Praseodymium: verschil tussen versies
(→Voorkomen: Aanvullingen) |
|||
Regel 16: | Regel 16: | ||
== Voorkomen == | == Voorkomen == | ||
+ | Praseodymium komt van nature altijd voor samen met de andere zeldzame aardmetalen. Praseodymium is niet bijzonder zeldzaam (ook al wordt het tot de zeldzame aardmetalen gerekend) en vormt 9,1 mg/kg van de [[aardkorst]]. Deze waarde ligt tussen die van [[Lood (element)|lood]] (13 mg/kg) en [[Boor (element)|boor]] (9 mg/kg). Het is zeldzaam aardmetaal omdat deze zeldzaamheid gezien wordt ten opzichte van "gewone aardmetalen" zoals kalk en magnesia. | ||
== Geschiedenis == | == Geschiedenis == | ||
+ | In 1751 ontdekte de Zweedse mineraloog [[Axel Fredrik Cronstedt]] een zwaar [[mineraal]] uit de mijn in Bastnäs ([[Zweden]]), later ceriet genoemd. Dertig jaar later stuurde de vijftienjarige [[Wilhelm Hisinger]], van de familie die de mijn bezit, een stuk ervan naar [[Carl Wilhelm Scheele]], die er geen nieuwe elementen in vond. In 1803, nadat Hisinger ijzermeester was geworden in de mijn, onderzocht hij samen met [[Jöns Jacob Berzelius]] opnieuw het mineraal en haalde er een nieuw ''oxide'' (element gebonden aan [[Zuurstof (element)|zuurstof]]) uit, dat ze ''ceria'' noemden naar de dwergplaneet [[Ceres (dwergplaneet)|Ceres]], die twee jaar eerder was ontdekt. Ceria werd gelijktijdig en onafhankelijk in Duitsland apart gemaakt door [[Martin Heinrich Klaproth]]. Tussen 1839 en 1843 bleek ceria een mengsel van oxiden te zijn. Wat ontdekt was door de Zweedse chirurg en chemicus [[Carl Gustaf Mosander]], die in hetzelfde huis als Berzelius woonde. Mosander scheidde er nog twee andere oxiden uit, die hij ''lanthana'' en ''didymia noemde''. Hij ontleedde een monster van ''ceriumnitraat'' gedeeltelijk door het in de lucht te ''roosteren'' (verhitten) en het resulterende oxide vervolgens te behandelen met verdund ''salpeterzuur''. De metalen die deze oxiden vormden, werden daarom ''[[Lanthanium|lanthaan]]'' en ''didymium'' genoemd. Terwijl lanthaan een (nieuw) puur element bleek te zijn, was didymium dat niet en bleek het slechts een mengsel te zijn van alle stabiele vroege lanthaniden van praseodymium tot [[europium]], zoals [[Marc Delafontaine]] vermoedde na spectroscopisch onderzoek met de spectrometer, hoewel hij niet de tijd had om verder te gaan. Het zware paar [[samarium]] en europium werd pas in 1879 apart gemaakt door [[Paul-Émile Lecoq de Boisbaudran]] en pas in 1885 scheidde [[Carl Auer von Welsbach]] didymium in praseodymium en [[neodymium]]. Aangezien neodymium een groter bestanddeel van didymium was dan praseodymium, behield het de oude naam, terwijl praseodymium zich onderscheidde door de prei-groene kleur van zijn zouten (Grieks πρασιος, ''prasios'' of ''prasinos'' wat preigroen betekent). De samengestelde aard van didymium was eerder in 1882 al gesuggereerd door [[Bohuslav Brauner]], die de scheiding niet voior elkaar kreeg. | ||
== Gebruik == | == Gebruik == | ||
+ | Praseodymium brandt gemakkelijk bij 150 ° C. | ||
=== Biologie === | === Biologie === | ||
+ | |||
+ | == Veiligheid == | ||
== Toepassingen == | == Toepassingen == |
Versie van 1 nov 2021 12:52
|
|
Chemisch element | |
![]() | |
Stukjes Praseodymium | |
Naam | Praseodymium |
Symbool | Pr |
Atoomnummer | 59 |
Soort | Lanthanide |
Kleur | Zilverwit |
Smeltpunt | 935 oC |
Kookpunt | 3130 oC |
Portaal ![]() |
---|
Praseodymium is een chemisch element met het symbool Pr en atoomnummer 59 in het Periodiek Systeem van de scheikunde. Het is een zacht, kneedbaar, zilverwit metaal dat langzaam verkleurt bij blootstelling aan lucht. Het behoort tot de lanthaniden reeks, een groep van 15 op elkaar lijkende elementen tussen lanthaan en lutetium in het periodiek systeem, waarvan lanthaan de eerste en het prototype is. Praseodymium wordt traditioneel gerekend tot de zeldzame aardelementen.
Voorkomen
Praseodymium komt van nature altijd voor samen met de andere zeldzame aardmetalen. Praseodymium is niet bijzonder zeldzaam (ook al wordt het tot de zeldzame aardmetalen gerekend) en vormt 9,1 mg/kg van de aardkorst. Deze waarde ligt tussen die van lood (13 mg/kg) en boor (9 mg/kg). Het is zeldzaam aardmetaal omdat deze zeldzaamheid gezien wordt ten opzichte van "gewone aardmetalen" zoals kalk en magnesia.
Geschiedenis
In 1751 ontdekte de Zweedse mineraloog Axel Fredrik Cronstedt een zwaar mineraal uit de mijn in Bastnäs (Zweden), later ceriet genoemd. Dertig jaar later stuurde de vijftienjarige Wilhelm Hisinger, van de familie die de mijn bezit, een stuk ervan naar Carl Wilhelm Scheele, die er geen nieuwe elementen in vond. In 1803, nadat Hisinger ijzermeester was geworden in de mijn, onderzocht hij samen met Jöns Jacob Berzelius opnieuw het mineraal en haalde er een nieuw oxide (element gebonden aan zuurstof) uit, dat ze ceria noemden naar de dwergplaneet Ceres, die twee jaar eerder was ontdekt. Ceria werd gelijktijdig en onafhankelijk in Duitsland apart gemaakt door Martin Heinrich Klaproth. Tussen 1839 en 1843 bleek ceria een mengsel van oxiden te zijn. Wat ontdekt was door de Zweedse chirurg en chemicus Carl Gustaf Mosander, die in hetzelfde huis als Berzelius woonde. Mosander scheidde er nog twee andere oxiden uit, die hij lanthana en didymia noemde. Hij ontleedde een monster van ceriumnitraat gedeeltelijk door het in de lucht te roosteren (verhitten) en het resulterende oxide vervolgens te behandelen met verdund salpeterzuur. De metalen die deze oxiden vormden, werden daarom lanthaan en didymium genoemd. Terwijl lanthaan een (nieuw) puur element bleek te zijn, was didymium dat niet en bleek het slechts een mengsel te zijn van alle stabiele vroege lanthaniden van praseodymium tot europium, zoals Marc Delafontaine vermoedde na spectroscopisch onderzoek met de spectrometer, hoewel hij niet de tijd had om verder te gaan. Het zware paar samarium en europium werd pas in 1879 apart gemaakt door Paul-Émile Lecoq de Boisbaudran en pas in 1885 scheidde Carl Auer von Welsbach didymium in praseodymium en neodymium. Aangezien neodymium een groter bestanddeel van didymium was dan praseodymium, behield het de oude naam, terwijl praseodymium zich onderscheidde door de prei-groene kleur van zijn zouten (Grieks πρασιος, prasios of prasinos wat preigroen betekent). De samengestelde aard van didymium was eerder in 1882 al gesuggereerd door Bohuslav Brauner, die de scheiding niet voior elkaar kreeg.
Gebruik
Praseodymium brandt gemakkelijk bij 150 ° C.
Biologie
Veiligheid
Toepassingen
Plaats in het periodiek systeem
Periodiek systeem | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|