Johannes Calvijn
Johannes Calvijn (Genève, Zwitserland, 10 juli 1509 - 27 mei 1564), was een belangrijke Franse-Zwitserse theoloog. Hij was getrouwd met delette de Bure
Calvijn wordt gezien als een van de grondleggers van de Reformatie. Hij werd geboren in Frankrijk, maar de opvattingen van Maarten Luther in zijn kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk zorgden ervoor dat hij zich ging verdiepen in het christelijke geloof en vooral de Bijbel. Hij ging die bestuderen en verspreidde Lutherse opvattingen. Dat werd op de Universiteit van Parijs niet gewaardeerd, waardoor Calvijn naar Zwitserland ging. Ook daar waren veel mensen enthousiast over het nieuwe interpretatie van de christelijke godsdienst en keerden zich af van de Rooms-Katholieke Kerk.
In Genève
Toen in Genève het katholicisme was uitgebannen, werd er eigenlijk alleen nog maar gefeest. Daarom werd Calvijn gevraagd te helpen bij het hervormen van het geloofsleven in die stadstaat. Calvijn ging voortvarend te werk. Al snel bracht hij het openbare leven en het stadsbestuur onder toezicht van de kerk. Zijn regels waren echter zo streng dat veel burgers na twee jaar genoeg van hem hadden en hem lieten verbannen. Calvijn vertrok, maar enkele jaren later nodigde het Geneefse stadsbestuur hem opnieuw uit zijn ideeën over kerk en bestuur in praktijk te brengen. Calvijn stelde 4 kerkelijke ambten in. Doctoren gaven onderwijs in de calvinistische leer. Predikanten zorgden voor preken en de 2 heilige handelingen die Protestanten hadden behouden: de doop en het avondmaal. Ouderlingen zagen erop toe dat iedereen leefde volgens de kerkregels. Diakenen zorgden voor de armen. Genève werd een voorbeeld voor Calvinistische gemeenten in de rest van Europa. Vaak wordt dit gezien als een soort voorloper van de democratie. Verder vond Calvijn dat er meer werk gemaakt moest worden van de opvang van arme mensen. Ook het onderwijs werd in Genève door Calvijn versterkt.
Huidige invloed
Johannes Calvijn heeft een hele grote invloed gehad op de protestantse kerken in Nederland. Veel protestante gelovigen noem zich daarom nog steeds calvinistisch. Max Weber heeft in de 19e eeuw een studie gedaan naar de economie van calvinistische landen. Hij kwam tot de conclusie dat de calvinistische ethiek zorgde voor economische groei.