Tweede Kamer: verschil tussen versies
(→Taken: Het stellen van vragen behoort meer tot de controlerende taak.) |
|||
Regel 43: | Regel 43: | ||
Als de Tweede Kamer een wet heeft aangenomen, wordt deze wet ook nog gecontroleerd door de [[Eerste Kamer]]. Zij kijken of de wet wel goed in elkaar zit en er geen foutjes zijn gemaakt. Als de Eerste Kamer ook de wet heeft aangenomen komt de wet in een [[wetboek]] te staan. Dat betekent dat iedereen die zich in Nederland bevindt zich eraan moet houden. De regering moet ervoor zorgen dat deze wet wordt uitgevoerd door de [[overheid]] (bijv. voor snelheidscontroles bij een verkeerswet). | Als de Tweede Kamer een wet heeft aangenomen, wordt deze wet ook nog gecontroleerd door de [[Eerste Kamer]]. Zij kijken of de wet wel goed in elkaar zit en er geen foutjes zijn gemaakt. Als de Eerste Kamer ook de wet heeft aangenomen komt de wet in een [[wetboek]] te staan. Dat betekent dat iedereen die zich in Nederland bevindt zich eraan moet houden. De regering moet ervoor zorgen dat deze wet wordt uitgevoerd door de [[overheid]] (bijv. voor snelheidscontroles bij een verkeerswet). | ||
− | === | + | === Controlerende taak === |
[[Bestand:Openbaar verhoor Parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties.PNG|left|300px|thumb|Een [[parlementaire enquêtecommissie]] aan het werk.]] | [[Bestand:Openbaar verhoor Parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties.PNG|left|300px|thumb|Een [[parlementaire enquêtecommissie]] aan het werk.]] | ||
− | + | De tweede belangrijke taak van de Tweede Kamer is het controleren van het kabinet (premier en ministers). De Tweede Kamer kijkt of zij hun werk wel goed doen. Alle Tweede Kamerleden hebben het zogeheten [[recht op informatie]]. Om het kabinet goed te controleren moeten de Kamerleden immers weten waar zij mee bezig zijn. Onder het recht op informatie vallen de volgende zaken: | |
+ | * ''[[Vragenrecht]]'': Tweede Kamerleden hebben het recht om vragen te stellen aan leden van de regering. Deze vragen kunnen schriftelijk zijn (via papier of de mail) of mondeling. Deze vragen worden ook wel ''Kamervragen'' genoemd en moeten door de leden van de regering beantwoordt worden. Iedere dinsdag vindt in de Tweede Kamer het zogeheten [[Vragenuur (Tweede Kamer)|vragenuur]] plaats. Kamerleden kunnen dan mondeling vragen stellen aan de regering en krijgen hier antwoord op. | ||
+ | * ''[[Recht van interpellatie]]'': Dit hangt samen met het vragenrecht. Tweede Kamerleden hebben het recht om een minister of regeringslid uit te nodigen voor een debat. Dit gaat vaak over een bepaald besluit of een bepaalde wet. Hier moeten minstens 30 Kamerleden het mee eens zijn. | ||
+ | * ''[[Parlementaire enquête|Recht van enquête]]'' en het ''[[recht van onderzoek]]'': De Tweede Kamer heeft het recht om parlementaire onderzoekscommissie of parlementaire enquêtecommissie op te richten. Dit gebeurt als er grote problemen zijn en deze verder onderzocht moeten worden. De parlementaire enquêtecommissie richt zich op een bepaald vraagstuk en probeert te beantwoorden hoe de problemen zijn ontstaan en wie er verantwoordelijk voor is. Vaak is zo'n enquêtecommissie enkele maanden of zelfs jaren bezig. De commissie bestaat altijd uit enkele Kamerleden die zich in het onderwerp verdiepen en mensen [[onder ede]] verhoren. Het recht van enquête is daardoor een van de zwaarste middelen om informatie te verkrijgen. | ||
+ | * ''[[Budgetrecht]]'': Vooral de Tweede Kamer houdt zich bezig met de zogeheten [[Rijksbegroting]]. Dit zijn de financiële plannen die de regering tijdens [[Prinsjesdag]] presenteert. De Tweede Kamer stemt over deze plannen en kan ze ook wijzigen. Overigens brengt de minister van Financiën enkel halfjaar de kamer op de hoogte (met de [[voorjaarsnota]] en de [[najaarsnota]]). Voornamelijk de Tweede Kamer houdt zich bezig met het budgetrecht, aangezien de Tweede Kamer de plannen kan wijzigen. De Eerste Kamer houdt zich afzijdig hierin. | ||
− | + | De regeringsleden zijn verplicht om de Tweede Kamer van informatie te voorzien. Wanneer ze dit niet doen, kan de Tweede Kamer een [[motie van wantrouwen]] aannemen. Dit betekent dat de Tweede Kamer het vertrouwen in het regeringslid opzegt en deze moet aftreden. Een motie van wantrouwen moet met meerderheid worden aangenomen. De Tweede Kamer kan deze ook aannemen als een regeringslid zijn werk (bewust) niet goed doet of zelfs tegen de regering aannemen. | |
+ | |||
+ | Naast de motie van wantrouwen bestaat ook nog de [[motie van afkeuring]]. In deze motie keurt de Tweede Kamer het beleid van de regering of een regeringslid af, maar deze kan wel aanblijven. De [[motie van treurnis]] is nog lichter, aangezien de Tweede Kamer dan alleen iets betreurd wat de regering doet. | ||
=== Verkiezingen & het vormen van de regering === | === Verkiezingen & het vormen van de regering === |
Versie van 20 jul 2023 20:29
De Tweede Kamer, of officieel Tweede Kamer der Staten-Generaal is één van de twee kamers van de Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden (het Nederlands parlement). Naast een Tweede Kamer is er ook een Eerste Kamer.
De Tweede Kamer is belangrijker dan de Eerste Kamer, hier worden veel beslissingen over Nederland genomen. De Tweede Kamer maakt en ontwerpt de wetten die de Eerste Kamer dan moet goedkeuren. Er zitten 150 leden in de Tweede Kamer. Zij heten Tweede Kamerleden of volksvertegenwoordigers. De Kamerleden zijn verspreid over verschillende politieke partijen. Politieke partijen zijn groepjes mensen die hetzelfde over veel dingen denken: Je hebt christelijke partijen, liberale partijen, sociaaldemocratische partijen, enzovoorts.
De Tweede Kamer zit in Den Haag, aan het Binnenhof. De voorzitter van de Tweede Kamer heet Vera Bergkamp. De Tweede Kamer is te vergelijken met de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België.
Geschiedenis
Ontstaan
Oorspronkelijk had Nederland een parlement van maar één kamer. Dit was de Staten-Generaal en bestond uit vertegenwoordigers van de gewesten. De Staten-Generaal bestond al sinds de 16e eeuw, maar het gewone volk had hier geen invloed op. In 1796 werd de Staten-Generaal vervangen door de Nationale Vergadering, waarin het volk voor het eerst invloed had. Zowel de Staten-Generaal en de Nationale Vergadering worden gezien als de oorsprong van de Tweede Kamer.
In 1815 werd Nederland omgevormd in een absolute monarchie onder koning Willem I. De Staten-Generaal werd toen hersteld, maar moest democratischer worden. Uiteindelijk werd besloten de Staten-Generaal in twee kamers te verdelen; de Tweede Kamer (waar het gewone volk invloed had) en de Eerste Kamer (waar de adel invloed had). De Eerste Kamer kwam er op verzoek van de Belgen (België was toentertijd onderdeel van Nederland).
Overigens betekende dat niet dat iedereen voor de Tweede Kamer kon stemmen. Enkel rijke mannen konden stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Ook alleen zij konden verkozen worden tot de Tweede Kamer. Toch was de Tweede Kamer een stuk democratischer dan de Eerste Kamer, aangezien de Eerste Kamerleden door de koning gekozen werden. De Tweede Kamer had vrij weinig te zeggen, aangezien de koning vrijwel alle macht in handen had.
Democratisering

Hier kwam verandering tijdens de grondwetsherziening van 1848. De macht van de koning werd toen beperkt en de Tweede Kamer kreeg toen een stuk meer macht. Hierdoor kregen de Tweede Kamerleden ook meer invloed op de regering. Zij kozen bijvoorbeeld de premier en ministers en konden hen dwingen af te treden. Toch konden enkel rijke mannen stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Ook zaten zij als enige in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer werd hierdoor gekozen door zo'n 3 tot 5% van de Nederlandse bevolking.
Oorspronkelijk waren alle Tweede Kamerleden onafhankelijk. Er waren namelijk nog geen politieke partijen. Dit veranderde pas aan het einde van de 19e eeuw. De eerste landelijke politieke partij was de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) uit 1879. In 1887 werd het kiesrecht verder uitgebreid met het Caoutchouc-artikel. Hierdoor konden alle mannen van 25 jaar en ouder die konden lezen en schrijven en niet afhankelijk waren van armenzorg stemmen voor de Tweede Kamer. Om gekozen te worden moest je minstens 30 jaar oud zijn. Pas in 1917 werd het algemeen kiesrecht voor alle mannen ingevoerd. Vrouwen hebben sinds 1917 passief kiesrecht en sinds 1922 actief kiesrecht. Het eerste vrouwelijke Tweede Kamerlid is Suze Groeneweg die in 1918 werd gekozen.
Ook had de Tweede Kamer oorspronkelijk een districtenstelsel. Dit betekende dat alle Tweede Kamerleden een bepaald gebied in Nederland (een kiesdistrict) vertegenwoordigden. Zij konden enkel gekozen worden door de inwoners van dat kiesdistrict. In 1918 werd het districtenstelsel afgeschaft. Sindsdien is er evenredige vertegenwoordiging en stemmen alle Nederlandse kiezers op dezelfde kieslijst.
Sinds de Tweede Wereldoorlog

Op 10 mei 1940 werd Nederland bezet door Duitsland. Op die dag vond ook de laatste vergadering van de Tweede Kamer plaats. De Tweede Kamer bleef officieel tijdens de Tweede Wereldoorlog bestaan, maar de leden besloten niet te vergaderen. De Nederlandse regering was inmiddels naar Londen gevlucht. In 1941 werden alle Nederlandse politieke partijen verboden met uitzondering van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Tijdens de oorlog werden ook veel Tweede Kamerleden gevangengezet of vermoord. Nederland werd bevrijd op 5 mei 1945, maar de Tweede Kamer kwam pas in 25 september 1945 weer samen. Overigens waren veel Tweede Kamerleden tijdens de oorlog overleden, waardoor er veel lege banken waren.
In 1946 werd er weer nieuwe Tweede Kamerverkiezingen gehouden. Na de oorlog werkten de meeste partijen samen om Nederland weer op te bouwen. Kabinetten na de oorlog hadden hierdoor soms wel meer dan drie vierde van de zetels in handen. In 1956 werd het aantal zetels van de Tweede Kamer uitgebreid van 100 naar 150 zetels. In 1955 was er voor het eerst een televisiecamera in de Tweede Kamer. De debatten worden sinds 2002 rechtstreeks uitgezonden.
Daarnaast werd de kiesleeftijd verlaagd. Sinds 1963 moesten Kamerleden minstens 25 jaar oud zijn; kiezers moesten minstens 21 jaar oud. Sinds 1983 moet je minstens 18 jaar oud zijn om zowel te stemmen als om verkozen te worden. Vanaf de jaren 1970 doken er ook steeds meer nieuwe partijen op door de ontzuiling. Ook nam de invloed van de koning(in) af. Tot 1983 koos de koning(in) de voorzitter van de Tweede Kamer, maar sindsdien doet de Tweede Kamer dit zelf.
De Tweede Kamer vergaderde oorspronkelijk in de Oude Zaal. Deze zaal leek een beetje op die van de Eerste Kamer. Toch was de Oude Zaal erg krap voor 150 Tweede Kamerleden. In 1992 verhuisde de Tweede Kamer daarom naar de nieuwe, halfronde zaal. Hier hebben de Tweede Kamerleden elk een aparte stoel en is er ook meer ruimte voor publiek en de pers. Desondanks moest de Tweede Kamer in 2021 verhuizen naar een ander gebouw vanwege de verbouwing van het Binnenhof. Waarschijnlijk moet de Tweede Kamer hier tot 2028 blijven.
Taken
Wetgevende taak
De Tweede Kamer is een wetgevend orgaan. Dit betekent dat de Tweede Kamer stemt over wetten. De Tweede Kamer kan een wetsvoorstel aannemen, wijzigen of afwijzen. Deze wetsvoorstellen kunnen door het kabinet gemaakt zijn, maar ook de Tweede Kamerleden zelf.
De Tweede Kamerleden hebben namelijk het recht van initiatief. Zij mogen op eigen initiatief een wetsvoorstel indienen (een initiatiefvoorstel) met hulp van het Bureau Wetgeving. Dit bureau helpt Tweede Kamerleden met hun idee goed te verwoorden, zodat het ook juridisch klopt. De Tweede Kamer kunnen ook een motie sturen naar het Nederlands kabinet, als hier een meerderheid voor is. In een motie kan de Tweede Kamer oproepen om iets te doen. Moties kunnen ook voor wetgeving gebruikt worden.
Overigens kunnen Nederlandse burgers ook Tweede Kamerleden benaderen voor een wetsvoorstel. Tweede Kamerleden kunnen dan zelf beslissen of ze hierop ingaan. Zij kunnen ook een burgerinitiatief doen. Dit is een voorstel van een kiesgerechtigde ondersteunt met minstens 40.000 handtekeningen. Dit wordt overhandigt aan de Tweede Kamer en moet dan besproken worden in de Tweede Kamer.
Als de Tweede Kamer een wet heeft aangenomen, wordt deze wet ook nog gecontroleerd door de Eerste Kamer. Zij kijken of de wet wel goed in elkaar zit en er geen foutjes zijn gemaakt. Als de Eerste Kamer ook de wet heeft aangenomen komt de wet in een wetboek te staan. Dat betekent dat iedereen die zich in Nederland bevindt zich eraan moet houden. De regering moet ervoor zorgen dat deze wet wordt uitgevoerd door de overheid (bijv. voor snelheidscontroles bij een verkeerswet).
Controlerende taak
De tweede belangrijke taak van de Tweede Kamer is het controleren van het kabinet (premier en ministers). De Tweede Kamer kijkt of zij hun werk wel goed doen. Alle Tweede Kamerleden hebben het zogeheten recht op informatie. Om het kabinet goed te controleren moeten de Kamerleden immers weten waar zij mee bezig zijn. Onder het recht op informatie vallen de volgende zaken:
- Vragenrecht: Tweede Kamerleden hebben het recht om vragen te stellen aan leden van de regering. Deze vragen kunnen schriftelijk zijn (via papier of de mail) of mondeling. Deze vragen worden ook wel Kamervragen genoemd en moeten door de leden van de regering beantwoordt worden. Iedere dinsdag vindt in de Tweede Kamer het zogeheten vragenuur plaats. Kamerleden kunnen dan mondeling vragen stellen aan de regering en krijgen hier antwoord op.
- Recht van interpellatie: Dit hangt samen met het vragenrecht. Tweede Kamerleden hebben het recht om een minister of regeringslid uit te nodigen voor een debat. Dit gaat vaak over een bepaald besluit of een bepaalde wet. Hier moeten minstens 30 Kamerleden het mee eens zijn.
- Recht van enquête en het recht van onderzoek: De Tweede Kamer heeft het recht om parlementaire onderzoekscommissie of parlementaire enquêtecommissie op te richten. Dit gebeurt als er grote problemen zijn en deze verder onderzocht moeten worden. De parlementaire enquêtecommissie richt zich op een bepaald vraagstuk en probeert te beantwoorden hoe de problemen zijn ontstaan en wie er verantwoordelijk voor is. Vaak is zo'n enquêtecommissie enkele maanden of zelfs jaren bezig. De commissie bestaat altijd uit enkele Kamerleden die zich in het onderwerp verdiepen en mensen onder ede verhoren. Het recht van enquête is daardoor een van de zwaarste middelen om informatie te verkrijgen.
- Budgetrecht: Vooral de Tweede Kamer houdt zich bezig met de zogeheten Rijksbegroting. Dit zijn de financiële plannen die de regering tijdens Prinsjesdag presenteert. De Tweede Kamer stemt over deze plannen en kan ze ook wijzigen. Overigens brengt de minister van Financiën enkel halfjaar de kamer op de hoogte (met de voorjaarsnota en de najaarsnota). Voornamelijk de Tweede Kamer houdt zich bezig met het budgetrecht, aangezien de Tweede Kamer de plannen kan wijzigen. De Eerste Kamer houdt zich afzijdig hierin.
De regeringsleden zijn verplicht om de Tweede Kamer van informatie te voorzien. Wanneer ze dit niet doen, kan de Tweede Kamer een motie van wantrouwen aannemen. Dit betekent dat de Tweede Kamer het vertrouwen in het regeringslid opzegt en deze moet aftreden. Een motie van wantrouwen moet met meerderheid worden aangenomen. De Tweede Kamer kan deze ook aannemen als een regeringslid zijn werk (bewust) niet goed doet of zelfs tegen de regering aannemen.
Naast de motie van wantrouwen bestaat ook nog de motie van afkeuring. In deze motie keurt de Tweede Kamer het beleid van de regering of een regeringslid af, maar deze kan wel aanblijven. De motie van treurnis is nog lichter, aangezien de Tweede Kamer dan alleen iets betreurd wat de regering doet.
Verkiezingen & het vormen van de regering
Elke vier jaar kiezen alle volwassenen in Nederland de leden van de Tweede Kamer. Ze stemmen op een kandidaat. Kandidaten horen vaak bij een politieke partij, maar dat hoeft niet per se. Hoe meer mensen op een bepaalde partij stemmen, hoe meer zetels deze partij krijgt. Als een partij veel zetels heeft, heeft die meer macht.
Na de verkiezingen gaan de partijen met elkaar in overleg.
- Vaak wordt er eerst een informateur aangesteld. Hij of zij gaat onderzoeken welke partijen eventueel met elkaar kunnen en willen gaan samenwerken in de nieuwe regering. Daarvoor gaat hij informeren bij de fracties van de partijen waarvan leden in de Tweede Kamer gekozen zijn. De informateur kijkt ook of er eventueel problemen zijn.
- Daarna komt er een formateur die gaat bespreken hoe een nieuw kabinet zou kunnen worden samengesteld: 'geformeerd'. Meestal is dat de man of vrouw die waarschijnlijk minister-president zal gaan worden en komt bijna altijd uit de grootste partij. De partij met de meeste zetels begint dan het overleg. De partijen proberen samen het eens te worden over verschillende onderwerpen. Als dat lukt, kunnen ze samen een regering (coalitie) vormen.
- Daarna worden onder de coalitiepartijen de verschillende ministersposten verdeeld. Het aantal ministeries kan verschillen van het aantal ministers. Elke minister heeft ook een of meer 'hulpjes': die worden staatssecretarissen genoemd.
- Als de regering gevormd is, gaan de nieuwe ministers en de minister-president naar de koning. Dan worden die beëdigd en wordt er een foto gemaakt op het het bordes van paleis Huis ten Bosch, het werkpaleis van de koning. Als dat achter de rug is worden alle staatssecretarissen beëdigd en kan het nieuwe kabinet beginnen.
De partijen die niet in de coalitie zitten, zitten in de oppositie. Omdat er 150 zetels zijn in de Kamer, probeert de regering altijd in totaal minimaal 76 zetels te hebben, dan hebben ze namelijk de meerderheid. Als de regering de meerderheid heeft, kunnen ze hun plannen makkelijker laten goedkeuren door de Tweede Kamer.
De algemene beschouwingen
Elk jaar vindt op de derde dinsdag in september Prinsjesdag plaats. De regering maakt dan alle plannen voor het volgende jaar bekend. Deze plannen staan in de troonrede die wordt voorgelezen door onze koning, Willem-Alexander. Later in de middag gaat de minister van Financiën naar de Tweede Kamer met het bekende koffertje. Hierin zit de Miljoenennota. Dat is een korte uitleg van de Rijksbegroting voor het volgende jaar. Dus hoe de regering denkt dat de plannen die ze hebben gemaakt betaald kunnen worden. De dagen na Prinsjesdag wordt er in de Tweede kamer over de Rijksbegroting gedebatteerd en gestemd: dat zijn de algemene beschouwingen. De Tweede Kamer moet namelijk de plannen goedkeuren, voordat ze kunnen worden uitgevoerd. Vaak lukt dit niet in één keer en moeten er dingen worden aangepast.
Zetelverdeling
Op dit moment zitten er 18 partijen in de Tweede Kamer en 1 onafhankelijk lid. Voor de laatste verkiezingen, in 2021, waren dit er nog 13. Daarnaast waren er nog 2 onafhankelijke kamerleden. Dat kwam omdat er soms ook in partijen ruzie ontstaat. Dan kunnen Kamerleden ervoor kiezen om voor zichzelf verder te gaan, zonder hun partij. Ze splitsen zich dan af.
Politieke partij | zetels | Fractievoorzitters |
---|---|---|
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) | 34 | Sophie Hermans |
Democraten 66 (D66) | 24 | Jan Paternotte |
Partij voor de Vrijheid (PVV) | 17 | Geert Wilders |
Christen-Democratisch Appèl (CDA) | 14 | Pieter Heerma |
Socialistische Partij (SP) | 9 | Lilian Marijnissen |
Partij van de Arbeid (PvdA) | 9 | Attje Kuiken |
GroenLinks (GL) | 8 | Jesse Klaver |
Partij voor de Dieren (PvdD) | 6 | Esther Ouwehand |
ChristenUnie (CU) | 5 | Mirjam Bikker |
Forum voor Democratie (FvD) | 5 | Thierry Baudet |
JA21 | 3 | Joost Eerdmans |
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) | 3 | Kees van der Staaij |
DENK | 3 | Farid Azarkan |
Groep-Van Haga | 3 | Wybren van Haga |
Volt Nederland | 2 | Laurens Dassen |
BoerBurgerBeweging (BBB) | 1 | Caroline van der Plas |
BIJ1 | 1 | Sylvana Simons |
Fractie-Den Haan | 1 | Liane den Haan |
Lid-Gündoğan | 1 | Nilüfer Gündoğan |
Lid-Omtzigt | 1 | Pieter Omtzigt |
Totaal | 150 |
Externe Links
- De website van de Tweede Kamer
- Site speciaal voor kinderen, met alle lastige woorden uit de politiek
- Webkwestie / webquest Wie is de baas?