Dam (Amsterdam)
De Dam is het bekendste plein van Amsterdam. Het ligt op ongeveer driekwart kilometer richting centrum van het Centraal Station.
De Dam heet zo omdat hij vroeger ook gebruikt werd als een dam. Hij stond toen als een dam, die tussen 1204 en 1275 gebouwd werd, in de Amstel. Die dam vormde de eerste verbinding tussen de huizen aan de kanten van de Amstel. Er zat ook een sluis in de dam, die er voor zorgde dat de schepen geschut werden. Door de stroming af en toe in volle vaart op Het IJ af te sturen werd de haven uitgeschuurd. Door de jaren heen werd de dam breder en verloor hij zijn schutfunctie. De dam werd groot genoeg voor een plein, dat later het centrum van Amsterdam vormde. De Dam was de kern van Amsterdam en de rest van de stad groeide eromheen.
De Dam door de eeuwen heen
Eerst had de Dam een waag. Dat is een soort douanekantoor waar de overheid goederen weegt om er vervolgens belasting op te heffen. Na de komst van de Franse troepen in Nederland rond 1800 werd die afgebroken. Maar het bekendste gebouw is natuurlijk het Paleis op de Dam. Het werd ontworpen door Jacob van Campen en voltooid in 1665. Oorspronkelijk was het geen paleis, maar het stadhuis van Amsterdam. Toen de Fransen in die tijd ook een koning (de broer van Napoleon, Lodewijk Napoleon) voor ons in petto hadden, ging die er wonen en werd het een Koninklijk Paleis. Zoals nu nog steeds.
Andere bekende gebouwen rond de Dam zijn de Nieuwe Kerk, Grand Hotel Krasnapolsky en De Bijenkorf. In het midden staat het Nationaal monument voor de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Op 4 mei (Dodenherdenking) wordt daar door het staatshoofd een krans gelegd en is men twee minuten stil.
Hoewel Nederland al bevrijd was, 5 mei 1945, zaten nog enkele Duitsers verschanst in een gebouw op de Dam en begonnen, 7 mei 1945, op de feestvierende menigte te schieten. 22 Nederlanders kwamen door die terreurdaad om.