Charles Darwin

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wetenschapper
Charles Darwin by Julia Margaret Cameron.jpg
Portretfoto van Charles Darwin
Persoonlijke info
Volledige naam Charles Robert Darwin
Bijnaam
Pseudoniem
Geboren 12 februari 1809
Geboorteplaats Shrewsbury
Geboorteland Engeland
Overleden 19 april 1882 (73 jaar)
Overleden te Down, Kent, Engeland
Gehuwd met /
relatie
Emma Wedgwood ​(huw. 1839-1882)
Bekend van
Vakgebied Natuurlijke historie, geologie, biologie
Actief Geologische Vereniging van Londen
Bekend van De reis van de Beagle, over de herkomst van soorten
Portaal Portal.svg Wetenschap


Charles Robert Darwin was een Brits natuuronderzoeker, bioloog en geoloog. Hij leefde van 1809-1882. Hij was ook degene die de evolutietheorie bedacht, na een lange reis op een schip dat de Beagle heette. De reis duurde van 1831-1836. Hij schreef een boek over de evolutietheorie in 1859. Hij maakte daarin aannemelijk dat dieren zich ontwikkelden vanuit heel eenvoudig leven en zich zo steeds verder ontwikkelden. In 1871 ging Darwin nog een stapje verder met een beschrijving van de evolutie van de mens. Zijn theorie was belangrijk omdat het veranderde hoe mensen denken over het leven en vormde de basis voor vele wetenschappelijke ontdekkingen en ontwikkelingen sinds die tijd. Darwin had met zijn theorieën over de evolutie van dier en mens ook grote invloed op het denken buiten de Biologie. Ook had hij grote invloed op het politieke denken van zijn tijd van het Modern imperialisme

Jeugd

Charles op 7-jarige leeftijd

Charles Darwin werd geboren in Shrewsbury (in Engeland). Als Charles negen is moet hij net zoals zijn broer naar kostschool. Het was wel een goede school maar ook erg streng.

Toen hij klein was verzamelde hij schelpen, munten en vogeleieren. Toen hij een tiener was vond hij het leuk om op vogels te jagen.

Opleiding

Vanaf september 1818 ging hij samen met zijn oudere broer Erasmus naar de nabijgelegen Anglicaanse Shrewsbury School en gingen daar in de kost.

Zijn vader en grootvader waren allebei arts, dus werd er verwacht dat Charles ook arts zou worden, maar hij was er helemaal niet in geïnteresseerd. Toen zijn vader het merkte dat Charles het niet leuk vond om arts te worden, besloot hij dat Charles maar een geestelijke moest worden. Dat wou Charles wel. Dus in 1828 stuurde Charles Darwin's vader hem naar de universiteit van Cambridge om Latijn en Grieks te gaan studeren. Charles vond het wel leuk in Cambridge en deed zijn best.

Tijdens de eerste paar maanden van Darwins inschrijving studeerde zijn achterneef William Darwin Fox ook aan Christ's College. Fox maakte indruk op hem met zijn vlindercollectie, hij interesseerde Darwin voor de entomologie (studie van insecten) en stimuleerde hem om het verzamelen van kevers voort te zetten.

In 1831 deed hij eindexamen. Darwin moest tot juni 1831 in Cambridge blijven en las daar verschillende boeken over het goddelijk ontwerp in de natuur, waarbij hij de aanpassing uitlegde als God die handelt door middel van wetten van de natuur.

De Beagle

Wereldreis van de Beagle 1831-1836

De Beagle vertrok op 26 december 1831 uit Plymouth (in Engeland) onder leiding van Kapitein Fitzroy, naar het zuidwesten richting de Atlantische Oceaan. Darwin bracht het grootste deel van die tijd door met het onderzoeken van geologie en het maken van een natuurhistorische verzameling, terwijl de bemanning van de HMS Beagle de kusten onderzocht en in kaart bracht.

Aan boord van de Beagle werd Darwin heel erg zeeziek. De Beagle kwam 28 februari 1832 in Bahia (in Brazilië) aan. De volgende dag stond Darwin voor het eerst in een Braziliaans regenwoud. Hij vond het prachtig en begon de dieren te bestuderen en te verzamelen. Hij zag daar bijvoorbeeld een vogelspin en een wesp vechten. Uiteindelijk won de wesp. Toen nam Darwin ze allebei mee voor zijn verzameling. Hij hield zorgvuldig aantekeningen bij van zijn waarnemingen en theoretische ideeën, en met tussenpozen tijdens de reis werden zijn vondsten naar Cambridge gestuurd, samen met brieven, waaronder een kopie van zijn dagboek voor zijn gezin.

HMS Beagle in de straat van Magellan

Toen ze Bahia verlieten ging de Beagle richting Rio de Janeiro (in Brazilië). Maar Darwin bleef aan land om dingen te bekijken en verzamelen. Toen verliet de Beagle Brazilië en ging in zuidelijke richting vlak langs de kust van Argentinië naar Montevideo. Toen ze dicht bij de haven waren, kregen ze signalen van oorlogsschepen om hun kanonnen klaar te maken voor een slag. Verder waar het rustiger was ging Darwin weer aan land om te gaan zoeken naar fossielen. Daar vond Darwin allerlei soorten fossielen, sommige van dieren die nog bestonden, en anderen van al uitgestorven soorten. In de kliffen bij Punta Alta deed Darwin een grote vondst van fossiele botten van enorme uitgestorven zoogdieren.

Toen de Beagle de Stille Oceaan bereikte draaiden ze naar het noorden richting de Chileense kust. Darwin mocht daar weer aan land om dingen te verzamelen en bekijken. Vervolgens voer de Beagle naar de Galapagoseilanden.

De Galapagoseilanden

De Galapagoseilanden worden ook wel de Schildpaddeneilanden genoemd. Dat komt omdat 'Galapagos' in het Spaans schildpad betekent. De Galapagoseilanden zijn een groep vulkanische eilanden ongeveer 1000 km ten westen van Ecuador. Je zou ze best jong kunnen noemen: het oudste eiland is ongeveer 5 miljoen jaar oud en het jongste is ongeveer 1 miljoen jaar oud. Dat klinkt misschien wel heel erg oud maar de aarde zelf is wel 4.6 miljard jaar oud, dus je zou kunnen zeggen dat ze best jong zijn.

Aantekeningen over verschillende vinken

De meest opvallende dingen op de Galapagoseilanden zijn de schildpadden, want ze verschillen met de schildpadden op de rest van de wereld. Ook op elk eiland is er wel een verschil tussen de schildpadden. Maar er zijn nog meer van die verschillen, bijvoorbeeld: verschillende soorten vinken, want net zoals de schildpadden hebben ze een groot verschil op elk eiland. Het verschil zit vooral in de snavels, bijvoorbeeld een vink die insecten uit kleine spleetjes moet halen heeft een kleine gepunte snavel, maar een vink die zaden eet heeft een sterke snavel. Zo kan je maar doorgaan. Maar daar kwam Darwin nog niet achter. Hij had nog meer vragen die hij niet kon beantwoorden, zoals hoe waren deze dieren hier terecht gekomen en waarom waren ze verschillend per eiland?

Uiteindelijk merkte Darwin dat de diersoorten uit Midden- en Zuid-Amerika kwamen. De zaden van planten zouden wel kunnen zijn overgewaaid door de wind. Hetzelfde gold voor vogels en insecten. Maar de schildpadden en grotere dieren, dat was weer een andere vraag. Daar hebben wetenschappers denken ze wel een antwoord op gevonden. Uit Amerikaanse landen is het wel eens bewezen dat er plantenmatten los zijn gekomen en in zee gaan drijven. Deze plantenmatten blijven nog een paar maanden in de zee dobberen dus daar zijn misschien de voorouders van de dieren op mee gekomen.

Waarom verschilden ze per eiland? Omdat er op verschillende eilanden verschillende omgevingen waren. De dieren op elk eiland waren aangepast aan de omgeving, zodat ze daar beter konden overleven. Na de Galapagoseilanden bleef Darwin nog een jaar op de Beagle. Hij bezocht Tahiti, Nieuw-Zeeland, Australië en Mauritius en deed daar onderzoek. Maar hij hield nog steeds die vragen van de Galapagoseilanden in zijn hoofd. Op 2 oktober 1836 kwam de Beagle weer in Engeland aan.

De evolutietheorie

Toen Darwin begin 1837 terug naar Londen ging werd hij al gezien als een grote wetenschapper. Hij gaf 80 opgezette zoogdieren en 450 opgezette vogels aan de wetenschappers van de Zoological Society. Darwin zelf werd lid van de raad van de Geological Society en begon aan zijn boek over koraalriffen in de Stille Oceaan.

Emma Darwin-Wedgewood

In 1839 trouwde Darwin met zijn nicht Emma Wedgewood. Ze kregen samen 10 kinderen. In dat jaar werd hij lid van de belangrijke wetenschappelijke vereniging de Royal Society. Daar werd zijn eerste boek gepubliceerd; dat was een verslag van zijn reis met de Beagle. In 1842 schreef hij zijn tweede boek over koraalriffen. In 1846 begon hij met het bestuderen van zeepokken en zeedieren die zich vastzetten aan rotsen.

Darwin kon het niet geloven dat God voor elk Galapagoseiland een ander soort schildpad of ander dier had geschapen. De enige verklaring was dat de ene soort door de verschillende omgevingen in een andere soort was veranderd. In juli 1837 begon Darwin in het geheim aan zijn boek Transmutation of Species. Darwin was niet de enige die op evolutie idee was gekomen. Zijn grootvader Grasmus Darwin was al op dat idee gekomen en dat was al in de achttiende eeuw (1700-1800). Ook Jean Baptiste Lamarck was in 1815 op een evolutietheorie gekomen, maar daar keek niemand naar.

Darwin had het idee dat diersoorten zich ontwikkelden maar hij had geen idee hoe. Hij wist dat individuele soorten zich hadden aangepast aan de omgeving. Op een herfstochtend in 1838 wist hij plotseling het antwoord na het lezen van een boek van een econoom Thomas Malthus. Want in zijn boek Priciples of Population stond dat de bevolking op aarde sneller zou groeien dan de voedselvoorraad. Bijvoorbeeld: een getrouwd stel krijgt vier kinderen, die kinderen krijgen ook vier kinderen en ga zo maar door. Dan zou de wereld bevolking ongeveer per 25 jaar verdubbelen en de voedselvoorraad kan zich niet zo snel verdubbelen. Dus zou er een strijd komen en de beste en sterkste zouden winnen en het eten krijgen. Maar de mensen die slapper waren en geen voedsel krijgen lijden honger of gaan zelfs dood. Dus blijven alleen maar de sterken en besten over.

Darwin had in economie en de leefomgevingen van de mens niet echt veel belangstelling. Maar toen hij het boek van Malthus had gelezen, zag hij dat wat voor mensen gold, hetzelfde was als voor dieren. Wetenschappers wisten al lang dat mensen moesten strijden voor voedsel. Hier lag de sleutel voor de evolutietheorie. Er zijn vissen die miljoenen eieren leggen, maar de zee wordt daar niet bomvol door, omdat veel eitjes worden opgegeten door dieren of op een andere manier doodgaan. Darwin schreef in het geheim “Ik heb een theorie ontwikkeld”. Maar hij vertrouwde niemand om het te vertellen wat hij wist. Hij verwachtte dat niemand hem zou gaan geloven en hij was bang dat hij veel protest zou krijgen omdat mensen in God geloofden. Dus ging hij gewoon door met zijn studie over zeepokken en zeedieren die op rotsen leefden.

Het boek en de reactie erop

In 1858 was er een probleem voor Darwin. Hij kreeg een wetenschappelijk artikel toegestuurd, geschreven door Alfred Wallace, een jonge Engelse natuuronderzoeker. Wallace had in Zuid-Afrika gewerkt en daar Malaria gekregen. Tijdens een koortsaanval kwam Wallace op een idee van een evolutietheorie gebaseerd op natuurlijke selectie. Toen Wallace weer beter was stuurde hij zijn werk naar Darwin op, want Darwin was een beroemde wetenschapper. Wallace had natuurlijk het idee van Darwin nog niet gehoord. Uiteindelijk waren ze het met elkaar eens dat Darwin het idee eerst had en dat hij eerst zijn boek mocht publiceren.

Op 22 november 1859 publiceerde Darwin zijn boek “On the origins of species by means of natural selection” of in het Nederlands “ Over de oorsprong van soorten door middel van natuurlijke selectie of het behoud van begunstigde rassen in de strijd om het bestaan”. De eerste lading boeken, dat waren 1250 exemplaren, werden in een dag uitverkocht.

Zoals Darwin had verwacht was er veel protest tegen zijn boek. Darwin’s ideeën maakten de kerk woedend. Door spotprenten in kranten werden Darwin’s ideeën belachelijk gemaakt. Maar er waren ook mensen die voor Darwin’s ideeën waren. Zoals Thomas Huxley die zelfs zei dat hij zich een stommeling vond dat hij zelf niet op die ideeën was gekomen. Nog meer mensen keken op naar het darwinisme (zo werden darwin’s ideeën genoemd).

In 1860 in Oxford (in Engeland) verdedigde Huxley het darwinisme. De bisschop van Oxford deed een lange saaie speech over het darwinisme. Huxley gaf daarna zijn antwoord erop en het was zo gek en overtuigend dat na de bijeenkomst iedereen het eens was met het darwinisme. Halverwege de jaren zestig (1860) waren er veel wetenschappers erg geïnteresseerd in de evolutietheorie. Het kreeg een grote invloed op het denken van zijn tijd. De filosoof Herbert Spencer kwam op basis van de evolutietheorie met de term survival of the fittest. In zijn werk over economische theorieën bedoelde hij dat, net als in de biologische evolutie, alleen wie het beste om kon gaan met de veranderende omstandigheden, kon overleven. Dat kon de sterkste zijn, maar ook de meest intelligente. Hij paste het ook toe op de mens. Er kwam een nieuwe stroming, het sociaal darwinisme.

Gezondheid en overlijden

Charles Darwin werkte vaak zo hard, dat hij overwerkt raakte. Hij kreeg last van wat we nu stress noemen en daardoor allerlei lichamelijke klachten. Verschillende keren trok hij zich terug op het platteland om te ontspannen. Dat had iets effect. Mogelijk heeft hij tijdens zijn reis een (chronische) ziekte opgelopen die voor zijn hartklachten zorgde. Charles Darwin overleed op 19 april 1882 in het plaatsje Downe in het Verenigd Koninkrijk. Darwin werd 73 jaar.

Video

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Charles_Darwin&oldid=896777"