Četniks
De Četniks of Chetniks (spreek uit als Tsjetniks) is de naam voor Servische nationalisten en monarchisten tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Četniks waren erg verdeeld en hadden geen centrale leiding. Toch werd het grootste gedeelte van de groep geleid door Draža Mihailović, die ook als de leider van de Četniks gezien werd.
Doordat de Četniks erg verdeeld waren hadden ze niet echt één ideologie. Het grootste gedeelte van de Četniks wilde echter de Servische (of Joegoslavische) monarchie herstellen. Zij waren aanhanger van de Joegoslavische koning Peter II. Ook waren de Četniks erg nationalistisch. Zij wilden alle Servische minderheden in Joegoslavië verenigen in één land; Groot-Servië. Hierdoor waren ze erg tegen andere minderheden, zoals Kroaten en Bosniërs.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten de Četniks tegen de Asmogendheden en de Kroatische fascistische organisatie Ustaša. De groep was tot het einde van de Tweede Wereldoorlog actief.
Naam
De naam Četniks komt oorspronkelijk uit het Turks. Het komt van het woord çete. Dit betekent iets als plunderen en lijkt erg op woorden die met conflict te maken hebben. De uitgang -nik komt in veel Slavische talen voor en wordt voor personen gebruikt. Een Četnik is daardoor iemand die plundert. Het woord werd in de 19e eeuw gebruikt voor Servische strijders die vochten tegen de Ottomanen. Het Ottomaanse Rijk had nog veel invloed in het vorstendom Servië.
Tegen het einde van de 19e eeuw werd het ook gebruikt voor Servische soldaten en andere militairen. Sommige Montenegrijnen gebruikten dit woord ook. Dit komt doordat sommige Montenegrijnen zichzelf als Serviër zagen.
Geschiedenis
Vóór de Tweede Wereldoorlog
De Četniks bestonden dus al ver voor de Tweede Wereldoorlog. Tijdens onder andere de Balkanoorlogen waren er groepen die zich Četniks noemden. Zij vochten dan voor Servië tegen andere landen, zoals Bulgarije. Vaak hadden zij als doel om Servië groter maken door grondgebied te veroveren. Hun doel was nationalistisch, want ze vochten voor de trots van het vaderland. Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten er Četniks tegen onder andere Oostenrijk-Hongarije. De Četniks hadden veel militaire ervaring.
Toen het koninkrijk Joegoslavië werd gesticht waren zij een van de grootste supporters. In het koninkrijk waren de Serven namelijk de grootste groep. Ook was de koning van het land een Serviër. Dit kwam overeen met hun idee van Groot-Servië. De Četniks richten hierdoor veel organisaties op na de Eerste Wereldoorlog. Deze organisaties waren onder andere gewijd aan de zorg voor vrouwen en kinderen van Četniks die om waren gekomen in de oorlog en het verspreiden van nationalisme. Ook steunden de Četniks het "Servisch maken" van Macedonië en Kosovo, waardoor veel van hen verhuisden naar deze regio's. Dit leidde tot conflicten en geweld.
Begin van de Tweede Wereldoorlog
In 1939 brak de Tweede Wereldoorlog. Hoewel Joegoslavië niet werd aangevallen tot 1941, was de Joegoslavische overheid wel nerveus over de oorlog. Het leger was namelijk niet opgewassen tegen de Asmogendheden. Hierdoor besloot het Joegoslavisch leger samen te werken met de Četniks in april 1940. De Četniks hadden groepen soldaten verspreid over het land. Tijdens de invasie van Joegoslavië werden deze officiële groepen gevangengenomen door de Asmogendheden. Toch waren dit niet alle Četniks. Kleinere groepen bleven actief als guerrillastrijders.
Hoewel dit allemaal onafhankelijke groepen waren, luisterden ze vaak naar generaal Draža Mihailović. Mihailović werd daarom gezien als de leider van de Četniks en had de titel Pukovnik (kolonel). Hij probeerde de Četniks te verenigen, zodat ze samen vochten tegen de Asmogendheden. Hun vijanden waren voornamelijk de nazi's en de Kroatische fascistische organisatie Ustaša. Mihailović claimde vaak dat de Četniks de eerste Joegoslavische verzetsorganisatie waren, maar dit is niet waar.
Verloop van de Tweede Wereldoorlog
De Četniks wilden eerst wapens en soldaten inzamelen, voordat ze zich tegen de Asmogendheden zouden keren. Ze hoopten dat tegen die tijd de organisatie veel groter was en de Geallieerden hun steun konden bieden. De Četniks hadden hun hoofdkwartier in de plaats Ravna Gora, waardoor de organisatie ook bekend stond als de Rovna Gora-beweging. Later werd de naam veranderd in het Joegoslavisch Leger van het Thuisland. Overigens waren er ook Četniks die met de nazi's en zelfs de Ustaša samenwerkten. Deze werden weer door andere Četniks als verraders gezien. De naam Četniks wordt daarom gelinkt aan de volgelingen van Mihailović.
Mihailović had ook geen probleem om met de Joegoslavische partizanen van Josip Broz Tito samen te werken. In 1941 organiseerden de Četniks en partizanen veel acties samen, waarvan vele erg succesvol waren. Toch waren er ook veel verschillen tussen de twee groepen. De Četniks wilden Joegoslavië "Servisch" maken en waren voor de onderdrukking van andere volkeren in het land. Ook steunden zij de koning. De partizanen daarentegen waren voor een multicultureel Joegoslavië en waren communistisch. Zij waren ook tegen de koning. Tito en Mihailović kregen al snel ruzie. Mihailović weigerde een 12-puntenplan van Tito te accepteren en viel het hoofdkantoor van de partizanen binnen. Steeds meer verdragen werden geschonden tussen de twee partijen, waardoor de twee groepen niet meer samenwerkten.
De Četniks hadden de steun van de Joegoslavische regering in ballingschap. Toch waren zij niet succesvol. In december 1941 organiseerden de Duitsers een aanval op de Četniks en wisten het hoofdkwartier binnen te vallen. Na de slag bij Neretva bleken de partizanen succesvoller te zijn dan de Četniks. De Geallieerden steunden aanvankelijk de Četniks, maar tijdens de oorlog begonnen zij de partizanen te steunen. Op deze beslissing has Sovjetleider Josef Stalin grote invloed. Stalin en Tito waren toen nog goede vrienden. Uiteindelijk was ook de Britse premier Winston Churchill het eens met deze beslissing.
De reden waarom de Geallieerden dit deden was simpel; de Četniks waren erg verdeeld. Mihailović had weinig controle over de groep, aangezien de Četniks geen georganiseerd leger waren. Ze waren eerder allerlei losse groepen die min of meer naar Mihailović luisterden en soms hun eigen ding deden. Sommige Četniks zagen de partizanen ook nog eens als groter gevaar dan de Asmogendheden. Hierdoor werkten sommige groepen Četniks ook samen met de nazi's, de Italianen en Kroaten. De Četniks voerden daarnaast ook allerlei wreedheden uit. Zij wilden wraak nemen op de Ustaša (die genocide uitvoerde op Servische minderheden in Kroatië) door Kroatische minderheden in Servië te vermoorden. Ditzelfde deden ze met etnische moslims in onder andere Bosnië. Hoewel Mihailović zich uitsprak tegen deze wreedheden, kon hij ze niet stoppen.
Einde van de oorlog
Tegen 1944 verloor Mihailović steeds meer steun. De partizanen werden erkend als het officiële bevrijdingsleger van Joegoslavië. Tito wist zelfs de steun van de Geallieerden te krijgen en werd erkend als de leider van het land. De Joegoslavische regering in ballingschap ging hier later ook mee akkoord in augustus 1944. In diezelfde maand werd Mihailović door de Joegoslavische koning Peter II ontslagen als generaal van het Joegoslavisch leger. Enkele dagen later nam Josip Broz Tito deze plaats over.
Veel Četniks vluchtten aan het einde van de oorlog naar Italië en Oostenrijk, maar vele van hen werden opgepakt door de partizanen en de Geallieerden. De meeste Četniks werden na de Tweede Wereldoorlog veroordeeld tot een gevangenisstraf of zelfs de doodstraf. Mihailović zelf werd in 1946 in Belgrado terechtgesteld en ter dood veroordeeld. Joegoslavië werd na de oorlog een communistisch land, waar Tito de baas van was. Enkele groepen Četniks kwamen in opstand tegen de Joegoslavische regering, maar na 1946 waren deze protesten bijna allemaal verdwenen. De rechtszaken tegen de Četniks duurden tot 1957.
Tegenwoordig
Desondanks zijn de Četniks nooit helemaal verdwenen. Sommige van hen waren naar het buitenland gevlucht. Zij probeerden vanuit het buitenland steun te krijgen en de Joegoslavische overheid omver te werpen. De Četniks zouden pas echt een "comeback" maken in 1989. Dit hing samen met het groter wordend nationalisme in Servië. Veel beroemde Četniks werden door een deel van de Servische strijdkrachten geëerd. Ook begonnen sommige groepen zich "Četniks" te noemen en vochten onder andere in Bosnië en Kroatië. Het woord "Četniks" werd ook door andere Balkanvolkeren gebruikt als scheldwoord voor Serven. Slobodan Milošević en Radovan Karadžić speelden hierop in en steunden ook vaak deze groepen.
Sinds de onafhankelijkheid heeft Servië een toename in Četniks gezien. Sommige Servische politici hebben (openlijk) steun gegeven aan de Četniks. Zo keurde het Servische parlement in 2004 een wet goed waarmee de partizanen en Četniks beide als "anti-fascisten" beschouwd worden. Ook werd de naam van veel veroordeelde Četniks "gezuiverd". Hierdoor zie je in Servië ook een toename van monumenten voor Četnik-strijders, waaronder Mihailović. In het Servische deel van Bosnië en Herzegovina (de Servische Republiek) is hetzelfde aan de hand.