Praagse Lente

Uit Wikikids
Versie door Mike1023 (overleg | bijdragen) op 27 dec 2024 om 15:59
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Praagse Lente

10 Soviet Invasion of Czechoslovakia - Flickr - The Central Intelligence Agency.jpg

Datum 5 januari 1968 - 21 augustus 1968
Locatie Flag of the Czech Republic.svg Tsjecho-Slowakije
Overwinning voor Sovjet-Unie en Tsjecho-Slowaakse pro-Sovjetpolitici
Resultaat Alexander Dubček moet aftreden en wordt vervangen door Gustáv Husák
Hervormingen van Dubček worden teruggedraaid.
Sovjet-Unie houdt haar grip op het communisme in Tsjecho-Slowakije.
Strijdende partijen
Pro-Dubčekfractie Pro-Sovjetfractie
Flag of the Czech Republic.svg Alexander Dubček
Flag of the Czech Republic.svg Zijn aanhangers
Flag of the Soviet Union.svg Leonid Brezjnev
Flag of the Czech Republic.svg Gustáv Husák
Flag of the Czech Republic.svg Pro-Sovjetpolitici
Warschaupact
Leiders
Troepensterkte
Verliezen
Portaal Portal.svg Geschiedenis

De Praagse Lente is de naam voor de periode tussen 5 januari en 21 augustus 1968 in Tsjecho-Slowakije. In die tijd was Tsjecho-Slowakije een communistisch land, waar de Sovjet-Unie grote invloed over had. De periode begon toen Alexander Dubček werd gekozen tot de leider van de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije. Dubček wilde het communisme in zijn land hervormen en het land land vrijer maken. Hij noemde zijn ideeën socialisme met een menselijk gezicht. Zo wilde hij de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid vergroten, de economie vrijer maken en de politiek democratischer.

De hervormingen vielen in het verkeerde keelgat van de Sovjet-Unie. De Sovjets waren namelijk bang dat de opstand zou overslaan naar de rest van Oost-Europa. Samen met de meeste lidstaten van het Warschaupact (met uitzondering van Roemenië en Albanië) viel de Sovjet-Unie in augustus 1968 Tsjecho-Slowakije binnen. De opstand werd neergeslagen en Dubček werd vervangen door Gustáv Husák die trouw was aan de Sovjet-Unie. Tsjecho-Slowakije zou een communistisch land blijven tot aan de Fluwelen Revolutie van 1989.

1968 was wereldwijd een roerig jaar. In veel landen waren er protesten, zoals Frankrijk en West-Duitsland. Soms wordt de Praagse Lente vergeleken met de Hongaarse Opstand van 1956.

Achtergrondinformatie

Koude Oorlog

Een kaart van invloedsferen in Europa. Blauw is de Amerikaanse invloedsfeer en rood de Russische invloedsfeer. De witte landen waren officieel neutraal.
Zie Koude Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Koude Oorlog was een groot wereldwijd conflict tussen de Verenigde Staten (en haar bondgenoten) en de Sovjet-Unie (en haar bondgenoten). Beide supermachten hadden verschillende ideologieën. De Verenigde Staten geloofden in het kapitalisme, terwijl de Sovjet-Unie geloofde in het communisme. Deze twee ideologieën zijn min of meer het tegenovergestelde van elkaar. Na de Tweede Wereldoorlog begonnen de spanningen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten toe te nemen. Hierdoor ontstond de Koude Oorlog. In die periode vochten de twee grootmachten niet rechtstreeks met elkaar. Wel probeerden zij hun macht en ideologie uit te breiden door de wapenwedloop, de ruimtewedloop en oorlogen en conflicten in andere landen.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Europa in tweeën gesplitst. West-Europa kwam in de invloedsfeer van de Verenigde Staten te liggen. De meeste West-Europese landen werden vervolgens onderdeel van de NAVO. Oost-Europa kwam in de invloedsfeer van de Sovjet-Unie te liggen. De meeste Oost-Europese landen waren onderdeel van het Warschaupact. Tsjecho-Slowakije lag in de invloedsfeer van de Sovjet-Unie. Na de Tweede Wereldoorlog was Tsjecho-Slowakije eerst een democratisch land. Dat veranderde in 1948 toen het een communistische dictatuur werd.

Situatie in Tsjecho-Slowakije

Na de dood van Jozef Stalin in 1953 begon de destalinisatie in Tsjecho-Slowakije. Het land bleef een communistische dictatuur, maar er kwam een einde aan de strenge onderdrukking en willekeurige arrestaties. Ondertussen bleef de economie van Tsjecho-Slowakije groeien. Dat veranderde aan het begin van de jaren 1960. De Sovjets wilden de economie van het land laten groeien door middel van industrialisatie. Dat lukte echter niet, omdat Tsjecho-Slowakije al voor de Tweede Wereldoorlog veel industrie had. Het lukte politiek leider Antonín Novotný niet om het land uit deze crisis te krijgen.

Ondertussen begon een nieuwe generatie Tsjechen en Slowaken groot te worden. Zij waren beïnvloed door de Tsjecho-Slowaakse democratie van voor de oorlog. Voor hen was Tomáš Masaryk, de stichter van het land, een grote bron van inspiratie. In 1963 kwamen enkele intellectuelen samen om het leven van schrijver Franz Kafka te bespreken. De discussies gingen echter ook over economische, culturele en democratische hervormingen in Tsjecho-Slowakije. In 1967 kwam ook een groep schrijvers samen om deze ideeën te bespreken. Zij gaven het tijdschrift Literární noviny uit. Dat tijdschrift kreeg de steun van het Ministerie van Cultuur en andere hervormers, zoals Dubček.

Alexander Dubček

Zie Alexander Dubček voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Dubček was afkomstig uit het huidige Slowakije. Na de communistische staatsgreep in 1948 maakt hij snel carrière. Tussen 1951 en 1954 was hij parlementslid en vanaf 1958 houdt hij zich bezig met het bestuur van de Communistische Partij. In 1963 werd hij lid van het presidium. Uiteindelijk werd Dubček in 1968 gekozen tot de nieuwe secretaris van de partij. Hierdoor is hij niet alleen partijleider, maar ook de politieke leider van het land.[1]

Al hiervoor stond Dubček bekend als liberaler dan andere partijleden. Hij wist echter een meerderheid van het presidium voor hem te winnen.

Verloop

Socialisme met een menselijk gezicht

Dubček gebruikte voor zijn plannen de slogan socialisme met een menselijk gezicht. Maar wat hielden zijn plannen eigenlijk in? Hieronder een kleine opsomming:

Een vader wandelt met zijn kind door Praag. Op de achtergrond staat geschreven "Leve Dubček!"
  • Ruimere vrijheid van meningsuiting en persvrijheid: In Tsjecho-Slowakije was er sprake van censuur en propaganda. Politieke tegenstanders kunnen vervolgd worden. Dubček wilde juist dat mensen meer hun mening konden delen en dat de pers vrijer werd.
  • Ruimere vrijheid van beweging: In Tsjecho-Slowakije konden mensen niet zomaar het land verlaten. Ze moesten vaak toestemming hebben van de regering en een goede reden. Dubček wilde van dat systeem. Tsjecho-Slowaken moesten vrij naar het buitenland kunnen reizen.
  • Regering bestaande uit meerdere partijen: In Tsjecho-Slowakije was de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije de enige partij. Het land was een eenpartijstaat. Dubček geloofde dat Tsjecho-Slowakije een meerpartijenstelsel moest hebben en dat meerdere partijen in de regering moesten zitten. Volgens hem sloot dat aan bij de democratische traditie van het land.
  • Federalisering: Tsjecho-Slowakije bestond uit twee delen: Tsjechië en Slowakije. Dubček geloofde dat deze twee delen meer zelfbestuur moesten krijgen. Hierdoor konden de Tsjechen en Slowaken hun eigen cultuur beter benadrukken.
  • Betere relatie met westerse landen met behoud van de relatie met de Sovjet-Unie en het Warschaupact.
  • Minder macht voor de geheime politie in het land.
  • Economische veranderingen: Dubček geloofde dat de economie van Tsjecho-Slowakije verouderd was. De economie richtte zich vooral op zware industrie, landbouw en mijnbouw. Dubček vond dat het land moest investeren in de technologische en wetenschappelijke sector. Hij zag dat die sector de toekomst van de wereldeconomie ging worden. Daarnaast moest Tsjecho-Slowakije een gemixte economie worden met zowel een vrije markteconomie als een planeconomie.

Dubček week hierdoor af van het marxisme-leninisme in de Sovjet-Unie. Zijn ideologie kan eerder als democratisch socialisme gezien worden.[2]

Reactie van de Sovjet-Unie

De Sovjet-Unie was niet blij met Dubčeks plannen. Sovjetleider Leonid Brezjnev was bang dat de hervormingen ervoor zouden zorgen dat de Sovjet-Unie invloed zou verliezen in de Sovjet-Unie. Ook was Brezjnev bang dat de Verenigde Staten juist meer macht zouden krijgen in Tsjecho-Slowakije. Dubčeks plannen werden als gevaar gezien voor de gehele invloedssfeer van de Sovjet-Unie. Zijn hervormingen zouden bijvoorbeeld ook naar andere landen, zoals Polen en Hongarije, verspreiden.

Later zou uit deze reactie de Brezjnevdoctrine ontstaan. Bewegingen en personen die een socialistisch land dichterbij het kapitalisme wilden brengen, vormden volgens die doctrine niet alleen een gevaar voor het socialisme in dat land. Het vormde een gevaar voor alle socialistische landen. Brezjnev geloofde namelijk dat er een domino-effect kon ontstaan, waardoor het ene na het andere socialistische land aan het kapitalisme zou vallen. Socialistische landen moesten elkaar daarom "helpen" om deze bewegingen en personen te verslaan. Brezjnev sloot een invasie van dat land niet uit. Hij vond solidariteit belangrijker dan soevereiniteit te vinden.[3] Hoewel Brezjnev de speech over zijn doctrine pas op 13 november 1968 deed, was de doctrine al tijdens de Praagse Lente te zien.

Reactie van andere landen

In veel landen ontstonden ook protesten als steunbetuiging aan de Praagse Lente. Bovenstaande foto laat zo'n protest in de Finse hoofdstad Helsinki zien.

De meeste Oost-Europese landen keurden Dubčeks hervormingen af. Zij volgden namelijk nauw de lijn van de Sovjet-Unie. Toch waren er twee uitzonderingen. Roemenië koos juist de kant van Dubček. De Roemeense president Nicolae Ceaușescu was een tegenstander van de invloed van de Sovjet-Unie. Het communisme in Roemenië was dan ook een stuk nationalistischer. Ook Albanië keurde de reactie van de Sovjet-Unie af. Volgens de Albanese leider Enver Hoxha was de Sovjet-Unie juist te liberaal geworden sinds de dood van Jozef Stalin. Hoxha zag de invloed van de Sovjet-Unie over Oost-Europa als een aantasting van de soevereiniteit. Albanië had volgens Hoxha zowel te maken met imperialisme van de Sovjet-Unie als buurland Joegoslavië. Zowel Ceaușescu als Hoxha keurden de invasie later af.

De Joegoslavische president Josip Broz Tito steunde Dubček. Joegoslavië was communistisch, maar geen onderdeel van het Warschaupact. Het was een neutraal land en een gedeeltelijke markteconomie en redelijk goede banden met het westen. Joegoslavië had in 1948 namelijk met de Sovjet-Unie gebroken en had een eigen vorm van het communisme. Tito bood tijdens de invasie van Tsjecho-Slowakije zelfs hulp aan Dubček. Dubček sloeg deze hulp echter af.

De Verenigde Staten en de NAVO hielden zich buiten de Praagse Lente. Ook was president Lyndon B. Johnson vooral bezig met de Vietnamoorlog. Hierdoor kon hij geen steun vinden voor een nieuwe oorlog in Tsjecho-Slowakije. Tsjecho-Slowakije viel namelijk onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie. Als de NAVO zo hebben ingegrepen, was de kans groot dat er een direct conflict met de Sovjet-Unie zou ontstaan. Eerder hadden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie afgesproken om de wapenwedloop te minderen. Na de invasie vroegen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Paraguay en Denemarken een vergadering van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aan. De Sovjet-Unie sprak een veto uit, waardoor de VN niet kon ingrijpen.

De Volksrepubliek China koos ook de kant van Dubček. De Chinese regering was boos op de Sovjet-Unie. Zij vonden dat de Sovjet-Unie niet het alleenrecht had om te beslissen welk land communistisch was of niet. Mao Zedong geloofde dat de Sovjet-Unie ook hetzelfde kon doen in China.

Invasie van Tsjecho-Slowakije

Tussen 20 en 21 augustus 1968 besloot het Warschaupact om Tsjecho-Slowakije binnen te vallen om de Praagse Lente neer te slaan. De legers van de Sovjet-Unie, Hongarije, Polen en Bulgarije deden mee aan de invasie. Zij kregen op logistiek vlak hulp van de Duitse Democratische Republiek (Oost-Duitsland). De Warschaupactlidstaten Roemenië en Albanië weigerden om deel te nemen aan de invasie van Tsjecho-Slowakije. De twee landen steunden daarentegen de Tsjecho-Slowaakse regering. De invasie kreeg de codenaam Operatie Donau.

De invasie begon op 20 augustus om 11 uur 's avonds. Hoewel de Tsjecho-Slowaakse regering de invasie van tevoren kon aanzien komen, nam Dubček geen stappen om het land voor te bereiden. Tegen de morgen van 21 augustus waren Dubček en andere belangrijke regerings- en partijleden gearresteerd. Na dagen van ondervraging en gevangenschap besloten Dubček en de meeste andere gevangenen om het Moskouprotocol te tekenen. Hierin stond dat de censuur opnieuw werd ingevoerd en dat politieke tegenstanders onderdrukt en ontslagen moesten worden. Dubček kon aanvankelijk aanblijven als partijleider, maar legde zijn functie in 1969 neer na grootschalige protesten.

In Tsjecho-Slowakije ontstonden direct na de invasie grootschalige protesten. Deze protesten waren vormen van geweldloos verzet. Soldaten van het Warschaupact werden met tomaten en rotte eieren bekogeld. Ook werd gebruik gemaakt van graffiti en protestliederen. De protetsen hielden aan tot aan 1969, toen Dubček aftrad en Gustáv Husák de nieuwe partijleider werd. Husák draaide de hervormingen van Dubček terug. De protesten verdwenen toen ondergronds.

Verschil met de Hongaarse Opstand

De Praagse Lente van 1968 wordt vaak vergeleken met de Hongaarse Opstand van 1956. Er zijn toch enkele verschillen:

  • De Praagse Lente was min of meer geregeld, terwijl de Hongaarse Opstand juist spontaan was ontstaan.
  • De Praagse Lente werd gesteund door de president, terwijl dat in Hongarije niet het geval was.
  • Tijdens de Hongaarse Opstand kregen de Hongaren hulp van het leger. De Tsjecho-Slowaken stonden er alleen voor.
  • Hongarije werd in 1956 door de Sovjet-Unie alleen binnengevallen, terwijl Tsjecho-Slowakije door (bijna) het gehele Warschaupact werd binnengevallen.
  • In Hongarije werd meteen door de Sovjet-Unie ingegrepen (na 13 dagen). In Tsjecho-Slowakije duurde dat een tijdje (pas na 8 maanden).
  • De Praagse Lente was een relatief vreedzaam protest, terwijl tijdens de Hongaarse Opstand gebruik werd gemaakt van geweld.
  • De Hongaarse Opstand was eerst een protest voor solidariteit. Pas later werd het een anticommunistisch protest. De Praagse Lente was in het begin al gericht op meer vrijheid en democratie.

Nasleep

Een bord in West-Berlijn leest "Freiheit für die CSSR" (Vrijheid voor Tsjecho-Slowakije).

In april 1969 werd Dubček vervangen door Gustáv Husák. Dubček kreeg eerst de functie van ambassadeur in Turkije, maar werd vervolgens uit de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije gezet. Hij kreeg vervolgens een baan als inspecteur van bossen rondom Bratislava. Dubček ging hierdoor in ballingschap. Hij hield zich buitende media en politiek, maar hoefde niet in de gevangenis in. Husák draaide vee beslissingen van Dubček terug. Tsjecho-Slowakije zou nu nauw de lijn van de Sovjet-Unie volgen. Deze periode staat bekend als de Normalisatie en duurde tot aan de Fluwelen Revolutie van 1989. Husák zorgde ervoor dat de levensomstandigheden iets verbeterd werden. Slechts enkele belangrijke demonstranten werden opgepakt, waaronder Václav Havel. Andere verloren juist hun baan of vluchtten naar het buitenland.[4]

De Sovjetinvasie zorgde voor protesten in veel westerse landen. Demonstranten wilden hun steun betuigen aan de Tsjecho-Slowaken. Ook in sommige Oost-Europese landen, waaronder Oost-Duitsland, Polen, Hongarije en Bulgarije ontstonden protesten. In de Sovjet-Unie zelf demonstreerden mensen in o.a. Riga (in het huidige Letland) en Moskou. Veel van deze protesten werden hard neergeslagen.[5]

Verschillende communistische partij in West-Europa keurden de Sovjetinvasie van Tsjecho-Slowakije af. Dat was enigszins uniek, omdat ze eerdere invasies (zoals tijdens de Hongaarse Opstand) juist toejuichten. Zo keurde Communistische Partij van Nederland (CPN) de invasie af, omdat de invasie niets met het communisme te maken had. De partij vond dat de Sovjet-Unie met de invasie de arbeiders bedroeg. Toch was de situatie ook het gevolg van het westers imperialisme.[6] Ook de Parti communiste français (PCF) bekritiseerde de invasie. Dat was de eerste keer dat de partij inging tegen de Sovjet-Unie. Na de invasie namen veel West-Europese communistische partijen afstand van de Sovjet-Unie. Zij hingen een nieuwe vorm van het communisme aan, het eurocommunisme.[7]

Nagedachtenis

De nagedachtenis van de Praagse Lente in Bratislava, Slowakije.

De Praagse Lente wordt vandaag de dag nog jaarlijks herdacht tijdens ceremonies in zowel Tsjechië als Slowakije. Desondanks zijn er relatief weinig monumenten in de twee landen. Een voorbeeld is het Jan Palachplein in Praag. Dat plein is vernoemd naar de Tsjechische student Jan Palach. Hij stak zichzelf op 16 januari 1969 in de brand als protest op de bezetting van zijn land en het gebrek aan democratie. Later zouden meer studenten zijn voorbeeld volgen. Ook op het Wenceslausplein, waar hij zichzelf in de brand stak, staat een monument.[8]

Daarnaast komt de Praagse Lente in de werken van verschillende Tsjechische en Slowaakse artiesten terug, zoals componist Karel Husa, zanger Karel Kryl en schrijver Václav Havel. De roman De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera speelt zich af tijdens de Praagse Lente.

Video's

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Praagse_Lente&oldid=904031"