Willem III van Oranje-Nassau

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Willem III van Oranje)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Willem III van Nederland en Engeland

Willem (Den Haag, 14 november 1650 – Kensington Palace, Londen, 19 maart 1702) was stadhouder van een aantal Nederlandse gewesten tussen 1672 en 1702 en koning van Engeland, Schotland en Ierland tussen 1689 en 1702 samen met zijn vrouw Maria II. Willem III kwam uit het huis Oranje-Nassau.

Willem III (of William III in het Engels) was de zoon van stadhouder Willem II. Na zijn dood werd Willem III niet direct stadhouder en brak de Eerste Stadhouderloze Periode aan, waarin Johan de Witt als raadspensionaris een grote rol speelde. Aangezien de stadhouder over het leger ging en de Staten-Generaal het landleger hadden verwaarloosd, kon de Nederlandse Republiek zich met moeite beschermen in het Rampjaar van 1672. Willem III werd stadhouder van de gewesten Holland, Zeeland, Utrecht in 1672. In 1675 van Overijssel, Gelre en Zutphen en ten slotte vanaf 1696 ook Drenthe, in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De gewesten Groningen en Friesland stonden toen eerst onder stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz (1640-1664) en later onder zijn zoon Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz (1664-1696). De zogeheten Friese tak, van waaruit het huidige koningshuis stamt.

Door een samenzweringscomplot van Willem III en Engelse parlementsleden tegen de Engelse katholieke koning Jacobus II, werd Willem III samen met zijn vrouw Maria II koning en koningin van Engeland in 1689. Deze gebeurtenis wordt de Glorious Revolution genoemd en zorgde ervoor dat Engeland weer onder een protestantse koning kwam. Willem en Maria regeerden samen, tot dat Maria overleed in 1694. Hierna regeerde Willem III in zijn eentje. Beide waren ze ook koning en koningin van Schotland en Ierland, dat in een personele unie met elkaar verbonden is. Onder Willem III en Maria II werden plannen gemaakt om Schotland en Engeland te verenigen in één land. Deze zouden pas door koningin Anna Stuart, hun opvolgster, uitgevoerd worden.

Toen Willem III overleed brak in de Nederlandse Republiek een Tweede Stadhouderloze Periode aan. Over Willem III wordt verschillend gedacht. Hoewel hij in Engeland de protestanten veiligstelde, kregen de katholieken weer een ondergeschikte functie en zou hij te veel hebben gedacht aan de Nederlandse belangen in de Engelse politiek.

Levensloop

Jeugd

Willem III op jonge leeftijd

Willem was een zoon van Willem II van Oranje en Maria Henriëtte Stuart. Hij werd acht dagen na het overlijden van zijn vader geboren. Zijn moeder stamde af van de Engelse troon. Zij was de oudste dochter van de Engelse koning Karel I en de zus van de latere koningen Karel II en Jacobus II. Karel II en Jacobus II waren dus de ooms van Willem III. Willem III werd protestants opgevoed en studeerde aan de universiteit van Leiden. Hij was hier echter officieel geen student. Willem III hield niet echt van boeken en verdiepte zich in de kunsten, voornamelijk tuinarchitectuur. Hij verbleef toen in het Prinsenhof in Delft.

Eerste Stadhouderloze Periode

Na de dood van Willem II werd er geen nieuwe stadhouder aangewezen in de gewesten waar hij regeerde. In die tijd moest de Staten-Generaal eerst de nieuwe stadhouder goedkeuren. Pas bij het aanstellen van Willem IV van Oranje-Nassau werd besloten dat de titel van stadhouder geërfd werd (dus direct werd overgegeven). Willem II had maar één zoon, Willem III. Hij was echter te jong en daarom naam de Staten-Generaal zijn taken over. Ondertussen werd Willem III opgevoed onder toezicht van de raadspensionaris Johan de Witt, die hem later lessen in staatskunde gaf. In de Staten-Generaal waren er twee groepen. Als eerste waren er de orangisten, die vóór een stadhouder waren. De tweede groep waren de staatsgezinden. Zij wilde het stadhouderschap afschaffen en meer macht geven aan de Staten-Generaal. In die tijd ging de Staten-Generaal eigenlijk over alles, maar de stadhouder was nog steeds de aanvoerder van het leger. Daarnaast had de stadhouder allerlei familiebanden met Europese koningshuizen, wat ook belangrijk was in de politiek toen.

Willem III te paard

Willems moeder, Maria Henriëtte Stuart, wilde dat de Staten-Generaal alvast een wet aannam dat Willem III stadhouder werd als hij meerderjarig was. Ook zijn grootmoeder, Amalia van Solms, zette zich hiervoor in. Willem III werd door drie voogden opgevoed, waarvan één de koning van Engeland was, de ander Johan de Witt en dominee Cornelis Trigland. De Nederlandse Republiek was echter in oorlog met Engeland. De staatsgezinden weigerde hierdoor de wet aan te nemen onder leiding van Johan de Witt. Ze gaven Amalia van Solms een staatspensioen en Willem III, die toen 16 was, de titel Kind van Staat. Op deze manier wilden de patriotten de pro-Engelse elementen uit de Nederlandse politiek verwijderen. Willem speelde met de zonen Pieter en Jacob van De Graeff in het huis aan de dijk naar Soest (het latere Paleis Soestdijk).

In 1667 werd in het Eeuwig Edict bepaald dat de aanvoerder van het leger nooit stadhouder kon worden. De gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel schaften het stadhouderschap af. Toch werd Willem III de aanvoerder van het leger. In 1670 werd Willem III lid van de Raad van State. Tussen 1670 en 1671 bezocht Willem III zijn oom, koning Karel II van Engeland. Het Engelse koningshuis, huis Stuart, had tijdens de Engelse Burgeroorlog veel geld geleend bij huis Oranje-Nassau. Willem III wilde dat de Engelse koning dit ging aflossen, maar de Engelse koning had geen geld hiervoor. Hij probeerde Willem III te bekeren tot de katholieke kerk, waardoor Willem III geshockt was.

Stadhouderschap

King William III of England, (1650-1702) (lighter).jpg

De Engelse koning sloot vervolgens in het geheim het verdrag van Dover met de Franse koning Lodewijk XIV. Ze spraken af om de Nederlandse Republiek aan te vallen. Johan de Witt had te laat door dat de Engelsen hiertoe in staat zou zijn. Dit zou zijn ondergang betekenen. De Engelsen en Fransen werden gesteund door de bisschoppen van Münster en Keulen. Dit zou uiteindelijk leidden tot het rampjaar 1672. In februari van dat jaar werd Willem benoemd tot kapitein-generaal. Zijn eerste optreden als legeraanvoerder was weinig succesvol.

De vier landen vielen Nederland alle kanten aan. De Engelsen voerden oorlog op zee, de Fransen vielen Nederland binnen via het zuiden en de Betuwe en bisschoppen via het oosten. Nederland kon zich nauwelijks verdedigen. Willem III had slechts een klein legertje en dat viel uiteen. De patriotten, die voorheen de meerderheid hadden en sterk hadden bezuinigd op het landleger, vielen om en de orangisten grepen de macht. Zij benoemden Willem III tot stadhouder van Holland en Zeeland. Willem III probeerde vrede te sluiten met de Engelsen. Beide wezen elkaars voorstellen af. Uiteindelijk publiceerde Willem III een brief om het volk tegen raadspensionaris Johan de Witt op te zetten. Johan de Wit werd vijf dagen later op brute wijze vermoord samen met zijn broer. De stadhouder ontsloeg alle staatsgezinde leden van de Staten-Generaal. Gaspar Fagel werd nu raadpensionaris.

Door het onder water zetten (Inundatie) van de Hollandse Waterlinie op de grens van Holland en Utrecht werden de Fransen tegengehouden. Overijsel had zich overgegeven aan de bisschop van Münster, maar via Groningen wist men de gebieden weer terug te veroveren. In 1673 werd de Nederlandse Republiek bijgestaan door het Heilige Roomse Rijk (Duitsland) en Spanje. Michiel de Ruyter voerde oorlog met Engeland op zee, waarbij hij overleed. Uiteindelijk werd met de Engelsen in 1674 vrede gesloten. Engeland beëindigde de Derde Engels-Nederlandse Oorlog met de Vrede van Westminster (1674). Nu werd er enkel nog met Frankrijk gevochten (de Hollandse oorlog). In 1674 nam Willem III Bonn in, het regeringscentrum van de keurvorst van Keulen. Hierdoor trokken de Fransen zich ook terug. Zo herwon de Republiek alles behalve Grave en Maastricht die nog door de Fransen bezet werden gehouden. Willem werd toen ook stadhouder van Utrecht en Overijssel. Later werd hij ook stadhouder over Westerwolde en in 1696 ook van Drenthe. In 1674 liep het enthousiasme voor Willem III al weer terug toen hij overhoop lag met burgemeester Hendrik Hooft van Amsterdam. Die probeerde steun te krijgen voor het vredesvoorstel van Lodewijk XIV van Frankrijk.

Willem III komt aan in Engeland

Willem III sloot vrede met Frankrijk (Vrede van Nijmegen), maar de Franse koning en Willem III bleven levenslang vijanden. De Franse koning probeerde vriendschap aan te bieden in ruil om de oorlog aan Spanje te verklaren, maar Willem III wees dit af. Willem III koos de kant van Spanje. Frankrijk probeerde de Zuidelijke Nederlanden te veroveren en blokkeerde Luxemburg. In 1684 tekende Willem III het vriendschapsverdrag. De Fransen hadden namelijk het vorstendom Oranje en de bezittingen in Luxemburg ingenomen. Deze waren van Willem III en hij kreeg dankzij het verdrag geld hiervoor.

Glorious Revolution

Zie Glorious Revolution voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 4 november 1677 trouwde Willem III met de Engelse prinses en nicht Maria II van Engeland, de dochter van koning Jacobus II. Jacobus II was katholiek, maar zijn dochter Maria was protestants. Zij was de Engelse troonopvolger en veel Engelsen waren hier blij mee. Zij wilden geen katholieke koning, die bovendien veel macht naar zich toe trok. Jacobus II had namelijk geen respect voor het Engelse parlement. Jacobus II kreeg echter een zoon in 1689, die nu de rechtmatige troonopvolger werd. Jacobus II ging zijn zoon katholiek opvoeden, wat tot woede leidde bij de Engelsen. Frankrijk had Nederland economisch de oorlog verklaard. Een wollen stof genaamd laken uit Leiden was hierdoor niet meer te koop in Frankrijk. Men was bang dat koning Jacobus II de kant van de Franse koning zou kiezen, waardoor een nieuw rampjaar zou ontstaan.

Een aantal Engelse parlementsleden stuurden een uitnodigingsbrief naar Willem III om koning van Engeland te worden. Willem III riep een vloot bijeen en voer van Hellevoetsluis naar Engeland in 1688. Hij kwam aan in het Engelse Brixham. Hij riep zich bij aankomst tot koning van Engeland uit en eiste dat de Engelse troepen in en rond Londen zich terugtrokken. Dit gebeurde ook. Op 18 december kwamen hij en zijn vrouw Maria II aan in Londen. Ze werden direct koning en koningin van Engeland. Op 13 februari 1689 werden ze ook koning en koningin van Schotland en Ierland. Willems positie bleef zwak in het katholieke Schotland en Ierland. In 1690 versloeg Willem III Jacobus II in de slag aan de Boyne. Deze slag wordt nog elk jaar herdacht in Noord Ierland op 12 juli, waarmee de leden van de Oranjeorde de overwinning vieren van de protestantse King Billy op de katholieke Jacobus. Toch bleef er steun voor Jacobus II en het Nederlandse leger bleef in Engeland.

Koningschap

Het koningspaar Willem III en Maria II

Willem III regeerde samen met zijn vrouw Maria II. Ze waren een duo-koningschap. In december 1689 werd een van de belangrijkste grondwettelijke documenten in de Engelse geschiedenis, de Bill of Rights, aangenomen. Het bepaalde onder meer dat de Soeverein (koning) geen wetten kon opschorten (uitstellen) die door het parlement werden aangenomen, belastingen heffen zonder parlementaire toestemming en een permanent leger in vredestijd oprichten zonder parlementaire toestemming. De Bill of Rights regelde ook de kwestie van de opvolging van de Kroon. Toen Maria II in 1695 overleed aan de pokken, regeerde Willem III zelfstandig tot aan zijn dood in 1702. Hierna werd de troon opgedragen aan Maria's zus, Anna. Willem III en Maria II zette Engeland weer onder protestants bestuur. Ze zette de eerste stappen om Engeland en Schotland te verenigen in één land. De volledige vereniging gebeurde pas in 1707 na Willems dood. Onder Willem III en Maria II werd de macht van het parlement hersteld, maar ook werden de rechten die de katholieken hadden gekregen afgeschaft. Pas in de 19e eeuw onder koningin Victoria zou er geloofsvrijheid komen en zou ieder ongeacht zijn geloof gelijk zijn.

Het handelsconflict met Frankrijk zou uit de hand lopen en leidde tot de Negenjarige Oorlog. Frankrijk gaf uiteindelijk de bezittingen in de Zuidelijke Nederlanden terug aan Spanje. Toen de koning van Spanje in 1700 overleed en geen kinderen had, claimde de Franse koning de troon. Hierdoor dreigde een politieke eenheid tussen Frankrijk en Spanje. Hiermee brak de Spaanse Successieoorlog in 1701 uit.

Het koningschap van Willem III leidde er toe dat zelfs de staatsgezinden hem gingen bewonderen. Het leidde tot een einde aan de zeeoorlogen tussen Nederland en Engeland. Willem III erkende de rechten van het Engelse parlement, wat een definitief einde van de strijd tussen het parlement en de koning betekende. Engeland kon zich hierdoor richten op de kolonisatie.

Wie is de opvolger?

Een standbeeld van Willem III in Brixham, waar hij aankwam.

Willem III overleed in 1702 aan een longontsteking, nadat zijn sleutelbeen gebroken was bij een val van zijn paard. Nadat zijn sleutelbeen gebroken was, was hij per ongeluk in slaap gevallen naast een open raam. Hierdoor kreeg hij koorts en uiteindelijk een longontsteking. Aangezien Willem III geen kinderen had, ontstond het probleem wie hem ging opvolgen.

Willem III liet bij testament alle rechten en bezittingen na aan zijn Friese neef Prins Johan Willem Friso van Nassau-Dietz. Eerst wilde men Johan Willem Friso, de zoon van de stadhouder van Friesland, tot koning van Engeland, Schotland en Ierland kronen. Uiteindelijk werd voor prinses Anna gekozen. De kleine Prins leed aan astma en had daardoor op latere leeftijd vaak last van zware hoofdpijnen, hoestbuien en andere kwalen. In Holland ontstond het Tweede Stadhouderloze Tijdperk. De Pruisische koning Frederik I riep zich ook uit tot Prins van Oranje. Later werd besloten dat zowel het Pruisische huis Hohenzollern als het Nederlandse huis Oranje-Nassau de titel mochten gebruiken.

Daar de Staten van Holland en Zeeland in 1674 het stadhouderschap erfelijk hadden verklaard voor de nakomelingen van Willem III, en deze kinderloos overleed, werd besloten af te zien van benoeming van een opvolger. Dit maakte de Hollandse raadpensionaris Anthonie Heinsius van 1689 tot 1720 het feitelijke staatshoofd van de Republiek. Ondertussen was Johan Willem Friso van Nassau-Dietz nog stadhouder van Friesland en Groningen. Hij was op dat ogenblik enkel vader van een meisje, Anna Charlotte, maar zijn vrouw Marie Louise van Hessen-Kassel was in verwachting. Omdat Friesland, net als Holland en Zeeland, in 1675 het erfstadhouderschap had ingesteld, zou de nog ongeboren Willem IV van Oranje-Nassau de Friese stadhouder moeten worden. Men vond echter dat een ongeboren kind nog geen stadhouder kan zijn. Daardoor heeft Friesland een stadhouderloos tijdperk van slechts 48 dagen gekend, eindigend met Willems geboorte op 1 september 1711. Willem IV werd tot stadhouder benoemd onder voogdijschap van zijn moeder Maria Louise. Groningen erkende pas in 1718 de regering van Willem IV onder de voogdij van Maria Louise, omdat men daar geen erfstadhouder kende. Hiermee was het stadhouderloze tijdperk in Groningen en vooral Friesland veel korter dan elders in de Republiek. In 1722 volgden Gelre en Drenthe het Groningse voorbeeld en erkenden met Willem IV de Friese tak van het huis Nassau als nieuwe feitelijke stadhoudersdynastie, al werd de erfelijkheid ervan nog niet vastgelegd, en was zijn moeder nog steeds zijn voogd. In 1731 eindigde de voogdij van Willem IV van Oranje-Nassau en zal hij toewerken naar erfstadhouder der Verenigde Nederlanden in 1747.

Titels en Wapen van Willem III

Wapen van Willem III van Engeland
  • 4 november 1650 - 9 juli 1672: Zijne Hoogheid De Prins van Oranje, Graaf van Nassau
  • 09-16 juli 1672: Zijne Hoogheid de Prins van Oranje, stadhouder van Holland
  • 16 juli 1672 - 26 april 1674: Zijne Hoogheid de Prins van Oranje, stadhouder van Holland en Zeeland
  • 26 april 1674 - 13 februari 1689: Zijne Hoogheid de Prins van Oranje, Stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel
  • 13 februari 1689 - 8 maart 1702: Zijne Majesteit de Koning: "Koning en Koningin van Engeland, Schotland, Frankrijk en Ierland, Verdedigers van het Geloof, enz."

Het hoofdwapen of schild was verdeeld in vier kwartieren, waarvan I en IV nogmaals verdeeld waren in vier kwartieren. Op het wapen staan: een Fleur de lis van goud op een veld van azuur (blauw) wat staat voor Frankrijk, drie liggende leeuwen van goud op een veld van keel (rood) wat staat voor Engeland, een rode staande leeuw op een veld van goud in een dubbele ge-leliede schildzoom van keel (rood) wat staat voor Schotland, Een gouden harp op een veld van azuur (blauw) voor Ierland, waarop een hartschild met een staande leeuw van goud op een veld van azuur (blauw) bezaaid met blokjes van goud, het wapen van Nassau. Bijstukken: het schild wordt gedragen door een gekroonde staande leeuw in goud en een eenhoorn in zilver (wit). Verder is er een soort riem te zien dat staat voor de ridderorde de Orde van de Kousenband. Boven het schild een helm en een kroon met daarop weer een leeuw met kroon. De wapenspreuk is 'Je Maintiendrai' (Ik zal handhaven), dat ook in het huidige wapen van Nederland te zien is.

Links


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Willem_III_van_Oranje-Nassau&oldid=850575"