Polen

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Republiek Polen
Rzeczpospolita Polska

Flag of Poland.svg Herb Polski.svg EU-Poland.svg

Hoofdstad Warschau
Aantal inwoners 38.116.000 (2021)
Oppervlakte 312.679 km²
Regeringsvorm Parlementaire republiek
President Andrzej Duda (sinds 2015)
Premier Donald Tusk (sinds 2023)
Godsdienst Christendom (90%)
Geen religie (6%)
Overig (4%)
Taal Pools (Język polski)
Munteenheid Złoty
Volkslied Mazurek Dąbrowskiego
Nationale feestdag Dag van de Grondwet (3 mei)
Onafhankelijkheidsdag (11 november)
Landcode POL

Polen (Pools: Polska) officieel Republiek Polen is een land in Europa. Het land grenst aan Duitsland, Tsjechië, Slowakije, Rusland (Kaliningrad), Litouwen, Wit-Rusland en Oekraïne. De hoofdstad van Polen is Warschau.

Polen is sinds de Tweede Wereldoorlog een stuk naar links geschoven. De toenmalige Sovjet-Unie kreeg hierdoor 178.000 km² grondgebied vaan Polen en Polen kreeg 102.600 km² van Duitsland. In de Tweede Wereldoorlog kreeg Polen het zwaar te verduren: het hele land werd verwoest door oorlogen. Hierna kwam een communistische regering, maar veel oude dingen zijn hetzelfde gebleven (Kerk veel macht, landbouwbedrijven zijn nog van burgers). Aan het eind van de jaren '70 kreeg Polen moeilijkheden, doordat de economie achter liep. De keuze van de paus in 1978, de Poolse Karol Wojtyla, die onder de naam van paus Johannes Paulus II bekend werd, had grote invloed. De Polen kregen moed om onder de naam Solidariteit geweldloos te demonstreren en te staken tegen het communisme. In 1989 viel de Volksrepubliek Polen, de voorganger van het moderne Polen.

Natuur

Polen ligt voor het merendeel in de Noord-Europese Laagvlakte, die is ontstaan in de ijstijden. In Polen zijn ook morenengebieden met meren. In Polen stromen de Wisla en de Oder.

Klimaat

Polen heeft een overgangsklimaat, waardoor het 2 klimaatsoorten heeft; een gematigd zeeklimaat en een droog landklimaat. De neerslag varieert enorm; In de Karpaten en Sudeten ongeveer 850 mm per jaar, op de plateaus en meervlakten 600–800 mm per jaar en in Midden-Polen 450 mm per jaar. In de maanden september en oktober is de grootste kans op regen. Deze tijd wordt de Gouden Herfst genoemd. De winters duren van half december tot april. De laagste temperatuur ooit gemeten in Polen is -42 °C, de hoogste 40,2 °C.

Flora en Fauna

Flora

Een bos in Zielona Góra.

De Midden-Europese vegetatie van Polen is bijna geheel ontstaan na de laatste ijstijd. Ongeveer 27% van Polen bestaat nog maar uit bos, en Puszcza Bialoweska is het enige gebied waarin nog een restant van de oerwouden zijn die eens heel Polen bedekten. Het bos verdwijnt niet heel snel; in 1984 (28 jaar geleden) was dit 28%. Województwo in de provincie Lódz is het minst bosrijk, Koszalin, Rzeszów en Zielona Góra het meest. Er zijn loofwouden van eiken, beuken en berken, maar meer voorkomend zijn de bossen met naaldbomen als de lariks en de grove den. De moeras- en heidegebieden zijn gevarieerd met 600 soorten mos en 1500 soorten paddenstoelen.

Fauna

De dierenwereld van Polen is ook Midden-Europees. Er wonen wel enkele dieren die meer bij de Oost-Europese dierenwereld horen zoals de soeslik en de siezel. Dit zijn beide eekhoorns. In het woud van Bialowieska op de rand van de grens tussen Wit-Rusland en leeft wel een erg bijzondere diersoort; de wisent. De wisent is een soort bizon en het grootste Europese zoogdier. In Polen leven ook nog lynxen, bruine beren, wolven, everzwijnen en wilde katten. Bij de Mazoerische meren leven knobbelzwanen, kraanvogels, zwarte ooievaars, raven, grijze reigers, visarenden en aalscholvers. Ook komen in de meren palingen, karpers, zalmen en snoeken voor. Ook de alpenmarmot komt hier voor. Minder zeldzame dieren als hamsters, eekhoorns, herten en reeën zijn ook in Polen te vinden. Er zijn een paar duizend natuurreservaten en 12 nationale parken in Polen.

Geschiedenis

Oudheid en vroege middeleeuwen

In het neolithicum (4000-2000 v.Chr.) vestigden de eerste inwoners zich op Pools grondgebied. Zij waren agrarische groepen en zorgden ervoor dat er handelswegen door het op dat moment dicht beboste land ontstonden. Enkele eeuwen v.Chr. bezetten verschillende groepen het land, zoals de Kelten, Balten en Hunnen, maar deze trokken meestal weer verder. Af en toe vestigden verschillende stammen zich in Polem, en dit ware de eerste belangrijke Poolse inwoners: de Westslavische stammen. Deze gingen omstreeks 500 na Christus in Polen wonen. De belangrijkste stam was die der Polanen. Hun leider, Mieszko I werd bekeerd tot het Christendom in 966.

Middeleeuwen

Kazimierz de Grote, geschilderd door Marcello Bacciarelli.

De dag van de bekering tot het christendom wordt gezien als het ontstaan van Polen. In 1000 werd het eerste aartsbisdom gesticht en in 1025 werd Boleslaw tot eerste koning van Polen gekroond. Na de dood van Boleslaw, die vele gebieden had veroverd, viel het rijk uit elkaar. Kazimierz I wist de eenheid echter te herstellen en hij maakte Kraków hoofdstad van Polen. In 1040 raakte hij echter in conflict met de bisschop van Kraków en liet hem terechtstellen. Hij werd verbannen en het Poolse gebied werd onder zijn 4 zonen verdeeld. Ze hadden vaak meningsverschillen en Polen werd verdeeld in steeds kleinere hertogdommen. Hierdoor kregen de adel en de geestelijkheid meer macht dan ze hadden moeten krijgen.

Het zuiden werd in 1241 aangevallen door Tartaren die Legnica veroverden. Polen riep de hulp in van Poolse kruisridders, maar nadat deze hun taak hadden volbracht in 1275 wilden ze niet meer weg. Hierdoor had Polen geen doorgang meer naar de Oostzee. Ook intern ging het niet goed in Polen, maar onder Wladislaw I keerde de rust terug. Polen begon ook weer te veroveren; verschillende delen van Oekraïne worden veroverd. De opvolger van Wladislaw, Kazimierz III de Grote, bouwde overal kastelen. Gevluchte joden werden binnengelaten zonder problemen en de economie floreerde. Kazimierz overleed in 1370 en zijn opvolger kwam uit Hongarije, de 11-jarige Jadwiga van Hongarije. Zij trouwde met de groothertog van Litouwen en zij versloegen de kruisridders in het noorden en breidden het grondgebied aanzienlijk uit. Jagiello, de Litouwse groothertog, werd in 1434 opgevolgd door zijn zoon Wladyslaw III maar hij stierf in de Slag bij Varna tegen de Turken. Kazimierz IV, zijn opvolger en broer, versloeg de Duitsers definitief en zorgde ervoor dat Polen weer toegang tot de Oostzee had. Eind 15e eeuw werd de adel steeds machtiger en kregen ze steeds meer openbare functies tot hun beschikking.

Gouden Eeuw

In de 16e eeuw was Polen de grootste staat van Europa. Onder Zygmunt I floreerde Polen, ook door een huwelijk met een dochter van een Italiaanse hertog. Polen had het voor het zeggen in Oekraïne, Letland, Ruthenië, Litouwen, Bohemen en Wit-Rusland. Door de economische positie bloeide de mijnbouw en handel in Polen. Zygmunt werd opgevolgd door Zygmunt II en hij bleef ondanks drie huwelijken kinderloos. Het gevaar dreigde dat Polen uit elkaar zou vallen. Daarom werd in 1569 de Unie van Lublin gesloten. Hierdoor werden Polen en Litouwen samen een republiek met een gezamenlijk parlement en een koning. In 1572 stier Zygmunt en begon de periode van kieskoningen. Polen werd hierdoor het meest democratische land van Europa. De gekozen koningen waren onder anderen Hendrik III van Frankrijk en Stefan Barthony, de prins van Transsylvanië.

Zeventiende eeuw

Josef Pilsudski, voormalige dictator van Polen.

In 1605 viel Zweden Polen aan, maar het werd door de Polen verslagen. De relatie met Zweden werd hierdoor erg gespannen en leidde tot de Dertigjarige Oorlog. In 1632 werd Zygmunt III opgevolgd door Wladyslaw IV, die oorlog tegen de Russen en Turken voerde. Hij sloot ook vrede met Zweden in 1648. Jan II Kazimierz Waza, de opvolger, zorgde ervoor dat er oorlogen kwamen. In 1655 bracht Janus Radziwill de Zweden naar Polen maar hierdoor werd het hele land ontwricht. In 1672 verklaarde de Turken de oorlog aan Polen maar deze wisten ze te verslaan. In 1683 versloegen ze de Turken weer bij Wenen, dit was onder Jan Sobieski's leiding.

Eerste Wereldoorlog

In de Eerste Wereldoorlog bestond Polen niet, door de Participatie in 1795. Pas in 1918 bestond Polen.

Toen de Eerste Wereldoorlog begon, mocht de maarschalk Pilsudski de grens van Rusland oversteken. Hij deed dit met een groot leger. Toen Duitsland aan het verliezen was, bombardeerde hij zichzelf tot president. Dit werd door de geallieerden geaccepteerd. In 1921 werd de lijn tussen Duitsland en Polen door de geallieerden bepaald. Door de oorlog had Polen te kampen met een economie dit erg slecht was. Polen was ook agrarisch (boerenleven) rond die tijd. Amerika stak erg veel geld in het land, maar toen in 1929 de wereldwijde crisis uitbrak waar vooral Duitsland onder leed, was dit helemaal voor niets. Pilsudski pleegde in 1926 een staatsgreep. Hierna ging hij verder regeren als een dictator.

Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog werd Polen op 1 september 1939 door meer dan een miljoen soldaten uit Duitsland aangevallen. De Sovjets vielen paar dagen later Polen aan, via de oostzijde. Polen hield een paar weken stand, maar door de Blitzkrieg techniek van de Duitsers was het toch redelijk snel afgelopen. In Polen werden meerdere concentratiekampen geplaatst. Auschwitz is het bekendste kamp omdat er meer dan 1.1 miljoen mensen werden gedood. Treblinka het kamp waar in verhouding de meeste mensen werden gedood. Hier werden ongeveer 900.000 mensen gedood, van de ongeveer 900.000 mensen. Dat kwam doordat het een vernietigingskamp was zonder werkgedeelte. Zes miljoen Polen zijn in de Tweede Wereldoorlog omgekomen. Op 17 januari 1945 werd Polen bevrijd. In Warschau kwamen in 1944 veel mensen in opstand, die na 56 dagen werd neergeslagen.

Polen is het land dat het ergst getroffen is door de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Ongeveer 20% van de bevolking is door de Nazi's vermoord. Dat waren een kleine 6 miljoen mensen, waaronder 3 miljoen Poolse joden. Volgens de racistische ideeën van Adolf Hitler waren Slavische volkeren minderwaardig, dus ook Polen. Niet lang na de aanval op Polen, op 6 november 1939, liet hij al hoogleraren, legerofficieren en ontwikkelde priesters naar het concentratiekamp brengen. Dat was nog maar het begin van een van de ergste nachtmerries van de Europese geschiedenis.

Paus Johannes Paulus II wordt door miljoenen Polen begroet in 1979

Communistische periode

Na de Tweede Wereldoorlog moest Polen ongeveer de helft van haar gebied aan de Sovjet-Unie geven. De communistische partij won door fraude en druk van de Sovjet-Unie bij verkiezingen in 1947. Zij namen alle belangrijke posities in en de politie stond berucht omdat ze met harde hand regeerden. Economisch ging het ook zeer slecht in Polen en doordat de voedselprijzen in 1970 verhoogd werden volgden er enorm veel stakingen. De politie stopte deze met geweld. In 1978 werd een Poolse paus gekozen. Hij reisde, na lange en moeizame onderhandelingen met de communistische regering, voor 9 dagen door Polen. De bevolking veranderde. Meer dan 10 miljoen Polen zijn naar de paus geweest. Ze kwamen naar kerkdiensten, Open Lucht bijeenkomsten, pauselijke ritjes door steden en ga zo maar door. Dit soort mensenmassa's hadden de communisten nog nooit meegemaakt. De paus sprak steeds over solidariteit. Uit alle groeperingen die na het bezoek van de paus werden gevormd, kwam de vakbond Solidariteit (of Solidarnoc op zijn Pools) voort. In 1980 kwamen er weer stakingen. Deze stakingen werden geleid door Lech Walesa en de vakbond Solidarnosc (of Solidariteit). De stakingen waren geweldloos, ondanks een poging om de paus te laten vermoorden in 1981 (door Ali Agca), de moord op de priester Popieluszko in 1984 en allerlei vernederingen van priesters. Om alles in het gareel te houden werd Jaruzelski, een generaal, aangesteld als premier. Hij moest de hervormingen starten. Duizenden mensen werden opgepakt en de situatie leek weer onder controle. Toch waren er tussen 1980 en 1989 weer vele stakingen. Polen was het eerste Oostblok-land waar het communistische regime democratisch werd beëindigd. In Polen werden in 1990 de eerste vrije verkiezingen gewonnen door Lech Walesa.

Lech Walesa.

Heden

In juni 1989 werden de eerste vrije verkiezingen gehouden door Solidarnosc in Polen en deze lieten zien wat men van de communisten dacht: ze werden volledig overlapt door bijvoorbeeld de Boeren- en Democratische Partij, die eerst ook communistisch was maar al snel de kant van de oppositie koos. Rakowski werd de nieuwe premier. Jaruzelki werd president. Leszek Balcerowicz zorgde voor een economisch plan om de inflatie te stoppen. Lech Wałęsa zorgde met zijn vakbond "Solidarność" (solidariteit) dat arbeiders meer inspraak kregen. Tegelijk gebruikte hij zijn vakbond als breekijzer om meer beweging in het starre communistische systeem van Polen te krijgen. Want Polen was sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog een satellietstaat van de Sovjet-Unie, dus in feite een bezet land. Solidarność werd dan ook keer op keer verboden, maar telkens toch weer toegestaan. Toen de greep van de Sovjet-Unie op Polen in 1989 verslapte, werd Wałęsa een jaar later president van Polen met ruim 74% van de stemmen. Bij de verkiezingen van 1995 werd Wałęsa nipt verslagen door Kwasniewskie. Hij zorgde voor geldhervorming. In 1997 werd een nieuwe grondwet goedgekeurd en geïntroduceerd. Hierna ging alles snel. In datzelfde jaar werd door de Europese Unie besloten dat Polen op termijn bij de EU mocht komen. Polen trad in 2004 toe tot de EU. Lech Kaczyński won in 2005 de verkiezing met 54%. Hij overleed in april 2010 na een vliegtuigcrash. Komorowski won de nieuwe verkiezingen van Kaczyński's tweelingbroer.

Samenleving

In het jaar 2002 werd het inwoneraantal van Polen geschat op 38.230.080. In de Tweede Wereldoorlog kwam ongeveer 17% van de gehele Poolse bevolking om het leven. In 1955 was de bevolkingsgroei van Polen explosief: toen was er een stijging van 2%. In de jaren '60 daalde het geboortecijfer weer, maar na 1972 begon dit weer te stijgen. In 1985 was het geboortecijfer gemiddeld 18,7 op 1000 inwoners. Toen groeide de bevolking met 0,8%.

Structuur van de maatschappij

Voor de Tweede Wereldoorlog was de samenleving in Polen heel anders. Voor de Tweede Wereldoorlog was de macht in handen van de adel en grootgrondbezitters. Tussen 1944-1950 raakten zij alles kwijt aan de staat. Alle bedrijven werden genationaliseerd, waardoor de rijke burgerij ook haar macht verloor. De officieren werden uit hun functie gezet. Boeren verloren hun functies. Na 1989, toen het communisme in Polen viel, is er veel veranderd, maar nog steeds hebben de adel en grootgrondbezitters bijna geen macht meer.

Staatsinrichting

Volgens de grondwet van '97 is Polen een parlementaire democratie. Hierin zijn de rechten van de burgers versterkt. Het hoogste politieke orgaan is de Sejm, met 460 zetels voor het parlement. De Senaat heeft 100 zegels. De leden van de Sejm worden gekozen volgens een stelsel. De president is het staatshoofd en wordt eens in de 5 jaar gekozen. Hij kan wetgeving verzonnen door het parlement tegenhouden. Vergeleken met Nederland heeft de president dan ook erg veel macht. In Nederland bekleed het staatshoofd (Koning Willem-Alexander) slechts een ceremoniële functie, in Polen is het staatshoofd ook gewoon een staatshoofd: de machtigste man, de hoogste macht. Het parlement moet over het algemeen doen wat de president van hen verlangt.

Onderwijs

Het Poolse onderwijs is als volgt ingedeeld:

Schoolindeling Polen
Kindergarten
Basisonderwijs klas 1 t/m 6
Gimnasium klas 7 t/m 9
Liceum klas 10 t/m 12
Technikum klas 10 t/m 13
Beroepsonderwijs 2 tot 3 jaar
HBO/Universiteit

EK voetbal 2012

Polen en Oekraïne organiseerden in 2012 het Europees Kampioenschap voetbal. Omdat Polen (mede)organisator is, mocht het meedoen zonder voorrondes te hoeven spelen. Maar dat wil nog niet zeggen, dat Polen een zwak voetballand is. Het heeft zelfs een rijke voetbalgeschiedenis. De beste prestaties waren de derde plaatsen behaald tijdens het Wereldkampioenschap Voetbal in West-Duitsland in 1974 en in Spanje in 1982. Vooral in 1974 maakte Polen indruk, toen het wereldkampioen Brazilië versloeg. In het Poolse elftal speelden toen veel voetballers, die tot de wereldtop behoorden, zoals Lato, Deyna, Gadocha, Szarmach, Zmuda en Gorgon.

In de volgende steden van Polen werd tijdens het EK van 2012 wedstrijden gespeeld:

  • Warschau (Nationaal Stadion, capaciteit 58.145 toeschouwers)
  • Poznań (Stadsstadion, capaciteit 41.609)
  • Wrocław (Stadsstadion, capaciteit 42.771)
  • Gdańsk (PGE Arena, capaciteit 42.105)


Grote steden

Er zijn verschillende grote steden in Polen, hier staan ze op een rijtje van groot naar klein:

  1. Warschau 1.700.000
  2. Krakau 750.000
  3. Łódź 750.000
  4. Wrocław 650.000
  5. Poznań 550.000
  6. Gdańsk 450.000
  7. Szczecin 400.000
  8. Bydgoszcz 350.000
  9. Lublin 350.000
  10. Katowice 300.000

De grootste agglomeratie in Polen is die van Katowice, met ongeveer 3.5 miljoen inwoners.

Naar maar waar

Op 10 april 2010 kwam de president van Polen, Lech Kaczyński, om het leven toen zijn vliegtuig bij Smolensk (Rusland) neerstortte. Het vliegtuig was op weg naar een herdenking van het Bloedbad van Katyn, de moord op duizenden Poolse officieren door de Russen in de Tweede Wereldoorlog.

Vlag

Videoclip

Externe link


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Polen&oldid=563296"