Bijwoord
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Een bijwoord is een woord dat - althans in het Nederlands - niet wordt verbogen (onveranderlijk van vorm is), op zichzelf staat, en dat in een zin als bepaling (nadere omschrijving) dienst doet bij
- werkwoorden: Je zingt mooi (mooi zegt iets over zingen)
- bijvoeglijke naamwoorden: Hij heeft heel goede cijfers behaald (heel zegt iets over goede)
- andere bijwoorden: Hij verdiende bijzonder weinig (bijzonder zegt iets over weinig).
Sommige bijwoorden, vooral die van oorsprong bijvoeglijke naamwoorden zijn, kunnen trappen van vergelijking vormen, bijvoorbeeld ik lees vlug, jij vlugger, hij het vlugst. Vaak, vaker, vaakst.
Vragende bijwoorden zijn bijvoorbeeld hoe in: Hoe gaat het? waarom in: Waarom zeg je dat?
Naar hun betekenis kun je onderscheiden:
- Bijwoorden van plaats en richting: hier, elders
- Bijwoorden van tijd: morgen, heden
- Bijwoorden van hoedanigheid: beleefd groeten, hard lopen
- Bijwoorden van graad: heel mooi, behoorlijk kwaad
- Bijwoorden van hoeveelheid: dikwijls, driemaal
en nog een paar, maar dit zijn wel de belangrijkste. Soms worden andere benamingen gebruikt.
Woordsoorten | |||
---|---|---|---|
achterzetsel · bijvoeglijk naamwoord · bijwoord · eigennaam · ideofoon · lidwoord · telwoord (hoofdtelwoord · rangtelwoord · telbijwoord) · tussenwerpsel · voegwoord · voornaamwoord (aanwijzend · betrekkelijk · bezittelijk · onbepaald · persoonlijk · temporeel · uitroepend · vragend · wederkerend · wederkerig) · voorzetsel · werkwoord · zelfstandig naamwoord |