Diergaarde Blijdorp
Diergaarde Blijdorp | |
Het toegangshek naar de dierentuin | |
Jaar geopend | 1855 |
Locatie | Rotterdam, Nederland |
Oppervlakte | 28 ha |
Lid van | EAZA, NVD, NVBT, SNP, IABES, WAZA |
Thema | Geozoo |
Website www.diergaardeblijdorp.nl | |
Portaal Dierentuinen |
Diergaarde Blijdorp is de naam van een dierentuin in Rotterdam en is één van de grootste, bekendste en oudste dierentuinen van Nederland. De dierentuin bestaat al sinds 1855, maar zit pas sinds 1939 op de huidige locatie. Blijdorp is vernoemd naar de polder waar het in ligt. Een diergaarde is een ander (verouderd) woord voor dierentuin.
In Blijdorp zijn de dieren ingedeeld naar het continent waar in ze leven. De dierentuin kun je verdelen in twee delen. Als eerste is er het oude gedeelte (de Rivièrahal-zijde) wat in 1941 volledig opende. Hier vind je de dieren uit de continenten Afrika, Azië, Australië en Europa. Het andere gedeelte is het nieuwe gedeelte (de Oceanium-zijde) dat in 2000 opende, met de continenten Zuid- en Noord-Amerika en het zogeheten Oceanium, dat grotendeels in het teken staat van het leven in zee. De twee delen worden gescheiden door een spoorweg, die dwars door de dierentuin heenloopt.
Blijdorp kent veel gebouwen die inmiddels Rijksmonument verklaard zijn. Deze gebouwen mogen niet worden afgebroken. Een voorbeelden zijn de Rivièrahal en de Theeschenkerij. Kenmerkend aan de dierentuin zijn de oude ingang (nog steeds in gebruik), de vijver en het roofdierenverblijf (waar nu apen te vinden zijn). Latere gebouwen waren het Oceanium, Amazonica en de Taman Indah. Vanwege de grote afstanden binnen de dierentuin reiden er ook elektrische treinen rond, die bezoekers van de ene naar de andere ingang brengen.
Geschiedenis
De oude diergaarde
Diergaarde Blijdorp is eigenlijk vanwege twee redenen ontstaan. Als eerste speelde de concurrentie tussen Rotterdam en Amsterdam een rol. Amsterdam had een eigen dierentuin, Artis, dus in Rotterdam gingen er ook steeds meer stemmen op voor een eigen dierentuin. Ondertussen werd Rotterdam in 1847 aangesloten op het spoorwegnetwerk. Twee medewerkers, meneer Van den Bergh en meneer Van der Valk, besloten om een stuk land naast de spoorweg te kopen, het zogeheten spoortuintje. Op het stuk grond lag een meer. De twee waren enorme liefhebbers van dieren en wilde er vogels gaan houden. Ze staken veel moeite en liefde in de spoortuin en veel Rotterdammers werden benieuwd naar het resultaat. De stationschef en zijn vriend besloten de twee te helpen. Zo was er meer geld en konden er meer dieren gekocht worden en meer worden gebouwd. De aangrenzende tuin werd bij de spoortuin getrokken, waarop een groot tuinhuis stond. Alle burgers van Rotterdam konden voor tien gulden lid worden van de dierentuin; vaak de rijkere burgers. De grond was eigendom van de spoorwegen, maar men mocht de dierentuin erop bouwen. In 1856 kreeg men uiteindelijk toestemming voor de dierentuin. Het bleek een succes te zijn en al snel stelden Rotterdamse zakenlieden 300.000 gulden beschikbaar voor uitbreiding.
In 1857 gingen de eerste spades de grond in van de toen nog De Rotterdamse Diergaarde. Toen steeds meer mensen lid werden van de dierentuin werden langzaam aan grote gebouwen neergezet. Als eerste kwam er een groot verenigingsgebouw met verschillende zalen. Ook was de plantenserre over grenzen die men toen kenden. In de kas stond de victoria amazonica (toen victoria regia), een reuzenwaterlelie, waarin de bloei altijd in de krant vermeld stond. Sinds 1866 mochten ook de gewone burgers de dierentuin in, toen slechts voor 25 cent, maar dan moest je wel lid van de dierentuin. Anders moest je op speciale dagen komen en dan kostte het 50 cent. Naast de Victoriaregia-serre, was er de Floraserre (bekend om de enorme koepel) en de Prins Hendrikserre (die eerst op Paleis Soestdijk stond). Echter stonden in de dierentuin ook bijzondere gebouwen; een toren met kleine aquaria erin en een vijver met een Afrikaanse kano. Een bijzonder verhaal is dat van het eerste zeeleeuwenverblijf uit 1922, waarvan de omheining te laag was en de zeeleeuw al op de eerste dag ontsnapte en door de Rotterdamse singels zwom. Uiteindelijk werd de zeeleeuw gevangen in de buurt van een gemaal. Vanaf 1924 ging het echter slechter met de dierentuinen, er waren weinig opbrengsten. Een grote kostenpost was het dure terrein wat de dierentuin had. Uiteindelijk werd gezocht naar een nieuwe locatie voor de dierentuin en al snel viel het oog op een terrein verder van het centrum; de huidige locatie.
1939: Een nieuwe dierentuin
In 1939 werd begonnen met de bouw van de nieuwe dierentuin. Het ontwerp was in handen van de architect Van Ravesteyn. Hij bedacht een symmetrielijn van de Theeschenkerij, naar vijver, de Rivièrahal (met uitkijktoren) en het roofdierenverblijf. Aan beide kanten werden ruime verblijven geplaatst. Dit was erg bijzonder toentertijd, maar paste wel in de trend (mensen zagen dieren liever niet meer in kleine hokken). Het is ook bijzonder dat Van Ravesteyn de hele dierentuin mocht ontwerpen, aangezien dit het bij dierentuinen weinig dat één architect een hele dierentuin mag ontwerpen. In 1940 werd begonnen met de sloop van de oude dierentuin. De dieren was tijdens de sloop ondergebracht in de gebouwen die tot de verhuizing bleven staan.
Tijdens de Duitse aanval op Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de dierentuin verschillende keren getroffen. Op de eerste dag kon het personeel de dierentuin niet bereiken door een vliegtuigaanval en de tweede dag werd de roofdierengalerij beschoten (doordat de kogels hoog werden geschoten waren er geen gewonde dieren of mensen). De derde dag was echter rampzalig. De dierentuin werd gebombardeerd, wat zorgde voor een veel schade en gewonde dieren. In de roofdierengalerij was het plafond naar beneden gevallen, maar de dieren leefden nog. De directeur besloot uit voorzorg de roofdieren af te maken, aangezien het gevaarlijk was als ze door een bombardement zouden ontsnappen. Militairen spaarden wel, naar dat meneer Van den Bergh het ze smeekten, het leven van leeuwenjong te sparen, net als dat van een iets ouder leeuwtje. Het jongste leeuwtje werd door een hond gezoogd. Uiteindelijk zijn er acht tijgers, zeven leeuwen en een jaguar vermoord. Uiteindelijk zou het bombardement van Rotterdam volgen waarbij de oude dierentuin werd getroffen. Veel gebouwen gingen in vlammen op, waaronder de gehele kostbare bibliotheek. Met een brandspuit uit Schiedam probeerde men de twee olifanten te redden; waarbij het voor één te laat was, de ander werd aan een boom vastgebonden. Oppassers gingen nog het brandde apenhuis binnen en redden een aantal apen, die met de fiets naar een leeg café werden gebracht. Hier werden ze opgesloten op het toilet en in een telefooncel buiten op straat. De twee leeuwtjes kwamen ook in de vlammen om.
Toch bleef men hoopvol; een groot aantal dieren was al in de nieuwe dierentuin (die bespaard bleef). Op 7 juli 1940 was de dierentuin al deels af en konden dieren worden overgebracht. Een olifant zou zelf vrijwillig achter een auto aan van de oude naar de nieuwe dierentuin zijn gelopen, de chimpansees werden echter ondergebracht in de oude Haagse Dierentuin en oerang oetan liep door de stad aan de hand van de Mmnister en zijn kleinzoon naar de dierentuin. De ruime nieuwe dierentuin bevorderde het fokken van dieren. Ondanks de voedseltekorten tijdens de oorlog waren er bij de bevrijding twee tot drie keer zo veel dieren als in 1942. Hierdoor kon de dierentuin ook veel andere dierentuinen tijdens de oorlog helpen. In Blijdorp was namelijk veel ruimte. Veel dierentuinen zijn immers van klein naar groot gegroeid, het huidige Blijdorp was al heel groot bij de opening en was bovendien gepland. Wel is er inmiddels veel aan de indeling gewijzigd. De gebouwen zijn gespaard, behalve de uitkijktoren. Deze is in 1972 afgebroken wegens afbrokkelend beton en instortingsgevaar. In 1973 is hier de Terraszaal geplaatst.
Na de Tweede Wereldoorlog ging het goed met de dierentuin, tot in 1988 de bezoekersaantallen begonnen tegen te vallen. Sinds 1988 werkte men aan het masterplan; elke diersoort indelen naar het continent waarbij het hoort. Een gigantische klus. Ook werden meer binnenverblijven gebouwd, zoals de Taman Indah in 1994, waar meerdere dieren naast elkaar leven. In 1991 blijkt het al beter met de dierentuin te gaan, de dierentuin haalt de grens van 1 miljoen bezoekers. Onder meer de verblijven voor de olifanten en de Aziatische moerassen zijn uit deze tijd.
2000: Grote uitbreiding
In 2000 breidde de dierentuin enorm uit aan de andere kant van het spoor. Blijdorp kocht een groot stuk land erbij. Hierop opende in 2000 als eerste het Oceanium met wat kleinere verblijven, zoals die voor de prairiehonden. Dit is de grootste uitbreiding van de dierentuin tot nu toe. In het oude gedeelte werd ondertussen gewerkt aan de Afrikaanse savannes. In 2007 kwam de dierentuin in het nieuws omdat de mannetjesgorilla Bokito ontsnapte. Een vaste bezoeker zou de hele tijd contact met het dier hebben gezorgd, waarna het dier agressief werd, ontsnapte en de bezoeker verwondde. Uiteindelijk werd Bokito verdoofd en het Gorillaverblijf aangepast. Datzelfde jaar opende de trekvogelvolière naast de vlinderkas. In 2008 kwamen de ijsberen aan de beurt 2009 kregen de giraffen een nieuw verblijf. In 2010 werd de Afrikaanse savannes voltooid met de komst van de franjeapen en het nieuwe gierenverblijf.
In 2011 moesten de verblijven van de sneeuwuilen en de poolvossen worden aangepast na ontsnappingen. Ook kwam er een doorloop bij de wallaby's. In 2012 werden de dieren (voornamelijk reptielen) uit de Rivièrahal ondergebracht in het vernieuwde Aziëhuis. De Rivièrahal werd gerestaureerd en in het centrale gedeelte werd een speeltuin gebouwd. In 2013 opende een vernieuwde vlinderkas, Amazonica. De oude vlinderkas werd omgebouwd tot de Congohal, een verblijf voor de okapi's. In 2015 overleed de laatste bewoner van de oude diergaarde. Dit was de krokodil Hakuna, die zeker 85 jaar oud was. In 2014 overleed zijn soortgenoot Matata. Ze waren in de dierentuin sinds 1929. In 2016 opende de replica van het Great Barrierrif in het Oceanium en in 2018 werd het Oceanium uitgebreid. Ook werd het verblijf van de penseelzwijnen en daar ook bosbuffels opgeknapt. In 2018 opende het vernieuwde Roofdierengebouw, nadat deze volledig in oude glorie hersteld was. Dit werd nu het nieuwe gebouw van de gelada's, waarbij men ook binnen kan kijken.
Over een restauratie van de Rivièrahal werd al enige jaren gesproken. De restauratie zou enkele miljoenen kosten. Men begon met het vernieuwen van de Dikhuidenvleugel in 2018. In 2020 werd bekend dat de Rivièrahal in de stijgers wordt gezet en gefaseerd wordt opgeknapt. De gorilla's worden verplaatst, de olifanten krijgen een groter verblijf, de flamingo's worden overdekt met een volière en de centrale hal wordt een ontmoetingsplek. Daarnaast wordt de Berggeitenrots, die al jaren leeg stond, opgeknapt.
Rondleiding
Riviérahalzijde
Afrika
Afrika vorm samen met Azië één van de grotere gebieden binnen de dierentuin. Vanaf de doorgang bij de spoorlijn kan men kiezen of men naar Azië of Afrika wilt. Eenmaal in Afrika loopt men eerst langs het verblijf van de Antilopen, één van de overblijfselen van het ontwerp van Van Ravensberg. Na dit verblijf kan men kiezen of men naar de zebra's of de gieren wilt. Deze rondleiding gaat verder langs de zebra's, waarna men langs de vijver bij struisvogels, de penseelzwijnen en de bosbuffels komt. Via de zijkant van de Rivièrahal loopt men langs de zwarte neushoorns en de dwergnijlpaarden. Deze dieren zijn ook binnen te bezichtigen in de zogeheten Dikhuidenvleugel, onderdeel van de Rivièrahal. Hier zijn ook de gorilla's in ondergebracht, die vanaf een verhoging ook buiten te zien zijn. Langs de gorilla's komt men via de achterkant van de Rivièrahal bij het Roofdierenverblijf uit. Waar hier ooit leeuwen zaten, wordt het nu verbouwd om gelada's onder te brengen. Een stukje terug komt men in de speeltuin uit en kan men zo doorlopen naar de oude vlinderkas. Deze vlinderkas is nu in gebruik als verblijf voor de stokstaartjes en de okapi's. De kas is verbonden met de vroegere trekvogelvolière, nu het buitenverblijf van de okapi's. Men volgt vervolgens de weg naar binnen waar men in de zogeheten krokodillenrivier terecht komt. Naast krokodillen zijn er ook andere dieren te vinden, zoals de klipdas of het slurfhondje. Men loopt naar boven en komt bij de giraffes uit. Hier kan men zowel binnen als buiten kijken. Via een grote loopbrug loopt men over de verblijven van aan de ene kant de giraffes en aan de andere kant de hyena's. Vervolgens komt men bij de verblijven van de franjeapen en de gieren en loopt men zo weer terug naar het beginpunt. Onderweg is er vele malen de keus om de route te verkorten of te wisselen van themagebied.
Azië
Azië bekijken we ook vanuit het beginpunt bij het spoor. We gaan onder een Arabische boog door en komen bij de Theeschenkerij uit. Ooit was hier naast een restaurant het verblijf van de giraffes, maar nu zijn de leeuwen er ondergebracht. Rechtdoor loopt men langs de gnoes en de Aziatische olifanten naar het verblijf van de tijgers. Achter de tijger ligt een monumentale brug over de vijver. Hier kan men de maki's op diverse eilanden zien. In de vijver zelf leven verschillende vissen, watervogels en schildpadden. Eenmaal langs de vijver komt men uit bij de terraszaal, waar een ingang is naar de Chinese tuin. Hier is onder meer het verblijf van de otters. Via de Chinese tuin komt men uit bij de achterkant van de Rivièrahal en als men naar de ingang loopt ziet men de flamingo's. Men kan weer teruglopen via het verblijf van de panters. Hierna volgen de pelikanen en het Aziëhuis. Hier vind men diverse kleine zoogdieren en reptielen die in Azië voorkomen, zoals de komodovaraan en de toepaja. Via het verblijf van de zwijnen loopt men via de Chinese tuin door naar de Aziatische moerassen. Hier vind men de stellers zeearend en een eiland met apen. Via de weides voor kamelen en de buffels loopt men naar de verblijven van de rode panda, de Indische neushoorn en de wilde katten. Hierna volgt de vleermuisgrot, die tijdelijk gesloten is, en een volière met Aziatische vogels (zoals de rode ibis). Via de Taman Indah (binnenverblijven de olifanten, de tapirs en de neushoorns) loopt men langs het buitenverblijf van de tapirs weer terug naar de theeschenkerij. Daarnaast behoort het verblijf van de vosmangoesten nog tot Azië.
Europa, Australië en de Rivièrahal
De gedeeltes Europa en Australië liggen richting de oude ingang en zijn een stuk kleiner dan de gebieden voor Azië en Afrika. Australië kent slechts één verblijf, namelijk het verblijf van de wallaby's, waar men doorheen kan lopen. Europa kent twee verblijven, dat van de rendieren en dat van de wolven. Ook behoort de rotstuin nog tot Europa.
De Rivièrahal ligt tussen Azië en Afrika in en behoort tot geen van de themagebieden. De Rivièrahal was tot 2013 in gebruik om kleinere exotische dieren, zoals insecten, vissen, vogels, amfibieën en reptielen in onder te brengen. Tegenwoordig zijn veel van die dieren ondergebracht in het Aziëhuis, het Oceanium en andere plekken. De Rivièrahal bestaat uit een centrale hal, twee vleugels en de terraszaal. De terraszaal is een restaurant aan de kant van vijver. De terraszaal staat er sinds 1973, hiervoor stond de uitkijktoren op die plek. In de terraszaal is ook aandacht voor deze toren met meerdere foto's. De laatste jaren gaan er ook steeds meer stemmen op om de toren te herbouwen, maar of dat ooit gaat gebeuren... In de centrale hal vind men een binnen speeltuin, Biotopia. Vroeger waren hier diverse dieren verblijven, met onder meer een vijver en een groot terrarium. Via de centrale hal is de Vogelvleugel te bereiken. Deze wordt ook wel de Victoriaserre genoemd. De vleugel bestaat uit drie delen. Het voorste deel bestaat uit een verblijf voor neushoornvogels, waar men door heen kan lopen. Door het tweede verblijf kan men heenlopen en komt men langs toekans en ara's. Het achterste gedeelte is de oorspronkelijke Victoriaserre, waarin kleinere vogels rondvliegen. Het hoogtepunt van deze zaal is de ronde vijver met de victoria amazonica erin, 's werelds grootste waterlelie. De andere vleugel is alleen van buiten te bereiken, de dikhuidenvleugel, waarin de zwarte neushoorn, het dwergnijlpaard en de gorilla's zijn ondergebracht. Voor de verbouwing van 2013 waren onder meer de komodovaraan en de krokodil in de vleugels ondergebracht. Ook is erin het gebouw nog een winkel van de organisatie Vrienden van Blijdorp.
Oceaniumzijde
Het Oceanium
Het Oceanium staat in het nieuwe gedeelte en is het grootste gebouw in heel Blijdorp. Het Oceanium staat grotendeels in het teken van het leven in zee. We bekijken het Oceanium vanaf de nieuwe ingang. Hier begint men met het buitenverblijf voor de zeehonden. Men kan door de glazen ramen deze van onder water bekijken, maar ook van bovenaf door middel van twee verhogingen. Als men in het Oceanium komt, komt men als eerste bij de Falklandeilanden terecht, waarin verschillende papegaaiduikers te zien en zeesterren. Vervolgens loopt men naar binnen en komt terecht bij de Noordzee. Hier wordt om de paar minuten een stroming nagebootst en ook kan men het de vissen in de Noordzee zien. Er is een aparte ruimte voor de kwallen. Vervolgens loopt men via een glazen buis door een aquarium heen. Hierin ziet men onder meer haaien, zeeschildpadden en roggen. Via de tunnel komt men in een ruimte terecht waarin aandacht wordt geschonken aan de vervuiling van de zee en daarna in het biolap, waar onder meer zeepaardjes te zien zijn. Hierna loopt men door naar de Australische koraalriffen. Ook hier is een tunnel, maar dan een stuk kleiner. In de aquaria is het leven in het Great Barrierrif nagebootst. Na deze aquaria komt men in de Caribische Zee terecht en op de eilanden die daar bij horen. Naast voor het leven in zee is er ook aandacht voor het leven op land. Onder meer zijn kaaimannen te zien. Hierna loopt men door naar het verblijf van de pinguïns en daarna naar de verblijven van de landschildpadden en swiftvos. Vervolgens komt men in de woestijn terecht waar men onder meer het konijnenuiltje tegenkomt. Het laatste stuk staat in het teken van de diepzee, waar ook weer de zeehonden te zien zijn.
Zuid- en Noord-Amerika
De tour begint bij de nieuwe ingang waar bij het restaurant al de wasberen te zien zijn. Hierna kan men omhoog lopen naar het verblijf van de poolvossen en de sneeuwuilen. Hierna loopt men via de ijsberen weer terug naar het hoofdpad. Nog steeds aan de rechtkant ziet men de cavia's, de prairiehondjes en de lama's. Als laatste kan men omhoog naar de vlinderkas Amazonica, waar de Amazone is nagebootst. Hier vind men naast vlinders ook vissen en gifkikkers. Amazonica loopt uit in het openluchttheater voor vrijevluchtvoorstellingen. Hierin vliegen verschillende vogels over het publiek. Aan de andere kant van de hoofdlaan is een volière met verschillende vogels (onder meer de rode ibis) en het verblijf van de maanwolf te vinden.
Meer dan een dierentuin
Recreatie & educatie
Diergaarde Blijdorp is onder dagjesmensen en toeristen een grote trekpleister. Per jaar bezoeken zo'n 1,5 miljoen mensen de dierentuin. De dierentuin is het gehele jaar geopend. Wel gaat dierentuin 's winters een uur eerder dicht dan 's zomers. In de lente is de dierentuin een hele bijzondere belevenis, aangezien dieren dan aan het paren zijn. 's Winters organiseert de dierentuin de MidWinterZoo om meer bezoekers te trekken. Er is dan een Winterplein met een sledeplein en een groot kampvuur. De MidWinterZoo is jaarlijks in december en januari. Met de kerst heeft de dierentuin ook een speciaal ontbijtbuffet.
Nabijgelegen middelbare scholen gebruiken de dierentuin om lessen biologie in het echt te laten zien. Daarnaast heeft de dierentuin ook voor basisscholen speciale programma's.
Fokprogramma's & onderzoek
Blijdorp werkt mee aan diverse fokprogramma's, in totaal zo'n 70. Het doel hiervan is om soorten in stand te houden, vooral die bedreigd met uitsterven worden. Onder meer de Aziatische olifant en de toekan worden gefokt. Daarnaast houd de dierentuin ook stamboeken van dieren bij, zoals die voor de kroonduif. Daarnaast leid de dierentuin het fokprogramma voor de kleine panda.
Nationale Plantencollectie
Blijdorp is ook nog een botanische tuin en is lid van de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen. De dierentuin beheert twee families planten, primula en bromelioideae. Die twee families behoren tot de Nationale Plantencollectie, een collectie planten die in verschillende tuinen en parken door heel Nederland te vinden is. Ook kent de dierentuin veel tropische planten die door de Hortus botanicus Leiden aan de dierentuin zijn geschonken, zoals de koffieplant, avocadoboom en een groot aantal sierplanten.
Rijksmonumenten
De dierentuin kent de volgende Rijksmonumenten:
- De Rivièrahal
- Het Berentheater
- Het Roofdierenverblijf
- De grote vijver met dierenverblijven
- Het voormalige Giraffenhuis met de theeschenkerij
- De Bergdierenrots
- Het oude toegangshek
- Het administratiegebouw met dienstwoning
- Het voormalige speelgebouw
- De Winkel van Sinkel
- Het dienstgebouw
- Diverse houten dierenverblijven
- De historische tuinaanleg van Ravesteyn.
Vrienden van Blijdorp
De Vrienden van Blijdorp is een stichting die in 1963 is opgericht door een groep Rotterdamse journalisten. Inmiddels heeft de stichting al zo'n 5500 leden. De stichting helpt Diergaarde Blijdorp met de bouw van nieuwe verblijven en vroeger bij het aankopen van nieuwe dieren (het kopen van dierentuindieren in Nederland is bijna niet meer mogelijk). In totaal heeft de stichting de dierentuin door de jaren heen voor zo'n 8 miljoen euro gesteund. Voorbeelden zijn de verblijven voor de amoerpanter, de ijsberen, de olifanten en de vlinderkas. De stichting heeft een eigen winkel in de dierentuin, in de Rivièrahal. De opbrengsten gaan direct via de stichting naar de dierentuin. Ook is hier een verzameling aan souvenirs van vroeger te zien die aan de stichting geschonken zijn, uiteraard niet te koop. Ook de gidsen in de dierentuin zijn vaak lid van Vrienden van Blijdorp.