La Tène-periode
De La Tène-periode of La Tène cultuur was een Europees ijzertijd cultuur. Het ontwikkelde zich en bloeide tijdens de late ijzertijd (van ongeveer 450 v. Chr. tot de Romeinse verovering in de 1e eeuw v. Chr.).
Oorsprong en verspreiding
De La Tène-cultuur was de opvolger van de Hallstattcultuur in de vroege ijzertijd. Beide culturen vloeien in elkaar over onder invloed van de Grieken in het pre-Romeinse Gallië (Frankrijk), de Etrusken (Italië), en de Golasecca-cultuur (Lombardije). De artistieke stijl (kunstuiting) hing echter niet af van die mediterrane invloeden.
De verspreiding van de La Tène cultuur kwam overeen met wat nu Frankrijk, België, Zwitserland, Oostenrijk, Engeland, Zuid-Duitsland, de Tsjechische Republiek, delen van Noord-Italië, Slovenië en Hongarije, evenals aangrenzende delen van Zuid-Nederland, Slowakije, Servië, Kroatië, Transsylvanië (westelijk Roemenië), en Transkarpatië (westelijk Oekraïne) is. De Keltiberiërs (een Keltische cultuur in Noord Spanje) van het westen van Iberia deelden veel dingen van de cultuur, maar over het algemeen niet de artistieke stijl (kunstuiting). In het noorden breidde de Pre-Romeinse IJzertijd van Noord-Europa zich uit, inclusief de Jastorf-cultuur van Noord-Duitsland en helemaal tot aan Galatië in Klein-Azië (tegenwoordig Turkije).
Vanuit het oude Gallië (zeg maar Frankrijk en Zwitserland), werd de La Tène-cultuur zeer wijdverbreid over Europa, maar er zijn veel lokale verschillen. Het wordt vaak onderscheiden van eerdere en naburige culturen, voornamelijk door de La Tène-stijl van Keltische kunst, gekenmerkt door gebogen "wervelende" decoratie, vooral van metaalwerk. Er wordt getwijfeld of de cultuur van de Kelten en de Galliërs en de La Tène-cultuur hetzelfde is. Daarover zijn de meningen verdeeld.
Het is genoemd naar de archeologische vindplaats van La Tène, een dorp aan de noordkant van het meer van Neuchâtel in Zwitserland, waar duizenden voorwerpen in het meer waren terecht gekomen, zoals werd ontdekt nadat het waterpeil in 1857 was gedaald.
De La Tène-periode is ongeveer onder te verdelen in een pre-Romeinse en een Romeinse periode, waarbij bij de laatste periode veel Romeinse invloeden de cultuur deden veranderen.
Geschiedenis
Men denkt dat de cultuur ontstaan is aan de noordkant van de Alpen, tussen de rivieren de Marne en de Moezel en het nabijgelegen Rijnland. Er zijn elite graven (graven van hoofdmannen e.d.) van het begin van de 5e eeuw v. Chr. opgegraven bij Glauberg in Hesse, ten noordoosten van Frankfurt-am-Main. Het plaatsje La Tène ligt daar ten zuiden van.
De oprichting van een Griekse kolonie, al snel zeer succesvol, in Massalia (het huidige Marseille) aan de Middellandse Zeekust van Frankrijk leidde tot veel handel met de Hallstatt-gebieden langs de rivieren van de Rhône en Saône, en in vroege elitegraven van La Tène, zoals de Vix Grave in Bourgondië (Bourgogne-Franche-Comté) zijn geïmporteerde luxegoederen en voorwerpen gevonden naast de lokaal gemaakte voorwerpen. De meeste gebieden werden waarschijnlijk geleid door stamhoofden die in forten op een heuvel woonden, terwijl het grootste deel van de bevolking in kleine dorpen of boerderijen op het platteland woonde.
Tegen 500 v. Chr. breidden de Etrusken zich uit naar de grens met de Kelten in Noord-Italië, en begon de handel over de Alpen met de Grieken te hervatten. De handel via de Rhône- route werd daardoor minder. Zich goed ontwikkelende La Tène-stijl gebieden zijn de Midden-Rijn (Rijn-Maingebied waar grote ijzerertsafzettingen waren), de Marne- en Champagne- regio's, en ook Bohemen, hoewel hier de handel met het Middellandse Zeegebied veel minder belangrijk was. Handelsbetrekkingen en rijkdom speelden ongetwijfeld een rol bij het ontstaan van de La Tène-stijl, maar hoe groot die rol is geweest, wordt nog veel besproken.
Vanuit hun thuisland, wordt de La Tène-cultuur uitgebreid in de 4e eeuw v. Chr. om meer van het moderne Frankrijk, Duitsland en Centraal-Europa, en verder naar Hispania, Noord- en Midden- Italië, de Balkan, en zelfs zo ver als Klein-Azië, in de loop van een aantal grote verhuizingen te bewonen. Voorwerpen in La Tène-stijl verschijnen rond dezelfde tijd in Groot-Brittannië, en Ierland waarschijnlijk later. De stijl van de "Insular La Tène"-kunst (La Tène kunst van de eilanden) is iets anders van vorm en de voorwerpen worden aanvankelijk slechts in sommige delen van de eilanden gevonden, maar niet in andere. Verhuizingen lijken slechts gedeeltelijk verantwoordelijk voor de verspreiding van de La Tène-cultuur daar, en misschien ook in andere delen van Europa. Waarschijnlijk is er ook sprake van menging met bestaande culturen.
Tegen ongeveer 400 v. Chr. wordt het bewijs voor de handel vanuit de Middellandse zee schaars; dit kan zijn omdat de groeiende Keltische bevolking naar het zuiden en westen begon te verhuizen en in een gewelddadig conflict kwam met de daar gevestigde bevolking, waaronder de Etrusken en Romeinen. Het vaste leven in een groot deel van de thuislanden van La Tène lijkt ook veel onstabieler en vatbaarder voor oorlogen te zijn geworden. In ongeveer 387 v. Chr. versloegen de Kelten onder Brennus de Romeinen en plunderden vervolgens Rome, waarmee ze zichzelf vestigden als de meest grote bedreigingen voor het Romeinse thuisland. Deze bedreiging bleven ze door een reeks Romeins-Gallische oorlogen totdat Julius Caesar ze versloeg bij de laatste verovering van Gallië in 58-50 v.Chr. De Romeinen verhinderden dat de Kelten heel ver ten zuiden van Rome konden komen, maar aan de andere kant van de Adriatische Zee trokken groepen Kelten door de Balkan om Griekenland te bereiken, waar Delphi in 279 v. Chr. Door hen werd aangevallen, en Azië, waar Galatië werd opgericht als een Keltisch gebied van Anatolië (het huidige Turkije). Tegen die tijd verspreidde de La Tène-stijl zich ook naar de Britse eilanden, maar kennelijk zonder enige duidelijke bevolkingsbewegingen.
Na ongeveer 275 v. Chr. begon de Romeinse uitbreiding in het gebied van La Tène, eerst met de verovering van Gallia Cisalpina. De verovering van Keltisch Gallië begon in 121 v.Chr. en eindigden met de Gallische oorlogen die zich de jaren 50 v.Chr. afspeelden. De Gallische cultuur werd nu snel samengesmolten met de Romeinse cultuur, wat aanleiding gaf tot de gemixte Gallo-Romeinse cultuur van de late oudheid.
Technologische ontwikkelingen
Het La Tène- metaalwerk in brons, ijzer en goud, is technologisch ontwikkeld uit de Hallstatt-cultuur. het wordt gekenmerkt door ingekerfde en ingelegde ingewikkelde spiralen en verwevenheid, op verfijnde bronzen vaten, helmen en schilden, paardenuitrusting en elite-sieraden. Vooral de nekringen die torque's worden genoemd en uitgebreide gespen of broches genaamd fibulae. Het siersmeedwerk heeft elegante, gestileerde kromlijnige dierlijke en plantaardige vormen (krullen), verbonden met de Hallstatt- tradities van meer geometrische patronen (rondjes, driehoeken e.d.).
De vroege stijl van de kunst en cultuur van La Tène kenmerkte zich voornamelijk door een wat statische ('saaie'), geometrische decoratie, terwijl de overgang naar de ontwikkelde stijl een verschuiving betekende naar op beweging gebaseerde vormen, zoals triskeles. Sommige vormen binnen de ontwikkelde stijl bevatten meer specifieke ontwerptrends, zoals de terugkerende kronkelige rol van de Waldalgesheim-stijl.
Aanvankelijk leefden de La Tène-mensen in open nederzettingen die werden 'bestuurd' vanuit de heuvelforten van de stamhoofden. De ontwikkeling van steden - oppida - komt voor in de cultuur van het midden van La Tène. De woningen van La Tène waren niet van metselwerk gebouwd, maar door timmerlieden gebouwd. De volkeren van La Tène groeven ook rituele schachten (diepe kuilen), waarin materiaal en dieroffers en zelfs mensenoffers werden gegooid. Afgehakte hoofden lijken grote macht te hebben gehad en werden vaak weergegeven in houtsnijwerk. Dergelijke begraafplaatsen omvatten wapens, karren en zowel sier- als huishoudelijke artikelen, wat een sterk idee van een hiernamaals oproept.
Uitgebreide begrafenissen onthullen ook een breed netwerk van handel. In Vix, Frankrijk, werd een elitevrouw uit de 6e eeuw v.Chr. begraven met een zeer grote bronzen "wijnmenger" (soort cup) gemaakt in Griekenland. De export van de culturele gebieden van La Tène naar de mediterrane culturen was gebaseerd op zout, tin, koper, barnsteen, wol, leer, bont en goud. Voorwerpen die typerend zijn voor de La Tène-cultuur werden ook ontdekt in 'verdwaalde vondsten' tot in Scandinavië, Noord-Duitsland, Noord-Nederland, Polen en op de Balkan, wat duidelijk wijst naar handel met deze gebieden en de Germaanse Jastorf-cultuur. Het is daarom gebruikelijk om in de context van die regio's ook te spreken van de "La Tène-periode", hoewel ze nooit deel uitmaakten van de eigenlijke La Tène-cultuur, maar via handel verbonden waren met het kerngebied.
Detail van de Ketel van Gundestrup
Trivia
- De verhalen (strips) van Asterix en Obelix doen erg aan deze periode denken. Het grappige is dat hedendaagse personen en situaties in de Oudheid worden geplaatst. Er zijn knipoogjes naar de Romeinse en Gallische cultuur en geschiedenis. Er zijn veel historische onjuistheden terug te vinden in de strips, zoals de kleding van de soldaten die overeenkomen met de tijd waarin Julius Caesar leefde, maar met de keizertijd (en Caesar was geen keizer). De helm met vleugels zoals Asterix die draagt, zou een een "Gallische helm" zijn, maar het is een 19e-eeuwse fantasie. Ook is de volgorde van gebeurtenissen in diverse albums historisch onjuist: De gehele serie wordt geplaatst na de nederlaag van Vercingetorix in Alesia (52 v.Chr.). Diverse gebeurtenissen waarin de hoofdpersonen een belangrijke rol spelen, zoals de opstand van de Belgae (Belgen) en de invasie van Britannia (Groot-Brittannië) hebben echter in werkelijkheid plaatsgevonden vóór de nederlaag van Vercingetorix. Een ander punt is het Colosseum, waarbij Asterix als gladiator te zien is, maar in werkelijkheid meer dan een eeuw na de gebeurtenissen uit de stripreeks werd gebouwd en pas in het jaar 80 n.Chr. werd voltooid. Ook veel andere gebouwen in de afbeeldingen van Rome dateren van na de eerste jaren van onze jaartelling. De strip is echter in de eerste plaats humoristisch bedoeld en niet als een realistische historische weergave van de periode. De schrijver en tekenaar hebben bepaalde eigenschappen van de culturen die Asterix en Obelix bezoeken op humoristische en karikaturale wijze uitvergroot.
Links
- La Tène museum in Zwitserland (in Duits of Engels)
- YouTube - La Tène museum en opgravingsplek