Stadhouder
Een stadhouder was een belangrijk persoon in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Toen Filips II van Spanje aan de macht was, vond hij het moeilijk om vanuit Spanje te regeren in Nederland. Hij stelde een Algemeen Stadhouder aan in de Lage landen. Hij was een soort plaatsvervanger op afstand. De titel werd al eerder door de hertog van Bourgondië ingevoerd in de Bourgondische Nederlanden. Dit was meestal een persoon die hij genoeg vertrouwde om als leider van één of meerdere gewesten (provincies) te benoemen. Er was voor elk gewest één gewestelijke stadhouder en de algemeen stadhouder voor meerdere gewesten. Normaal had de stadhouder weinig macht. "De macht lag bij de provincies. De stadhouders waren er alleen maar om voor rust te zorgen in de gewesten." Dit is in ieder geval hoe Filips II het had bedacht. De algemene Stadhouders hadden verschillende functies; zij hadden bijvoorbeeld zitting in de Raad van State, konden de gewestelijke staten bijeenroepen en zaten als voorzitter het rechtscollege voor. De (gewestelijke) stadhouders konden min of meer doen wat zij wilden zonder hun baas in de buurt. Willem van Oranje was ook een stadhouder en in het begin een hechte vriend van Filips II. Dat dacht hij ten minste, want Willem van Oranje was het er niet mee eens hoe Filips II wilde regeren en kwam in opstand. Net als ¾ van de bevolking van de Nederlanden. Toen Filips II en Willem van Oranje elkaar dan eindelijk confronteerden (na maanden snode plannetjes gesmeed te hebben), begon de Tachtigjarige Oorlog in de Republiek.