Tennis

Uit Wikikids
Versie door Wouter15 (overleg | bijdragen) op 20 nov 2024 om 18:32 (Link naar doorverwijspagina Gravel gewijzigd in Gravel (tennis) met DisamAssist)
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Tennis
Olympic pictogram Tennis.png
Aangesloten bij
Wereldbond
Europese bond
Olympisch comité NOC*NSF
Nationale bond Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond
Aangesloten liga's
Website
https://www.tennis.nl/
Portaal Portaalicoon Sport
Een tennisnet

Tennis is een balsport voor twee (enkelspel) of vier (dubbelspel) spelers, waarbij een kleine, meestal gele, bal met een racket over een net en binnen de speelhelft van de tegenstander(s) wordt geslagen, met als doel de bal een keer vaker goed te slaan dan de tegenstander.

Je begint met serveren, dit wordt bepaald door middel van tossen, dat is meestal met het opgooien van een munt (kop of munt), om te bepalen wie er mag beginnen met serveren.

De services gaat meestal heel hard. als je de smash maakt moet je er voor zorgen dat de bal wel hoog komt om hem te meppen. de backhand de backhand is een slag waarmee je kunt mikken. Je kunt hem hard slaan middelslag of een lob maken (dat kan beter met de smash) de lob is een bal die over de speler heen gaat, dus je moet hem niet te hard slaan en ook niet te hard meer hoog.

Tennis wordt gespeeld op gravel, kunstgras of betonbanen. Vroeger mocht je alleen in witte kleding tennissen. Hier was men heel streng in. Tegenwoordig mag je ook tennissen met gekleurde kleding aan, maar het moet niet te bont worden. Een belangrijk en beroemd tennistoernooi is Wimbledon in Engeland. Het is de droom van veel professionele tennissers om daar eens te staan. Richard Krajicek heeft als enige Nederlander Wimbledon eens gewonnen, in 1996.

Hoewel de bal bij tennis een stuk kleiner is, dan bijvoorbeeld de voetbal of de basketbal, is tennis ook een balsport. Tennis wordt meestal gespeeld in tweetallen (1 tegen 1) of in viertallen (2 tegen 2). Natuurlijk kan de sport ook alleen beoefend worden tegen bijvoorbeeld een tennismuur of in andere aantallen, maar in wedstrijdvorm wordt het altijd in tweetallen of in viertallen gespeeld. De ondergrond van de tennisbaan kan uit gravel, gras, kunststof, cement of kunstgras bestaan.

Het is ook een sport die tijdens de Olympische Zomerspelen gespeeld wordt.

Slagen

Tennis wordt met een tennisracket in de hand gespeeld, als je rechts bent dan hou je het raket in de rechterhand en links in de linkerhand.

Bij tennis zijn er verschillende slagtechnieken waarmee de bal geslagen kan worden. Dit zijn:

  • Serveren: de bal wordt omhoog gegooid met de ene hand en met de andere hand met daarin het racket wordt de bal weggeslagen.
  • Forehand: je houd het raket zo vast (laten zien) en slaat dan aan de linkerkant
  • Backhand: je houd het raket zo vast (laten zien) en slaat dan aan de rechterkant
  • Smash: een bal die hoog gespeeld wordt, wordt naar beneden teruggeslagen, zonder dat de bal tussendoor de grond raakt.
  • Volley: een korte bal die meteen in de forehand of in de backhand wordt teruggespeeld. je slaat dicht bij het net
  • Ace: de bal wordt geserveerd, maar de tegenstander raakt het niet.

Positie

Bij tennis staat degene die serveert in het begin áltijd rechts en de ander links. Na elk punt wisselen de spelers. Dan staat de serveerder links en de ander rechts. Na de eerste game wisselen de spelers van helft en dan om de twee games wisselen ze weer van helft.

Puntentelling

Het gaat in tennis om twee, soms drie gewonnen sets. Elke set telt weer zes gewonnen games. De puntentelling gaat als volgt: 15, 30, 40, game. Nul punten heet in tennis 'love'. Bij de eerste score is het 15-0. "Fifteen-love" hoor je dan van de umpire (scheidsrechter). Wordt tegen gescoord, dan hoor je: "Fifteen all". Degene die 40 heeft en daarna weer scoort, wint de game. Als twee tegenstanders gelijk oplopen en het wordt 40-40, dan is het niet "forty all", maar "deuce" (spr. uit 'djoes'). Scoort dan een van de spelers, dan heet dat "advantage" (voordeel, spr. uit 'advantitsj') en moet degene die het voordeel heeft nog een keer scoren om de game binnen te halen, anders wordt het weer "deuce" en kan zo'n game erg lang duren als het voordeel steeds wisselt. Om een set te winnen moet er altijd een verschil zijn van minstens twee gewonnen games. Dus 6-4 of 7-5, maar 6-0 of 6-2 kan natuurlijk ook. Wanneer het 6-6 is, wordt er een tiebreak gespeeld. Hierbij geldt een "gewone" puntentelling, dus 1, 2, 3 ... en moet er een verschil zijn van minstens twee punten boven de 6, dus 7-3, of 8-6 of zelfs 12-10. Na een gewonnen tiebreak vermeldt het scorebord 7-6 voor de winnaar, vaak met het laagste aantal punten erbij. Dus bijvoorbeeld 7-6 (4); de tiebreak is dan gewonnen met 7-4. In 2022 is voor de vier grand slam-toernooien (waar om drie gewonnen sets wordt gespeeld) een zgn. super-tiebreak ingevoerd om de speelduur enigszins te beperken. Dan moet er een verschil zijn van twee punten boven de 9.

Benodigdheden

De twee belangrijkste benodigdheden die nodig zijn bij tennis, zijn een tennisracket en een tennisbal. De tennisbal is meestal groengeel en de tennisracket is er in verschillende maten. Er zijn tennisrackets voor kleineren en voor groteren. Om erachter te komen of het tennisracket bij je past, kun je het handvat in je hand houden waarmee je speelt. De bovenkant van je racket moet dan bij je enkels komen.

Verder is een tennisbaan met een net en de juiste lijnen nodig, wanneer je wedstrijden speelt. Ook tenniskleding en speciale tennisschoenen zijn nodig. Mannen spelen vaak in een korte broek met een polo aan, vrouwen meestal in een rokje. Maar er kan natuurlijk ook gespeeld worden in een lange broek en met een vest. Tennisschoenen zijn ook belangrijk, maar de onderzool van de schoenen is afhankelijk van de ondergrond van de tennisbaan. Er kan op gras gespeeld worden, op gravel, beton, maar er zijn ook andere ondergronden

De baan

Het speelveld wordt in twee helften verdeeld door een net, dat in het midden hangt. Elk van de twee speelhelften is verdeeld in drie vlakken: een achtervlak, en twee voorvlakken (servicevakken). De lijn tussen de twee helften heet de middellijn en de achterste lijn heet de basislijn. Het veld en de aparte vakken worden gescheiden door witte lijnen, die gelden als onderdeel van het speelveld. Een geslagen bal die buiten het veld van de tegenstander geslagen wordt is "uit" en levert de tegenstander een punt op. In het enkelspel wordt het veldkader begrensd door de binnenste zijlijnen. In het dubbelspel worden de buitenste zijlijnen gebruikt. Beide zijlijnen worden samen ook wel de tramrails genoemd.

Externe links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Tennis&oldid=896462"