Socialistische Federale Republiek Joegoslavië

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Koninkrijk Joegoslavië
Краљевина Југославија

Flag of Yugoslavia (1946-1992).svg       Emblem of Yugoslavia (1963–1992).svg

Yugoslavia 1956-1990.svg
Hoofdstad Belgrado
Taal Servo-Kroatisch, Sloveens, Macedonisch
Oppervlakte 255,804 km2
Inwonersaantal 23.229.846 (1991)
Staatsvorm Federale presidentiële socialistische eenpartijstaat
Munteenheid Joegoslavische dinar
Motto Bratstvo i jedinstvo (Broederschap en eenheid)
Volkslied Hej, Slaveni
Portaal Portal.svg Geschiedenis

De Socialistische Federale Republiek Joegoslavië was een land dat bestond tussen 1943 en 1992. Het land vaak gewoon Joegoslavië genoemd. Het land lag op de Balkan en bestond uit Servië, Kosovo, Noord-Macedonië, Montenegro, Kroatië, Slovenië en Bosnië en Herzegovina. De Socialistische Federale Republiek Joegoslavië was de opvolger van het koninkrijk Joegoslavië (dat tussen 1918 en 1941 bestond). In 1992 viel het land uiteen in verschillende kleinere landen.

Joegoslavië was tussen 1943 en 1992 een communistisch land. Tijdens een groot deel van zijn bestaan werd het geleid door generaal Josip Broz Tito. Tito was de leider van de Joegoslavische Partizanen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit was een van de succesvolste verzetsorganisaties. Hoewel Joegoslavië communistisch was, was het geen onderdeel van de Warschaupact. Joegoslavië was namelijk een neutraal land; het koos geen kant in buitenlandse conflicten. Joegoslavië had hierdoor goede banden met zowel de communistische als kapitalistische landen.

Om verwarring te voorkomen werd dit ook wel Tito's Joegoslavië of Communistisch Joegoslavië genoemd.

Geschiedenis

Ontstaan en Tweede Wereldoorlog

Een poster van de partizanen tijdens de Tweede Wereldoorlog

Tussen 1918 en 1941 bestond het koninkrijk Joegoslavië. Dit koninkrijk had ongeveer dezelfde grootte als de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. Het land ontstond na de Eerste Wereldoorlog uit het koninkrijk Montenegro, het koninkrijk Servië en delen van Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk. Het koninkrijk Joegoslavië was erg instabiel en waren veel conflicten tussen de Serviërs en de Kroaten. In 1941 werd Joegoslavië binnengevallen door de Asmogendheden tijdens de invasie van Joegoslavië. De koninklijke familie vluchtte toen naar Kenia en Joegoslavië werd bezet en opgesplitst. Delen van het land werden gegeven aan Duitsland, Italië, Hongarije en Bulgarije. Het overige deel werd verdeeld in kleinere landen, waaronder de Onafhankelijke Staat Kroatië. Joegoslavië hield op met bestaan.

Toch was dit niet het einde van Joegoslavië. In 1942 vond namelijk de Joegoslavische revolutie plaats. Voornamelijk de Serviërs (maar ook andere volkeren) waren erg tegen de bezetting. Zij wilden de nazi's en Asmogendheden uit Joegoslavië verdrijven. Een gedeelte hiervan wilde de koning terug (de Četniks), maar het overgrote gedeelte bestond uit communisten. Deze communisten werden de Joegoslavische Partizanen genoemd en stonden onder leiding van generaal Josip Broz Tito. Tito wist voor elkaar te krijgen dat de Geallieerden hem als de leider van Joegoslavië erkenden. Dit had er onder meer mee te maken dat de Partizanen erg succesvol waren in hun strijd tegen de nazi's.

Breuk met de Sovjet-Unie

Na de oorlog werd dan ook het koninkrijk Joegoslavië opnieuw gesticht. Slechts enkele weken later werd de monarchie afgeschaft. Joegoslavië werd hierdoor een communistisch land. Tito werd de premier van het land. Toentertijd had Tito nog goede banden met Sovjetleider Jozef Stalin. De Verenigde Staten vonden zelfs dat Joegoslavië de beste vriend van de Sovjet-Unie was. Zij wilden dan ook een staatsgreep plegen in het land. Tito was het ook oneens met Stalin. Stalin wilde namelijk dat Oost-Europa meer verbonden zou zijn met de Sovjet-Unie. Tito wilde juist dat Joegoslavië zijn eigen ding bleef. Dit leidde tot veel ruzies tussen twee.

Ondertussen deed Joegoslavië wel mee aan de Griekse Burgeroorlog, waar het net als Bulgarije, Albanië en de Sovjet-Unie de communisten steunden. In 1948 vond er splitsing plaats tussen Tito en Stalin. Tito week vervolgens van Stalins ideeën en de Sovjet-Unie. Joegoslavië steunde hierdoor niet meer de Sovjet-Unie, maar verklaarde zich neutraal. Een jaar later weigerde het land ook om lid te worden van de Warschaupact.

Informbiro

Tussen 1948 en 1955 vond de zogeheten Informbiro plaats. Dit was een periode van verandering. Joegoslavië zocht toenadering tot het westen, vooral West-Europa en de Verenigde Staten. Toch onderhield Joegoslavië ook banden met het oosten. Door deze situatie kreeg Joegoslavië zowel geld van de westerse als de Oostbloklanden. Ook kon Joegoslavië buitenlandse investeringen krijgen en een verzorgingsstaat opbouwen. In 1950 kwam er zelfs een vorm van "democratie op de werkvloer". Arbeiders konden zelf bepalen hoe zij hun fabriek runden, maar bepaalde zaken werden nog steeds door de staat gedaan. Tijdens de jaren 1950 en 1960 maakte het land grote economische groei door. De levensverwachting steeg naar 71 jaar, er was gratis onderwijs en gezondheidszorg en steeds meer mensen leerden lezen en schrijven.

Dit betekende niet dat Joegoslavië een paradijs was. Tito regeerde met harde hand en er vrijwel geen vrijheid van meningsuiting. Ook vonden er conflicten plaats binnen de communistische partij. Tussen 1970 en 1971 vond bijvoorbeeld de Kroatische Lente plaats. Kroatië eiste meer zelfbestuur en burgerrechten. Tijdens de Kroatische Lente vonden verschillende protesten plaats in heel Kroatië. Ook Kroatische politici gaven hun steun. Joegoslavië sloeg de protesten met harde hand neer, maar het zorgde wel voor een wijziging van de grondwet. De deelrepublieken kregen meer zelfbestuur. Ook de regio's Kosovo en Vojvodina kregen meer zelfbestuur. Daarnaast werd Tito tot "president voor het leven" uitgeroepen.

Na Tito's dood

De Olympische Winterspelen 1984 werden in de Joegoslavische stad Sarajevo gehouden. Tegenwoordig zijn veel van de gebouwen voor de Winterspelen nog steeds te vinden in de stad.

Op 4 mei 1980 overleed Tito op 87-jarige leeftijd. Hoewel zijn dood er al aan zat te komen, kwam dit alsnog voor een shock. De dood van Tito zorgde ook voor veel problemen in Joegoslavië. Tito was namelijk de leider en de belangrijkste figuur in het land. Ook was er geen opvolger of iemand die hem kon opvolgen. Hierdoor kwam er niet één nieuwe president, maar een raad van presidenten. Dit leidde tot nieuwe conflicten tussen de overheid van het gehele land en de deelrepublieken.

Ook was er nog een ander probleem; Joegoslavië had een gigantische staatsschuld. Tijdens de jaren 1980 en 1990 zou het land steeds meer economische problemen krijgen. De economie liep vast en de schulden en werkloosheid liepen op. Daarnaast was er sprake van hyperinflatie; geld werd snel niets meer waard. Om kosten te sparen vond in de jaren 1980 veel privatisering plaats. Dingen die door de overheid geregeld werden, werden nu door het bedrijfsleven geregeld. Dit gebeurde onder Ante Marković die van Joegoslavië een democratie wilde maken. Hij heeft dit nooit kunnen bereiken, aangezien het land al snel uiteen begon te vallen.

In 1989 viel het communisme in het ene na het andere land in Oost-Europa. Niet veel later viel ook de Sovjet-Unie uit elkaar. Joegoslavië wist zichzelf staande te houden door geld van de Verenigde Staten en Sovjet-Unie. Door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie gaven ook de Amerikanen geen geld meer aan het land. Zij hoefden niet meer tegen de Sovjets te strijden. Het gevolg was dat de economische problemen alleen maar groter werden.

Joegoslavische burgeroorlogen

Het uit elkaar vallen van Joegoslavië tijdens de burgeroorlogen.

Ondertussen wilden ook steeds meer deelrepublieken van Joegoslavië zich afscheiden. Tijdens de jaren 1990 vonden er verschillende oorlogen plaats in Joegoslavië. Deze worden samen de Joegoslavische burgeroorlogen genoemd en duurden tot 2001. Als eerste vond de Tiendaagse Oorlog plaats tussen 27 juni en 7 juli 1991. Tijdens deze oorlog wist Slovenië zich als eerste deelrepubliek onafhankelijk te verklaren. Deze oorlog was vrij kort (één week) en niet heel gewelddadig.

Hierna zouden twee langere, gewelddadige burgeroorlogen plaatsvinden, namelijk de Kroatische Oorlog (1991-1995) en de Bosnische Burgeroorlog (1992-1995). Deze oorlog is complexer. De Bosniërs en Kroaten vochten namelijk niet alleen tegen Joegoslavië (voornamelijk de Serviërs), maar ook tegen elkaar in de Kroatisch-Bosniakse Oorlog. In Bosnië en Herzegovina woonden namelijk niet alleen Bosniakken, maar ook veel Kroaten en Serviërs. De Europese Unie en de Verenigde Naties probeerden te bemiddelen zonder succes. Uiteindelijk kwam er een internationale vredesmissie in het Bosnië om veilige gebieden te beschermen. Deze bescherming was niet succesvol, zoals tijdens de Val van Srebrenica bleek. De Serviërs, Kroaten en Bosniakken pleegden vaak genocide (volkerenmoord) op elkaar, waarbij veel onschuldige burgers omkwamen. Hun doel was om elkaar uit te moorden. Uiteindelijk greep de NAVO in en werd het verdrag van Dayton ondertekent. Kroatië en Bosnië en Herzegovina werden in 1995 officieel onafhankelijk.

In alle chaos wist Macedonië zich zonder enige oorlog af te scheiden in 1991. Wel kreeg Macedonië te maken met een conflict met Griekenland (over de landsnaam), met Bulgarije (over de cultuur en taal) en met Albanië (over de Albanezen in Macedonië, wat in 2001 tot oorlog uitliep). Het overige deel van Joegoslavië (Servië, Montenegro, Vojvodina en Kosovo) ging in 1992 verder als de Federale Republiek Joegoslavië. Desondanks gingen de oorlogen door tot 2001.

Politiek

Staatsinrichting

Het parlementsgebouw van Joegoslavië. Vandaag de dag wordt het gebouw gebruikt door het Servische parlement.

Joegoslavië was een eenpartijstaat en een republiek. Een republiek is een staatsvorm met een president als staatshoofd. Een eenpartijstaat is een land waarin slechts één partij de macht in handen heeft. In Joegoslavië was dit de Communistische Partij van Joegoslavië. Joegoslavië was tijdens deze periode ook een dictatuur. Er was bijvoorbeeld geen vrijheid van meningsuiting, geen persvrijheid en was ook sprake van onderdrukking. In vergelijking met andere landen in Oost-Europa was Joegoslavië een vrijer land. Zo konden de inwoners naar het buitenland reizen (ook West-Europa en de Verenigde Staten) zonder enige problemen.

Officieel was Joegoslavië een socialistisch land. Vaak wordt het land ook als communistisch gezien. De beste manier om Joegoslavië te beschrijven is het titoïsme. Dit is het gedachtegoed van Josip Broz Tito, die de leider was van Joegoslavië tussen 1945 en 1980. Joegoslavië was anders dan andere communistische landen in Oost-Europa. Vooral na 1948 zette Joegoslavië zich af tegen de Sovjet-Unie. Het behoorde tot de invloedsfeer van de Sovjet-Unie, maar werd als een neutraal land gezien. Hierdoor had Joegoslavië goede banden met zowel het westen als het oosten. Niet alles in het land werd door de overheid geregeld, maar wel het meeste. Toch was er sprake van privébezit en buitenlandse investeringen.

Oorspronkelijk speelde Tito een belangrijke rol in de Joegoslavische politiek. Hij was eerst premier, later president en vanaf 1974 president voor het leven. Na de dood van Tito kwam er een presidentschap bestaande uit meerdere presidenten uit alle deelrepublieken.

Bestuurlijke indeling

Joegoslavië was daarnaast een federatie. Dit betekende dat het uit verschillende deelrepublieken (provincies) bestond. Deze deelrepublieken hadden een grote mate van zelfbestuur. Later ontstonden er ook twee autonome provincies (Kosovo en Vojvodina) die beide in Servië lagen. De deelrepublieken en autonome provincies waren:

Vlag Wapen Deelrepubliek Hoofdstad Taal
Flag of Bosnia and Herzegovina (1946–1992).svg Coat of Arms of the Socialist Republic of Bosnia and Herzegovina.svg Socialistische Republiek Bosnië en Herzegovina Sarajevo Bosnisch
Flag of Croatia (1947–1990).svg Coat of Arms of the Socialist Republic of Croatia.svg Socialistische Republiek Kroatië Zagreb Kroatisch
Flag of the Socialist Republic of Macedonia (1963–1991).svg Coat of arms of North Macedonia.svg Socialistische Republiek Macedonië Skopje Macedonisch
Flag of Montenegro (1946–1993), Flag of Serbia (1947–1992).svg Coat of arms of Montenegro (1945–1993).svg Socialistische Republiek Montenegro Titograd Montenegrijns
Flag of Montenegro (1946–1993), Flag of Serbia (1947–1992).svg Coat of arms of Serbia (1947–2004).png Socialistische Republiek Servië Belgrado Servisch
Flag of Slovenia (1945–1991).svg Coat of Arms of the Socialist Republic of Slovenia.svg Socialistische Republiek Slovenië Ljubljana Sloveens
Autonome provincies (in Servië)
Socialistische Autonome Provincie Kosovo Pristina Servisch en Albanees
Socialistische Autonome Provincie Vojvodina Novi Sad Servisch en Hongaars

Buitenlandse politiek

De eerste conferentie van de Beweging van Niet-Gebonden Landen in Belgrado in 1961.

Joegoslavië stond tussen 1945 en 1948 aan de kant van de Sovjet-Unie. Na de ruzie tussen Tito en Stalin werd Joegoslavië vanaf 1948 neutraal, net zo als Zwitserland. In de Koude Oorlog koos Joegoslavië daarom geen kant. Joegoslavië was een van de oprichters van de Beweging van Niet-Gebonden Landen samen met India, Indonesië en Egypte in 1961. Deze organisatie had ook hun hoofdkantoor in Joegoslavië. De Beweging van Niet-Gebonden Landen bestond uit landen die een neutrale positie hadden in de Koude Oorlog. Joegoslavië was daardoor geen lid van de Warschaupact of de NAVO.

Het land had over het algemeen goede banden met zowel de communistische als de kapitalistische landen. Joegoslavië kreeg hierdoor ook geld van zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie. Hoewel Joegoslavië neutraal was in buitenlandse conflicten, sprak het zich soms wél uit. Een voorbeeld was de Praagse Lente in Tsjecho-Slowakije in 1968. Joegoslavië koos toen de kant van Alexander Dubček en sprak zich uit tegen de invasie van Warschaupact in het land. Ook steunde Joegoslavië verschillende Afrikaanse koloniën in hun strijd om onafhankelijkheid, zoals Congo-Kinshasa en Algerije. In 1967 probeerde Joegoslavië het conflict tussen Israël en Palestina op te lossen zonder succes.

De beste vriend van Joegoslavië was buurland Albanië, maar deze vriendschap was soms een beetje stroef. De Albanese munteenheid was gekoppeld aan de Joegoslavische dinar. Ook was er vrijhandel tussen beide landen. Tito wilde zelfs dat Albanië onderdeel zou worden van Joegoslavië, net als Bulgarije. De Albanese leider Enver Hoxha was hiertegen. Hoxha en Tito verschilden van mening op veel vlakken. Hoxha was bijvoorbeeld een groot fan van Stalin, terwijl Tito dit niet was. Hierdoor is Albanië nooit toegetreden tot Joegoslavië.

Economie

Een aantal bankbiljetten van de Joegoslavische dinar

In Joegoslavië werd betaald met de Joegoslavische dinar. De economie was anders dan in andere Oost-Europese communistische landen, zoals de Sovjet-Unie. Joegoslavië wordt soms gezien als een voorbeeld van marktsocialisme. Dit betekent dat Joegoslavië veel socialistische kenmerken had, maar ook veel kapitalistische. De meeste bedrijven waren onderdeel van de overheid, maar de medewerkers hadden veel te zeggen in het bedrijf. Toch ging de overheid nog steeds over loon en het ontslaan en aannemen van werknemers. Daarnaast waren er ook veel buitenlandse bedrijven (o.a. uit de Verenigde Staten en West-Europa) actief in Joegoslavië.

Joegoslavië was in 1945 vooral gericht op landbouw, maar kreeg vanaf de jaren 1950 steeds meer industrie. Desondanks was er veel werkloosheid, vooral na 1980. Veel inwoners verhuisden dan ook naar West-Europa, voornamelijk Duitsland, om werk te zoeken. Veel van deze werkers stuurden ook geld terug naar huis, waardoor dit ook een bron van inkomsten was. Ook was het toerisme belangrijk voor Joegoslavië. Zowel mensen uit Oost- als West-Europe kwamen naar Joegoslavië. Vooral onder Oostenrijkers en Duitsers was het land een geliefde vakantiebestemming.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Socialistische_Federale_Republiek_Joegoslavië&oldid=823757"