Tuba
Een tuba is een blaasinstrument. De tuba hoort bij de koperblazers, want hij is gemaakt van koper en wordt bespeeld door in een mondstukje (de cup) te blazen. De tuba heeft een nogal lage toon. Je kunt de tuba in een blaasorkest een beetje vergelijken met de basgitaar of contrabas in andere orkesten. Het verscheen voor het eerst in het midden van de 19e eeuw, waardoor het een van de nieuwere instrumenten in het moderne orkest en harmonieorkest was. De tuba is de 'opvolger' van de ophicleide en de helicon.
Het woord tuba is afkomstig van het Latijnse woord Tubais, wat voor trompet of hoorn staat.
Een persoon die de tuba speelt, wordt een tubaïst of tubist genoemd, of gewoon een tubaspeler. In een Britse brassband of militaire band staan ze bekend als bassisten.
Soorten
Vaak bedoelen mensen met het woord tuba een eufonium. Om precies te zijn is het eufonium geen echte tuba, maar omdat het er zoveel op lijkt wordt het toch tot de tubafamilie gerekend. Er bestaan allerlei verschillende tuba-achtige instrumenten, die vaak gewoon tuba worden genoemd. Ze hebben allemaal een nogal lage toon, maar het geluid kan per soort flink verschillen. Zo is er de Wagnertuba: een soort combinatie tussen een tuba en een hoorn. En een Sousafoon, die erg groot is en helemaal om het lichaam gedraaid zit. Net als bij de menselijke zangstem heb je een tenortuba (ook wel eufonium genoemd), een bastuba en een contrabastuba die het laagst klinkt. Zeldzaam is de nog lager klinkende sub contrabastuba. Er zijn voor dit instrument twee spelers nodig; één om de ventielen te bedienen en één om in het mondstuk te blazen.
Hoe het begon
In Pruisen werd op 12 september 1835 octrooi (document dat aangeeft wie de uitvinder is) verleend aan Wilhelm Friedrich Wieprecht en Johann Gottfried Moritz (1777-1840) voor een "bastuba" in de toonsoort F. Het originele instrument van Wieprecht en Moritz gebruikte vijf kleppen van het type Berlinerpumpen die de voorlopers waren van het moderne zuigerventiel. De eerste tenortuba werd in 1838 uitgevonden door Carl Wilhelm Moritz (1810-1855), zoon van Johann Gottfried Moritz.
Bouw en gebruik
De tuba is over het algemeen gemaakt van messing (legering van koper en zink), dat ofwel onafgewerkt, gelakt of met elektrolyse is bedekt met nikkel, goud of zilver. Onbehandeld messing zal uiteindelijk verkleuren en moet daarom regelmatig worden gepoetst om het uiterlijk mooi te houden. Tegenwoordig hebben de tuba's meestal drie zuigerventielen. De eerste tuba's hadden een (draai)klep ventiel, die je het beste kunt vergelijken met de werking van een kraantje die je open en dicht draait. Net als bij de trompet en andere koperblazers maak je met de lippen in de cup van het mondstuk een trilling, door de lippen samen te persen en er lucht door te blazen. Deze trilling wordt doorgegeven aan de luchtkolom in het instrument. Zonder de ventielen te gebruiken kun je zo'n zes natuurtonen met je lippen maken. Door de ventielen kun je één van die zes natuurtonen (harmonische reeks) in toon verlagen. Bij het indrukken van het ventiel moet de lucht een omweg maken (door de zogeheten dia) en zal de toon zakken. Een tweede ventiel open geeft een nóg langere lucht omweg, en dus een nog lagere toon. Op die manier kunnen alle tonen van ongeveer drie octaven (opeenvolgende toonladders) gemaakt worden. De eerste klep (het dichtst bij het mondstuk) verlaagt de toonhoogte met een hele toon (twee halve tonen), de tweede klep met een halve toon en de derde klep met drie halve tonen.
De lengte van de hoofdbuis ligt tussen de 3,70 en 5,50 meter en deze is conisch geboord. Dat wil zeggen dat deze smal bij het mondstuk begint en steeds breder wordt (de bel of de beker niet meegerekend). Hoe langer de hoofdbuis, hoe lager de toonsoort waarin het instrument gestemd staat.
In een orkest vind je meestal één tuba (soms twee). Bij harmonieorkesten zijn het er meestal vier omdat je dan geen contrabassen hebt. Bij looporkesten (militaire bands) kiest men ook wel voor de sousafoon, die om het lichaam gedragen kan worden. Wordt er wel een eufonium of een tuba gebruikt, dan worden deze in een soort tas gedragen. Bij een zittend orkest voor klassieke muziek wordt de concerttuba op schoot gehouden. In de begin van de jazz en de bigband werd de tuba nog veel gebruikt.