Frans

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Landen waar Frans wordt gesproken.
     Belangrijkste taal
     Officiële taal
     Tweede taal
     Minderheidstaal
Percentage Franssprekenden in Europa. Hoe donkerder, hoe meer mensen Frans kennen.

Het Frans (français) behoort tot de Romaanse talen en komt voort uit het Latijn. Er zijn over de hele wereld veel gebieden, landen en continenten te vinden waar Frans wordt gesproken, in totaal zijn het er 45: Frankrijk, Monaco, Waals Gewest (België), een deel van Zwitserland, Afrika; een groot deel van Noord-Afrika en bijna heel Centraal-Afrika, Madagascar, Canada; Oost-Canada als moedertaal en West-Canada als bestuurtaal, Vietnam en Frans-Guyana.

Een paar woorden en zinnen in het Frans vertaald:

Nederlands Frans Uitspraak
ik je zje
jij tu tuu
hij il iel
zij elle el
wij nous noe
jullie vous voe
u vous voe
zij/ze m. ils iel
zij/ze vr. elles el

(De h spreek je niet uit) Verder zie je dat hij en zij, en zij/ze m. hetzelfde zijn. Je kunt ze onder andere onderscheiden door naar de contekst te kijken, of misschien zie je naar wie hij/zij praat?

Nederlands Frans Uitspraak
Ik spreek geen Frans Je ne parle pas français zje ne parle pa fransè
Ik heet ... Je m'appelle .... zje mappèll ...
Ik ben ... Je suis ... zje swie
Hoe heet jij? Comment tu t'appelles? comman tuu tappell?
Ik ben .. jaar oud J'ai ... ans zjee ... an

Gebruik en verspreiding

Het Frans is een wereldtaal. Vroeger was het Frans de voertaal van de adel, het koninklijk hof en de rijke bovenklasse. Dit kwam o.a. door de invloed van Frankrijk, wat een tijdje het belangrijkste land ter wereld was. Ook werden dingen uit Frankrijk (zoals mode, literatuur en wetenschap) erg populair in de rest van Europa. Voornamelijk rijke mensen begonnen zich daarom "Frans" te gedragen, waardoor zij ook Frans met elkaar spraken. Dit waren voornamelijk edelen en koninklijke hoven, maar ook een deel van de burgerij. Dit was het geval in heel Europa en bleef zo tot in de 19e eeuw.

In de 20e eeuw begon het Engels het Frans steeds meer te verdringen als wereldtaal. Dit kwam door de macht van de Verenigde Staten. Waar de Britse bovenklasse vaak Frans met elkaar sprak was dit niet zo in de Verenigde Staten. De Amerikanen hadden zelfs geen eigen adel. Tegenwoordig is het Engels de belangrijkste internationale taal. Desondanks heeft het Frans nog altijd een belangrijke rol in o.a. Europa en West-Afrika. Daardoor is het Frans nog altijd een van de meest gesproken talen ter wereld.

Officiële taal

Het Frans is de officiële taal in 28 landen. In sommige van deze landen is het Frans de enige officiële taal. De landen met verschillende officiële talen waaronder het Frans zijn aangegeven met een (*). De 28 landen waar Frans officieel is zijn:


Ook op alle overzeese gebieden van Frankrijk, zoals Frans-Guyana, Nieuw-Caledonië en Frans-Polynesië, is het Frans de officiële taal.

Internationale organisaties

Ook veel internationale organisaties gebruiken het Frans als bestuurstaal. In de Europese Unie is het Frans een erkende taal, zoals de meeste officiële talen van de lidstaten. Na het Engels wordt het Frans het meest gebruikt in de Europese Unie. Samen met het Engels en Duits is het Frans een van de drie vergadertalen bij de vergaderingen van de Europese Raad. Het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg gebruikt enkel het Frans als werktaal.

Samen met Spaans, Engels, Russisch, Chinees en Arabisch is het Frans een van de zes werktalen van de Verenigde Naties. Dit betekent dat personen tijdens de vergaderingen en bijeenkomsten in een van deze zes talen kunnen spreken.

Andere organisaties met Frans als officiële taal of een van de officiële talen zijn de NAVO, het Rode Kruis, het Internationaal Strafhof, UNESCO, de Afrikaanse Unie, Interpol, het Internationaal Olympisch Comité, de Latijnse Unie en Amnesty International. Daarnaast bestaat er nog de Francophonie, een samenwerkingsverband tussen voornamelijk Franstalige landen.

Franse taal in België

Op federaal niveau heeft België drie officiële talen (Frans, Nederlands en Duits). In de federale (landelijke) politiek worden vooral Frans en Nederlands gebruikt. Wetten worden in alle drie de landstalen opgeschreven.

De meeste Franstalige Belgen wonen in Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap is het Frans de enige officiële taal, terwijl het samen met het Nederlands officieel is in Brussel. De meeste Franstalige Belgen zijn Walen en wonen in Wallonië. Toch zijn niet alle Franstalige Belgen Waals, aangezien ook een groot deel woont in Brussel. De Franstalige Brusselaren beschouwen zichzelf weer niet als Waals. Om de gehele gemeenschap aan te duiden wordt vaak het woord francophone gebruikt.

Oorspronkelijk was het Frans de enige officiële taal van België, maar sinds de onafhankelijkheid zijn het Nederlands en Duits hierbij gekomen. In Vlaanderen en de Duitstalige Gemeenschap speelt het Frans nog steeds een grote rol. Hier leren kinderen het Frans als vreemde taal. Ook is het Frans nodig voor sommige studierichtingen (zoals rechten).

Franse taal in Nederland

Frans was vroeger de voertaal van de adel en rijke burgerij in Nederland. Dit kwam doordat Frankrijk een belangrijke positie had in de wereld en veel edelen in andere talen ook Frans spraken. Nederland was ook een tijdje onderdeel van het Eerste Franse Keizerrijk. Tussen 1815 en 1830 was België ook onderdeel van Nederland. Toen was het Frans samen met het Nederlands officieel. Sinds 1830 is het Nederlands de enige officiële taal in Nederland. De positie van het Frans werd ingenomen door het Engels tijdens de 20e eeuw.

Vanwege deze geschiedenis had Nederland lange tijd ook nog enkele oude wetten die in het Frans waren geschreven. De laatste Franstalige wet was de Mijnwet van 1810 die in 2003 werd afgeschaft.

Tegenwoordig is het Frans op de meeste middelbare scholen een schoolvak. De meeste middelbare scholieren krijgen Frans vanaf het eerste jaar in de onderbouw. Voor de meeste scholieren is het Frans daardoor de tweede vreemde taal die ze leren naast het Engels. Toch kunnen hier verschillen in zitten. Op sommige basisscholen wordt al begonnen met het Frans, waardoor leerlingen vroeger beginnen. Ook zijn er middelbare scholen waar geen Frans onderwezen wordt, maar waar men een andere vreemde taal kiest. Frans is daardoor geen verplicht vak in Nederland.

Grammatica

Lidwoorden

In het Frans zijn er twee bepaalde lidwoorden, namelijk le (mannelijk) en la (vrouwelijk). Ieder zelfstandig naamwoord is daardoor mannelijk ("le garçon", de jongen) of vrouwelijk ("la femme", de vrouw). Hiervoor zijn vrijwel geen regels en moet je dus uit je hoofd leren. Als het zelfstandig naamwoord met een klinker of "h" begint, worden le en la afgekort tot l' (met een apostrof). Enkele voorbeelden zijn l'ordinateur (de computer) en l'hôtel (het hotel). Ook deze woorden zijn mannelijk of vrouwelijk, wat je ook van buiten moet weten.

In het meervoud wordt zowel bij mannelijke als vrouwelijke woorden het lidwoord les gebruikt, zoals les femmes (de vrouwen) en les garçons (de jongens).

Ook bestaan er twee onbepaalde lidwoorden, namelijk un (mannelijk) als in "un garçon" (een jongen) en une (vrouwelijk) als in "une femme" (een vrouw).

Bijvoeglijke naamwoorden

Anders dan in het Nederlands worden bijvoeglijke naamwoorden in het Frans normaal gesproken achter het zelfstandig naamwoord gezet. Een voorbeeld hiervan is une femme belle (een mooie vrouw); het woord "belle" staat achter het woord "femme". Toch wordt het bijvoeglijk naamwoord soms ook vóór het zelfstandig naamwoord gezet. Dit gebeurt als je het bijvoeglijk naamwoord wil benadrukken (dus er de aandacht op wilt leggen). Bij het voorbeeld un grand palais (een groot paleis) wil je dus benadrukken dat het paleis groot is.

Bijvoeglijke naamwoorden worden in het Frans ook vervoegd naar geslacht; zij krijgen dan een andere uitgang. Bijvoorbeeld un garçon neuf (een nieuwe jongen) en une fille neuve (een nieuwe meisje). Je ziet hierbij dus dat de laatste letters van "neuf/neuve" veranderen. Dit gebeurt bij de meeste Franse bijvoeglijk naamwoorden.

Van de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je ook een bijwoord maken. Dan krijgt het woord de uitgang -ment, waarbij soms een extra letter aan moet worden toegevoegd of veranderd moet worden.

Meervoud

In het Frans wordt vaak een -s toegevoegd om van een zelfstandig naamwoord in enkelvoud meervoud te maken. Een voorbeeld hiervan is het woord le maison (het huis) wat in meervoud les maisons (de huizen) wordt. Wanneer een zelfstandig naamwoord in -s, -z of -x eindigt, wordt er geen -s toegevoegd. Het woord blijft in meervoud precies hetzelfde als in enkelvoud, zoals bij le fils (het kind) - les fils (de kinderen).

Woorden die eindigen in -ou, -eu of -au krijgen in het meervoud een -x. Een voorbeeld is het woord "le bureau" (het bureau), wat "les bureaux" (de bureaus) wordt. Bij woorden die eindigen in -al wordt het einde in meervoud vervangen door -aux, zoals bij l'animal (het dier) - les animaux (de dieren).

Er zijn ook enkele onregelmatige meervoudsvormen:

  • aïoel - aïeux (voorouder - voorouders)
  • ciel - cieux (hemel - hemels)
  • œil - yeux (oog - ogen)

De cijfers tot 15

Nederlands Frans Uitspraak
één un eun
twee deux deu
drie trois trwà
vier quatre katr
vijf cinq seink
zes six sies
zeven sept set
acht huit wiet
negen neuf nuf (doffe 'e')
tien dix dies
elf onze onzeh
twaalf douze doez
dertien treize trèz
veertien quatorze katorz
vijftien quinze kènz

Het werkwoord être (zijn)

Nederlands Frans Uitspraak
Ik ben... Je suis... sje swie...
Jij bent... Tu es... tu è...
Hij is... Il est il è...
Zij is... Elle est... El è...
Het is... C'est... Sè...
We zijn... Nous sommes... Noe som
Jullie zijn/U bent... Vous êtes... Voez ète...
Zij (mannelijk) zijn... Ils sont... Il son...
Zij (vrouwelijk) zijn... Elles sont... El son...
Het zijn... Ce sont... Se son...

Dagen

Nederlands Frans Uitspraak
Maandag Lundi Lundi
Dinsdag Mardi Màrdie
Woensdag Mercredi Merkredie
Donderdag Jeudi Zjeudie.
Vrijdag Vendredi Vendredie
Zaterdag Samedi Sàmedi
Zondag Dimanche Diemansch

Franse leenwoorden in het Nederlands

In het Nederlands komen veel Franse leenwoorden voor. Enkele voorbeelden vindt je hieronder:


 
Romaanse talen

Aragonees · Aroemeens · Arpitaans · Asturisch · Catalaans · Corsicaans · Dalmatisch · Frans · Friulisch · Galicisch · Gascoons (Aranees) · Istriotisch · Istro-Roemeens
Italiaans · Ladinisch · Ladino · Mozarabisch · Napolitaans · Occitaans · Portugees · Reto-Romaans · Roemeens · Sardijns · Spaans · Venetiaans

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Frans&oldid=811640"