Partij voor de Dieren
| Partij voor de Dieren (PvdD) | |
| Oprichting | oktober 2002 | 
| Actief in |  Nederland | 
| Richting | Links | 
| Stroming | Dierenbelangen Groene politiek Progressivisme | 
| Partijleider | Esther Ouwehand | 
| Partijvoorzitter | Zwanny Naber | 
| Fractievoorzitters | |
| - Eerste Kamer | Ingrid Visseren-Hamakers | 
| - Tweede Kamer | Esther Ouwehand | 
| - Europees Parlement | Anja Hazekamp | 
| Zetels | |
| - Eerste Kamer | 3 van de 75 | 
| - Tweede Kamer | 3 van de 150 | 
| - Europees Parlement | 1 van de 31 | 
| - Provinciale Staten | 26 van de 572 | 
| - Gemeenteraden | 63 van de 8512 | 
| - Burgemeesters | 0 van de 345 | 
| - Commissarissen van de Koning | 0 van de 12 | 
| Overig | |
| Wetenschappelijk bureau | Nicolaas G. Piersonstichting | 
| Jongerenorganisatie | PINK! | 
| Europese fractie | Europees Unitair Links/Noords Groen Links | 
| Internationale organisatie | Stichting voor Dierenpolitiek | 
| Portaal  Politiek | |
De Partij voor de Dieren, afgekort PvdD, is een politieke partij in Nederland. Sinds 9 oktober 2019 is Esther Ouwehand de partijleider. De partij werd opgericht in 2002 en is sinds 2006 vertegenwoordigd in de Tweede Kamer.
De PvdD zet zich in voor de rechten en het welzijn van dieren. De partij werd oorspronkelijk opgericht als single-issuepartij voor dierenrechten en dierenwelzijn. De partij wil onder meer dierenrechten in de grondwet en een einde aan de jacht, bont en de vee-industrie. In de jaren 2010 ontwikkelde de partij zich tot een radicaal-groene partij met ook aandacht voor klimaat, milieu en mensenrechten. Op economisch gebied is de partij links en voor meer solidariteit in de economie. Op sociale onderwerpen heeft PvdD progressieve standpunten.
Geschiedenis
Oprichting
De Partij voor de Dieren werd in oktober 2002 opgericht, nadat het kabinet-Balkenende I stopte. De oprichters vonden dat GroenLinks, in de periode dat Wim Kok minister-president was, zich te weinig inzette voor dierenrechten. In deze periode hadden de "groene partijen"  de meerderheid in de Tweede Kamer.
 de meerderheid in de Tweede Kamer.
Eerste verkiezingen
In 2002 vonden veel mensen het niet goed dat de PvdD zich alleen maar op dieren(rechten) richtte. De PvdD maakte net voor de Tweede Kamerverkiezingen 2003 bekend dat ze naast dierenrechten zich ook een mening over andere onderwerpen (bijvoorbeeld economie, cultuur, zorg, verkeer, milieu en onderwijs) zou vormen. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2003 deed de PvdD mee in 18 van de 19 regio's of kieskringen. In Overijssel deden ze niet mee vanwege een fout van de organisatie. De partij werd drie maanden voor de verkiezingen opgericht en had zo niet zoveel tijd voor campagne voeren  . Ze kregen tijdens 47.665 stemmen, net te weinig voor een zetel.
. Ze kregen tijdens 47.665 stemmen, net te weinig voor een zetel.
 
  Op 30 november 2003 bepaalde het congres van de PvdD dat de PvdD mee zou gaan doen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2004. De partij haalde net te weinig stemmen voor een zetel in het Europees Parlement. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 deed de PvdD niet mee, omdat ze zich (naar eigen zeggen) wilden richten op de landelijke verkiezingen in 2007.
Doorbraak
Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006 haalde de PvdD 154.677 stemmen, en daarmee hun eerste twee zetels in de Tweede Kamer. Hiermee was Nederland het eerste land waar een partij die zich inzet voor dieren een zetel heeft in het parlement.
Bij de Provinciale Statenverkiezing in 2007 haalde de PvdD negen zetels, verdeeld over acht verschillende provincies. Hiermee had de PvdD genoeg zetels in de Provinciale Staten voor een één zetel in de Eerste Kamer. Bij de Waterschapsverkiezingen in 2008 kon er in zes waterschappen worden gestemd op de PvdD. In totaal haalde de partij acht zetels. De PvdD deed het jaar erop mee aan de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009. De partij had net te weinig stemmen voor een zetel.
Tijdens de Gemeenteraadsverkiezingen in 2010 deed de PvdD mee bij 6 gemeenten (Amsterdam, Apeldoorn, Buren, Den Haag, Groningen en Leiden). Bij elke gemeenteraad haalde ze één zetel. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2010 haalde de partij twee zetels. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2012 haalde de partij opnieuw twee zetels, wel hadden ze 45% meer stemmen dan het jaar ervoor. Dit was bijna genoeg voor drie zetels.
Bij de Gemeenteraadsverkiezingen 2014 deed de PvdD mee bij twaalf gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Apeldoorn, Buren, Groningen, Leiden, Arnhem, Gouda, Vlagtwedde en Pijnacker-Nootdorp). Bij elk van deze haalde ze één zetel. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014 haalde de partij één zetel. Bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2015 deed de PvdD mee in 10 Provinciale Staten, en haalde in totaal 18 zetels. Ook behaalde de partij twee zetels in de Eerste Kamer.
Verdere groei
 
  Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2017 behaalde de PvdD 5 zetels. PvdD-Kamerlid Femke Merel van Kooten-Arissen splitste zich echter af van de partij in 2019. Zij ging een eigen eenmansfractie vormen. Volgens Van Kooten-Arissen versmalde de partij haar blik echter in plaats van verbreden. Marianne Thieme verliet enkele maanden later de PvdD en gaf het leiderschap van de partij over aan Esther Ouwehand. Thieme is wel nog steeds actief binnen de partij en is de voorzitter van het wetenschappelijk bureau, de Nicolaas G. Pierson Foundation.
Op 15 oktober 2019 werd de partijvoorzitter van de PvdD, Sebastiaan Wolswinkel, ontslagen en uit de partij gezet. Een groot deel van de leden was het eens met dit besluit.
Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2021 behaalde de PvdD 6 zetels. Ook tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 groeide partij door. De PvdD heeft in totaal 63 zetels in 29 verschillende gemeenten. Bij de Provinciale Statenverkiezingen 2023 won de PvdD enkele zetels en bleef 3 zetels in de Eerste Kamer behouden.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2023 hield de partij de helft van de zetels over. De partij verloor 3 zetels en kwam uit op 3 zetels.
Conflict in 2023
In 2023 ontstond een conflict binnen de Partij voor de Dieren tussen Esther Ouwehand en het partijbestuur. Het partijbestuur wilde een onderzoek naar de integriteit van Ouwehand instellen na meldingen. Het bleef onduidelijk waar deze meldingen precies overgingen en Ouwehand schakelde een advocaat in. Enkele dagen later maakte het partijbestuur bekend op te stappen, aangezien het grootste gedeelte van de leden aan de kant van Ouwehand stond. Op het partijcongres maakte Ouwehand bekend tijdelijk haar rol als partijleider neer te leggen tot het einde van het onderzoek. Er kwam een nieuw bestuur concludeerde dat het onderzoek niet nodig was. Twee weken later pakte Ouwehand haar taken weer op.
Dit conflict vond korte tijd voor de Tweede Kamerverkiezingen 2023 plaats. Hoewel de Partij voor de Dieren het goed deed in de peilingen, verloor de partij drie zetels. Hierdoor werd Tweede Kamerfractie gehalveerd. Dit kwam deels doordat stemmers overliepen naar andere partijen, maar ook doordat 25% van de stemmers die in 2021 PvdD stemde niet kwam opdagen tijdens de verkiezingen. Tijdens de Europese Parlementsverkiezingen 2024 wist PvdD haar enige zetel in het Europees Parlement te behouden. De partij behaalde meer stemmen dan bij de vorige verkiezingen.
Afsplitsingen in 2025
In 2025 begon een nieuw conflict binnen de partij over het defensiestandpunt. De PvdD is van oorsprong tegen investeringen in defensie. De Tweede Kamerfractie van de partij stemde echter in met meer militaire investeringen. Volgens Ouwehand waren nieuwe investeringen nodig vanwege de oorlog in Oekraïne, de dreiging van Rusland en de onzekerheid door het presidentschap van Donald Trump. Wel vond zij dat de investeringen kritisch gecontroleerd moesten worden door het parlement. Ook mochten de investeringen het klimaat, de natuur en dieren- en mensenrechten niet schaden.
Die beslissing leidde tot een conflict binnen de partij. Een deel van de leden was het eens met Ouwehand. Zij werden de haviken genoemd. Een ander deel vond juist dat PvdD een pacifistisch standpunt moest aanhouden. Zij werden de vredesduiven genoemd. Tijdens een ledenstemming stemde een kleine meerderheid vóór de wijziging van het militaire standpunt. In reactie hierop splitsten een kleine groep leden zich af van de partij. Zij richtten voor de Tweede Kamerverkiezingen 2025 een nieuwe partij op: Vrede voor Dieren (VvD). Op de kandidatenlijst stonden enkele prominente leden, waaronder Pascale Plusquin, Ewald Engelen (de man van oud-partijleider Marianne Thieme) en oud-voorzitter Ruud van der Velden. Ook sloot een gemeenteraadslid uit Rotterdam zich aan bij de partij. Dat lid was voorheen lid van PvdD en stapte uit de partij vanwege het militaire standpunt.
In Trouw keerde ook oud-partijleider Marianne Thieme zich tegen de partij. Volgens Thieme keerde PvdD met een defensie-uitbreiding zich tegen haar idealen. Op 21 oktober 2025 (één week voor de verkiezingen) maakte Eerste Kamerlid en mede-oprichter Niko Koffeman bekend dat hij ook uit de PvdD gestapt was. Koffeman gaf aan dat hij ontevreden was met de koers van de partij. Hij nam zijn zetel mee en ging verder als onafhankelijk Kamerlid. Wel wilde hij onderdeel blijven van de Eerste Kamerfractie van PvdD, maar niet van de partij.
Standpunten
 
  De Partij voor de Dieren komt op voor de rechten van dieren en is tegen de bio-industrie. De PvdD hoopt niet op "macht" binnen het parlement, maar wil andere partijen erop wijzen zich meer in te zetten voor dierenrechten. De PvdD stelt daarom veel kamervragen. Een "kamervraag" is een vraag aan een minister of de minister-president, die binnen 3 weken moet worden beantwoord. De partij geeft aan niet links of rechts  te zijn, omdat dierenrechten niets met links of rechts te maken heeft. Politieke wetenschappers noemen de partij vanwege haar economische standpunten echter wel links.
 te zijn, omdat dierenrechten niets met links of rechts te maken heeft. Politieke wetenschappers noemen de partij vanwege haar economische standpunten echter wel links.
De PvdD stemt in de Tweede Kamer het vaakst met de SP, GroenLinks-PvdA, en Volt mee. De partij staat het verst af van de VVD, de PVV en FvD.
In het parlement en haar verkiezingsprogramma verdedigt zij de volgende stand- en speerpunten:
- Dieren kunnen zichzelf niet beschermen en zijn daarom het meest kwetsbaar. Het is de taak van mensen om op te komen voor het welzijn van dieren.
- Plan B: mensen moeten leren om veel beter om te gaan met de aarde en haar niet zo te vervuilen. Ons menselijk bestaan hangt af van de staat van de aarde.
- Er moet een einde komen aan de Nederlandse bio-industrie.
- Er moet een verbod komen op jacht en visserij.
- Het aantal dieren dat gebruikt wordt als vee moet met 75% omlaag.
- Dierentuinen moeten verboden worden.
- De PvdD waarschuwt al heel lang voor zoönosen: ziekten die overspringen van dieren op mensen. Het coronavirus is een voorbeeld van zo'n ziekte. Door dieren beter te behandelen en ze niet op een kluitje te zetten, kan de verspreiding van zulke zoönosen voorkomen worden.
- Er moet een ministerie van Klimaat en Biodiversiteit komen.
- Er moet een verbod op wegwerpplastic komen.
- Er moet een basisinkomen komen voor iedereen.
- Het Internationaal Strafhof moet landen kunnen vervolgen als zij bijdragen aan extreme vervuiling van de natuur.
Partijorganisatie
De PvdD is een vereniging van leden en donateurs. Het bestuur leidt deze vereniging.
Bestuur
- Voorzitter: Zwanny Naber
- Vice-voorzitter: Meike de Boer
- Secretaris: Paul van Gent
- Penningmeester: Guss Beckett
- Leden: Andres Ligtvoet, Bram van Liere & Miroya Reinders
Jongeren
De PvdD heeft een jongerenorganisatie genaamd PINK!.
Leden
Op dit moment heeft de Partij voor de Dieren 3 zetels in de Tweede Kamer, 3 zetels in de Eerste Kamer en 1 zetel in het Europees Parlement.
- Esther Ouwehand (fractievoorzitter)
- Ines Kostić
- Christine Teunissen
- Niko Koffeman
- Peter Nicolaï
- Ingrid Visseren-Hamakers (fractievoorzitter)


