Grammofoonplaat
Afspelen muziek
In 2020 is digitale muziek niet meer weg te denken. Wij zijn gewend om muziek overal digitaal vandaan te halen, ipod, pc, laptop. Ook de muziekapps op je smartphone zijn zeer populair (Spotify). Verder is het mogelijk om de gedigitaliseerde muziek mee te nemen op geluidsdragers als CD's, DVD's en USB-Sticks.
Uitvinder
Maar hoe werd er in de 20e eeuw muziek geluisterd en afgespeeld? Daarvoor moeten wij zelfs terug naar het begin van de vorige eeuw. In 1893 ontwikkelde Emile Berliner de grammofoonplaat. Emile Berliner werd geboren in Hannover (Duitsland) op 20 mei 1851 en is overleden in Washington D.C. (Amerika) op 3 augustus 1929. Hij was een Elektrotechnicus en uitvinder. Hij emigreerde in 1870 naar de Verenigde Staten (Amerika).
Materiaal
Eerst werd in plaats van een plaat een rol gebruikt, de 'fonograafrol’, uitgevonden door de beroemde uitvinder Edison. Deze rol verving Berliner door een platte plaat met groeven in spiraalvorm. Zo ontstond de grammofoonplaat. In de groeven zie je onder de microscoop een 'landschap van bergen en dalen' die de naald in trilling doet brengen als je deze in de groef plaats. De eerste platen waren gemaakt van een mengsel van hard rubber, katoen en leisteenpoeder. Deze werd later ook met schellak uitgevoerd. De plaat werd afgespeeld op een platenspeler met een dikke naald. Maar dit gaf heel veel ruis (storing). Het geluid van deze naald werd bij de koffergrammofoonspeler akoestisch versterkt door een soort klankdoosje (zie afbeelding). De grotere spelers hadden een hoorn die het geluid van de naald versterken. Het oude platenlabel 'His Masters Voice' had als logo zo'n grammofoonplatenspeler waarbij een hondje naar de hoorn luistert. De eerste spelers moesten nog met een veer worden opgewonden.
Met de komst van elektrisch aangedreven spelers en versterkers bleef het ruisende geluid van de dikke naald een probleem. Er kwamen dunnere naalden waarmee de plaat afgespeeld kon worden. Nu klonk de muziek al een stuk beter. De grammofoonspelers waren in de jaren '50 van de twintigste eeuw vaak ingebouwd in een meubel waar ook een radio/versterker in zat.
Er waren in de loop van de tijd diverse formaten, maar het langst hield de grammofoonplaat met een diameter van 25 cm het uit, die afgespeeld werd met een draaisnelheid van 78 toeren per minuut. Beide kanten konden gebruikt worden.
Behalve dat de 78-toerenplaat erg breekbaar was, was een ander nadeel de beperkte speelduur van ca. 3 minuten per kant. Een complete symfonie in één keer afspelen was een illusie. Dan moest je tien keer opstaan om een nieuwe plaat op te zetten.
Kort na de Tweede Wereldoorlog kwamen twee Amerikaanse platenmaatschappijen, RCA en Columbia, met een oplossing hiervoor.
Columbia introduceerde de langspeelplaat, met dezelfde diameter als de 78-toerenplaat (25 cm), maar met een smallere groefbreedte, de zogeheten microgroef, zodat er meer informatie op de plaat kon. Deze langspeelplaat werd met een snelheid van 33 1/3 toeren per minuut afgespeeld, waardoor de speelduur werd verlengd tot ongeveer een half uur per kant (goed voor zo'n 7 à 8 nummers per kant). Verder was de plaat gemaakt van vinyl (een soort plastic) en deze was dus onbreekbaar.
RCA kwam gelijktijdig met de kleine 45-toerenplaat, die een doorsnede had van ongeveer 17 cm. Ook deze had een microgroef en was uitgevoerd in vinyl. De speelduur was gelijk aan de oude 78-toerenplaat van zo'n 3 minuten per kant. Deze plaatjes moesten worden afgespeeld met een snelheid van 45 toeren per minuut of op een speciaal daarvoor ontwikkelde snelle platenwisselaar, zodat je ook hier niet telkens hoefde op te staan.
Deze grammofoonplaatjes waar maar één nummer per kant op kon werden al snel singletjes genoemd. Daar heeft de single top 40 haar naam aan te danken. Deze singletjes werden enorm populair bij de jongeren, die ook de beschikking kregen over een 'pick-up' of kleine koffergrammofoon waarbij de speaker in de deksel gemonteerd zat. De naam pick-up slaat op het oppakken van de arm met de naald die je vaak nog met de hand in de groef moest zetten. Duurdere platenspelers konden dat automatisch. Ook populair in de jaren '50 van de twintigste eeuw was de jukebox. Een speelautomaat vol met singels waarbij je uit een keuzemenu met knoppen voor wat geld je favoriete nummer kon kiezen. Je vond deze jukeboxen vaak in cafés en wegrestaurants (diners in het Amerikaans)
De langspeelplaat, die later een diameter van 30 cm zou krijgen, en de singletjes (de 45-toerenplaatjes dus), bleven tot de komst van de cd in 1981, naast elkaar bestaan. De singletjes voor de hits van het moment en de langspeelplaten of albums voor het verzamelwerk. In de platenwinkels konden de klanten ze vooraf beluisteren aan een soort van bar of toonbank met 'telefoonhorens' die je in je hand en aan je oor moest houden.
Een belangrijk onderdeel van de LP (en in mindere mate van de single) is de albumhoes. Meestal een kartonnen houder waarin de LP bewaard kan worden en beschermd tegen vuil e.d. De hoezen zijn kleurig bedrukt met de titels van de nummers die op de LP staan en afbeeldingen van de artiest e.d. Er zijn hoezen die een kunststuk op zich zijn. Deze hoezen zijn daarom ook voor verzamelaars belangrijk. Ook bij de latere CD vinden we een 'kaft' met hetzelfde doel. De inlay die in de deksel van het CD doosje zit is uiteraard kleiner dan de platenhoes en is vaak als boekje uitgevoerd om dezelfde informatie te kunnen bevatten. Ook op Spotify vind je afbeeldingen van dergelijke hoezen.
Meerdere namen
De langspeelplaat heeft meerdere namen zoals vinylplaat, LP (long play of langspeelplaat) of elpee. Deze platen hadden eerst voor maximaal 10 min en daarna zelfs tot 30 minuten muziek. Een andere vorm is de EP (extended play). Bij de verzamelalbums speelt de kartonnen hoes waarin de LP bewaard wordt een belangrijke rol. Het zijn vaak kunststukken op zich, al dan niet met songteksten erop afgedrukt. In de latere CD doosjes zie je dit nog terug.
Platenmaatschappijen en Productie
Wereldwijd zijn er 20.000 platenmaatschappijen die muziek uitbrengen en elk een aantal artiesten onder hun label (merk) hebben. De grootste is nu UMG (Universal Mucic Group), waar ook een Nederlandse label van bestaat. Universal Music is in Nederland vertegenwoordigd met een eigen kantoor in Hilversum. De vestiging is veel kleiner dan in de gouden grammofoonplaten-tijden van PolyGram (Phonogram Records en Polydor, dochterondernemingen van Philips), waarvan het wereldwijde hoofdkantoor was gevestigd in Baarn. Daar zat ook de platenperserij. De Nederlandse tak zat eerst in Amsterdam en later in Hilversum (naast de Wisseloord studio's, de voortzetting van de oorspronkelijke Phonogram studio). Ondanks de veranderingen en een sterk krimpende platenmarkt heeft UMG nog diverse Nederlandse artiesten onder contract. Veel van de muziek werd en wordt opgenomen in diezelfde Wisseloord studio. In de gouden jaren kwamen daar artiesten van over de hele wereld hun muziek voor hun grammofoonplaten opnemen.
Digitale muziek
Na de grammofoonplaat kwam de CD en daarna het digitale tijdperk, zoals wij het nu kennen, via apps. Zoals op jouw tablet en of telefoon.
Discotheken
Wist je dat in discotheken de LP en singles nog steeds gebruikt worden door DJ’s (discjockeys)? DJ’s bestaan al vanaf de jaren 70 maar pas in de jaren 80 braken ze door. Zij gebruikten LP’s omdat ze deze direct konden manipuleren (de originele muziek anders laten klinken). Ze houden de plaat tijdens het draaien stil en bewegen deze naar voren en achteren. Hierdoor krijgen ze een speciaal effect. Dit noemden we scratchen. Zo kunnen ze ‘eigen’ muziek maken, zoals Hip Hop. Nog steeds maken DJ’s hier gebruik van. Ook voor de latere CD's zijn spelers ontwikkeld welke de DJ's kunnen manipuleren.
Zeldzaam exemplaar
De meeste mensen hebben hun oude LP’s en grammofoonplaten naar de vuilnisstort of kringloopwinkel gebracht. Maar er kunnen zomaar ‘zeldzame’ exemplaren tussen zitten (zeldzaam betekent dat er maar heel weinig van zijn). LP’s worden veel online ‘tweede hands’ (al gebruikt) aangeboden en zit er dan zo’n zeldzaam exemplaar bij, dan betalen verzamelaars hier nog veel geld voor. De grammofoonplaat is een een comeback bezig vanaf ca. 2015. Liefhebbers vinden toch het geluid van de LP's en singles mooier klinken dan vanaf een CD of andere digitale geluidsdrager. Ook brengen platenmaatschappijen weer nieuwe LP's uit.