werd niet erkend door Mexico, maar wel door Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De meeste Texanen wilden Texas toevoegen tot de Verenigde Staten. In de Verenigde Staten werden zij gesteund door de Democratische Partij, terwijl de Whig Party tegen was. Ook waren veel anti-slavernij politici tegen de opname van Texas in de Verenigde Staten. Volgens de Missouri-compromis zou Texas namelijk een slavenstaat worden als het een Amerikaanse staat werd. Hoewel zowel president Andrew Jackson als president John Tyler vóór de opname van Texas in de Verenigde Staten waren, lukten hen dit niet.

Verloop van de oorlog

Voorbereidingen

Het Mexicaanse leger was verzwakt door de binnenlandse conflicten en de onafhankelijkheidsoorlog. Hierdoor stuurden slechts 9 van de 17 Mexicaanse staten soldaten naar het Mexicaans leger. Het leger werd geleid door generaal Antonio López de Santa Anna. Het leger werd gesteund door vrouwen, zogeheten soldaderas. Deze vrouwen vochten niet mee in het leger, maar verzorgden de soldaten. Tijdens de belegeringen van Monterrey en Mexico-Stad zouden zij wel meevechten. De Mexicanen hadden veel wapens gekocht van de Britten. Volgens de Amerikaanse generaal Ulysses S. Grant zou Mexico verslagen worden, aangezien het leger erg slecht voorbereid was. De Verenigde Staten aan de andere kant waren goed voorbereid. President James K. Polk was bezig met zijn plannen voor het uitbreiden van de Verenigde Staten. Samen met het Verenigd Koninkrijk bestuurden de Verenigde Staten het Oregonterritorium. Polk bereikte een verdrag met de Britten om dit te verdelen door de Canadees-Amerikaanse grens door te trekken.

Texas-campagne

De oorlog brak uit toen president Polk wilde dat generaal Zachary Taylor met zijn leger naar het zuiden van Neuces ging. De Nueces werd gezien als de grens tussen Texas en Mexico, maar de Verenigde Staten (en Texas) vonden juist dat dit de Rio Grande was. Het gebied tussen de Nueces en de Rio Grande werd door de Mexicanen als hun grondgebied gezien. Zij vonden daarom dat de Verenigde Staten hen aanvielen. Op 25 april 1846 vielen de Mexicanen het Amerikaans leger aan. 11 Amerikaanse soldaten overleden en 52 raakten gewond. Deze gebeurtenis wordt de Thorntonaffaire genoemd.

Hierna trokken de Mexicanen verder naar Fort Texas. Zij omsingelden het fort en beschoten het. De Amerikanen schoten echter terug. Generaal Taylor wilde het fort ontlasten, maar hij kwam generaal Arista tegen. Dit leidde tot de slag bij Palo Alto die door de Amerikanen gewonnen werd. Een dag later kwamen de twee partijen elkaar opnieuw tegen in de slag bij Resaca de la Palma. De Amerikanen wisten deze slag opnieuw te winnen. Ook namen zij enkele Mexicaanse soldaten gevangen. Het Mexicaanse leger moest zich hierdoor terugtrekken naar het zuiden van Rio Grande. De belegering van Fort Texas werd opgeheven.

Polk zag de Thorntonaffaire als de reden om Mexico de oorlog te verklaren. In het Amerikaans Congres kreeg hij steun van alle Democraten en een gedeelte van de Whig Party. Enkele Whig-politici (zoals John Quincy Adams en Abraham Lincoln) stemden tegen de oorlog. Ondertussen zorgden de verliezen van het Mexicaans leger dat Antonio López de Santa Anna terugkeerde naar Mexico. Santa Anna was verbannen naar Cuba, maar de schreef de Mexicaanse regering. Hij wilde terugkeren naar Mexico om de Amerikanen te verslaan. De Mexicaanse president zag geen andere keuze en liet Santa Anna terugkeren.

Nuevo México en Alta California

De opstand in Californië wordt de Berenvlagrevolte genoemd. De Amerikaanse kolonisten gebruikten namelijk een vlag met een beer erop. Nog altijd heeft Californië een vlag met een beer en de woorden "California Republic" erop als aandenken aan de republiek Californië.

Op 13 mei 1846 viel de Amerikaanse generaal Stephen W. Kearny de Mexicaanse regio Nuevo México binnen vanuit Kansas. Kearny wilde met zijn leger Neuvo México en Alta California innemen. De Mexicaanse gouverneur van Neuvo México wilde geweld vermijden. De plaatselijke generaals wilde echter de Amerikanen aanvallen. Uiteindelijk trokken de Mexicaanse troepen zich terug en verschillende generaals vluchtten naar de Mexicaanse deelstaat Chihuahua. Kearny riep zich uit tot de nieuwe gouverneur van Nuevo México. Dit was maar van korte duur. Kearny stichtte een tijdelijke, Amerikaanse regering in de regio en maakte Charles Bent de eerste gouverneur van het gebied.

Kearny trok vervolgens verder naar het westen. Zijn doel was om ook Alta California te veroveren. In Neuvo México brak echter naar tijdje een opstand tegen de Amerikanen uit. Zowel de inheemse inwoners als de Mexicanen wilden het Mexicaans bestuur herstellen. Tussen 1846 en 1848 waren er verschillende opstanden in de staat, waaronder de Taosrevolte. Het Amerikaans leger wist echter deze opstanden neer te slaan.

Tegen augustus 1846 wist men in Californië pas dat de oorlog was uitgebroken. In Californië woonden al veel Amerikaanse kolonisten. In juni 1846 brak er een revolte tegen het Mexicaans bestuur uit. De Amerikaanse kolonisten riepen vervolgens de republiek Californië uit. Deze republiek bestond slechts twee weken. De Amerikaanse kapitein John C. Frémont besloot de republiek namelijk onder Amerikaans bestuur te brengen. De Amerikaanse kolonisten waren hier verdeeld over. Als compromis mocht Californië versneld een staat worden (wat gebeurde in 1850).

Noordelijk Mexico

Zachary Taylor stak met zijn leger de Rio Grande over. Hij trok vervolgens naar Monterrey (een grote stad) en wilde deze innemen. Zijn leger bestond uit Amerikanen en Texanen. De Amerikaanse soldaten hadden nog nooit in een stad oorlog gevoerd. De Mexicaanse tegenstanders waren goed verstopt in hun huizen, terwijl de Amerikaanse soldaten over de straten marcheerden. De Amerikanen waren hierdoor een makkelijk doelwit. De Texaanse soldaten hadden wel ervaring met vechten in een stad. Zij kwamen daarom ook met een nieuwe strategie; alle huizen moesten een voor een gecheckt worden. Er werden gaten in muren en daken geslagen om Mexicaanse soldaten te verrassen. De Amerikanen wonnen hierdoor dan ook de slag bij Monterrey. Toch wist het Mexicaanse leger te ontsnappen en de Amerikanen hadden zware verliezen geleden.

Santa Anna wilde op 22 februari 1847 het leger van Taylor verslaan. Taylor had 4.600 man, terwijl Santa Anna 20.000 man had. Toch was Santa Anna's leger in slechte staat. Dit werd duidelijk tijdens de slag bij Buena Vista. Deze beslissende slag werd door de Amerikanen gewonnen en gaf hen een boost. De Mexicanen moesten zich terugtrekken uit het noordoosten.

Ondertussen wist de Amerikaanse generaal Alexander W. Doniphan het noordwesten van Mexico te veroveren. Hij versloeg de Mexicanen bij El Paso en nam de stad Chihuahua in. Ook werden verdragen met de inheemse volkeren gesloten. Hierdoor hielden de opstanden tegen de Amerikanen grotendeels op.

Zuidelijk Mexico

In het zuiden van Mexico woonden veel inheemse volkeren. De Mexicaanse overheid had weinig controle over deze volkeren, aangezien deze ver weg in Mexico-Stad zat. De volkeren konden hierdoor min of meer hun eigen gang gaan. Zo had de regio Yucatán nauwere banden met de Verenigde Staten dan met Mexico. In Yucatán was een beweging om onafhankelijk van Mexico te worden. De Amerikanen besloten de inwoners van Yucatán te steunen om Mexico te verzwakken. Zo begon de Amerikaanse marine een blokkade, waardoor Mexicaanse oorlogsschepen Yucatán niet konden bereiken. In 1847 brak in Yucatán uiteindelijk de Kastenoorlog uit. Deze oorlog zou meer dan 50 jaar duren.

De Amerikanen voerden niet echt veldslagen in het zuiden van Mexico uit. De uitzondering hierop zijn twee kleine veldslagen in de deelstaat Tabasco.

Scotts invasie van Mexico

Een kaart van Scotts invasie van Mexico

In 1847 stuurde president Polk een tweede leger onder leiding van generaal Winfield Scott naar Mexico. Scott kwam Mexico via de havenstad Veracruz binnen. Op 9 maart 1847 begon hij de belegering van de stad en op 24 maart viel deze in Amerikaanse handen. Via Veracruz wilde Scott verder marcheren naar Mexico-Stad. Hierdoor moesten zij een heel stuk van de Mexicaanse binnenlanden doorkruizen. Veracruz lag namelijk aan de kust, terwijl Mexico-Stad in het midden van het land lag. Santa Anna volgde het Amerikaans leger. Hij probeerde het leger tegen te houden in de slag bij Cerro Gordo, maar slaagde hier niet in.

Scott wist Puebla in te nemen. Hier wachtte hij even, voordat hij verder ging naar Mexico-Stad. Tussen 5 en 18 september 1847 vond de slag om Mexico-Stad plaats. De Amerikanen hadden eerder al de verdediging van de stad verzwakt tijdens de slag bij Contreras en de slag bij Churubusco. Uiteindelijk viel Mexico-Stad in Amerikaanse handen. Santa Anna deed nog een laatste poging om Puebla terug te winnen aan het einde van september. Toch was zijn leger te zwak en op 12 oktober moest hij de strijdbijl neerleggen. Terwijl Mexico-Stad door de Amerikanen bezet werd, werd over vrede onderhandeld.

Einde van de oorlog

De All-Mexico Movement

De All-Mexico Movement wilde heel Mexico (of slechts een gedeelte daarvan) onderdeel maken van de Verenigde Staten. De verschillende aanhangers waren het echter oneens of het gehele land onderdeel moest worden. Als er slechts een gedeelte werd opgenomen, waren ze het oneens over de grens. Uiteindelijk besloot men alleen Alta California en Nuevo México op te nemen.

Al tijdens de oorlog was er een beweging in de Verenigde Staten die Mexico (grotendeels) onderdeel wilde maken van de Verenigde Staten. In het land heerste namelijk Manifest Destiny. Dit betekende dat de Verenigde Staten vonden dat zij recht hadden op al het grondgebied van (Noord-)Amerika, waaronder Canada en dus ook Mexico. De All-Mexico Movement was vooral populair onder de zuidelijke Democratische Partij. De Democraten waren toentertijd voorstander van de slavernij. De Zuidelijke Staten waren dan ook "slavenstaten", waar de slavernij legaal was. De Democraten hoopten in Mexico nieuwe slavenstaten te stichten. De slavernij was namelijk alleen economisch haalbaar in het zuiden. In het noorden was dit onaantrekkelijk, aangezien het vrijwel niets opleverde. De meeste aanhangers wilden alleen Noord-Mexico onderdeel maken. Andere aanhangers wilden juist meer delen of slechts geheel Mexico onderdeel maken. Binnen de beweging was er dus geen overeenstemming over welke Mexicaanse gebieden wel en niet onderdeel moesten worden.

Toch vonden waren veel mensen ook tegenstander van de beweging. Zo spraken de meeste inwoners van Mexico geen Engels, maar Spaans. Hierdoor zouden miljoenen Mexicanen ineens Amerikaans staatsburger worden. Zij zouden hierdoor een grote invloed op de politiek krijgen. Ook vonden veel tegenstanders dat de meeste Mexicanen niet "blank" genoeg waren. Veel inwoners van het land waren gemixt. Ze hadden zowel blanke als inheemse of zelfs zwarte voorvaderen. Een derde reden was dat Mexico grotendeels katholiek was, terwijl de Verenigde Staten juist grotendeels protestants waren. Hoewel er godsdienstvrijheid in de Verenigde Staten was, waren veel Amerikanen anti-katholiek.

Verdrag van Guadelupe Hidalgo

In het rood zie je de Mexican Cession die bepaald werd door het verdrag van Guadalupe Hidalgo. In de lichtere kleur zie de Gadsdenaankoop van 1853.

Uiteindelijk werd daarom besloten om alleen het dunbevolkte Alta California en Nuevo México onderdeel te maken van de Verenigde Staten. Dit komt overeen met de staten Californië, Nevada, Utah, Colorado, Arizona en New Mexico. Deze gebieden werden aangeduid als de Mexican Cession. Texas was inmiddels al onderdeel van de Verenigde Staten, maar Mexico gaf zijn claim over het grondgebied op. Op 2 februari 1848 werd uiteindelijk de vrede van Guadelupe Hidalgo gesloten. Alta California en Nueva México werden 15 miljoen Amerikaanse dollar aan de Verenigde Staten verkocht.

In 1853 kochten de Verenigde Staten nog een klein gebied in het zuiden van New Mexico en Arizona van Mexico. Dit wordt de Gadsdenaankoop genoemd. De Amerikanen wilden dit stuk land kopen om een spoorlijn van Californië naar de oostkust aan te leggen. De Mexicanen waren blij met de aankoop, aangezien ze hierdoor hun schulden konden betalen.

Gevolgen

Gevolgen voor Mexico

Voor Mexico was de oorlog enorm pijnlijk en wordt nog steeds gezien als een pijnlijk moment in de Amerikaanse geschiedenis. Het land verloor een groot stuk van het grondgebied en de oorlog maakte duidelijk hoe zwak het land was door de gevechten tussen de liberalen en conservatieven. Deze gevechten gingen nog door voor zo'n 20 jaar, waarna de Fransen uiteindelijk Mexico binnenvielen en een satellietstaat opzetten; het Tweede Mexicaanse Keizerrijk. Hoewel president Santa Anna als de verantwoordelijke van de oorlog werd gezien, kon hij toch nog een ander termijn winnen. Onder hem werd nog een klein grond gebied (het zuiden van Arizona) aan de Verenigde Staten verkocht (de Gadsden Purchase). Met dit geld werd een spoornetwerk gebouwd dat het land met elkaar verbond.

Pas na 1867, toen Mexico weer een republiek was, begon Mexico met het oprichten van monumenten voor de oorlog. Ook werd de militaire academie opgericht door de veteranen van de oorlog. Hierdoor werd een landelijk leger opgericht om het land beter te kunnen verdedigen.

Gevolgen voor de Verenigde Staten

Na de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog kregen de Verenigde Staten een enorm stuk grond erbij; de zogeheten Mexican Cession. Op dat moment waren er evenveel slavenstaten als vrije staten. Volgens de Missouri-compromis uit 1820 moest een vrije staat en een slavenstaat tegelijk worden toegevoegd. Op deze manier waren er altijd evenveel slavenstaten als vrije staten. Dit zorgde voor een balans in de Amerikaanse Senaat, waar altijd evenveel senatoren vóór als tegen de slavernij waren. Hierdoor kon de slavernij in het zuiden niet worden afgeschaft en kon de slavernij in het noorden niet ingevoerd worden. Dit zorgde voor vrede, aangezien de slavernij een groot conflict was in de Amerikaanse politiek.

Een probleem ontstond toen Californië in 1849 een staat wilde worden. Volgens de Missouri-compromis mochten nieuwe slavenstaten niet boven een bepaalde lijn (de Slave Scar) liggen en nieuwe vrije staten niet onder de lijn. Het probleem was dat de lijn precies door Californië heen liep. Er waren voorstellen om Californië in tweeën te delen, waarbij het noordelijke deel een vrije staat werd en het zuidelijke deel een slavenstaat. Veel Californiërs wilden dit niet en slavernij was door de arme grond in Californië totaal niet profitabel. Een tweede probleem was dat er een discussie ontstond over de territoria, die in de toekomst staten zouden worden. Zou slavernij daar nu toegestaan zijn of niet? De president van die tijd, Zachary Taylor, wist dit niet op te lossen, aangezien hij tijdens zijn presidentschap overleed. Millard Fillmore volgde hem op en kwam met de compromis van 1850. Californië zou worden toegevoegd als staat, maar zou één senator vóór slavernij en één senator tegen slavernij sturen om de balans te bewaren. Californië was overigens wel een vrije staat zonder slavernij. Alle territoria zouden zelf mogen beslissen op basis volkssoeverniteit of slavernij was toegestaan of niet.

Ondanks dat er een compromis was bereikt, was deze niet populair. De Noordelijke Staten vreesden dat alle territoria slavernij zouden toestaan en dat daardoor de balans in de Senaat verstoord zou raken. Hun angst was dat de slavenstaten in de meerderheid zouden raken en dat hen ook slavernij werd opgelegd. Hun angst werd gevoed door een uitspraak van het Hooggerechtshof, waarin slaven als bezit werden gezien en bezit werd beschermd door de Amerikaanse grondwet. Dit betekende dat als ook maar één slavenhouder met ook maar één slaaf zich in een territorium zette, dit territorium later een slavenstaat werd. Later kwam ook nog eens de Kansas-Nebraska Act, die dit officieel vastlegde. Dit leidde tot een bloederig conflict in het territorium Kansas (Bleeding Kansas). Ondertussen waren de de Zuidelijke Staten boos dat Polk niet meer grondgebied van Mexico of zelfs heel Mexico had geëist, aangezien hier slavenstaten kwamen. Slavernij was hier profitabel, terwijl dat in de noordelijke territoria dit nooit zou worden. Dit leidde tot wantrouwen tussen de Noordelijke en Zuidelijke Staten. Dit conflict zou uiteindelijk uitmonden in de Amerikaanse Burgeroorlog.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Mexicaans-Amerikaanse_Oorlog&oldid=837476"