Tachtigjarige Oorlog

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Tachtigjarige Oorlog
Datum 1568 - 1648
Locatie Spaanse Nederlanden en Gibraltar
Overwinning voor De Republiek (Nederland)
Resultaat
Strijdende partijen
Prinsenvlag.svg Nederlandse opstandelingen (later de Republiek)
Flag of England.svg Engeland (1585-1604; 1625-1630)
Royal Standard of the King of France.svg Frankrijk (1596-1598; 1635-1648)
Flag of Cross of Burgundy.svg Spanje
Leiders
Willem van Oranje
Maurits van Oranje
Frederik Hendrik
Maarten Tromp
Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg
Elizabeth I
Filips II
Filips III
Filips IV
Alva
Troepensterkte
Verliezen
± 100.000 overleden Onbekend
Portaal Portal.svg Geschiedenis

De Tachtigjarige Oorlog was een oorlog tussen Nederland en Spanje, die duurde van 1568 tot 1648. De oorlog woedde in de Nederlanden (huidige Nederland en België), die toentertijd bestuurd werden door de koning van Spanje. De oorlog begon als een opstand onder het volk in de Noordelijke Nederlanden tegen de Spanjaarden. Dit deel van de oorlog wordt de Nederlandse Opstand genoemd. Vanaf 1588 werd de oorlog geregeld. Het Nederlandse volk werd gesteund door Willem van Oranje en gedurende de oorlog steunden de Fransen en Britten ook de Nederlanders. Zij stonden tegenover de Spaanse koning Filips II. Zowel Willem van Oranje als Filips II maakten het einde van de oorlog nooit mee. De oorlog eindige met de vrede van Münster, waar Nederland en Spanje vrede sloten. Spanje erkende Nederland vanaf dat punt als onafhankelijk land.

Aanvankelijk kwamen alle zeventien gewesten in de Nederlanden in opstand tegen de Spaanse koning. Vanaf 1576 groeiden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden uit elkaar als gevolg van de Reformatie. De Noordelijke Nederlanden waren grotendeels protestants, terwijl de Zuidelijke Nederlanden katholiek waren. De Zuidelijke Nederlanden kozen de kant van Spanje, aangezien Spanje ook een katholiek land was. Na de val van Antwerpen in 1584 verhuisden veel rijke handelaren en intellectuelen naar Amsterdam. Dit zorgde voor de Gouden Eeuw in Nederland. Vanaf 1590 waren de Nederlanden aan de overwinnende hand. In 1609 werd uiteindelijk een vrede getekend voor twaalf jaar; genaamd het Twaalfjarig Bestand. In deze tijd werd er niet gevochten tussen beide landen. In 1621 werd de strijd hervat, maar vond enkel in de Zuidelijke Nederlanden plaats.

De Tachtigjarige Oorlog wordt als een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis gezien. De oorlog leidde tot het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de Gouden Eeuw. De oorlog droeg bij aan het zelfbewustzijn van het Nederlandse volk.

Wat gebeurde er vooraf?

De Nederlanden

Een kaart van de Verenigde Provinciën

Nederland en België bestonden gedurende de Middeleeuwen uit allerlei kleine landjes. Deze landjes hadden eigen regeringen, eigen wetten en eigen regels. De hertogen van Bourgondië probeerden als eerste deze landjes te verenigen. Dit gebeurde onder de Bourgondische Nederlanden. Deze gingen later over op het adellijk huis Habsburg en werden de Habsburgse Nederlanden. Zij zorgden ervoor dat al deze landjes dezelfde vorst kregen. Deze werden de Zeventien Provinciën genoemd:

  1. Graafschap Artesië
  2. Graafschap Vlaanderen
  3. Rijsels-Vlaanderen
  4. Heerlijkheid Mechelen
  5. Graafschap Namen
  6. Graafschap Henegouwen
  7. Graafschap Zeeland
  8. Graafschap Holland
  9. Hertogdom Brabant
  10. Hertogdom Limburg en de landen van Overmaas
  11. Hertogdom Luxemburg
  12. Heerlijkheid Friesland
  13. Doornik en het Doornikse
  14. Heerlijkheid Utrecht
  15. Heerlijkheid Overijssel (met Drenthe)
  16. Heerlijkheid Groningen en Ommelanden
  17. Hertogdom Gelre en graafschap Zutphen

Het prinsbisdom Luik was géén onderdeel van de Verenigde Provinciën net als enkele kleinere staatjes. De Verenigde Provinciën hadden enkel hetzelfde staatshoofd; ze bleven hun eigen wetten en regeringen houden.

Onder Karel V

Keizer Karel V

In 1506 werd Karel V landsheer over de Nederlanden als opvolgers van Filips de Schone. Keizer Karel V wist later ook keizer van het Heilige Roomse Rijk, koning van Spanje en aartshertog van Oostenrijk te worden. Keizer Karel V was dus heel machtige man in Europa, die grote stukken grond bestuurde. Hierdoor kon hij niet overal tegelijk zijn. Een landvoogd bestuurde daarom de Nederlanden voor hem; al bleef Karel V degene met de meeste macht. De landvoogd zorgde voor het uitvoeren van de beslissingen van de keizer en stelde de keizer op de hoogte wat er allemaal gebeurde in de Nederlanden. De landvoogd zat gevestigd in Brussel; wat in feite als de hoofdstad gezien kan worden. Keizer Karel V wilde meer invloed over de staatjes en dus kwamen er raden voor de gehele Nederlanden:

Alle gewesten bleven hun eigen bestuur houden. Ieder gewest werd vertegenwoordigt door een stadhouder en hadden een eigen bestuur genaamd de Staten. Het kwam weleens voor dat deze staten gezamenlijk vergaderden; dit werd de Staten-Generaal genoemd.

Keizer Karel V was vooral druk met het regeren van de andere gebieden en het voeren van verschillende oorlogen. Karel V liet de Staten-Generaal hun gang gaan. Toch vond Karel V een aantal dingen wel belangrijk. Als eerste wilde hij dat het katholieke geloof tegen het protestantisme beschermt werd. In die tijd waren de meeste Nederlanders katholiek, waardoor dat makkelijk lukte. Ten tweede wilde hij de centrale macht in Brussel vergroten. Dit deed hij door de eerder genoemde raden. Als laatste wilde hij zijn rijk compleet maken. Hoewel dit in principe lukte, bleef Frankrijk een gat in zijn rijk. Keizer Karel V deed in 1555 troonsafstand, waarna zijn zoon Filips II de macht overnam.

Filips II komt aan de macht

Koning Filips II

Koning Filips II was strenger katholiek dan zijn vader. In Nederland was er toentertijd godsdienstvrijheid en een deel van de mensen was protestants. Filips II kreeg toen zijn vader overleed echter niet heel zijn rijk. De broer van de Karel V kreeg de leiding over het Heilige Roomse Rijk (het huidige Duitsland). Filips kreeg de leiding over Spanje, Portugal, delen van Italië, een stukje in Frankrijk, de Amerikaanse koloniën en natuurlijk de Nederlanden. Filips wilde in zijn koninkrijk een centraal bestuur. Waarom? Hij wilde dat hij op vaste basis belasting kon ontvangen en niet dat het de ene keer meer was en de andere keer minder. Verder wilde hij dat overal in zijn rijk dezelfde wetten waren, zodat er geen misverstanden konden ontstaan op straffen. Iedereen moest overal op dezelfde manier berecht worden. Hij wilde ook dat iedereen in zijn rijk katholiek werd. Dit zou ook een goed bindingsmiddel moeten zijn voor alle burgers in zijn rijk. De Staten-Generaal vond dit echter helemaal niet leuk. Zij hadden destijds immers een afspraak met Karel V gemaakt. De staten mochten zelf hun belasting heffen. Zij mochten zelf hun wetten maken en mensen werden niet vervolgd om hun geloof. Deze afspraken werden door Filips II tenietgedaan. In 1559 kwam Filips voor de laatste keer in de Nederlanden. Willem van Oranje, de stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht, vroeg hem om wat te matigen, maar dat wilde Filips niet doen. In de daaropvolgende jaren werd de situatie steeds slechter.

De stadhouders van de gewesten vonden, dat zij buiten het landsbestuur werden gehouden, zij door de nieuwe voorwaarden voor benoeming tot bisschop werden benadeeld en de geloofsvervolgingen nodeloos streng waren. Tegelijkertijd ergerde het volk zich aan, de levenswijze van een deel van de katholieke geestelijkheid, de hoge belastingen die voor een groot deel naar Spanje gingen, de slechte economische omstandigheden en de strenge vervolging van protestanten. Ondanks al deze bezwaren was dit nog lang niet de reden dat het volk in opstand kwam. Filips II liet het Consultalid Antoine Perrenot de Granvelle naar de Nederlanden komen. Granvelle werd nu Filips' belangrijkste adviseur omtrent de Nederlandse zaken. De Nederlandse adel probeerde dit wat te verstoren en Filips was genoodzaakt om Granvelle op een wat veiligere plaats te stallen. Daarnaast probeerde de adel de geloofsvervolging te matigen en gaf dit aan bij Filips. Ook dit verzoek werd afgewezen. De hoge adel was nu voorlopig uitgespeeld en de spanningen liepen op.

Reformatie en Beeldenstorm

Voor meer informatie over de Reformatie, zie hier.
De Beeldenstorm

Ondertussen was in Europa de Reformatie bezig tussen de Rooms-Katholieke Kerk en het protestantisme. Kerkhervormers als Johannes Calvijn en Maarten Luther wilde de kerk zuiveren, maar de kerk wilde dit zelf niet. De protestanten splitsten zich later van de kerk af. Zij hadden kritiek op verschillende katholieke tradities, zoals de verering van heiligen en de verkoop van aflaten. Ook hadden ze kritiek op de luxe levensstijl van geestelijken, die volgens de protestanten soberder zouden moeten leven. De protestanten wilden daarnaast alle kunstwerken uit de kerken verbannen. De stadhouders boden ondertussen de Smeekschrift der Edelen aan aan landvoogdes Margaretha van Parma; om de strenge vervolging van protestanten stop te zetten. Margaretha van Parma beloofde de vervolging tijdelijk stop te zetten, terwijl de brief naar de Spaanse koning werd gestuurd. Dit leidde tot de Beeldenstorm in de Nederlanden, waarin een groep fanatieke protestanten kerken en kloosters bestormde om beelden, schilderijen en andere kunstwerken te vernietigen. Al eerder vonden dit soort Beeldenstormen plaats in andere Europese steden, waaronder Augsburg, Kopenhagen en Genève. In 1566 ging deze Beeldenstorm ook door de Nederlanden heen. Honderden kerken, kapellen, abdijen en kloosters, altaren, beelden doopvonten, koorgestoelten, preekstoelen en orgels werden vernield, kelken vertrapt en schilderijen, kerkelijke gewaden en boeken verscheurd. De protestanten vonden dat ze onvoldoende vrijheid hadden om hun geloof te belijden.

Dit leidde tot woede bij Filips II. Als reactie op de Beeldenstorm stuurde Filips II een leger onder de leiding van Fernando Álvarez de Toledo, beter bekend als Alva. Alva was de beste vriend van Filips II. De echte opstand kwam toen tot leven. Deze hertog moest de fanatieke protestanten vermoorden. Hertog van Alva richtte toen de Raad van Beroerten op die in de volksmond ook wel de Bloedraad werd genoemd. In 1568 veroordeelde hij de edelen Lamoraal van Egmont (graaf van Egmont) en Filips van Montmorency (graaf van Horne) ter dood, aangezien zij de Beeldenstorm hadden gesteund. Andere edelen, waaronder Willem van Oranje, waren ondertussen al gevlucht.

Verloop

Eerste invasie door Oranje

De Tachtigjarige Oorlog begon met de eerste invasie van Willem van Oranje. Oranje viel in de zomer van 1568 stak de Eems over en viel de Spaanse Nederlanden in het noorden binnen. Medestanders van hem zouden de Nederlanden ook binnenvallen via Roermond (dat belegerd werd) en in het zuiden. De eerste invasie was vrij rampzalig voor Oranje. Hij verloor iedere slag, behalve de slag bij Heiligerlee. Zijn broer Adolf kwam bij de slag om het leven. Oranje had een kleiner leger dan Alva. Oranje trok zich terug met zijn medestanders naar Slot Dillenburg. Oranje had huursoldaten aangenomen en doordat deze niet betaald werden, viel het leger uit elkaar. Oranje trok zich terug, maar het volk werd laten weten dat Oranje nog aan hen dacht. Dit leidde tot het schrijven van het Wilhelmus, waarvan men denkt dat het door Filips van Marnix van Sint-Aldegonde (dit wordt tegenwoordig betwijfeld).

Oranje zou pas in 1572 weer iets van zich laten horen.

Oranjes Tweede invasie en Alva's strafexpeditie

Op 1 april 1572 vielen de watergeuzen de Hollandse stad Den Briel (tegenwoordig Brielle) binnen. De geuzen waren net als Oranje tegenstanders van de Spaanse koning. Zij waren verdreven en hadden de opdracht van de Engelse koningin Elizabeth I gekregen om Den Briel aan te vallen. Oorspronkelijk wilde men Enkhuizen aanvallen, maar de geuzenvloot kwam een stuk zuidelijker terecht. Veerman Jan Klopstock zag de geuzenvloot en vaarde er naartoe. De geuzen vroegen hem of er Spanjaarden in de stad waren en zij deze aankonden. Klopstock zei dat dit makkelijk kon en dit leidde tot de inname van Den Briel. De geuzen bevrijdden Den Briel zo van de Spanjaarden en gaven aan dit te doen in naam van Oranje. Hoewel dit tegenwoordig als een grote gebeurtenis gezien wordt, vond Alva het niet heel bijzonder. Oranje broer, Lodewijk van Nassau, viel de Nederlanden via het zuiden binnen. Lodewijk hield Bergen bezet, maar werd door de Spanjaarden in de slag bij Saint-Ghislain verslagen. Op dat moment werd Oranjes plan voor de aanval voor Alva duidelijk. Oranje was bezig met een nieuwe aanval in het zuiden. Oranje had de stad Roermond ingenomen en platgebrand. Vervolgens ging hij door naar Diest en Leuven, dat hij ook innam. Hierna werden Oudenaarde, Mechelen en Dendermonde veroverd. In zijn legerkamp in Bergen werd hij echter verrast door de Spanjaarden. Hij overleefde ternauwernood een aanslag en trok zich terug naar Roermond. Oranje was ervan overtuigd dat de steden zich niet vrijwillig overgaven en dat het volk geen behoefte had aan Oranje.

De plundering van Mechelen door Don Frederik

Vanuit Den Briel bevrijden de geuzen Vlissingen, Veere en Zierikzee. In het noorden sloot ook Enkhuizen zich bij de opstand aan. Veel Hollandse steden stonden onderdruk welke kant ze zouden kiezen. Veel steden waren het niet eens met de Spaanse bezetting. Daarnaast waren veel steden door waterwegen verbonden, waardoor de geuzen zich snel konden verplaatsen. In de bevrijde steden werd de Rooms-Katholieke Kerk verboden en werd het calvinisme de staatsreligie. Dit leidde tot een strafexpeditie door Alva's zoon, Don Frederik. Don Frederik strafte steden als Mechelen, waardoor alle Vlaamse en Brabantse opstandige steden zich overgaven. In Naarden zorgde Don Frederiks leger voor een gigantisch bloedbad en veel plunderingen; het bloedbad van Naarden. Don Frederik trok vervolgens naar Haarlem, dat hij belegerde. Haarlem werd voor zeven maanden belegerd, maar moest zich toen overgeven vanwege een voedseltekort. Hoewel Haarlem het Spaanse leger betaalde om een plundering te voorkomen, werd een deel van de bevolking door de Spanjaarden vermoord. Alkmaar trok vervolgens en belegerde de stad, maar Alkmaar gaf zich niet over. Het Spaanse leger trok zich terug, net als tijdens de slag op de Zuiderzee. Ondertussen vielen de geuzen ook Goes en Middelburg aan. Goes bleef in Spaanse handen, maar Middelburg werd bevrijd. Hierdoor kwam de Westerschelde in Nederlandse handen.

Algemene opstand in Holland en Zeeland

Burgemeester Pieter van der Werff bied zijn eigen lichaam als eten aan de bevolking aan tijdens het beleg van Leiden.

Na de strafexpeditie van Alva vond de opstand alleen nog in Zeeland en Holland plaats. Koning Filips II geloofde dat de acties van Alva juist het omgekeerde effect hadden. Hierdoor verving hij Alva als landvoogd door Luis de Zúñiga y Requesens, die een stuk gematigder was. De Spanjaarden waren nog altijd oppermachtig op het land, maar niet op het water. Op dit punt hing het lot van de opstand af van de belegering van één stad; Leiden. Het beleg van Leiden duurde bijna een jaar en de bevolking van de stad werd geplaagd door honger en ziekten. Toch hield Leiden stand en toen de dijken uiteindelijk waren doorgeprikt, steeg het water rond de singels van de stad in de nacht van 2 op 3 oktober 1574. De Spanjaarden vluchtten voor het water en de belegering was over; de Nederlanders hadden gewonnen. Als reactie op de nederlaag namen de Spanjaarden Oudewater en Schoonhoven in. Hoewel het Spaanse leger Woerden wilde innemen, mislukte deze aanval. De Spanjaarden wisten wel Zierikzee te veroveren.

Beide kanten hadden te maken met gebrek aan geld. Vooral voor Spanje was dit een probleem, aangezien het land ook nog in andere delen van Europese oorlogen voerde. In 1575 werden in Breda onderhandelingen gevoerd tussen Requesens en de opstandelingen. Deze onderhandelingen liepen op niets uit, aangezien de twee partijen het niet eens konden worden over godsdienst. Requesens overleed een jaar later, waardoor de Nederlanden zonder landvoogd zaten. Ondertussen liep het geldgebrek van Spanje op en kon de Spaanse huursoldaten in Zierikzee niet betalen. De Spaanse huursoldaten verlieten Zierikzee en sloegen op een plundertocht door Brabant en Vlaanderen. Hierbij werd Aalst geplunderd en veroverd door de huursoldaten, die vanuit de stad andere steden aanvielen.

Pacificatie van Gent en nasleep

De Spaanse Furie in Antwerpen

Brabant en Vlaanderen waren de twee gewesten die het trouwste waren aan de Spaanse koning. De plunderingen door de huursoldaten brachten hier verandering in. Tot dan toe had de strijd zich vooral in Holland en Zeeland gevestigd, maar andere gewesten voelden zich ook aangevallen. De besturen van alle gewesten kwam samen in Gent voor vredesonderhandelingen. Deze begonnen op 19 oktober 1576 en eindigden 28 oktober. De onderhandelingen werden bekrachtigd na de Spaanse Furie op Antwerpen op 8 november. Tijdens de Spaanse Furie vielen de Spaanse huursoldaten Antwerpen binnen, waarbij vele mensen overleden en een groot deel van de stad afbrandde. De besprekingen leidden tot de Pacificatie van Gent, waarin de gewesten vrede met elkaar sloten en één unie vormden. Religie bleef een belangrijke discussie, maar deze zou door de Staten-Generaal opgelost worden. De Spaanse huursoldaten trokken maar Maastricht, dat ook geplunderd werd, waarna ze de Nederlanden verlieten. Koning Filips II stuurde zijn halfbroer Don Juan van Oostenrijk naar de Nederlanden als nieuwe landvoogd. Don Juan verklaarde zich aan de Pacificatie van Gent te houden. De Spaanse soldaten verdwenen uit de Nederlanden, de Staten-Generaal beloofde niet samen te komen zonder oproep van de landvoogd en het calvinisme werd verboden.

Voor Willem van Oranje en het gewest Zeeland was dit niet acceptabel. Don Juan voelde zich hierdoor bedreigd en vestigde zich met Duitse huursoldaten in de citadel van Namen. Dit was tegen de regels van de Pacificatie van Gent. Don Juan trad af als landvoogd en benoemde Matthias van Oostenrijk als de nieuwe landvoogd. Matthias vormde een unie met Willem van Oranje, waardoor nu alle gewesten (behalve Luxemburg) in opstand kwamen tegen de Spaanse koning. Koning Filips II gaf Don Juan de opdracht het Spaanse leger weer naar de Nederlanden te sturen. Het Spaanse leger veroverde vervolgens het zuidoosten van de Nederlanden. Ondertussen had Willem van Oranje met een probleem te maken; religie. De Noordelijke Nederlanden waren vooral calvinistisch, terwijl de Zuidelijke Nederlanden katholiek waren. De calvinisten wilden van het calvinisme een staatsreligie maken; waardoor de Katholieke Kerk verboden werd. Een groep radicale calvinisten veroverden Gent en Antwerpen en verboden de Katholieke Kerk. Ook veel steden in Zeeland en Holland deden dit. Voor de katholieke gewesten werd dit als een bedreiging gezien. Uit vrees voor radicale protestanten vormden de katholieke gewesten in het zuiden de Unie van Atrecht. Deze unie beloofde trouw aan Spanje.

Parma's 9 jaren

Maurits' 10 jaren

11 jaren strijd

Twaalfjarig bestand

Eindstrijd

Het Plakkaat van Verlatinghe

In 1581 ondertekenen de stadhouders een document waarin koning Filips een tiran wordt genoemd. Ze vinden dat hij weg moet. Het document is uniek omdat het de eerste keer was dat een koning van zijn onderdanen weg moest. De meeste mensen geloofden dat een koning werd aangesteld om een land te regeren en de chaos te voorkomen en dat God dat zo gewild had. Dit document is het eerste in de wereldgeschiedenis, waarin een volk verzoekt om vrijheid van een koning.

Het einde van de oorlog in 1648

De vrede van Münster (in Duitsland, net over de grens bij Enschede) betekende het einde van de Tachtigjarige Oorlog. De Spaanse koning erkende De Verenigde Nederlanden als vrije staat. In 1648 vond iedereen dat de oorlog lang genoeg duurde. Beide partijen waren de strijd zat. Het geld was op. De mensen leden honger. Iedereen wilde nu eindelijk wel eens rust. In de Duitse stad Münster werd in 1648 de vrede gesloten. De Republiek had uiteindelijk gewonnen. Het was geen deel meer van Spanje. Het werk van alle mannen van Oranje was niet voor niets geweest.

Het gebied dat wij nu kennen als Nederland, heette toen de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden. De regering werd gevormd door een groep belangrijke mensen (Staten Generaal). Enkele gewesten (b.v. Brabant) kwamen niet in de Staten Generaal, omdat die door de belangrijke mensen niet belangrijk genoeg werden gevonden. Deze gewesten worden de Generaliteitslanden genoemd. Willem van orangje is vermoord door baltasar gerads, die vervolgens ook met paarden op een afschulijke manier werd gedood. In het prinsenhof kun je nu nog het gat in de muur zien. Het lijken 2 gaten, dus 2 pistolen maar het was een schot waar 2 kogels uit kwamen.


De Opstand vanuit Spaans perspectief

Twaalfjarig bestand 1609 - 1621

Tijdens het twaalfjarig bestand is er weinig aandacht vanuit de Spanjaarden voor de Nederlanden. Het ondertekenen van bestand werd gezien als een enorme deuk in de reputatie van Spanje. Hierom werd in deze tijd geen aandacht geschonken aan de Nederlanden, maar aan Spanje zelf. Er was voornamelijk propaganda over de glorie dagen van Spanje. Hoewel er slecht nieuws was, werd dit zo min mogelijk gepubliceerd. Er werd in deze tijd wel voor het eerst een verschil gemaakt tussen de opstandige Nederlanders; Holandés en de trouwe Nederlanders; Flamenco.

Er gebeurde ook iets wonderlijks in de schouwburgen (de bioscopen van die tijd). Ten tijden voor het bestand werden er stukken opgevoerd waarin de Nederlanden als slecht en verdorven werden afgeschilderd. Grote personages als Alva en Willem en slagen werden nagespeeld. Echter, er was nu alleen aandacht voor heldendaden tijdens de oorlog. Hierin werden de Spaanse kwaliteiten door een soldaat groter gemaakt. Op de achtergrond was een uitgeputte Republiek te zien, maar het ging vooral om Juan (een Spaanse soldaat) die helden daden verrichtte tijdens de opstand.

Laatste deel van de opstand 1621 - 1648

Na het bestand zat het imago van de Spanjaarden nog steeds in een slop. Filips IV (kleinzoon van Filips II) wist zich geen raad en gaf deze opdracht aan Olivares. Hij moest ervoor zorgen dat het Spaanse imago weer terug kwam als in de glorie dagen van Spanje, zoals in de tijd van Karel V en Filips II.

Olivares ging verder met wat er tijdens het twaalfjarig bestand al gebeurde. De Spanjaarden moesten naast hun reputatie ook een hoog moreel krijgen. Hierdoor werden allerlei legendes verspreidt slagen waarin de Spaanse soldaten in de minderheid waren en toch nog net wisten winnen van hun vijanden. Het grote verschil dat hij hierin maakte is dat hij de Nederlanden als uitgemergeld gebied omschreef. Waarin alles door oorlog verwoest was, zoals het land als de mensen die daar leefden.

Grappig hierin is dat er verhalen bekend zijn als deze;

"Een aantal Spaanse schepen waren in op zee in het nauw gedreven, de vloot van de Holandés was aan de winnende hand. Maar net toen het fatale gevecht begon, veranderde de zee en de lucht in het voordeel van de Spaanse schepen. Wonder boven wonder wisten de Spaanse schepen de vloot van de Holandés te verslaan, terwijl deze betere kanonnen hadden, groter waren en meer soldaten aan boord dan aan de Spaanse zijde."

Bijzonder hieraan is dat er eerst omschreven wordt dat de Nederlanden uitgemergeld en straatarm zijn. Maar toch beschikken zij over een beter wapen arsenaal en sterkere vloot dat de Spaanse schepen.

Het gedachte goed van de Spanjaarden veranderen dus naarmate de opstand vorderde. Het lijkt ook wel op een ruzie die je wel eens hebt met iemand. Er zijn altijd twee verhalen aan ruzie, niet voor niets dat het aloude spreekwoord luidt: Waar twee kijven hebben twee schuld.

Video

Externe links

Bronnen:

Rodriguez Pérez, Y. (2003). De Tachtigjarige Oorlog in Spaanse ogen. Nijmegen:Uitgevrij Vantilt.

Groenveld, S. & Leeuwenberg, H.L.PH. (2012) De Tachtigjarige Oorlog; Opstand en consolidatie in de Nederlanden. Zutphen:Walburg Pers.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Tachtigjarige_Oorlog&oldid=674461"