Vikingen
Dit artikel is genomineerd voor een WikiKids Award!
Stemmen kan op deze pagina »
|
Vikingen waren zeevarende Noormannen die leefden rond het jaar 800 in Scandinavië. Het woord 'Viking' wordt vaak gebruikt voor alle Noormannen, maar dit klopt niet. Noormannen is het hele volk, Vikingen waren alleen de Noormannen die de zee op gingen. Vaak wordt gedacht dat alle Vikingen alleen woeste plunderaars waren, maar dat was vooral aan het einde van de 8e en de 9e eeuw zo. In de loop van de tijd ontwikkelden ze zich tot handelaars. Dat was onder andere te danken aan hun bekering tot het christendom. De Vikingen hadden een samenleving waar iemands geslacht niet werd gezien als reden waarom ze wel of niet mee mochten op oorlogspad, er waren dus ook vrouwelijke Vikingen.
Over de Vikingen
De Vikingen kwamen uit Scandinavië, dat is het geheel van Denemarken, Noorwegen en Zweden. De Vikingen maakten grote reizen met hun Vikingschip. Voorop zat meestal een drakenkop. Waar ze aan land gingen maakten ze vaak een grote plundertocht. Een veel gebruikt Vikingschip was de "drakar". Deze schepen waren veel sneller en sterker dan andere schepen in die tijd en ze waren daarom op zee oppermachtig. De Vikingen waren lange tijd de schrik van christelijk Europa en maar weinig kloosters en dorpen ontkwamen aan ze.
De Vikingen hebben ook veel ontdekt. Groenland en zelfs het continent Amerika zijn ontdekt door de Vikingen, het is dus niet Christoffel Columbus die dit continent heeft ontdekt! Amerika noemden ze "Vinland" (wijnland), maar lang bleven ze er niet. De indianen waren met duizenden en zelfs de Vikingen konden met hun kleine aantallen niet tegen de indianen op.
Ze zijn de geschiedenis ingegaan als onverschrokken zeelui en vechtersbazen. Maar ze hadden ook een rijke cultuur. Als bedreven zeevaarders zetten ze, eeuwen voor Columbus voet aan land op de Amerikaanse bodem en onderhielden ze handelsbetrekkingen met Rusland en Constantinopel.
Zowel koningen als keizers konden de Vikingen niet met succes tegenhouden. Het gebied dat zij moesten verdedigen was te uitgestrekt en hun gezag was te zwak. Daardoor droegen de invallen van de Noormannen mee bij tot het ontstaan van feodaliteit.
Begin van het Vikingtijdperk
Doordat de Vikingen zelf niet veel opschreven is het niet helemaal bekend waarom de Vikingen plotseling begonnen met plunderen. Verschillende wetenschappers hebben allemaal verschillende theorieën.
Overbevolking
Het is mogelijk dat Scandinavië rond de zevende eeuw en achtste eeuw met een plotse bevolkingsgroei te maken kreeg. Hierdoor zou er te weinig eten over zijn op de boerderijen van de Vikingen en zouden de Noormannen daardoor gedwongen worden om in andere gebieden voedsel en rijkdom te zoeken. Vanzelf gingen ze over op piraterij en het plunderen van grote delen van Europa.
West-Europa werd rijker
Al heel lang lopen er vele handelsroutes door Europa. Toen de Moslims rijker werden, werden de gebieden waar zij mee handelde ook rijker. Ook werd het gebied waarmee zij handelden groter, waardoor West-Europa rijker werd. Dit zou ertoe hebben geleid dat de Noormannen hier na toe gingen om rijker te worden, en later ook overgingen op het plunderen.
Religie
De eerste aanvallen van de Vikingen op de christenen kwamen op hetzelfde moment dat Karel de Grote Saksen veroverde. Saksen had in deze tijd dezelfde religie als de Noormannen. Omdat de Noormannen niet wilden dat hun volk naar het christendom zou bekeren, gingen ze christenen aanvallen. Het kan ook zijn dat ze een groot wraakgevoel hadden tegenover de christenen, nadat Karel de Grote duizenden mensen had vermoord in Saksen.
Samenleving van de Vikingen
Woonplaats
De Noormannen woonden zoals gezegd in Scandinavië. Ze bouwden de boerderijen van klei en hout. De grond waar ze graan, gerst en haver op verbouwden was droog en grimmig, waardoor het graan minder goed groeide. Een groter deel van hun dieet bestond uit vlees en vis. Vaak maakten de Noormannen thuis zelf ook sieraden, wapens of dierlijke producten. Schepen werden door meerdere Noormannen samen gemaakt op een scheepswerf.
Voedsel
De Vikingen aten vis en vlees van dieren zoals schapen, koeien en varkens. Vaak droogden ze de vis als ze het lang wilden bewaren. Ze sneden de buik open en haalden de ingewanden eruit. Dan legden ze de vis in de zon uitgespreid over een plank. Na ongeveer 3 weken was de vis klaar. Ook aten de Vikingen vele soepen, stoofpotten en brood. Ze aten slechts twee keer per dag, 's ochtends en 's avonds.
Familie
Families woonden en werkten bij de Noormannen heel anders dan bij hedendaagse families. Ten eerste woonden vaak meerdere gezinnen in een langhuis. Deze gezinnen waren vaak aan elkaar verbonden doordat leden van deze gezinnen met leden van andere gezinnen trouwde. Deze gezinnen onderhielden samen ook een grote boerderij. Ook vrouwen en kinderen hielpen mee met het werk in de velden.
Kinderen werden door de Noormannen gezien als kleine volwassen; ze moesten op jonge leeftijd al meehelpen op de boerderij, maar toch was er nog ruimte voor de kinderen om te spelen. Hierbij speelden ze spelletjes, deden ze aan sport en maakten ze zelf speelgoed. Een gezin had vaak drie levende kinderen, maar veel meer niet levende kinderen. Dit kwam doordat veel Noormannen op jonge leeftijd al overleden. Veel kinderen werden doodgeboren of overleden kort na hun geboorte. Van de kinderen die dat wel overleefden overleed de helft voordat ze 7 werden. Hierna wist wel een groter deel ouder te worden, maar alsnog bedroeg het aantal mensen bij de Noormannen die onder de 15 waren maar liefst 50% van hun totale bevolking. Vrouwen kregen in hun leven gemiddeld 7 kinderen, maar daarvan werden dus maar een klein aantal volwassen. Ook volwassenen hadden het nog moeilijk, en veel mensen werden niet eens oud genoeg om de bruiloft van hun kinderen mee te maken.
Families onderhielden banden met elkaar op verschillende manieren. Ze konden kinderen aan andere families 'uitlenen' zodat de andere familie op dat kind kon letten en het kind opvoeden. In ruil hiervoor kreeg het pleeggezin vaak geld betaald, en de banden die hierdoor ontstonden werden als sterker gezien dan banden die ontstonden doordat families met leden van andere families trouwde. Trouwen was natuurlijk alsnog een goede optie, maar het was best ingewikkeld. Als een man met een vrouw wilde trouwen kon het voorkomen dat een van de personen zich opeens terugtrekt of een familielid er niet mee instemde, en de andere familie zou dan diep beledigd zijn. Als het wel goed kwam waren er meerdere stappen. Ten eerste werd er een contract opgesteld door de (peet)vaders van de bruid en de bruidegom, waarbij ze onderhandelden over verschillende zaken. De bruidsschat werd bepaald, en zodra beide mannen een overeenkomst hadden werd de bruiloft binnen een jaar gehouden. Bij een bruiloft waren grote feesten. Het gebeurde zo nu en dan dat de bruid en de bruidegom helemaal niet van elkaar hielden, en Noormannen konden dan simpelweg scheiden. Als de man of de vrouw van de bruiloft overleed of scheidde, probeerden ze zo snel mogelijk opnieuw te trouwen met iemand anders.
Als een Noorman overleed werden ze meestal begraven. Ze werden samen met een paar alledaagse objecten in hun graf gelegd, waarbij de grootte van het graf en de waarde van de objecten bepaald werden door hoe belangrijk of rijk de overledene was. Soms werden Vikingen gecremeerd, dit was echter alleen voor belangrijke leiders en sterke krijgers. Ze werden dan op een schip gelegd, die daarna werd verbrand.
Schrift
De Noormannen schreven in runentekens. Een soort oud alfabet. Deze tekens schreven ze niet op papier, maar ze hakten het uit in steen! Er bestaan verschillende soorten runenschriften. Iedere periode en iedere streek kent zijn eigen runenreeksen. De bekendste is het oudere Fuþark van 24 runentekens of runenstaven. Het jongere Fuþark met 16 runenstaven werd door de Vikingen gebruikt. Als de letters naar het latijnse schrift werden omgezet sprongen twee letters eruit, de 'ð' en de 'þ', gelukkig zijn ze niet zo ingewikkeld. De klanken van de 'ð' en de 'þ' bestaan nog steeds in het Engels, en worden bijna hetzelfde uitgesproken, zoals in het Engelse woord think. Het verschil is dat je bij de 'þ' geen stem gebruikt, en je stembanden niet trillen, en bij de 'ð' wel. Je kunt deze klanken vormen door het puntje van je tong achter je boventanden te plaatsen, je boven- en ondertanden net los van elkaar te doen en dan door je mond uit te ademen. Je hebt ook de 'ą', dit is bijna de gewone 'a', maar bij de 'ą' komt er ook lucht uit je neus. Dit geluid is te vinden bij veel Franse woorden waar de 'a' de laatste klinker is, zoals dans of tant.
Kleren
Noormannen maakte hun kleren van de vacht (huid) van dieren. Zoals koeien, schapen. Ze droegen een soort sloffen van leer. Er wordt vaak gezegd dat Vikingen hoorns op hun helm hadden. Dit is echter niet waar. Tijdens opgravingen zijn alleen hoorns bij helmen gevonden en toen dachten archeologen eerst dat die hoorns op de helmen hoorden. Hoe rijker een Viking was, hoe mooier ze hun kleding wilde hebben. Als Vikingen in gevecht waren, droegen ze over het algemeen mantels of jassen van dik leer, een schild en een stalen helm. Ze droegen geen pantser omdat de Vikingen hun kracht haalden uit hun bewegelijkheid, en zwaar pantser zou dit verhinderen.
Schoonheid & Verzorging
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, waren Vikingen allesbehalve vies. Ze wilden er altijd op hun allermooist uitzien en droegen het liefst zo mooi mogelijke kleren. Elke dag wasten ze hun haar en baard, die ze vaak bijknipten om er zo mooi mogelijk uit te zien. Elke week gingen ze naar een badhuis of wasten zich op een andere manier. Tegenwoordig zou dat als heel weinig worden gezien, maar voor middeleeuws Europa was dat uitzonderlijk. Vikingen vonden hun verzorging zo belangrijk dat het verboden was om een andere man te besmeuren of in de modder te duwen. Hier kon zelfs de doodstraf op staan.
Geloof
De Noormannen volgden de Noordse mythologie. Ze geloofden als je dood ging dat je dan in het Walhalla zou komen, de hemel van de Noormannen. De mooiste dood was dood gaan tijdens een gevecht, met schild en zwaard in de hand. Juist voor fanatieke strijders was het Walhalla een geweldig oord. Odin was de oppergod. Wij kennen hem als Wodan. Woensdag is naar hem genoemd. Een andere god was Donar. Naar hem is donderdag vernoemd. Vrijdag is naar de godin Freya vernoemd. De goden waren belangrijk voor de dichtkunst en de magie. In de loop van de 9e eeuw bekeerden ze zich in toenemende mate tot het Christendom. Een van de eerste hierin was Harald Blauwtand, naar wie ook Bluetooth is vernoemd.
Wereldbeeld
De Vikingen dachten dat er negen werelden waren waaronder Asgaard en Midgaard. De mensen woonden in Midgaard. Midgaard betekent 'gebied in het midden'. De Vikingen dachten dat Midgaard plat was, en dat er een grote zee omheen lag. Toen de Vikingen meer gebieden bezochten begonnen ze de plaats van deze zee verder te verschuiven. Deze zee zou worden bewoond door een Midgaardslang, die de naam Jormungandr heeft. De Noormannen dachten dat al het land op aarde aan elkaar verbonden was, ze dachten dus bijvoorbeeld dat Noord-Afrika en Canada aan elkaar vast lagen via een landbrug die om de aarde heen lag, maar nog wel voor de zee om Midgaard heen. De Vikingen kenden voor hun tijd een heel groot deel van de wereld. Ze kenden onder andere Noord-Afrika, Canada en het Midden-Oosten. Ze kenden al deze plekken omdat ze vanuit Scandinavië heel ver zeilden.
De goden woonden in Asgaard, wat 'gebied van de goden' betekent. Asgaard was omringd met een grote ondoordringbare muur. Waar Asgaard zich bevond is niet duidelijk, doordat de Noormannen nooit duidelijk op hebben geschreven waar de werelden lagen. Alle werelden waren aan elkaar verbonden via de Yggdrasil, een grote boom die voor de Noormannen het universum was. Daarnaast waren Asgaard en Midgaard nog aan elkaar verbonden via de Bifröst (de regenboog).
Handel
Een deel van de bewoners van Scandinavië waren landbezitters en zij ontwikkelde zich tot handelaren die rond de hele bekende wereld gingen. Er ontwikkelende zich handelsplaatsen (plekken waar handelaren samen kwamen om hun spullen te verkopen). Eerst alleen in hun eigen land, maar later gingen ze ook naar andere landen toe.
De eerste oostelijke routes belanden voornamelijk in het Oostzeegebied, maar met de tijd voeren handelaren vaker en dieper Rusland in om te handelen bij Slavische hoofdmannen. Nog verder de rivieren op en ze kwamen bij de Bolgaren in Wolga-Bulgarije (verre familie van de Bulgaren). Toen ze nog verder de rivieren op gingen kwamen ze in het Zwarte Zeegebied, met onder andere Constantinopel, de belangrijkste stad in de Middeleeuwen. Sommige handelaren wisten zelfs in Bagdad, in het huidige Irak aan te komen.
De westelijke routes waren vaak een stuk minder vreedzaam, hier plunderden de Vikingen in heel West-Europa rijke gebieden, en gebruikte ze het goud, zilver, en de munten om mee te handelen. Als ze niet geld konden verdienen door geplunderde goederen te verhandelen, reisden Noormannen naar handelsposten verspreid over de kust van Frankrijk, Ierland en Groot-Brittannië om daar zelfgemaakte wapens, stoffen, sieraden of leer te verkopen.
De Vikingen handelden vaak met geplunderde materialen uit heel Europa en Noord-Afrika, maar ook met verschillende spullen die uit Scandinavië komen. In handelsposten handelden ze met andere Vikingen en lokale bevolking, en begonnen ze vaak zelf smederijen of boerderijen. Vaak werd er ook met slaven gehandeld. Alle handel maakten de Noormannen en de lokale gebieden schatrijk, en hierdoor hadden ze soms een goede invloed op Europa.
Ambachten
Vikingen waren zeer goed in het maken van wapens, sieraden en werktuigen. Ze waren vaak versierd met afbeeldingen van goden en dieren. De belangrijkste handelscentrum in het thuisland van de Vikingen was Hedeby, waar ze hun waren op de markt verkochten. Sommigen trokken door het land om hun spullen te verkopen. Met name de timmerman trok door het hele land om bij boerderijen allerlei dingen te herstellen. De Vikingen leerden van jongs af aan al veel ambachten en vaardigheden, waaronder het maken van sieraden, want ondanks dat de Vikingen als heel ruig worden gezien, waren ze vaak erg gesteld op hun uiterlijk. Metaalbewerking was een specialiteit van de Vikingen. Uit opgravingen blijkt dat de smeden toen vrijwel dezelfde werktuigen gebruikten als in de 19de eeuw. Ook houtsnijwerk was erg populair, en daarom zijn op Vikingschepen en -huizen vaak mooie kunstwerken in het hout gesneden.
Slavernij
Behalve met goud en zilver, handelden de Vikingen ook met slaven. De slavernij ontstond in Scandinavië nog voordat de Noormannen in Europa gingen plunderen, en misschien al wel in het einde van de tijd voor Christus. Slaaf zijn was in die tijd erfelijk, dus als je ouders slaven waren, was jij automatisch ook een slaaf. Hierdoor waren er voor het Vikingtijdperk ook al veel slaven. In het Vikingtijdperk werd dat alleen maar erger. Als de Vikingen door Europa plunderden namen ze namelijk heel veel gevangenen mee. Deze werden dan tot slaaf gemaakt en moesten voor de Viking werken die hen gevangen had genomen, of werden doorverkocht. De slaven leefden onder slechte omstandigheden, en sommigen moesten verplicht samen met de dieren in een stal slapen. Verkochte slaven belandden in een handelsnetwerk, dat door heel Europa trok. Hierdoor kwamen ze vaak bij handelaren in Perzië, Spanje of het Byzantijnse Rijk uit, waar ze geen beter leven hadden dan slaven in Scandinavië.
Sommige slaven van de Vikingen werden op de markt gekocht. Rijke Noormannen konden deze dan kopen van een andere Viking die net op plundertocht was geweest, maar het gebeurde ook vaak dat ze helemaal naar de andere kant van de voor hen bekende wereld om op grote markten slaven te kopen. Dit deden ze bijvoorbeeld in Bagdad. Ondanks dat er in Europa en het Midden-Oosten veel grote slavenmarkten waren, kwam waarschijnlijk het vaakst voor dat handelaren naar kleine marktplaatsen gingen en daar dan een andere handelaar opzocht om slaven te ruilen of te kopen.
Hoewel het niet vaak gebeurde, was het mogelijk dat een slaaf van de Vikingen zijn vrijheid terug kun krijgen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat ze er genoeg geld voor hebben. Hoewel slaven niet betaald kregen, mochten sommigen wel een deel van de opbrengst van het verkopen van spullen zelf houden, waarmee ze soms genoeg geld verdienden om hun slavenmeester te betalen om ze vrij te laten.
Ook dieven en andere criminelen konden tot slaaf gemaakt worden. In tegenstelling tot slaven die geroofd werden, hoefden deze vaak maar tijdelijk slaaf te zijn. Er werd dan bijvoorbeeld door lokale leider bepaald dat een dief verplicht een paar jaar voor een van de rijke Noormannen in hun gebied moest werken.
Veroveringen
De Vikingen vielen rond heel de bekende wereld gebieden binnen. Hun rijken lagen van Groenland en Ierland tot Rusland. Plundertochten werden langs de hele Britse West-Europese, Russische en soms zelfs Spaanse kust gehouden. De Vikingen werden vooral bekend door het binnenvallen van Groot-Brittannië.
Britse Eilanden
De meest bekende invasies van de Vikingen waren in de Angelsaksische staten in Groot-Brittannië. Meerdere zwakke koninkrijken overleefden de aanval niet.
De eerste aanval van de Vikingen was in 793, toen een kleine groep Vikingen in het koninkrijk Northumbria aan land gingen, een klooster plunderden en weer weggingen. Door velen werd dit gezien als een straf van God en de Vikingen werden beschreven als monsters en draken. Na deze aanval gebeurden de aanvallen op de Britse eilanden steeds vaker. Een van de eerste Vikingrijken in de Britse eilanden was het Koninkrijk Man, of Suðreyjar in het Oud-Noors. Het is niet helemaal bekend wie de Viking was die dit rijk stichtte. Volgens sommige kronieken werd het Koninkrijk overgenomen door een Ier die de Noormannen steunde, maar het kan heel goed zijn dat de leider in werkelijkheid een Viking wiens naam door de kronieken verbasterd werd naar een Ierse naam. Hierna kwam Ivar Ragnarsson aan de macht in het Koninkrijk. Hij verklaarde zichzelf de leider van alle Vikingen in de Britse eilanden en viel Northumbria binnen. Hij veroverde een groot stuk land, wat het Koninkrijk York werd, en overleed in 873. York werd in 954 veroverd door Engeland en Man werd in 1265 veroverd door Schotland, waardoor ook aan deze Vikingrijken een einde kwam.
Rusland
De Zweedse Vikingen voeren veel naar het oosten. Hier lag het moderne Rusland. Ze deden niet alleen aan handelen, maar ze vielen de gebieden ook binnen. In eerste instantie werden de Vikingen weggejaagd uit het gebied, maar uiteindelijk wisten de Vikingen succesvol terrein te veroveren. De belangrijkste leider was Roerik, hij veroverde een groot gebied in Rusland. Roerik overleed in 897 en liet een groot rijk achter voor zijn opvolger, Oleg. Oleg had ook uitbreidingsplannen en begon met het veroveren van een andere vikingstaat, Kiev. Kiev werd bestuurd door Askold en Dir, maar Oleg had een list bedacht. Hij nodigde Askold en Dir uit op een boot om aan handelsbesprekingen te doen, maar zodra de twee op de boot kwamen werden ze gedood en veroverde Oleg Kiev. Hij gebruikte de stad als zijn nieuwe hoofdstad. Het rijk van de Roes was gevormd. De Vikingen hier waren echter allang niet meer ze Scandinavisch, een groot deel van de mensen begonnen de lokale tradities, goden en taal te gebruiken in het dagelijks leven. In 988 bekeerde Vladimir de Heilige zich tot het christendom, waarmee een eind kwam aan de heidense staat. Het rijk van de Roes viel pas uiteen toen de Mongolen het rijk veroverde.
West-Europa
Nederland
Ook Frankrijk en de lage landen waren een hoofddoelwit van de Vikingen. Doordat het rijk van Karel de Grote uiteen was gevallen waren de Franse en Nederlandse kust redelijk makkelijke doelwitten. De belangrijkste Viking die de Nederlandse kust inviel was Rorik. In 841 veroverde hij een gebied in Noord-Holland en Zuid-Holland op Lotharingen. Hij was echter wel een vazal die loyaal moest zijn aan de koning van Lotharingen. In 842 werd hij gevangen genomen omdat er gedacht werd dat hij niet loyaal was. Rorik wist te ontsnappen en viel Lotharingen weer binnen. In de tijd van 841 tot 863, het jaar waarin hij zich bekeerde tot het christendom, had hij het voor elkaar gekregen een groot deel van de gebieden in Nederland te veroveren. Zijn neefje Rudolf volgde zijn voorbeeld, maar hij stopte niet met het plunderen van gebieden. Hij kreeg een klein stuk van de Duitse kust in handen, maar werd in 873 gedood tijdens een gevecht tegen een Friese heerser.
Vikingaanval op het Emiraat Córdoba
In 844 werd een grootse vikingaanval georganiseerd, gericht op het rijke Emiraat Córdoba. Er werd binnengevallen in Lissabon en Grenada. 62 schepen werden gespot voor de kust van Lissabon, de Vikingen sprongen uit hun schepen en wisten de stad makkelijk in te nemen. De stad werd dagen lang leeggeroofd en de grootste gebouwen, bijvoorbeeld moskees, werden afgebrand. In het zuiden wisten de Vikingen door te stoten naar Sevilla, wat ook makkelijk geplunderd werd. Hierna waren de Vikingen van plan een aanval uit te voeren op een aantal kleine steden rond Sevilla, maar ze kwamen niet ver. De Emir van Córdoba, Abd Al-Rahman II, had samen met zijn vazallen een groot leger van hoge kwalitiet cavalerie georganiseerd. Bij zonsopkomst vielen ze de Vikingen aan. De Vikingen leden zware verliezen, maar wisten te overwinnen. Later, toen de Vikingen met hun langschepen over de rivier Guadalquivir voeren, werden ze aangevallen door katapulten die met een zeer brandbaar goedje gooiden. Vele schepen vergingen, en de Vikingen hadden voor de tweede keer grote verliezen geleden. Om deze reden trokken de Vikingen zich terug uit Spanje. Ze hadden voor de eerste keer een grote plundertocht verloren.
Hastein
Hastein was een van de meest gewelddadige Vikings ooit. Hij viel gebieden binnen in Engeland, Frankrijk, Spanje, Italië en Noord-Afrika, nam mannen, vrouwen en kinderen gevangen en verkocht ze op de slavenmarkt in Venetië of Bagdad. Geen leider was veilig voor zijn aanvallen, waarin hele landen werden geplunderd en afgebrand. Een van de eerste aanvallen van Hastein was een plundertocht langs de kust van de Middellandse Zee en Frankrijk van 856 tot 859, die hij samen met de legendarische Björn Järnsida uitvoer. Eerst voer hij over de Seine om het hart van het koninkrijk West-Francië te plunderen en zelfs een abdij Parijs te vernietigen. Hierna ging hij verder naar het Emiraat Córdoba, maar wederom slaagde de Vikingen er niet in om Córdoba te plunderen, ze hadden namelijk een grote vloot gebouwd, en die was nu zelfs voor de Vikingen te sterk. In plaats van Córdoba vielen ze Noord-Afrika, de Franse Riviera en Italië aan. Ze kwamen terug met een gigantisch aantal slaven en rijkdommen.
Van 859 tot 862 liep hij weer ongeveer dezelfde route af. Deze keer lukte het hem wel om het Emiraat Córdoba te plunderen, al was het succes maar gering. De Vikingen wisten een paar belangrijke steden te plunderen en veroverden een deel van Marokko, toen bestuurd door de Idrisiden, een islamitische dynastie die een groot deel van hedendaags Marokko bestuurde. Na het succes ging hij verder met zijn aanvallen door de Middellandse Zee. Eerst was Frankrijk aan de beurt, waarbij een aantal belangrijke steden werden leeggeroofd. Daarna kwam Italië. Hier viel Hastein een aantal van de rijkste steden van Italië aan. Op de terugweg handelde hij met slaven in Afrika en Ierland.
Zoals de meeste belangrijke Vikingen richtte Hastein zich na de successen op Engeland. De Vikingen vielen in 892 op twee plekken Engeland binnen, maar dat bleek uiteindelijk een slechte keuze te zijn. De Angelsaksen wisten een leger te organiseren. Toen het zuidelijke en grotere leger van de Vikingen probeerden aan te sluiten bij het noordelijke leger, waar Hastein zelf de leiding had, werden ze onderschept door het Angelsaksische leger. Een aantal overlevenden wist bij Hastein te arriveren. Hastein verliet hierna met zijn leger zijn fort en ging verder met zijn rooftochten. Ook dit was een slecht idee omdat de Angelsaksen hierna zijn slecht verdedigde fort veroverden en zijn vrouw en kinderen gevangen namen. Nog een aantal rooftochten mislukten en de troepen onder leiding van Hastein verlieten de Britse Eilanden en gingen terug naar Denemarken, Frankrijk of Danelaw.
Rollo
Rollo was een Viking die voornamelijk belangrijk werd door zijn aanval op Frankrijk. Voordat hij dat deed organiseerde hij meerdere plundertochten in Frankrijk en Schotland. In 911 viel hij Frankrijk binnen, maar hij verloor een paar slagen. De koning van Frankrijk gaf hem toen een stuk land aan de kust, en Rollo noemde het Normandië.
De Normandiërs
De Vikingen waren de voorvaders van de Normandiërs. De Normandiërs hadden het dus in hun bloed zitten om ook invasies uit te voeren op overzeese landen, en dat deden ze dan ook. Er waren twee grote aanvallen van Normandiërs; die op Engeland en die op Zuid-Italië.
In 1046 viel Robert Guiscard het zuiden van Italië binnen, wat toen nog werd bestuurd door het Byzantijnse Rijk. Hij veroverde Apulië en Calabrië in 1057 en Sicilië in 1059. Vlak voor zijn dood in 1085 veroverde hij ook de Ionische Eilanden. Zijn opvolgers vielen ook de Balkan meermaals binnen, maar dat mislukte uiteindelijk. In 1194 stortte het rijk in elkaar, omdat Willem II van Sicilië stierf zonder troonopvolger. Hierna nam de Duitse dynastie Huis Hohenstaufen het koninkrijk over.
De belangrijkste Normandiër ooit is waarschijnlijk Willem de Veroveraar. In 1066 veroverde hij Engeland, nadat hij zijn Angelsaksische vijand, Harold Godwinson, in de Slag bij Hastings had gedood. Hierdoor veroverde hij Engeland, en maakte hij zijn dynastie, Huis Normandië (begonnen door Rollo), een van de belangrijkste in de Europese geschiedenis. Doordat hij nog steeds de Hertog van Normandië was, werd Normandië nu ingelijfd in Engeland, waardoor de Fransen een groot deel van hun land verloren. Hierdoor ontstond een eeuwenlange rivaliteit tussen Frankrijk en Engeland. Willem trok de titels van de Angelsaksische leiders in en verdeelde de titels onder de edelen die hem hadden geholpen in de verovering van Engeland. In 1154 verloor het Huis Normandië hun controle over Engeland aan het Huis Plantagenet.
Friesland en de Friesen
Toen de Vikingen Nederland binnenvielen, vielen ze vooral de Friese gebieden in. Dit had er mee te maken dat vrijwel de hele Nederlandse kust in de tijd Fries was. De Vikingen vielen vooral de kust binnen omdat ze dan snel weer op plundertocht konden met hun schepen en de Vikingen zich verbonden voelden met de zee. Daarnaast was de Friese kust ook dichter bij hun thuisland. Het onderwerpen van de Friesen had nog een voordeel; de Friesen leken heel erg op de Vikingen. Veel Friesen hadden zich nog niet bekeerd, waardoor ze nog dezelfde religie hadden als de Vikingen. De Friese cultuur leek ook sterk op die van de Vikingen. Doordat ze zo op elkaar leken gebeurde het wel eens dat de Friesen met de Vikingen mee gingen op plundertocht.
Dorestad
Binnen de Friese landen lag ook Dorestad, ongeveer het huidige Wijk bij Duurstede. Dit was een van de belangrijkste handelsposten van heel Europa. Al sinds de zevende eeuw werden er muntstukken 'geslagen' (gemaakt) voor het rijk van de Franken. Vanuit Dorestad liepen er handelsroutes door heel Noord- en West-Europa. Rond het midden van de negende eeuw raakte Dorestad verlaten. Er zijn meerdere theorieën over waarom dat zo is.
De eerste theorie stelt dat de Franken na de dood van Karel de Grote verdeeld raakten. Lotharius I probeerde zijn vader Lodewijk de Vrome van de troon te stoten, maar raakte snel zijn gebieden weer kwijt. Daarom riep Lotharius de Vikingen op om Dorestad meerdere keren te plunderen en daarmee Lodewijk te verzwakken. Na een paar decennia was Dorestad zo goed als verdwenen. Het probleem met deze theorie is dat er nooit bewijs is gevonden dat de Vikingen werkelijk Dorestad hebben aangevallen.
De tweede theorie stelt dat Utrecht belangrijker werd dan Dorestad, waardoor de handel vertrok uit Dorestad. Dit zou ertoe hebben geleid dat Dorestad zijn rijkdom verloor en de inwoners samen met de handelaren ergens ander heen verhuisden. Dit zou ook deels komen door de macht van de katholieke kerk. Het stadscentrum van Dorestad bestond namelijk niet uit een kerk, maar dat van Utrecht wel. Dat zou op zijn beurt er weer toe kunnen hebben geleid dat de christelijke leiders geen interesse hadden in het in stand houden van Dorestad.
Een derde theorie stelt dat de Rijn rond Dorestad van richting veranderde en verzandde. Hierdoor raakte Dorestad zijn haven kwijt, en kon niet meer uitgebreid handelen. Net als bij de tweede theorie zou dit ertoe hebben geleden dat de handelaren en burgers weg gingen om ergens anders meer geld te verdienen.
Vikingschepen
Een van de voornaamste redenen dat de Vikingen zo ver wisten te komen was omdat hun langschepen makkelijk te maken en snel waren. Eerst gebruikte Noormannen een ander type schip, die voor een groot deel leek op de langschepen. Deze had echter alleen maar een romp. Toen de Romeinen ver naar het noorden kwamen, kwamen sommige Noormannen in contact met de Romeinen, en ze namen een aantal technieken over. Planken binnen de romp werden toegevoegd en stevig vastgemaakt van ijzeren, koperen of houten spijkers. Hierdoor werden de schepen werden steviger. De Noormannen bleven echter wel voor een groot deel bij hun oude ontwerpen; de voornaamste kracht in het schip zat in de romp zelf, in plaats van de Romeinse schepen, waar balken binnen de romp ervoor zorgde dat schepen in een stuk bleven, dit kwam doordat de schepen overnaads gebouwd waren. Hierbij werden planken half over elkaar gelegd en dan vastgetimmerd. De schepen waren ook goedkoper om te produceren, dus gingen veel Vikingleiders snel over op de nieuwere scheepsbouwtechnieken. Later werd ook een mast en een zeil toegevoegd, zodat de schepen verder konden varen om te handelen, en natuurlijk, om te plunderen.
Het einde van het vikingtijdperk
Het tijdperk van de Vikingen kwam uiteindelijk tot een einde. Er waren hier drie voorname redenen voor:
- Het werd voor de Vikingen met de tijd lastiger om landen succesvol te plunderen, omdat ze zich beter organiseerden en centraliseerden. Hierdoor konden aanvallen van de Vikingen snel afgeslagen worden door een groot leger, waar elke edelheer in het land troepen aan moest bijdragen.
- Ook de Vikingen zelf centraliseerden, een aantal belangrijke Vikingen veroverden grote gebieden, waardoor Noorwegen, Zweden en Denemarken gevormd werden. Hierdoor waren er minder Vikingstaatjes die onafhankelijk aanvallen uitvoerden.
- De voornaamste reden was de bekering van de heidenen naar het christendom. In het christendom werd het massaal plunderen en vernietigen van gebieden, in tegenstelling tot het Noorse heidendom, absoluut niet als eervol gezien. Dit leidde ertoe dat de meeste Vikingen stopte met het plunderen van gebieden.