Victoriaanse tijd

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.

De Victoriaanse tijd of het Victoriaanse tijdperk is de periode gedurende de regering van de Britse koningin Victoria. Dit tijdperk duurde van de kroning van Victoria tot koningin in 1837 tot aan haar dood in 1901.

Het tijdperk volgde het Georgiaanse tijdperk op en ging vooraf aan het Edwardiaanse tijdperk. De latere helft overlapt met het eerste deel van het Belle époque-tijdperk van continentaal Europa.

Introductie

Wie was koningin Victoria?

Zie Victoria van het Verenigd Koninkrijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Koningin Victoria tijdens haar kroning in 1837

Koningin Victoria was de koningin van het Verenigd Koninkrijk tussen 1837 en 1901. Zij kwam uit het huis Hannover en was de opvolger koning Willem IV. Hij overleed in 1837 kinderloos, waardoor Victoria (zijn nichtje) koning werd. Victoria was toen slechts 18 jaar oud. In totaal regeerde zij voor 63 jaar. Dit is langer dan iedere andere Britse vorst(in) vóór haar.

Onder koning Victoria hadden het Britse staatshoofd vrijwel geen macht meer. Het Verenigd Koninkrijk was een constitutionele monarchie. Koning Victoria werd hierdoor het symbool voor het land. Ook was zij een zeer geliefde koningin.

Indeling

Volgens de Britse biograaf Michael Sadleir (1888-1957) kan het Victoriaans tijdperk in drie periodes verdeeld worden:

  • Het vroege Victoriaanse tijdperk (early Victorian era) liep van 1837 tot 1850.
  • Het middelste Victoriaanse tijdperk (mid-Victorian era) liep van 1851 tot 1879.
  • Het late Victoriaanse tijdperk (late Victorian era) liep van 1880 tot 1901.

De precieze jaartallen in deze indeling kunnen iets verschillen. De periodes worden gebruikt om de verschillende trends in mode en kunst weer te geven.

Belangrijkste punten

Travelling First Class (1855) van Abraham Solomon: In een eerdere versie van het schilderij had Solomon de oudere man als slapend afgebeeld. Het publiek vond dit echter te controversieel. Het was immers tegen de Victoriaanse normen en waarden om dit te doen. Solomon besloot hierdoor het schilderij aan te passen.

Vanwege de lengte van dit artikel zijn de belangrijkste punten kort opgesomd. Deze opsomming geeft een algemeen en kort overzicht van de periode:

  • De Industriële revolutie beleefde tijdens het Victoriaans tijdperk zijn hoogtepunt. In plaats van ambacht (handarbeid) werden producten op grote schaal in fabrieken gemaakt. Deze fabrieken werkten op stoommachines, wat leidde tot veel vervuiling in de steden. Ook werkten fabrieksarbeiders in slechte omstandigheden voor lange uren en weinig loon. Kinderarbeid was tijdens de gehele Victoriaanse tijd aanwezig.
  • De verstedelijking zorgde ervoor dat meer mensen van het platteland naar de steden verhuisden. Steden groeiden dan ook enorm snel tijdens deze periode. Daarnaast kwamen ook veel migranten naar het Verenigd Koninkrijk, terwijl veel Britten naar andere landen (voornamelijk de Verenigde Staten) verhuisden.
  • Tijdens de periode waren er verschillende sociale hervormingen om het leven van arme inwoners te verbeteren. Zo kwamen er wetten voor betere lonen, arbeids- en woonomstandigheden, voor algemeen onderwijs voor alle kinderen en tegen kinderarbeid. Deze wetten werden deels afgedwongen door middel van stakingen en door druk vanuit de vakbonden. Zij zetten zich ook in voor algemeen kiesrecht (voor alle mannen en vrouwen) en vrouwenrechten (de eerste feministische golf). Veel hiervan werd pas na het tijdperk gerealiseerd.
  • De middenklasse kwam definitief op tijdens het Victoriaans tijdperk. Deze klasse bestond uit mensen met goedbetaalde banen of eigen bedrijven. Zij konden een eigen huis kopen, hun kinderen onderwijs geven en hadden personeel in dienst.
  • Het Britse Rijk beleefde tijdens het Victoriaans tijdperk zijn hoogtepunt. Het land heerste toen over zo'n kwart van al het land op de wereld. Het Verenigd Koninkrijk gold als het belangrijkste en machtigste land ter wereld. Na de Eerste Wereldoorlog verloor het Verenigd Koninkrijk deze positie aan de Verenigde Staten.
  • Het Victoriaans tijdperk staat bekend om zijn strikte normen en waarden. Het gezin werd als zeer belangrijk gezien. Vrouwen werden aangemoedigd om binnen te blijven en voor de kinderen en het huishouden te zorgen. Koningin Victoria werd als rolmodel gezien voor hoe het volk zich diende te gedragen.
  • Tijdens het Victoriaans tijdperk kwam de kunst en cultuur tot bloei. De periode staat bekend om zijn schrijvers (zoals Charles Dickens) en het ontstaan van publieke voorzieningen, zoals bibliotheken, musea, parken, sportevenementen en theaters. Vakanties en reizen werden voor steeds meer personen mogelijk, mede door de komst van de trein.

Historisch overzicht

Industriële Revolutie

Zie Industriële revolutie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een Britse ijzerfabriek rond 1850

De Industriële revolutie begon in Groot-Brittannië rond het jaar 1760. Waar producten voorheen met de hand gemaakt werden, konden zij nu op grote schaal in fabrieken geproduceerd worden. Dit was niet alleen sneller, maar ook goedkoper. De uitvinding van de stoommachine zorgden ervoor dat dit mogelijk werd. Toen koningin Victoria aan de macht kwam was de Industriële revolutie al overal in Engeland doorgebroken. Veel personen verhuisden van het platteland naar de steden (verstedelijking), waar de fabrieken stonden.

De stoommachine werd ook gebruikt voor de stoomtrein en de stoomboot. In Engeland werden veel spoorwegen en kanalen aangelegd. Hierdoor werd vervoer een stuk sneller. Dit zorgde voor meer handel. Niet alleen in het Verenigd Koninkrijk introduceerden de Britten deze technieken. Later werden ze overgebracht naar de Britse koloniën (zoals India), de Verenigde Staten en het Europees continent (waaronder Nederland en België).

Binnenlandse politiek

William Ewart Gladstone (rechts afgebeeld) en Benjamin Disraeli (links afgebeeld) hadden vaak ruzie met elkaar, wat leidde tot heftige debatten.

In het Victoriaanse tijdperk was de politiek vrij stabiel. In veel andere Europese landen (zoals Frankrijk) vonden revoluties en opstanden plaats. In het Verenigd Koninkrijk probeerde men echter problemen via de politiek op te lossen. Het land was een stuk democratischer dan andere landen uit die tijd. Desondanks kon slechts een klein deel van de bevolking stemmen (mannen uit hogere klassen). Verschillende hervormingen zorgden ervoor dat steeds meer mannen konden stemmen, maar niet alle mannen. Daarnaast werd een wet aangenomen om de kiesdistricten in het districtenstelsel eerlijker te maken.

Als gevolg van de Ierse hongersnood nam de bevolking van Ierland drastisch af. Deze kaart laat de afnames tussen 1841 en 1851 zien. Vooral de (donker)rode landelijke regio's zagen een afname.

Gedurende deze periode waren er twee belangrijke partijen die afwisselend de macht hadden: De Conservative Party (de Tories) en de Liberal Party (de Whigs). De conservatieven waren een stuk behoudender en vooral in de landelijke regio's vertegenwoordigd. De liberalen waren een stuk progressiever en vooral in de stedelijke regio's vertegenwoordigd. Toch waren er binnen deze partijen ook verschillende stromingen. De positie van de Liberal Party zou aan het begin van de 20e eeuw worden overgenomen door de Labour Party. Twee belangrijke premiers uit deze periode waren Benjamin Disraeli (conservatief) en William Ewart Gladstone (liberaal).

Het huidige Ierland was toentertijd onderdeel van het Verenigd Koninkrijk. Ierland was officieel geen Britse kolonie, maar een echt onderdeel van het land (zoals Schotland en Wales). Toch voelden veel Ieren zich als tweederangsburger behandeld. Tussen Ierland en de rest van het Verenigd Koninkrijk waren ook grote verschillen. Ierland was grotendeels katholiek, vrij arm en landelijk. Tussen 1845 en 1850 werd Ierland getroffen door de Ierse hongersnood, maar het Britse parlement deed vrij weinig om de bevolking te voeden. Ongeveer 1 miljoen Ieren stierven door de honger, terwijl een andere 1 miljoen inwoners naar de Verenigde Staten en Canada emigreerden. Tot 1800 had Ierland zijn eigen parlement in Dublin. In Ierland ontstond een beweging om dit zelfbestuur te herstellen (en uit te breiden): de Home Rule-beweging. Zij richtten zelfs hun eigen partij op. Toch was niet iedereen blij met deze beweging. Veel Britten en protestantse inwoners van Ierland waren tegen de beweging. Er waren twee wetten om Home Rule te regelen (in 1886 en 1893), maar beide keren werd de wet tegengehouden. "Home Rule" was dus een belangrijk en omstreden onderwerp in de Britse politiek. Pas na de Victoriaanse tijd zou Ierland (met uitzondering van Noord-Ierland) onafhankelijk worden.

Buitenlandse politiek

Het Britse Rijk in 1898. Canada was al sinds 1867 in feite onafhankelijk, maar had nog geen grondwet (wat een voorwaarde was). De Britse koning(in) is nog altijd staatshoofd van Canada en veel andere voormalige koloniën, zoals Australië en Nieuw-Zeeland.

De Victoriaanse tijd was onderdeel van de Pax Britannica (Latijn voor Britse vrede). Deze periode liep van de Slag bij Waterloo in 1815 tot het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Deze periode was vrij vreedzaam tussen de verschillende grootmachten in de wereld. Het Verenigd Koninkrijk was het machtigste land op aarde en deed haar best om de vrede te bewaken. Dit betekende niet dat er geen oorlogen of spanningen waren. Zo was het Verenigd Koninkrijk betrokken bij de Krimoorlog (1853-1856), de Eerste Opiumoorlog (1839-1840) en de Tweede Opiumoorlog (1856-1860).

Tijdens het Victoriaans tijdperk bereikte het Britse Rijk haar hoogtepunt. Toen hadden de Britten zo'n kwart van al het land op aarde in handen. 23% van de wereldbevolking leefde op Britse bodem. Tijdens het Victoriaans tijdperk werd het Britse Rijk voornamelijk in Afrika uitgebreid met nieuwe kolonies. Afrika was toen nog vrij onbekend continent waar de verschillende Europese landen wel een stukje van zouden willen hebben (Wedloop om Afrika). Na de Koloniale Conferentie van Berlijn kregen de Britten groot stuk van het continent. Ze hadden een rechte lijn van Zuid-Afrika naar Egypte. Hoewel de Britten vonden dat zij welvaart en beschaving naar de koloniën brachten, was er ook sprake van racisme, discriminatie, plunderingen en dwangarbeid.

Een portret van Herbert Spencer.

De Britse kolonies met een (grotendeels) blanke bevolking kregen tijdens deze periode meer zelfbestuur of zelfs onafhankelijkheid. Dit was het geval voor Canada in 1867 en Australië in 1901, maar het Britse staatshoofd bleef ook het staatshoofd van deze landen. Kolonies met een grotendeels inheemse bevolking (zoals India en de Afrikaanse kolonies) bleven onder Brits bestuur staan.

Filosofie

Tijdens de Victoriaanse tijd waren er enkele zeer invloedrijke filosofen. Hun ideeën hadden ook invloed op het landsbestuur en de samenleving van die tijd. Een van deze filosofen was John Stuart Mill. Hij was vertegenwoordiger van het utilitarisme; een filosofische stroming die zich vooral bezighield met ethiek. Volgens de utilitaristen moesten keuzes en acties gebaseerd zijn op het feit of de uitkomst zo veel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen veroorzaakte. De ideeën van deze stroming hadden ook invloed op de Victoriaanse economie. In deze periode vonden de meeste politici dat de overheid zich zo min mogelijk met de economie moest bemoeien. De economie moest de vrije loop worden gelaten (laissez-faire). Vrijhandel en een vrije markt waren de belangrijkste elementen.

Een andere invloedrijke filosoof was Herbert Spencer, bekend van het sociaal darwinisme. Deze filosofie hangt samen met de rassenleer van die tijd: Er zouden verschillende mensenrassen zijn die in verschillende maten ontwikkeld waren. Minder goed aangepaste rassen zouden later uitsterven (survival of the fittest). Het Verenigd Koninkrijk en andere Europese machten gebruikten deze ideeën om hun imperialisme te rechtvaardigen. Zij zagen hun eigen soort als meer ontwikkeld (beschaafd) en andere volkeren als minder ontwikkeld.

Wetenschap en uitvindingen

Een van de belangrijkste ideeën uit de Victoriaanse tijd was de evolutietheorie van Charles Darwin. In 1859 publiceerde hij zijn boek On the Origin of Species, wat in die tijd zeer omstreden was. De theorie legt uit hoe levende wezens (organismes) zich over een langere periode aanpassen en veranderen. Hierdoor ontstaan nieuwe soorten uit bestaande soorten, veranderen soorten of sterven soorten uit. Victoriaans Engeland was echter nog streng christelijk. Men geloofde dat alle levende wezens op aarde door God gemaakt waren, terwijl Darwins theorie ervan uitging dat levende wezens veel ouder waren dan de Bijbel zegt. Darwins evolutieleer was daardoor zeer omstreden.

Enkele belangrijke uitvindingen uit het Victoriaans tijdperk waren moderne centrale verwarming, elektrische verlichting (door middel van gloeilampen), de elektrische telegraaf, morsecode, de telefoon (door Alexander Graham Bell), de metro, de verbrandingsmotor, de fiets, de stofzuiger, de moderne naaimachine, riolen en betere toiletten, de camera en de fotografie. Een deel van deze uitvindingen werden in het buitenland gedaan, maar hadden ook invloed op de Britse samenleving. Deze uitvindingen zorgden ervoor dat Britten grote vooruitgang zagen tijdens hun leven; veel groter en sneller dan in de periodes daarvoor.

Opkomst van de middenklasse

Armoede in Londen rond 1872. Ets door Gustave Doré.

De Victoriaanse tijd zag de opkomst van de middenklasse. Maar wat was de middenklasse eigenlijk? In Victoriaans Engeland was de samenleving verdeeld in sociale klassen. Deze klassen speelden zeker toen een rol. Er waren vier verschillende klassen:

  • De bovenklasse (upper class) bestond uit mensen die leefden van hun vermogen (bezit). Zij hoefden zelf vaak niet te werken. Voorbeelden hiervan waren edelen (die vaak grote stukken grond verhuurden) of rijke fabriekseigenaars. Ook mensen met een zeer hoge positie in het leger (zoals officieren en generaals) behoorden tot deze categorie.
  • De middenklasse (middle class) of de bourgeoisie (burgerij) bestond uit mensen met een hoogbetaalde baan. Zij hadden vaak gestudeerd of hun eigen bedrijf/vermogen opgebouwd. Onder de middenklasse vielen onder andere artsen, advocaten, professoren, rechters, architecten, handelaars en mensen met een eigen bedrijf. Voorheen was deze klasse erg klein, maar tijdens de Victoriaanse tijd kregen zij meer en meer invloed en geld.
  • De werkende klasse (working class) of het proletariaat bestond uit mensen met een slecht betaalde baan. Zij hadden vaak niet gestudeerd en hooguit alleen de basisschool afgemaakt. Zij werkten meestal op het platteland (als boer) of in fabrieken (als fabrieksarbeider). Toch behoorden ook schoonmakers, straatvegers, havenarbeiders en lager personeel tot deze klasse. Zij werkten en woonden in slechte omstandigheden en konden amper of niet rondkomen.
  • De onderklasse (under class) bestond uit mensen die zich helemaal niet zelf konden redden. Zij hadden meestal geen baan en leefden van liefdadigheid, stelen of bedelen. Onder deze klasse vielen daklozen, werklozen, verslaafden, gehandicapten en vrouwen, kinderen en ouderen zonder verdere familie. In Victoriaans Engeland was er geen verzorgingsstaat. Hulp aan deze klasse werd gedaan door de kerk of liefdadigheidsorganisaties. Voor sommigen was er geen andere optie dan de criminaliteit in te gaan.

Armoede, kinderarbeid en arbeidersrechten

Een schoorsteenveger rond 1850

In de Victoriaanse tijd was er veel sociale ongelijkheid. De bovenklasse en middenklasse leefden grotendeels in luxe, terwijl de werkende klasse en onderklasse in armoede leefden. Voor de laatste twee groepen waren de levensomstandigheden zeer slecht. Huizen waren klein, koud en vochtig. Ook hadden zij vaak last van ongedierte (zoals muizen en ratten), luizen en schimmel. Deze kleine huizen moesten met gehele gezin gedeeld worden. Er waren geen badkamers, elektriciteit en stromend water. Buiten waren er gedeelde toiletten en water werd met putten en pompen omhoog gehaald (maar niet gefilterd). Water was hierdoor vaak vervuild. De arme wijken in steden waren vaak overbevolkt en vies. Er waren geen riolen en weinig afvalophaling, waardoor al het vuil om straat lag.

In de werkende klasse en onderklasse was kinderarbeid erg gewoon. In plaats van school moesten kinderen meehelpen in fabrieken, op scheepswerven, op het land of als huishulp. Kinderen werden ook de kolenmijnen ingezonden, aangezien zij een stuk kleiner waren dan volwassenen. Vanwege dezelfde reden werkten veel kinderen als schoorsteenveger. De kinderen kregen ook slechter betaald dan volwassenen. Toch hadden veel arme gezinnen kinderarbeid nodig om rond te komen. Er waren weinig arbeidswetten, waardoor kinderen (en volwassenen) ook gevaarlijk liepen tijdens het werk. Daarnaast maakten zij lange werkdagen (soms wel meer dan 12 uur). Tijdens het Victoriaans tijdperk ontstonden wetten tegen kinderarbeid, maar deze werden vaak genegeerd. Pas toen Anthony Ashley-Cooper en Thomas Agnew zich hiermee gingen bemoeien, ontstonden er echte veranderingen.

Ook ontstond er tijdens het Victoriaans tijdperk een arbeidersbeweging. Arbeiders verenigden zich in vakbonden om druk uit te oefenen op fabriekseigenaren en andere werkgevers. Zij wilden betere lonen en veiligere en betere werkomstandigheden. Ze deden dit door middel van demonstraties en stakingen. Op deze manier wilden zij ook druk uitoefenen op de politiek. Later zou uit deze beweging de Labour Party ontstaan, maar deze zou pas aan het begin van de 20e eeuw doorbreken.

Vrouwenrechten

Vrouwen aan het werk in een fabriek voor lucifers in 1871

In de Victoriaanse tijd had vrouwen veel minder rechten dan mannen. Vrouwen konden niet stemmen en konden slechts onder bepaalde voorwaarden zelf bezittingen hebben. Getrouwde vrouwen waren altijd afhankelijk van hun man. Als een getrouwde vrouw bezittingen wilde verkopen, moest zij hiervoor de toestemming van haar echtgenoot hebben. Vrouwen werden als bezittingen gezien. Huiselijk geweld ging vaak onbestraft en echtscheidingen waren alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk.

Vrouwen uit de arbeidersklasse werkten vaak wel. Zij werkten voornamelijk in textielfabrieken, als wasvrouw, straatverkoopster, medewerkster voor het afmaken en in elkaar zetten van meubels (assemblage), naaister of andere typische vrouwelijke beroepen. Vrouwen waren vrijwel niet aanwezig in de zware industrie, zoals de scheepsbouw en staalindustrie. Ook verdienden zij een stuk minder dan hun mannelijk collega's. In de middenklasse werkten vrouwen vaak niet of enkel vóór hun huwelijk. Als zij toch werkten, waren zij gouvernante, lerares, kamermeisje, schoonmaakster of kokkin voor een rijker gezin. Ook waren zij werkzaam als ziekenverpleegster, kraamverzorgster en telefoonoperator. Vrouwen uit de bovenklasse werkten vrijwel nooit.

Aan het einde van de 19e eeuw ontstond de eerste feministische golf. Feministen streden toen voornamelijk voor het vrouwenkiesrecht en het recht op onderwijs voor vrouwen. Veel van hun doelen werden pas in het begin van de 20e eeuw bereikt.

Dagelijks leven

Eten en drinken

Yorkshire pudding was een populair gerecht in het Victoriaans tijdperk.

In het Victoriaans tijdperk zat er een groot verschil tussen klassen op het gebied van eten. Het voedsel voor de onder- en werkende klasse waren vaak van slechte kwaliteit. Het bestond voornamelijk uit aardappels en (rotte) groentes. Vlees en vis werden vrij weinig gegeten, aangezien deze producten vaak duur waren. Hierdoor stond er niet iedere dag van de week vlees of vis op tafel. Boeren hadden vaak een beter dieet dan fabrieksarbeiders. Dit kwam doordat boeren ruimte hadden om eigen groenten te verbouwen en meer toegang hadden tot verse producten. In de steden was er hiervoor geen ruimte. Fabrieksarbeiders waren afhankelijk van wat er op de markt of in winkeltjes werd verkocht.

Mensen uit de midden- en bovenklasse hadden toegang tot beter eten. Zij konden verse groenten en fruit, vlees en vis, melk(producten) en ook luxere items (zoals specerijen en chocolade) betalen. Rijke mensen wilden ook door middel van eten indruk maken op hun gasten. De ananas was bijvoorbeeld een statussymbool, aangezien de vruchten erg duur waren. Ze werden hier alleen gebruikt om te eten, maar ook als decoratie op tafel gezet.

Normen en waarden

Koningin Victoria en haar gezin op een schilderij van Franz Xaver Winterhalter. Zij werden als ideaal gezin gezien en een voorbeeld voor het Britse volk.

Het Victoriaanse tijdperk zag een verandering in de manier waarop men zich diende te gedragen. Vóór het Victoriaans tijdperk werden de Britten als direct, brutaal, agressief en bloeddorstig gezien. Vanaf het Victoriaans tijdperk werden de Britten juist als netjes, beleefd en geordend gezien. Het is onduidelijk waarom dit gebeurde. Een van de redenen kan een sterke reactie tegen de Franse Revolutie zijn. Ook de kerk speelde hierin een belangrijke rol. Vooral in de boven- en middenklasse diende men zich voorbeeldig te gedragen. Het Victoriaans tijdperk staat bekend om haar preutsheid. Zo diende je niet te veel van je lichaam te laten zien (vrouwen konden bijvoorbeeld geen korte rok dragen) en seks was iets waar niet overgesproken kon worden.

In het Victoriaans tijdperk ontstond ook de beweging voor de bescherming van dieren. Er kwamen verschillende wetten voor de levensomstandigheden van dieren te verbeteren. Deze acties kwamen deels tot stand door de Royal Society for the Prevention of Cruelty to Animals (RSPCA), die kort voor het Victoriaans tijdperk was opgericht, en andere dierenwelzijnsorganisaties. Zij zetten zich in tegen dierenmishandeling en betere bescherming van dieren. Desondanks bleven zaken als hanengevechten en vossenjacht legaal, hoewel de publieke mening hierover flink veranderde.

Homoseksualiteit werd niet geaccepteerd in Victoriaans Engeland. Het werd zelfs als een ziekte of mentale afwijking gezien. Vanaf 1885 waren homosekuele activiteiten tussen mannen verboden, zelfs als er geen getuigen waren. Een van de bekendste zaken is die van de toneelschrijver Oscar Wilde. Wilde had een geheime relatie met Alfred Douglas, maar dit werd later publiekelijk bekend. In 1895 werd hij tot twee jaar cel veroordeeld. Homoseksualiteit tussen vrouwen was niet verboden.

Religie

Daarnaast werden ook veel kerkgebouwen aangepast, uitgebreid en gerestaureerd, zoals St Albans Cathedral in St Albans, Engeland.

De Anglicaanse Kerk had nog steeds de status als staatsgodsdienst, maar tijdens het Victoriaans tijdperk was er ook godsdienstvrijheid. Dit was vooral goed nieuws voor katholieken en joden die openlijker hun religie konden beoefenen. Desondanks waren de meeste mensen lid van de Anglicaanse Kerk. Door de verstedelijking breidde de kerk in rap tempo uit in de steden. De Britse overheid moest zelfs geld geven voor de bouw van nieuwe kerken. Ook andere christelijke stromingen breidden uit. Tegen 1851 had het Verenigd Koninkrijk 18 miljoen inwoners, waarvan 5,2 miljoen aanhangers van de Anglicaanse Kerk en 4,9 miljoen aanhangers van andere protestantse stromingen. Dit leidde tot enkele veranderingen. Zo konden Britse universiteiten vanaf 1871 studenten niet meer weigeren op basis van religie.

Het Victoriaanse tijdperk zag ook de opkomst van het atheïsme. Steeds meer mensen verklaarden dat zij in niets geloofden. Dit had deels te maken met de evolutietheorie van Charles Darwin. Deze theorie zorgde ervoor dat veel mensen begonnen te twijfelen aan de Bijbel. Sommige intellectuelen en schrijvers wezen religie af, terwijl anderen het juist verdedigden. Ook de komst van "nieuwe" religies (zoals het hindoeïsme en boeddhisme) uit de koloniën deed mensen twijfelen. Tijdens het tijdperk kwam ook het spiritualisme op. In sommige kringen was men erg geïnteresseerd in het paranormale. Zo was het houden van seances erg populair.

Gezondheid en hygiëne

Onderwijs

Speelgoed en vrije tijd

Kunst en cultuur

Architectuur

Een typisch Victoriaans interieur. De kleur smaragdgroen was zeer populair voor interieurs, kleding en andere items. De verf die zij gebruikten was echter ook enorm giftig, aangezien er arsenicum in zat.

Victoriaanse architectuur is een benaming voor verschillende stijlen tijdens het Victoriaans tijdperk. Veel architecten uit dit tijdperk probeerden oudere stijlen (zoals de Italiaanse Renaissance en de Gotiek) te imiteren. Zij gingen wel vrij om met deze stijlen. Zo combineerden zij elementen uit verschillende stijlen, voegden eigen elementen aan gebouwen toe en maakten gebruik van moderne materialen en technieken. Hierdoor zien Victoriaanse huizen er vaak erg verschillend uit.

Toch zijn er enkele typische Victoriaanse elementen, zoals erkers, torentjes, veranda's en puntdaken. Ook werd vaak gebruik gemaakt van steen en hout, ramen werden een stuk groter (waardoor de woning lichter werd) en hadden vaak meerdere verdiepingen. Daarnaast zijn veel gebouwen uit die tijd asymmetrisch. De gebouwen hadden vaak een ingewikkelde indeling met formele en informele kamers, dus kamers om gasten te ontvangen en kamers voor het gezin. De woningen hadden meestal een grote, centrale trap, hoge plafonds, gedecoreerde openhaarden, houten panelen en behang op de muren en gangen met tegels. Voor de ramen gingen zware gordijnen en meubels waren vaak van een donkere houtsoort. Men maakte ook vaak gebruik van patronen voor op kussens, kleden, behang, etc.

Belangrijke architecten tijdens het Victoriaans tijdperk waren Edwin Landseer Lutyens, Charles Rennie Macintosh, John Dando Sedding en Joseph Bazalgette. Isambard Kingdom Brunel is een beroemde Britse ingenieur uit het tijdperk die bekend staat om zijn bruggen, spoorlijnen en tunnels. William Morris had aan einde van het tijdperk bekendheid met zijn Arts-en-Craftsbeweging. Hij keerde zich tegen industriële items (die in grote aantallen geproduceerd werden). In plaats daarvan geloofde hij dat mensen zelf spullen voor in huis moesten maken.

Muziek

De uitvinding van de wasrol, de voorloper van de grammofoonplaat, maakte het ook mogelijk om thuis naar muziek te luisteren. Waar men voorheen zelf muziek moest spelen of een kamerorkest moest inhuren, hoefde men nu enkel een plaat en een speler te hebben.

Muziek was onderverdeeld aan de verschillende sociale klassen uit die tijd. Mensen uit de bovenklasse luisterden vaak opera en klassieke muziek. Muziekonderwijs werd gezien als een belangrijk onderdeel van de opvoeding. Rijkere burgers hadden vaak een piano in hun huis staan, wat een statussymbool werd. Ook trompetten, tuba's, klarinetten, cello's, harpen en violen waren populaire instrumenten. De onderklasse luisterde vaak naar volksmuziek. Er waren speciale muziekhallen waar muziek werd gespeeld, comedy's werden opgevoerd en werd gedanst.

Belangrijke componisten uit het Victoriaanse tijdperk zijn Clara Schumann, Edward Elgar en Arthur Sullivan. De liederen Rule, Britannia! en Home, Sweet Home waren immens populair. Tijdens de kerstdagen ontstonden groepen van zogeheten carol singers. Een "carol" is een kerstlied. Deze groepen zongen kerstliederen op pleinen of gingen langs de deuren. Deze traditie is ontstaan tijdens de Victoriaanse tijd en is nog steeds populair in veel Engelstalige landen.

Mode

Het Victoriaanse tijdperk zag veel verschillende modetrends. Voor vrouwen was het dragen van een jurk gewoon. Kleuren, vormen en designs verschilden tijdens de periode, maar jurken waren altijd lang (tot op de grond). Het laten zien van je enkels was immers niet toegestaan. Ook droegen vrouwen een korset om middel zo dun mogelijk te maken. Dit was niet altijd even gezond. Qua accessoires waren de chatelaine (een soort van ketting), de handtas en andere juwelen populair. Het dragen van hakken werd populair vanaf de jaren 1870. Voor mannen was de mode een stuk eenvoudiger. Mannen uit hogere klassen droegen meestal formele kleding, zoals maatpakken en de gilet. Ook de stropdas en de hoge hoed waren populaire items.

De Victoriaanse tijd staat ook bekend om zijn uitbundige en lange rouwperiodes. Zodra een familielid overleden was, was het normaal voor de nabestaanden om zich in het zwart te kleden. Ook was het dragen van juwelen (of in sommige gevallen opvallende juwelen) niet toegestaan. Hoe lang je dit moest doen, ging af van de relatie tot de persoon. Als je man of vrouw was overleden rouwde je een stuk langer dan wanneer dit een oom of tante was. De uitvoerige rouwperiodes zijn ontstaan door koning Victoria's eigen rouwperiode. Na de dood van haar echtgenoot, prins Albert, in 1861 droeg zij de rest van haar leven vrijwel enkel zwart.

Literatuur

De Victoriaanse literatuur is een periode uit de Engelse literatuurgeschiedenis. Deze periode viel samen met het realisme. Toen probeerden schrijvers de wereld om hen heen zo goed mogelijk te beschrijven. Zij richtten zich dan ook op veel sociale problemen, zoals kinderarbeid, armoede en vrouwenrechten. Steeds meer mensen konden lezen en schrijven. Toch waren boeken nog erg duur. Schrijvers bedachten hierdoor een oplossing: het feuilleton. Er waren literaire tijdschriften waarin schrijvers iedere week of maand enkele hoofdstukken van hun boek publiceerden. Deze tijdschriften waren goedkoper dan boeken, waardoor meer mensen hun werk konden lezen.

Tijdens het Victoriaans tijdperk was voornamelijk de roman populair. Enkele belangrijke romanschrijvers uit de periode zijn Charles Dickens (Oliver Twist), George Eliot (Middlemarch), Charlotte Brontë (Jane Eyre), Emily Brontë (Wuthering Heights), Anne Brontë (Agnes Grey), William Makepeace Thackeray (Vanity Fair), Elizabeth Gaskell (North and South), Thomas Hardy (Tess of the d'Ubervilles), Wilkie Collins en Anthony Trollope. Op het gebied van poëzie zijn Robert Browning, Alfred Tennyson, Elizabeth Barrett Browning en Christina Rossetti belangrijk. Belangrijke toneelschrijvers zijn Oscar Wilde, George Bernard Shaw en Gilbert en Sullivan.

De Victoriaanse schrijvers worden ook gezien als de "uitvinders" van de Engelse jeugdliteratuur. Jeugdschrijvers probeerden kinderen door middel van literatuur dingen bij te brengen. Andere schrijvers wilden juist de fantasie van kinderen prikkelen. Kinderarbeid was immers een gewone zaak tijdens het Victoriaans tijdperk, waardoor veel kinderen geen jeugd hadden en niet naar school gingen. Bekende kinderboekenschrijvers uit deze periode zijn Lewis Carroll (Alice in Wonderland) en Anna Sewell (Black Beauty). Ook Robert Louis Stevenson (Dr. Jekyll and Mr. Hyde) en Anthony Hope (The Prisoner of Zenda) worden soms als kinderboekenschrijvers gezien, hoewel zij voor volwassenen schreven.

Schilderkunst

Tijdens het Victoriaans tijdperk waren er verschillende schilderstijlen. De eerste jaren van het tijdperk werden beïnvloed door de Royal Academy of Arts, waarvan Joshua Reynolds het hoofd was. De academie schilderde vooral in de stijl van de Italiaanse schilder Rafaël Santi. Volgens Reynolds moesten schilderijen zo mooi, gevormd en edelmoedig zijn als mogelijk was. In de jaren 1840 en 1850 begonnen kunstenaars zich af te zetten tegen de academie. Zij richtten de Pre-Raphaelite Brotherhood op en wilden de wereld zo nauwkeurig afbeelden als mogelijk. Aan het einde van het Victoriaans tijdperk kwamen er meer modernistische stijlen, zoals het impressionisme en het estheticisme.

Belangrijkste schilders uit deze tijd zijn John Rushkin, Richard Dadd, J.M.W. Turner, William Holman Hunt, John Everett Millais, Dante Gabriel Rossetti, George Stubbs, George Frederic Watts, Frederic Leighton en James McNeill Whistler.

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Victoriaanse_tijd&oldid=882519"