Goud
Chemisch element | |
Goudkristallen | |
Naam | Goud / Aurum (latijn) |
Symbool | Au |
Atoomnummer | 79 |
Soort | Overgangsmetaal of edelmetaal |
Kleur | glanzend geel |
Smeltpunt | 1064 oC |
Kookpunt | 2700 oC |
Portaal Scheikunde |
---|
Goud is een chemisch element met het symbool Au (van Latijn: aurum) en atoomnummer 79, waardoor het een van de elementen is met een hoger atoomnummer die van nature voorkomen. In zuivere vorm is het een helder, licht glanzend roodachtig geel, dicht, zacht, kneedbaar metaal. Chemisch gezien is goud een overgangsmetaal en een element uit groep 11. Goud wordt ook een edelmetaal genoemd. Goud kan niet oxideren (roesten). Doordat goud redelijk zacht is, kan het makkelijk bewerkt worden. Goud is (meestal) erg duur omdat mensen het mooi vinden en er maar weinig van is.
Herkomst
Het is al sinds de zogeheten stroomculturen (Nabije Oosten van 3500 v.Chr. tot 800 v.Chr.) zeer gewaardeerd en is roestvrij, daarom wordt goud soms "de koning der metalen" genoemd. De Egyptenaren zochten vijfduizend jaar geleden al naar goud. Het gevonden goud was voor de farao, hun koning. De Egyptenaren dachten dat de gouddeeltjes afkomstig waren van de lichamen van hun goden. Ze zeefden goudkorrels uit de rivier de Nijl. Andere Egyptenaren trokken de bergen in. Ze werkten daar in goudmijnen. In smalle, donkere gangen zocht ze kruipend naar goud. Dat was gevaarlijk werk. Soms stortte een gang in of kwam onder water te staan. Toetanchamon was ongeveer acht jaar toen hij farao van Egypte werd. Tien jaar later stierf hij. De Egytenaren geloofden dat je na je leven weer een leven kreeg. Daarom kreeg Toetanchamon, zoals all farao’s, veel gouden voorwerpen mee in zijn graf. In 1922 werd Toetanchamon wereldberoemd, omdat hij de enige farao was die nog bestond. Toen werd in het Dal der Koningen, aan de oever van de Nijl, zijn graf geopent. Toetanchamon lag in een puur gouden kist. Daar omheen zaten twee houten die ook met goud bewerkt waren. Het hoofd van de farao was bedekt met een gouden dodenmasker. Ook na de ontdekking van Amerika werd duidelijk dat de Azteken ook bekend waren met het winnen van goud. Hernán Cortés, vooral bekend om zijn verovering van Mexico tussen 1519 en 1521, wist een deel van de Azteekse goudschat (volgens hem ter waarde van 'meer dan zevenhonderdduizend gouden peso's') mee te nemen naar Spanje.
Vindplaatsen
Al vanaf 1700 bestaat er zoiets als de goudkoorts. Veelal mannen die op zoek zijn naar goud, ook bekend als de 'Gold Rush'. In Amerika, Australië en China zijn veel goudmijnen. Vooral in Californië zijn veel vindplaatsen. De Californische Gold Rush is daarom heel bekend. Van 1848 tot 1856 verhuisden ruim 300.000 mensen naar Californië en werd daar naar schatting ruim 340.000 kilo goud gedolven.
Rond de wereld zijn er verder weinig goudmijnen. Het is al best gevaarlijk, omdat hij zo kan instorten. Goud zit meestal ver onder de grond in een goudader. Eerst moet de mijnwerker met een lift naar beneden. Daar hakken ze steen los (ze maken er een soort grind van). Daarin zoeken ze goud. Soms kan je het ook in rivieren vinden. Met een soort platte pan spoelen ze met water de andere gronddeeltjes weg, net zolang totdat er alleen nog goud in de pan ligt. Het goud wordt gevonden als hele kleine schilvertjes (goudvlokken) tot complete goudklompen. De gouddelvers verzamelen de gouddeeltjes in een pot en laten dit wegen, om er vervolgens geld voor te krijgen. De waarde hangt af van de goudprijs per kilo van dat moment. Ook nu nog zijn er 'golddiggers'. Helaas gaan ze nogal grof te werk en vernielen ze veel natuur, vaak voor maar een beetje goud.
Goud in erts of mineraal
Sylvaniet is een zilver-goud-telluride-mineraal, uit Transsylvanië (Roemenië)
Gebruik
Goud wordt veel gebruikt voor sieraden. Het sieraad wordt soms met edelstenen versiert. Winnaars van de Olympische Spelen krijgen een gouden medaille bij het behalen van de eerste plaats voor hun sportonderdeel. Mensen geven elkaar een gouden ring, bijvoorbeeld bij het trouwen. Koningin Wilhelmina kreeg in 1898 een gouden koets (die is bedekt met een dun laagje van echt goud, het zogeheten bladgoud) geschonken door de stad Amsterdam.
Veel mensen dragen een gouden kettinkje.
Omdat goud vrij zacht is, is het makkelijk te bewerken. Een enkele gram goud kan worden geslagen tot een vel van 1 vierkante meter (bladgoud). Ook kan goud vanwege het betrekkelijk lage smeltpunt (1064 oC) gesmolten en in een mal gegoten worden.
Goud kan goed tegen allelei zuren. Het lost alleen op in een mengsel van salpeterzuur en zoutzuur. Doordat goud onoplosbaar in salpeterzuur is, en zilver en andere onedele metalen er wel in oplossen, kunnen deze 'vervuilingen' eruit gehaald worden en wordt het goud nog puurder. Goud lost ook op in het vloeibare metaal kwik. Dit wordt dan ook gebruikt om goud uit steen te halen, wat niet ongevaarlijk is, want kwikdampen zijn giftig.
Goud wordt ook gebruikt bij hele dure elektrische verbindingen (stekkers). Het wordt daarom ook gebruikt in mobieltjes. Het wordt ook gebruikt voor het maken van gekleurd glas. Sommige mensen hebben gouden tanden en kiezen.
De zuiverheid van goud wordt aangegeven in karaten. Eén karaat is 1/24e deel zuiver goud. Een sieraad van 24 karaat goud bestaat dus helemaal uit goud. Een legering van roségoud is bijvoorbeeld 18 karaat.
Smeden van goud
De goudsmid heeft zijn eigen atelier (werkplaats). Hier maakt hij zijn sieraden. Soms zitten er edelstenen in. Hij maakt er ringen, armbanden, broches, kettingen of anderen dingen. Het goud bestelt hij bij een speciaal bedrijf. Daar worden er draadjes en plaatjes van gemaakt. Daarmee kan hij heel makkelijk iets maken. Een hamer, een vlam en het allerdunste figuurzaagje zijn de belangrijkste gereedschappen. Hij gebruikt ook vijltjes,tangetjes en schuurpapier. Een sieraad van goud zal makkelijk buigen. Om het sterker te maken mengt men het goud met een ander metaal: een legering. Er zit soms koper of zilver in.
Gouden munten
Voor de euro was er de gulden. Dat woord betekent: gouden. Het werd vroeger gebruikt voor gouden munten. De eerste munten werden gemaakt in Lydië in Turkije in 625 voor Christus. Toen de Romeinen kwamen, verschenen er gouden munten in de lage landen (het tegenwoordige Nederland en België). Dat was 50 jaar voor Christus. Op de munten stonden vaak dierenkoppen. Daarna kwam er het hoofd van de keizer erop. De Romeinse keizer was erg slim. Als hij het volk iets wilde laten weten, dan liet hij een speciale munt maken. De man die vroeger munten maakte, heette de munter. Hij legde een stukje goud op een stempeltje. Met een hamer sloeg hij zolang op de munt tot de stempelafdruk er op zat. Later kwamen er fabrieken die munten ging maken. Sinds 1806 maakt ’s Rijks Munt in Utrecht de Nederlandse munten. Het meeste goud dat gevonden wordt, gaat in grote kluizen onder de grond, meetal in de vorm van goudstaven.
Pronkstukken
Meestal waren het alleen rijke en machtige mensen die goud konden betalen. Ze lieten er de mooiste voorwerpen van maken, zoals drinkbekers, schalen, kronen, gespen, kandelaars en halskettingen. Ook bisschoppen lieten met goud versierde voorwerpen maken voor in de kerken en kloosters. Vaak werden de voorwerpen nog mooier gemaakt door het goud te combineren met zilver, email, edelstenen of parels. Door de eeuwen heen zijn er pronkstukken bewaard gebleven.
In de ruimtevaart
In 1969 landden de Amerikanen Neil Alden Armstrong en Edwin "Buzz" Aldrin van de Apollo 11 als eerste mensen op de maan. Ze droegen een ruimtehelm waarop een heel dun laagje goud op zat. Dit laagje kaatste de gevaarlijke ultraviolette straling van de zon terug. Het diende dus voor bescherming. Goud wordt gebruikt als isolatiemiddel. Op elke satelliet zit een dun laagje goud. Om dat dunne laagje er mooi op te krijgen wordt in de fabriek het goud verdampt. Er wordt een gas van gemaakt dat men neer laat slaan op de satelliet. Voor een kleine satelliet heb je twee trouwringen van puur goud nodig. Als een flinterdun dekentje beschermt het tegen extreme kou of hitte. De zon kan dan 120 graden Celsius op de satelliet stralen. Terwijl aan de schaduw kant het onder nul kan zijn. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA lanceerde in december 1999 de XMM-telescoop. Dat is een verrekijker om mee in het heelal te kijken. De XMM-telescoop draait in 48 uur rond de aarde. In de spiegels is opgedampt goud verwerkt. Daardoor kan de telescoop meer licht opvangen en betere beelden maken van ver weg staande sterren. Goud wordt ook veel gebruikt in elektronische contacten en schakelaars. Omdat goud niet roest, zorgt het voor een goede verbinding. Het geeft geen storing. Ook in de contacten van heel goede computers zit goud.
Toepassingen
Plaats in het periodiek systeem
Periodiek systeem | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|