Raadpensionaris
Raadpensionaris (ook geschreven als raadspensionaris) of landsadvocaat was de titel van de eerste ambtenaar en rechtskundig adviseur van de staten van het gewest Holland en het gewest Zeeland. Tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was het de belangrijkste bestuurder van Nederland, een soort premier. Tijdens het Bataafs Gemenebest was het een soort president.
Tot 1617 heette de raadpensionaris nog landsadvocaat. De ridderschap (een groep edelen) benoemden een landsadvocaat voor vijf jaar. Hij leidde de afvaardiging van de staten van Holland naar de Staten-Generaal. Hij was ook zaakwaarnemer van de ridders tussen twee vergaderingen. Hij opende hun post, stelde de agenda samen en bereidde de vergadering voor. Dit was zo geregeld ten tijde van de Bourgondische hertogen en bleef in het begin van de Tachtigjarige Oorlog ook zo. Een bekende landsadvocaat was Johan van Oldenbarnevelt.
Daarna kreeg de raadpensionaris hele andere taken. Hij ging de besluiten voorbereiden en was vaak eigenlijk de hoogste bestuurder van de hele Republiek. Maar uiteindelijk bepaalden de stadsbesturen (vroedschappen) van Holland (en de hele Republiek) wat er moest gebeuren. Dordrecht was de "eerste stad van Holland" en had daarmee het recht om een raadpensionaris als kandidaat voor te stellen. Wanneer er geen meerderheid voor de Dordtse kandidaat was, of Dordrecht geen kandidaat had, werd er een ander gekozen.
De raadpensionaris had vaak ruzie met de stadhouder. Vooral Johan van Oldenbarnevelt en Maurits van Oranje en later Johan de Witt en Willem III van Oranje hadden grote conflicten, die in beide gevallen leidde tot de dood van de raadpensionaris. Na Johan de Witt waren onder andere Gaspar Fagel, Anthonie Heinsius, Isaäc van Hoornbeek, Simon van Slingelandt en Anthonie van der Heim raadpensionaris.
Raadpensionaris was ook de titel van Rutger Jan Schimmelpenninck, die in de jaren 1805 en 1806 staatshoofd van het Bataafs Gemenebest was. Maar Schimmelpenninck had hele andere taken, hij was eigenlijk president van het Bataafs Gemenebest. Hij had ook graag zo willen heten, maar de Franse regering gaf de voorkeur aan de oude titel 'raadpensionaris'. Toen in 1806 het Koninkrijk Holland werd opgericht, verdween de raadpensionaris.