Twaalfjarig Bestand
Het Twaalfjarig bestand was een wapenstilstand van twaalf jaar, tijdens de Tachtigjarige oorlog. De wapenstilstand duurde van 1609 tot 1621. In die 12 jaar mocht niet worden gevochten tussen Nederland en Spanje.
Belangrijke personen
- Maurits, opvolger van zijn vader, Willem van Oranje. Hij werd kapitein-generaal van het leger.
- Johan van Oldenbarnevelt was Raadspensionaris. Zorgde voor een erkenning van de republiek der zeven Nederlanden.
- Jacobus Arminius was een Leidse hoogleraar en voorman van de remonstrantse leer
- Franciscus Gomarus was een hoogleraar en voorman van contraremonstranten
Het begin van het twaalfjarig bestand
Het twaalfjarig bestand is een pauze in de tachtigjarige oorlog. Frankrijk en Engeland hadden al vrede met Spanje gesloten. Nu de Republiek nog. Maar tijdens de onderhandelingen konden ze het niet eens worden. Spanje wilde dat de katholieken godsdienstvrijheid zouden krijgen en dat Nederland zou stoppen met de vaart naar Indië. Nederland wilde dit niet, omdat ze graag onafhankelijk wilden blijven en zij haalden daar veel van hun inkomsten uit. Het werd dus geen vrede maar wel een bestand, een pauze.
Op 9 april tekenden Spanje en Nederland het bestand. Dit bestand zou uiteindelijk 12 jaar duren van 1609 tot 1621. Vandaar de naam: Het twaalfjarig bestand. Dit bestand betekenden voor de Republiek der zeven Nederlanden een gedeeltelijke erkenning van hun onafhankelijkheid, iets wat ze graag wilden hebben van Spanje. Het bestand gaf beide landen rust om hun problemen aan te pakken. Spanje kon zijn financiële problemen oplossen en Nederland gaf het rust om de handel en de landbouw weer op te bouwen.
De spanningen tussen Oldenbarnevelt en Maurits
Tijdens het twaalfjarig bestand werd de relatie tussen raadspensionaris, Johan van Oldenbarnevelt, en de stadhouder, Maurits, steeds slechter. In 1600 besloot Van Oldenbarnevelt het leger naar Duinkerken te sturen. Maurits wilde de tocht niet doen omdat hij het te gevaarlijk vond. De tocht was heel ver in het gebied van de vijand. Uiteindelijk heeft Maurits de veldtocht Slag bij Nieuwpoort nog maar net gewonnen. Maurits was het ook niet eens met Van Oldenbarnevelt over het bestand. Maurits wilde verder oorlog voeren terwijl Van Oldenbarnevelt vrede wilde sluiten.
Arminius of Gomarus
Johan van Oldenbarnevelt wilde dat er meer aandacht zou komen voor de remonstrantse leer van Jacobus Arminius, die geloofden dat je door een goed leven te leiden in de hemel terecht zou komen. Maurits was bang dat daardoor de katholieke kerk zou terugkeren en dat wilde hij niet. Hij sloot zich aan bij de contraremonstranten van Franciscus Gomarus, die erin geloofden dat je lot al bepaald was bij je geboorte. De geloofsvragen waar beide hoogleraren zich mee bezig hielden was of je na het leven terecht zou komen in de hemel of de hel. In korte tijd gingen veel mensen zich met deze geloofsvraag bemoeien. Eerst alleen op de universiteit, toen de gemeenschap en uiteindelijk de Staten-generaal. De republiek der zeven Nederlanden stond op het randje van een burgeroorlog.
Van Oldenbarnevelt en Maurits wilden zich eigenlijk niet bemoeien met de kerkstrijd, maar in 1617 lukte dat niet meer. De politiek en de geloofstrijd werden steeds verder met elkaar verwikkeld. De mensen in die tijd discussieerde veel over wie de macht van het land zou moeten krijgen: Een centraal bestuur waarbij alle staten evenveel macht hadden of de Staten-generaal, waarbij er vanuit een punt over alle staten besloten zou worden?
De scherpe resolutie en de winst van Maurits
Maurits sloot zich in juli 1617 openlijk aan bij de Gomaristen door een kerkdienst te bezoeken. De staten van Holland reageerden hierop met de Scherpe Resolutie. De scherpe resolutie zorgde ervoor dat Maurits geen macht meer had. Er werd bepaald dat elke staat hun eigen religieuze en politieke zaken mochten regelen en eigen huurtroepen mochten aannemen om onlusten te voorkomen. Omdat ze wilden dat het land meer een eenheid zou worden in plaats van losse staten met een eigen bestuur werd er gestemd door de staten-generaal. 4 tegen 3 stemmen zorgden voor een nationale synode, een kerkelijke vergadering die ervoor moest zorgen dat er rust zou ontstaan tussen de godsdienstige verdeeldheid. Prins Maurits wachtte de uitkomst van de synode niet af. Hij liet Johan van Oldenbarnevelt, Hugo de Groot en enkele andere tegenstanders arresteren. Ze werden beschuldigd van hoogverraad. Maurits liet Van Oldenbarnevelt ter dood veroordelen en hij werd onthoofd op het binnenhof. Daarna verbood de nationale synode de remonstrantse leer, onder druk van de tegenstanders. Maurits had gewonnen en had alle macht, maar hij liet het staatsbestel zoals hij was.
Strijd werd hervat
Maurits had de macht over de Republiek der zeven Nederlanden. Toen de zuidelijke Nederlanden weer in macht van Spanje viel door het overlijden van landvoogd Albrecht van Oostenrijk, werd de strijd hervat.