Geschiedenis van Duitsland

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Geschiedenis van Duitsland
Frankische Rijk
Oost-Frankische Rijk
Heilige Roomse Rijk
Rijnbond
Duitse Bond
Noord-Duitse Bond
Duitse Keizerrijk
Novemberrevolutie
Weimarrepubliek
Nazi-Duitsland
West-Duitsland
Oost-Duitsland
Duitse hereniging
Bondsrepubliek Duitsland
Portaal : Duitsland

In dit artikel vind je een overzicht van de geschiedenis van Duitsland. Hoewel Duitsland pas in 1871 ontstond, heeft het een veel langere geschiedenis die teruggaat op de Germanen. Door de geschiedenis heen zijn de grenzen van Duitsland ook vaak veranderd.

Duitsland heeft een grote invloed gehad op de geschiedenis van Europa. Zo begon de Reformatie in Duitsland. Tot 1871 bestond Duitsland uit allerlei kleinere staatjes die vaak los met elkaar verbonden waren. Na de Frans-Duitse Oorlog werd Duitsland verenigd in één land. Duitsland was toentertijd een keizer en bestond uit allerlei kleinere monarchieën. Na de Eerste Wereldoorlog werd de monarchie afgeschaft en werd het land een republiek. In 1933 werd Duitsland een dictatuur onder Adolf Hitler. Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland opgedeeld in een Oost- en West-Duitsland. Het westen was een kapitalistische democratie, terwijl het oosten een communistische dictatuur was. Na de val van het IJzeren Gordijn werd Duitsland herenigd in 1990.

Prehistorie

Oudheid

Middeleeuwen

Het Frankische Rijk (5e eeuw-843)

Zie Frankische Rijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een kaart van het Frankische Rijk

Door de Grote Volksverhuizing kwam er een einde van het West-Romeinse Rijk. Tijdens deze verhuizing verplaatsten verschillende volkeren zich. Tussen de 3e en 7e eeuw werden deze volkeren bekeerd tot het christendom. De Frankische koning Clovis vormde het Frankische Rijk. Het Frankische Rijk bestond allerlei volkeren, waaronder de Beieren en Alemannen. Koning Clovis werd opgevolgd door de Merovingen. De Merovingen waren een dynastie en zij breidde het Frankische Rijk uit naar het oosten en zuiden. Toch bestond de angst dat het rijk uit elkaar zou vallen.

In 751 werd de laatste koning van de Merovingen afgezet. Vervolgen kwam Pepijn de Korte aan de macht. Hij werd gesteund door de paus. Pepijn de Korte zorgde ervoor dat de christendom uitbreidde in het Frankische Rijk. Dit ging door onder zijn zoon, Karel de Grote, die heerste tussen 768 en 814. Karel de Grote was erg bekwaam als heerser en breidde het Frankische Rijk flink uit. Het Frankische Rijk omvatte het huidige Frankrijk, de Benelux, grote delen van Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en het noorden van Italië. Oorspronkelijk reisde de koning door het rijk heen. Hierdoor verplaatste de hoofdstad steeds. Maar uiteindelijk liet Karel de Grote Aken de hoofdstad van zijn rijk maken. Vanaf dan gingen mensen naar Karel de Grote toe in plaats van dat Karel de Grote naar de mensen toeging.

Oost-Frankische Rijk (843-962)

De ligging van het Oost-Frankische Rijk
Zie Oost-Frankische Rijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Karels zoon Lodewijk de Vrome wist het rijk nog bijeen te houden. Na zijn dood in 840 ontstond er een conflict tussen zijn drie zonen. De drie zonen waren in oorlog met elkaar over wie de opvolger zou worden. Uiteindelijk werd deze strijd beëindigd met het Verdrag van Verdun. Het Frankische Rijk werd opgedeeld in drie delen: West-Francië (het huidige Frankrijk), Midden-Francië (Benelux, Zwitserland en Italië) en Oost-Francië (Duitsland). Oost-Francië, of het Oost-Frankische Rijk, ging naar Lodewijk de Duitser. Tussen 843 en 870 wordt Midden-Francië opgesplitst. O.a. de Nederlanden, Zwitserland en Noord-Italië worden aan het Oost-Frankische Rijk toegevoegd.

De Karolingen bleven tot 911 over het Oost-Frankische Rijk regeren. Tussen 888 en 911 neemt het gezag van de koning af. De macht van de leenmannen neemt toe. Zij waren hertog, graaf of vorst over een klein deel van het land. Op een gegeven moment krijgen ze meer macht dan de koning zelf. Ondertussen wordt het rijk binnengevallen door de Hongaren en de Vikingen. Na het uitsterven van de Karolingen in 911 raakt het rijk in chaos. Er was een grote kans op een burgeroorlog, maar uiteindelijk wordt besloten dat vier keurhertogdommen een vorst kiezen. In 911 wordt Koenraad I tot koning verkozen. Iedere keer wanneer een vorst wordt afgezet of sterft kiezen zij een nieuwe vorst. Hierdoor werd het Oost-Frankische Rijk een kiesmonarchie. Uiteindelijk wordt Otto de Grote gekozen tot koning. Zij vele successen wordt hij gekroond tot keizer 962.

Het Heilige Roomse Rijk

Zie Heilige Roomse Rijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Hendrik VI smeekt paus Gregorius VII om hem te vergeven tijdens de Investituurstrijd.

Met de kroning tot keizer ontstaat het Heilige Roomse Rijk. Ook het Heilige Roomse Rijk was een kiesmonarchie en de keizers werden op dezelfde manier gekozen. Het Heilige Roomse Rijk bestond naast Duitsland uit de Benelux, Zwitserland, Oostenrijk, Noord-Europa en delen van Oost-Europa. De grenzen van het rijk zijn vaak veranderd door de geschiedenis, aangezien het rijk bijna 900 jaar bestond. Het Heilige Roomse Rijk was niet echt één land. Het was meer een verzameling van meerdere staatjes met eigen regels en wetten. Het rijk moest een opvolger worden van het Romeinse Rijk en het woord "Rooms" verwees hier ook naar. Een bekende uitspraak over het Heilige Roomse Rijk is dan ook: "Het was noch heilig, noch Rooms, noch een rijk".

Het Heilige Roomse Rijk werd steeds machtiger. In de 11e en 12e eeuw was er een machtsstrijd tussen de keizer en de paus. Dit leidde tot de Investituurstrijd tussen keizer Hendrik IV en paus Gregorius VII. Deze strijd werd uiteindelijk gewonnen door de paus, waardoor duidelijk werd dat de paus machtiger was dan de keizer. Tussen de 12e en 15e eeuw waren er ook veel verschillende dynastieën die elkaar opvolgden in een korte tijd. Vanaf 1438 werd het Heilige Roomse Rijk bestuurd door de het huis Habsburg. Vanaf 1512 wordt het rijk opgedeeld in kreisen. De Nederlanden waren tot 1548 onderdeel van het Heilige Roomse Rijk.

16e t/m 18e eeuw

Reformatie

Zie Reformatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Luther timmert de 95 stellingen op de kerk van Wittenberg. Historici zijn verdeeld of dit echt gebeurd is of dat dit een mythe is.

Op 31 oktober 1517 timmert Maarten Luther een lijst met 95 stellingen op de deur van de kerk van Wittenberg. Luther is het oneens met hoe de Rooms-Katholieke Kerk functioneert. Volgens hem leeft de kerk de Bijbel niet na en vooral de handel in aflaten ging voor hem te ver. Een aflaat was een papiertje dat je kon kopen bij de kerk om je van je zonden te vergeven. Volgens Luther kon alleen God de mens vergeven als deze oprecht spijt van zijn daad had. Met zijn 95 stellingen begon de reformatie. De protestanten wilden de kerk hervormen en de Bijbel weer een grote rol laten spelen in de kerk. In de maanden hierna worden de 95 stellingen verspreid door heel Duitsland en grote delen van Europa. Paus Leo X riep Luther naar Rome en hij moest ook naar de keizer toekomen. In 1521 werd Luther vogelvrij verklaard, waardoor iedereen mocht vermoorden zonder bestraft te worden. Ook moest Luthers boeken verbrand worden. De keurvorst van Saksen liet Luther in veiligheid brengen in de Wartburg.

Luther was tegelijkertijd bezig met zijn vertaling van de Bijbel in het Duits. Het Duits bestond toentertijd uit verschillende dialecten die elkaar amper konden verstaan. Door Luthers Bijbelvertaling kwam er een Duitse spelling die in het gehele land gebruikt kon worden. Zijn Bijbel kon door de boekdrukkunst van Johannes Gutenberg snel en goedkoop verspreid worden. Overigens zette de Reformatie zich maar in een gedeelte van Duitsland door. Hierdoor is het noorden van Duitsland grotendeels protestants, terwijl het zuiden katholiek was.

Dertigjarige Oorlog (1618-1648)

Zie Dertigjarige Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Heilige Roomse Rijk in 1648 na de oorlog

In de vrede van Augsburg van 1555 werd besloten dat iedere heerser de religie van zijn eigen land bepaald. De keizer van het Heilige Roomse Rijk ging zich hier niet mee bemoeien. De protestantse landen vormen samen de Protestantse Unie en de katholieke landen vormden samen de Katholieke Liga. De Protestantse Unie bestond uit voornamelijk landen in het noorden van het rijk onder leiding van het Paltsgraafschap aan de Rijn. De Katholieke Liga bestond uit voornamelijk Zuid-Duitse landen onder leiding van Oostenrijk. Toen Oostenrijk Bohemen zijn godsdienstvrijheid afnam, brak een strijd los.

De strijd begon in de Bohemen, waarna het zich verplaatste naar het noorden van Duitsland. Zweden schoot hierna de Noord-Duitse staten te hulp, waarna Spanje zich aansloot hij de Katholieke Liga. Uiteindelijk deed ook Frankrijk mee aan de oorlog om Spanje te verzwakken. De oorlog eindigde in 1648 met de Vrede van Westfalen, dat ook een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog tussen Spanje en de Nederlanden. Na de oorlog werden veel staten in het noorden van Italië onafhankelijk van het Heilige Roomse Rijk. Ook Zwitserland werd onafhankelijk. De keizer verloor de oorlog en Bohemen kreeg haar godsdienstvrijheid terug. De Dertigjarige Oorlog ging gepaard met een hongersnood en een uitbraak van de pest. Tussen de 4,5 en 8 miljoen mensen overleden hierdoor tijdens het conflict. De bevolking van het Heilige Roomse Rijk was toen 19 miljoen mensen, waardoor de oorlog een grote klap was voor het Heilige Roomse Rijk.

Absolutisme en Oostenrijks-Pruisische strijd

Een voorbeeld van verlicht absolutisme: De Pruisische koning Frederik de Grote ontmoet de Franse filosoof Voltaire op zijn kasteel Sanssouci.

De verwoesting van de Dertigjarige Oorlog leidde tot het absolutisme. Het absolutisme betekende dat de vorsten steeds meer macht kregen. Zij zouden deze macht van god zelf gekregen hebben. De Franse koning Lodewijk XIV vormde het voorbeeld voor de vorsten. De vorsten wilden prachtige paleizen en gaven ook veel geld uit aan wetenschap en kunst. Vooral in Pruisen en Oostenrijk, maar ook in andere landen, zoals Saksen, vond dit plaats. In de 18e eeuw ontstond hierdoor het verlicht absolutisme, waarbij vorsten veel hervormingen doorvoerden.

Oostenrijk, wat ook onderdeel was van het Heilige Roomse Rijk, was oorlogen aan het voeren met het Ottomaanse Rijk. Na de Grote Turkse Oorlog werden Hongarije en Transsylvanië en delen van de Balkan toegevoegd aan Oostenrijk. Na de Spaanse Successieoorlog kwamen ook de Zuidelijke Nederlanden (huidige België), Milaan en Napels hierbij. Oostenrijk werd hierdoor het belangrijkste en machtigste land binnen het Heilige Roomse Rijk. De heersers van Oostenrijk heersten ook vaak over het Heilige Roomse Rijk.

In 1740 overleed keizer Karel VI en liet Oostenrijk na zijn dochter, Maria Theresia. Hierover onstond woede, aangezien Maria Theresia niet geschikt zou zijn om zou groot land te besturen als vrouw. Hierdoor ontstond de Oostenrijkse Successieoorlog, die duurde van 1740 tot 1748. De Pruisische koning Frederik de Grote wist tijdens deze oorlog Silezië te veroveren en werd gesteund door de Fransen. De Oostenrijkers werden door de Britten gesteund, aangezien de Britse koning ook heerser van het keurvorstendom Hannover was. De oorlog leidde tot een paar gebiedsveranderingen. Tijdens de oorlog trouwde Maria Theresia met Karel VII Albrecht en later Frans I Stefan, die beide keizer van het Heilige Roomse Rijk werden. Toch had Maria Theresia de echte macht in handen.

Later werd de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) gevoerd, die gewonnen werd door Pruisen. De oorlog zorgde ervoor dat Pruisen bondgenoot werd van Groot-Brittannië en Oostenrijk van Frankrijk. Oostenrijk en Pruisen werden vijanden van elkaar en de strijd tussen de twee landen zou nog 200 jaar duren. Deze strijd vond ook plaats tijdens de Poolse Delingen en de Beierse Successieoorlog.

19e eeuw

Franse tijd (1789-1815)

Een kaart van de Rijnbond

Na de Franse Revolutie besloten Oostenrijk en Pruisen om de monarchie te verdedigen tegen de Franse republiek. Er bestond namelijk een angst dat de revolutie zou overslaan naar het Heilige Roomse Rijk. Samen met andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Rusland, werd een coalitie gesloten tegen Frankrijk. Dit leidde tot de Coalitieoorlogen. De Coalitieoorlogen werden aanvankelijk gewonnen door de Coalitie, maar uiteindelijk wisten de Fransen steeds meer terrein te winnen onder leiding van Napoleon Bonaparte. In 1801 werden de Duitse gebieden ten westen van de Rijn aan Frankrijk gegeven. In 1803 werden de geestelijke Duitse landen opgedeeld onder de andere landen.

In 1806 kwam er een einde aan het Heilige Roomse Rijk toen keizer Frans II zijn troon opgaf onder druk van Napoleon. Frans II bleef keizer van Oostenrijk. Oostenrijk en Pruisen werden onafhankelijke landen. De overige landen sloten datzelfde jaar de Rijnbond, een satelietstaat van Frankrijk. Pruisen bleef aanvankelijk neutraal nadat het de strijd tegen Frankrijk verloor. Ook Oostenrijk bleef neutraal. Dit veranderde toen Napoleon zijn tocht naar Rusland ondernam in 1812. Dit leidde tot een nederlaag, waarna Rusland samen met Pruisen de strijd tegen Napoleon opende. De Russen en Pruisen werden later gesteund door de Zweden, de Britten en de Oostenrijkers. In 1814 werd Napoleon gedwongen om af te treden en verbannen naar Elba. Napoleon keerde een paar maanden terug, maar werd verslagen in beroemde slag bij Waterloo. Hierna werd hij voorgoed verbannen naar Sint-Helena.

Het Congres van Wenen vond ondertussen plaats, waarop de oude orde in Europa hersteld werd. Het Heilige Roomse Rijk was afgeschaft, maar werd vervangen door de Duitse Bond.

Duitse Bond (1815-1866)

Zie Duitse Bond voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Duitse Bond was het idee van de Oostenrijkse politicus Klemens von Metternich. Hij geloofde dat de verschillende Duitse staten weer één land moest gaan vormen. Dit had er o.a. meer te maken dat men wilde dat Frankrijk omringd werd door sterke landen (zoals een nieuwe revolutie zou uitbreken). De Duitse Bond had een eigen bestuur, de Bondsdag die in Frankfurt am Main zat. De Bondsdag was zowel het parlement als de rechtspraak als de regering. Er was dus geen scheiding der machten. Toch was er gaan sprake van sterkere samenwerking tussen de Duitse staten. Iedere staat had nog steeds zijn eigen wetten en regels en bestuursvorm. In Duitsland ontstond er na 1815 een nationalistische beweging die wilde dat deze verschillende staten één land werden. Ook veel liberalen waren hier voorstander van. Zij wilde niet alleen verbondenheid, maar ook meer democratie en vrijheid. In veel Duitse staten was er amper democratie en veel censuur. Ook de Bondsdag was niet direct gekozen door de bevolking, maar door de vorsten en parlementen van de verschillende staten. Ook had de Bondsdag erg weinig macht. Voor ieder besluit moest iedere deelstaat instemmen. Hierdoor maakten de Duitse staten ook veel afspraken buiten de Bondsdag om, zoals de Zollverein in 1834.

Nadat in Frankrijk de Februarirevolutie in 1848 uitbrak, braken er revoluties door heel Europa uit. 1848 wordt daarom ook wel het revolutiejaar genoemd. In Duitsland wordt dit deel van het revolutie de Maartrevolutie genoemd. Tijdens de Maartrevolutie ontstonden veel opstanden van nationalisten en liberalen. Zij wilde meer vrijheid, meer democratie en een verenigd Duitsland. Kort hierna kwam de Bondsdag bij elkaar in de Paulskirche in Frankfurt am Main en besloot een grondwet samen te stellen. Door deze grondwet zou er meer democratie komen en werden de vrijheden van de burger beschermd. Deze grondwet moest in heel Duitsland gelden. De Pruisische koning Frederik Willem IV moest de keizer van het nieuwe Duitsland worden. Hij weigerde echter de kroon aan te nemen, aangezien de kroon uit de handen van het volk kwam. Hierdoor mislukte de grondwet en de Maartrevolutie.

Oostenrijk en Pruisen waren de twee machtigste landen binnen de Duitse Bond. Pruisen vond echter dat Oostenrijk te veel macht had. Zij wilden daarom ook een Duitse Bond zonder Oostenrijk erbij. Ook de Pruisische premier Otto von Bismarck wilde dit. Na 1850 liepen de spanningen tussen Oostenrijk en Pruisen zodanig op dat het tot oorlog kwam; de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog. Deze oorlog werd door Pruisen gewonnen. Oostenrijk trok zich daarna terug uit de Duitse Bond en ook Beieren, Baden en Württemberg trokken zich terug. Hierdoor bleven alleen de Noord-Duitse staten over.

Noord-Duitse Bond (1866-1871)

Zie Noord-Duitse Bond voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Duitse Bond ging hierdoor na de oorlog verder als de Noord-Duitse Bond. Pruisen was hierin verreweg de machtigste en grootste staat. Meer dan de helft van het grondgebied bestond uit Pruisen. De Noord-Duitse Bond had ook een eigen parlement, de Rijksdag. De Rijksdag zorgde ervoor dat er meer Duitse eenheid kwam en werd hierdoor gesteund door Bismarck. Bismarck had een belangrijke rol in de Duitse eenwording. Op internationaal vlak wilde hij Duitsland ook neutraal houden en goede banden met de andere grootmachten hebben, voornamelijk Rusland, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk-Hongarije.

Tijdens deze periode laaide ook het conflict met aartsvijand Frankrijk op. De Franse keizer Napoleon III had eerst de Duitse eenwording gesteund. In 1867 wilde Napoleon III echter Luxemburg kopen van de Nederlandse koning Willem III (de Luxemburgse kwestie). Pruisen was hier tegenstander van. Ook was Napoleon III bang dat een Duitse prins met de koningin van Spanje zou trouwen (en daardoor koning zou worden). Dit conflict leidde tot de Frans-Duitse Oorlog. De Noord-Duitse Bond viel Frankrijk binnen en wist helemaal tot aan Parijs te komen. In het paleis van Versailles werd de Pruisische koning Wilhelm I vervolgens tot keizer van Duitsland gekroond. In de oorlog werd de Noord-Duitse Bond gesteund door Baden, Württemberg en Beieren. Na de kroning traden deze drie landen ook toe tot het Duitse Keizerrijk. Hierdoor waren alle landen van Duitse Bond verenigd in één land, met uitzondering van Oostenrijk. De Frans-Duitse Oorlog betekende overigens ook het einde van de Franse keizer Napoleon III (Frankrijk werd een republiek). Ook werd Elzas-Lotharingen onderdeel van Duitsland.

Duitse Keizerrijk (1871-1918)

Zie Duitse Keizerrijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

20e eeuw (eerste helft)

Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Zie Eerste Wereldoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Weimarrepubliek (1919-1933)

Zie Weimarrepubliek voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nazi-Duitsland (1933-1945)

Zie Nazi-Duitsland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Zie Tweede Wereldoorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het verdeelde Duitsland

Trümmerzeit (1945-1949)

Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990)

Zie Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Duitse Democratische Republiek (1949-1990)

Zie Duitse Democratische Republiek voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Val van de muur en hereniging (1989-1990)

Het moderne Duitsland

Helmut Kohl en Gerard Schröder

Angela Merkel

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Geschiedenis_van_Duitsland&oldid=718209"