Sneeuwuil
Sneeuwuil Bubo scandiacus | |||
---|---|---|---|
Kwetsbaar | |||
Leefgebied | Azie, Noord-Amerika en Europa | ||
Leefomgeving | Koudere gebieden, voornamelijk toendra's | ||
Behoort tot de | Uilen | ||
|
De sneeuwuil is een vogel uit de familie van de uilen.
Kenmerken
De sneeuwuil kan 55 cm tot 70 cm groot worden. De spanwijdte (van vleugel tot vleugel) is 142 tot 166 cm. Het gewicht van een volwassen sneeuwuil kan 1 kg zijn maar het kan ook tot 2,5 kg oplopen. Opvallend bij de sneeuwuil zijn zijn grote gele ogen en zijn zwarte snavel.
leefgebied
In België en Nederland is de sneeuwuil zelden te zien. Hij leeft vooral in het noorden van Europa, Azie en Noord-Amerika. Daar heeft de sneeuwuil een voorkeur voor open vlaktes en toendragebieden.
Voedsel en jacht
Op de toendragebieden zijn er bijna uitsluitend lemmingen en andere woelmuizen te vinden. Maar er staat vaak ook een watervogel of zelfs een poolhaas op het menu. de jachtmethode ziet er zo uit:
- de sneeuwuil zoekt een plek waar hij heel veel kan zien.
- hij wacht tot hij iets ziet bewegen
- hij vliegt op zijn prooi af
- hij steekt zijn klauwen vooruit en grijpt zijn prooi vast.
na het eten
De sneeuwuil eet zijn prooi in 1 keer op, zeker als het een muis of een lemming is. De sneeuwuil kan het haar en de botten van zijn prooi niet verteren. Daarom braakt hij ze terug uit als een braakbal.
Voortplanting
Het vrouwtje begint eieren te leggen vanaf half mei. Het aantal eieren ligt tussen de 7-9 eieren. Ze legt 1 ei om de 2 dagen. Dus de jongen komen niet gelijk uit. Na 25 dagen gaan de kuikens het nest af en toe uit, ze kunnen nog niet vliegen. Pas na 2 maanden kunnen de kuikens vliegen en zijn ze in staat een prooi ze bemachtigen