Trein: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(blauwnet)
 
(90 tussenliggende versies door 23 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
1.       Inleiding 
+
{{Zie ook|Zie ook [[Portaal:Openbaar vervoer]]}}
 +
[[Bestand:DDZ Station 11856383626 35fe371e64 o.jpg|thumb|Een 'Nieuwe Intercity Dubbeldekker' (NID) van NS, de 4 wagens van deze soort worden wel gebruikt als sprinter.]]
 +
Een '''spoortrein''' of '''spoorvoertuig''' is volgens de wet een voertuig, bestemd voor het verkeer over [[Spoorlijn|spoorwegen]]. Dit kunnen passagierstreinen of [[Goederentrein|goederentreinen]] zijn.
  
Mijn werkstuk gaat over de trein. Ik heb dit als onderwerp gekozen omdat ik het prachtig vind om te zien hoe die grote rijtuigen over de rails rijden. Ook vind ik het interessant te weten en te vertellen wat er belangrijk is bij het treinverkeer.  
+
Een spoortrein, of kortweg trein, wordt getrokken door een [[locomotief]] (of kortweg loc) en heeft bij een passagierstrein [[Rijtuig|rijtuigen]] en bij een goederentrein wagons of wagens zoals ze bij de spoorwegen zeggen. Er zijn ook passagierstreinen waarbij de ''tractie'' (aandrijving met stoom, benzine, diesel of elektrische motor) in het rijtuig is ingebouwd. Dit heet dan een ''motorrijtuig''. Deze maken onderdeel uit van een [[treinstel]].
  
Er is heel veel te vertellen over de trein. In dit werkstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde:
+
De wielen van een trein zijn vaak geheel uit metaal en voorzien van een zogeheten flens. Hierdoor worden de wielen door de rails geleid. Treinen kunnen ook aan elkaar gekoppeld worden met een automatische koppeling of handmatige schroefkoppeling. Ook heeft elk rijtuig, wagon of loc aan de voor en achterkant stootbuffers, een soort bumpers die de drukkrachten tussen gekoppelde rijtuigen/locs opvangt. Bij treinstellen met een automatische koppeling worden de druk- en trekkrachten deels ook opgevangen door de koppeling.
  
Ø    De geschiedenis van de verschillende treinsoorten ;
+
==Bedrijven==
 +
In Nederland rijden verschillende vervoersbedrijven. De grootste hiervan is de [[Nederlandse Spoorwegen]] (NS). Andere vervoerders zijn [[Keolis - Syntus]], [[Arriva]], [[Qbuzz]], [[Veolia]] en [[Connexxion]]. Verder zijn er nog buitenlandse vervoerders, waaronder [[NMBS]] (België), [[Deutsche Bahn AG]] (Duitsland) en [[Eurobahn]], en een internationale vervoerder van NS, NS International, voorheen NS Hispeed.
  
Ø    De beveiliging van de spoorwegen ;
+
In het noorden van Nederland en tussen [[Almelo]] en [[Mariënberg]] rijdt [[Arriva]] met de treinen, in [[De Achterhoek]], Limburg, Groningen, Friesland, Zwolle-Emmen, Arnhem Centraal-Tiel rijdt Arriva ook. Tussen Dordrecht-Geldermalsen rijdt vervoerder [[Qbuzz]]. Tussen [[Amersfoort]] en [[Ede-Wageningen]] rijdt [[Connexxion]] onder de naam [[Valleilijn]].  Ook zijn er treinen waarmee je naar het buitenland kan. Naar Duitsland rijden de [[Deutsche Bahn AG]] (DB) met treinen van en naar Enschede naar Münster en Dortmund, Heerlen en de Eurobahn van en naar Venlo. Ook rijdt er een [[hogesnelheidstrein]], de [[ICE (trein)|ICE]] vanuit Amsterdam naar Duitsland en er rijdt een normale Intercity van NS International van Amsterdam naar Berlijn. Ook rijdt de [[NMBS]], de Belgische spoorwegmaatschappij, met een stoptrein tussen [[Roosendaal]] en [[Puurst]]. Er rijdt ook een Intercity van NS International van Amsterdam naar Brussel en terug. Ook rijdt er een [[Thalys]] van Amsterdam naar Lille of Parijs. Sinds 2023 heb je de [[ICNG]] die intercity-diensten verzorgd, onder andere op de [[hogesnelheidslijn]]. Vanaf eind 2024 komt er een Belgische variant ([[ICNGB]]) en vanaf 2028 een Duitse variant ([[ICNGD]]). Dit heeft vooral te maken met de verschillende stroomsystemen in Nederland, België  en Duitsland.
  
Ø    Het personeel op de trein en op het station ;
+
<gallery>
 +
Bestand:VIRM6.jpg|Een dubbeldekker van [[Nederlandse Spoorwegen|NS]]
 +
Bestand:PROTOS 1. Serienzug Valleilijn 210707.jpg|Een trein van [[Connexxion]]
 +
Bestand:Spurt Merwede-Lingelijn.jpg|Een trein van Arriva
 +
Bestand:Arriva 10.517-III.JPG|Een trein van Arriva
 +
Bestand:VeoliaGTW-Valkenburg(NL)-20090701B.JPG|Een trein van [[Veolia Transport Nederland|Veolia]], deze vervoerder rijdt alleen niet meer, Arriva heeft het stokje in Limburg overgenomen
 +
Bestand:ICE 3 Oberhaider-Wald-Tunnel.jpg|Een [[ICE (trein)|ICE]] tussen [[Amsterdam]], [[Bazel (Zwitserland)|Basel]], [[Düsseldorf]], [[Aken]] en [[Keulen]]
 +
Bestand:Traxx loc with benelux train.jpg|Een Fyra tussen [[Amsterdam]] en [[Brussel (stad)|Brussel]]. Deze trein rijdt niet meer.
 +
Bestand:Thalys PBKA Refurbished Nederland.jpg|Een [[Thalys]] (Is tegenwoordig ook [[Eurostar]])
 +
Bestand:Een MS75-stel van de NMBS op station Roosendaal.jpg|Een stoptrein van de NMBS
 +
Bestand:Apeldoorn NSI 193 766 IC 240 Amsterdam Centraal (51127312519).jpg|Intercity Berlijn (ICB) met Vectron als trek locomotief.
 +
</gallery>
  
Ø    Reizen per trein ;
+
=== Treintypen of -modellen ===
 +
{{Zie ook|Zie ook [[Lijst van treintypen in Nederland]]}}
 +
Ook zit er weer een verschil in treinen die op elektriciteit rijden en treinen die op diesel rijden, en ook nog in de Stop- en Sneltreinen, Sprinters en Intercity's. De laatste twee worden alleen door NS gebruikt. De Sprinter stopt op alle tussengelegen stations (maar soms niet, de Sprinter van Utrecht naar Almere stopt bijvoorbeeld niet op station Bussum Zuid of Hollandse Rading), de Intercity's stoppen alleen op grote stations. Dit is weer vergelijkbaar met de benaming van de andere vervoerders, Stoptrein en Sneltrein. Stoptreinen zijn van allerlei vervoerders zoals Arriva en Connexion ([[Valleilijn]]).
  
Ø    Sporen door mijn woonplaats (Apeldoorn) ;
+
<gallery>
 +
Bestand:NSR 2626,Baarn.jpg|Een nieuwe Sprinter van NS van het type [[Sprinter Lighttrain]](SLT)
 +
Bestand:NS Koploper ICM 4227 verlaat Utrecht Centraal.jpg|Een Intercity [[koploper]] van NS van het type Intercitymaterieel (ICMm)
 +
Bestand:Arnhem testrit Flirt Sprinter 2201.jpg|de FLIRT die de Mat '64 heeft vervangen in 2016.
 +
Bestand:NS ICNG MOCKUP1.jpg|De ICNG die de huidige ICMM / Koploper gaat vervangen.
 +
Bestand:VIRMm1 at Bergen op Zoom.jpg|De [[VIRM]] is vernieuwd, het is nu de VIRMm 
 +
</gallery>
  
Ø    Cijfers ;
+
==Elektrische treinen==
 +
In Nederland rijdt men vooral met elektrische treinen. De treinen krijgen stroom van de [[Bovenleiding|bovenleidingen]]. Dat zijn de draden die je vaak boven het spoor ziet hangen. 
  
Ø    Informatie ;
+
<gallery>
 +
Bestand:Trein 022.jpg|Een stuk bovenleiding
 +
Bestand:Trein 023.jpg|Een trein maakt contact met de bovenleiding met iets genaamd de pantograaf.
 +
Bestand:Veendam Arriva 1.jpg|Een diesel variant van de GTW staat klaar langs het perron
 +
</gallery>
  
Ø    Bronnen.  
+
In Nederland rijden ook nog een aantal dieseltreinen. Dieseltreinen rijden niet op elektriciteit, maar op dieselolie. Deze treinen rijden vooral op sporen zonder bovenleiding, maar ze kunnen natuurlijk ook op sporen rijden waar wel een bovenleiding is. In Groningen en Friesland wordt er nog vooral met dieseltreinen gereden, maar ook in Overijssel, Limburg en Gelderland zijn spoorlijnen zonder bovenleiding. Bijna alle dieseltreinen in Nederland zijn van het bedrijf Arriva. Een andere manier is dieselelektrisch, waar er stroom opgewekt wordt met een soort generator. De generator loopt op diesel, maar de trein rijdt dan op elektriciteit. Er is hierbij dus geen bovenleiding nodig.
  
 +
==Het spoor==
 +
[[Bestand:20080202-EMDX AiguillageAnime.gif|thumb|Animatie hoe een wissel in elkaar zit]]
 +
Het [[Spoorlijn|spoor]] bestaat uit lange staven die gemaakt zijn van staal, de rails. Daaronder liggen bielzen. Dit zijn grote balken waaraan de rails zijn vastgeschroefd. Zo blijven ze op de juiste afstand van elkaar liggen. Vroeger werden alle bielzen gemaakt van hout, maar tegenwoordig worden bielzen van beton gemaakt. Tussen en onder de bielzen ligt een dikke laag stenen. Die zorgt ervoor dat het spoor op zijn plek blijft liggen, zodat het spoor niet verschuift onder het enorme gewicht van een trein. De zwaarste treinen zijn de dubbeldekkers. Soms moet een trein van het ene spoor naar het andere spoor. Dan maakt de trein gebruik van [[Wissel (spoorweg)|wissels]]. Dit zijn stukken rails met een beweegbare staaf erin. Door deze te bewegen kan een trein van spoor wisselen.
  
--------------------------------------------------------------------------------
+
<gallery>
 +
Bestand:Strijkregel in wissel.jpg|Een wissel waarmee de trein op een ander spoor kan rijden.
 +
Bestand:M6 Brussel Midi.JPG|Een Belgische trein van de NMBS die over een wissel rijdt.
 +
</gallery>
  
2.       Geschiedenis (van stoom tot stroom) 
+
==Spoorwegovergang==
 +
Op de plekken waar het spoor en wegen elkaar kruisen, liggen meestal [[Spoorwegovergang|spoorwegovergangen]]. Bij een spoorwegovergang moet je goed opletten. Meestal zijn er bij zulke kruisingen rode lampen, bellen en slagbomen. Bij sommige plekken, meestal in bossen, staat enkel een bord waarop staat dat je uit moet kijken voor eventuele treinen. Omdat dit gevaarlijk is, vooral bij slecht weer, worden deze kruisingen zoveel mogelijk weggehaald en vervangen door overgangen met slagbomen. Als de rode lichten beginnen te knipperen of de bel rinkelt gaan de spoorbomen dicht omdat de trein eraan komt. Je moet blijven wachten totdat de rode lichten gedoofd zijn, wan er kan nog een trein komen. Vooral bij spoorwegovergangen met een dubbel spoor kunnen er meerdere treinen achter elkaar komen omdat ze uit verschillende richtingen kunnen komen.  Je kunt snel zien of er een of meerdere sporen aan de kruizen bij de spoorwegovergang. Deze kruizen heten andreaskruisen. Eén andreaskruis betekent enkel spoor. Een dubbel andreaskruis betekent dat er meer dan een spoor ligt.  
  
2a.     De stoomtrein 
+
<gallery>
 +
Bestand:Spoorwegovergang.jpg|De lichten knipperen en de slagbomen gaan dicht
 +
Bestand:Onbeveiligde spoorwegovergang.jpg|Een onbeveiligde spoorwegovergang
 +
Bestand:Gesloten spoorwegovergang bij Echten 1.JPG|Een ICMM trein die raast langs een spoorwegovergang
 +
Bestand:Trein 031.jpg|Wacht tot het rode licht gedoofd is. Er kan nog een trein aankomen.
 +
Bestand:Trein 038.jpg|Enkel spoor
 +
Bestand:Trein 037.jpg|Enkele andreaskruis bij enkel spoor
 +
Bestand:Trein 033.jpg|Dubbele Andreaskruis (2 of meer sporen)
 +
</gallery>
  
In 1765 werd in Engeland de stoommachine uitgevonden om te gebruiken in fabrieken. In 1804 zette een Engelse uitvinder voor het eerst wielen onder de stoommachine. Dat was eigenlijk de eerste trein. In 1830 werd de eerste spoorlijn van de wereld geopend. Dat was ook in Engeland. Daarover reed de Rocket met een snelheid van 50 km. per uur.  
+
==Het station==
 +
De trein stopt bij een [[station]]. Je hebt kleine stationnetjes waar maar één spoorlijn ligt, maar er zijn ook grote stations. Op sommige stations vind je ook winkels. Soms is het een klein winkeltje waar je alleen wat te eten of te drinken kunt kopen, maar op grote stations, zoals Rotterdam Centraal, Amsterdam of Utrecht zijn er zelfs kledingwinkels en bloemenwinkels.
 +
Om er voor te zorgen dat treinreizigers de juiste trein nemen zijn er borden die hen de weg wijzen. Op een overzichtsbord zie je naar welk perron je moet en als je op het perron staat zie je welk perron het is.  
 +
Op veel stations vind je ook monumenten waarmee mensen van de spoorwegen worden herdacht die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog.
  
Hoe werkt een stoomtrein?
+
<gallery>
 +
Bestand:Trein 042.jpg|De huisregels van het station
 +
Bestand:Trein 008.jpg|Overzichtsbord met de vertrekkende treinen
 +
Bestand:Trein 011.jpg|tickets en service; hier kun je een kaartje kopen
 +
Bestand:Trein 012.jpg|De [[WC|WC's]] op een station.
 +
Bestand:Trein 013.jpg|Wegwijzers op het station
 +
Bestand:Trein 014.jpg|Wegwijsborden naar de sporen
 +
Bestand:Trein 060.jpg|Een rookzone
 +
Bestand:Monument station leeuwarden.JPG|Een monument
 +
Bestand:Stationsbord.JPG|Je ziet hier een stationsbord, zo zie je op welk station je staat
 +
Bestand:Stationsklok Middelburg.jpg|Er is altijd een stationsklok aanwezig, in Amersfoort heb je een hele grote klok voordat je het station binnenloopt
 +
</gallery>
  
In de stoomketel zit water. Met hout, steenkool of stookolie wordt een vuur gestookt. Dat was de taak van de stoker. Dat was zwaar werk, want die moest tijdens de reis steeds het vuur aanhouden. Het vuur brengt het water aan de kook en daardoor ontstaat stoom. Als er steeds meer stoom bijkomt ontstaat er druk. Denk maar eens aan een fluitketel als het water kookt. De stoom van de stoomtrein gaat door pijpen naar een zuiger. Aan die zuiger zit een stang vast en die laat de wielen ronddraaien.  
+
Als je vragen hebt kun je op sommige stations gebruikmaken van een informatiepaal. In deze paal zit een soort telefoon waarmee je 24 uur per dag je vragen kunt stellen aan iemand van de spoorwegen. Mocht er dus geen enkele trein komen dan kan je de oorzaak vragen, als er dan een aanrijding is gebeurd zal er ook geen trein meer komen en dan weet je dat. Ook zit er een alarmknop op, die je in geval van nood kunt gebruiken. Deze palen vind je vooral op de kleinere stations. Op grotere stations heb je ook informatiebalies waar medewerkers van de spoorwegen zitten en je je vraag aan kunt stellen.
  
Verder met de geschiedenis van de (stoom)trein .  
+
Een groot perron is meestal verdeeld in meerdere stukken. Vaak is dit een A- of B-deel, en heel soms is er ook een C-deel. Daarom moet je altijd goed opletten van welk deel de trein vertrekt. Als je op het verkeerde deel staat, kan je in de verkeerde trein stappen of de trein missen omdat je niet op tijd op het goede deel van het perron komt. Soms wordt een trein ook gesplitst op een station. Dan gaat de voorste trein (vanaf deel A) naar een ander station dan de trein op deel B en dan ben je ineens op het verkeerde station. Gelukkig wordt dat ook vermeld wanneer dat gebeurd zodat je kan overstappen op het andere deel.
  
Op 20 september 1839 reed in Nederland de eerste stoomtrein (‘De Arend’) van Amsterdam naar Haarlem, met een snelheid van 38 km. per uur. De trein was vooral belangrijk voor het vervoer van goederen. Er waren toen nog geen auto’s, dus ook geen vrachtauto’s. Toen er later, na 1920, vrachtauto’s kwamen, kregen de spoorwegen het erg moeilijk. Toch ging men door met het maken van zwaardere en snellere stoomlocomotieven. De hoogste snelheid van een stoomtrein werd bereikt in 1938: 202 km. per uur. In 1932 werd besloten geen stoomlocomotieven meer te laten bouwen.  
+
<gallery>
 +
Afbeelding:Trein_054.jpg|Perron 1A
 +
Afbeelding:Trein_053.jpg|Perron 1B
 +
</gallery>
  
In 1958 verdween de laatste stoomlocomotief. De stoomtreinen die nu nog rijden zijn er alleen voor toeristen. Dat geldt ook voor de stoomtrein die vanaf het station in Apeldoorn langs Lieren, Beekbergen, Loenen en Eerbeek naar Dieren rijdt.  
+
==In de trein==
 +
In de trein moet je je ook netjes aan de regels houden. In elke trein hangt bij de deuren een lijst van huisregels waar je je aan moet houden.
 +
Je kunt soms met vier mensen bij elkaar zitten. Dat heet een vis-à-vis, dat is [[Frans]] voor "tegenover elkaar".
  
2b.     De dieseltrein 
+
<gallery>
 +
Bestand:Trein 048.jpg|Regels voor in de trein
 +
Bestand:Trein 050.jpg|De noodrem (Bij misbruik wordt er gestraft.)
 +
Bestand:Trein 049.jpg|Knoppen om de deuren te sluiten en openen. Als de conducteur zijn sleutel in het sleutelgat steekt, kan hij alle deuren van de trein tegelijk sluiten.
 +
Bestand:Trein 039.jpg|Een vis-à-vis zitting
 +
Bestand:Trein 055.jpg|Een vis-à-vis zitting
 +
Bestand:Trein 056.jpg|Nummers boven de tussenschuifdeuren
 +
Bestand:Trein 047.jpg|Je mag in de trein de fiets meenemen
 +
</gallery>
  
In 1934 reed de eerste dieseltrein in Nederland, van Amsterdam naar Arnhem. Een dieseltrein gebruikt dieselolie als brandstof. Een dieselmotor maakt stroom, waardoor de elektromotoren kunnen werken. Daarom zijn er geen bovenleidingen nodig. Er rijden nu nog steeds dieseltreinen. Ook van Apeldoorn naar Zutphen. Dieseltreinen worden meestal gebruikt als stoptrein. Dat is een trein die een route rijdt van een plaats naar een andere plaats en op alle stations stopt, die hij onderweg tegenkomt.  
+
==Kaartjes==
 +
Als je met de trein reist moet je een kaartje kopen. Je kunt verschillende soorten kaartjes kopen. Een enkeltje koop je als je tussen twee plaatsen wilt reizen. Een retourtje koop je als je tussen twee plaatsen heen en weer wilt reizen. Je kunt ook een abonnement nemen op de trein. Er zijn verschillende soorten abonnementen. Je kunt een abonnementskaart kopen waarmee je korting krijgt op een treinreis. Dit noem je een kortingskaart.  
 +
Een maandkaart of een jaartrajectkaart koop je als je vaak dezelfde reis tussen twee plaatsen moet maken. Je kunt ook een [[OV-chipkaart]] kopen. Hiermee kun je door heel Nederland reizen. Als je studeert heb je een [[Studenten OV]] voor het weekend of voor de week (maandag tot en met vrijdag). Je hebt ook een railrunner en daarmee ga je voordelig door het land, het is voor kinderen van 4 tot en met 11 jaar. Als je ouder bent moet je je ov-chipkaart gaan gebruiken.  
  
2c.   De elektrische trein 
+
Er zijn ook kaarten waarmee je door de andere landen van Europa kunt reizen. Bijvoorbeeld de Interrailkaart.  
  
De eerste elektrische trein reed in Nederland in 1908 tussen Rotterdam en Scheveningen. Men ontdekte dat elektrische treinen goedkoper en schoner zijn dan stoomtreinen. Ze rijden op stroom, via de bovenleidingen. Ze kunnen 180 km. per uur rijden, maar mogen in Nederland niet sneller dan 140 km. per uur. Elektrische treinen worden vaak gebruikt als intercity-trein. Dat is een trein die niet op alle stations stopt, maar alleen op de grotere stations. ‘Intercity’ bestaat uit ‘Inter’ (betekent ‘tussen’) en ‘city’ (stad).  
+
==Externe link==
 +
* [http://www.ns.nl Website van de NS]
 +
* [http://www.connexxion.nl Website van Connexion]
 +
* [http://www.arriva.nl Website van Arriva]
 +
* [http://www.syntus.nl Website van Syntus]
 +
* [https://www.thalys.com Website van Eurostar]
 +
* [https://www.belgiantrain.be/nl Website van de NMBS]
 +
* [https://blauwnet.nl/ Website van Blauwnet]
 +
*
 +
{{Navigatie vervoersmiddelen}}
  
Ook de elektrische trein krijgt steeds vernieuwingen en verbeteringen. Zo rijden er nu de dubbeldekker en hogesnelheidstrein. 
+
[[Categorie:Woordenschat]]
 
+
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep1]]
2d.      De hogesnelheidstrein 
+
[[Categorie:Openbaar vervoer]]
 
+
[[Categorie:Railtransport]]
Hogesnelheidstreinen bestaan buiten Europa al ongeveer 40 jaar. In Japan reden de eerste supersnelle elektrische treinen. We spreken pas van een hogesnelheidstrein als de trein meer dan 200 km. per uur rijdt.
+
[[Categorie:Trein]]
De hogesnelheidstrein in Frankrijk heet de TGV. Dat betekent: Train à Grande Vitesse (= trein met hoge snelheid). Die rijdt met een snelheid van meer dan 300 km. per uur. De reizigers zitten in vliegtuigstoelen.
+
[[Categorie:Voertuigen]]
 
 
In Duitsland rijdt sinds 1991 ook de hogesnelheidstrein, de ICE. Dat betekent InterCity Express. Deze trein rijdt met een snelheid van 250 km. per uur.
 
Ook in Nederland rijdt een hogesnelheidstrein: de Thalys. Die rijdt van Amsterdam naar Parijs. Die rijdt nog over gewoon spoor, en daarom ‘maar’ 160 km. Als de nieuwe hogesnelheidslijn klaar is, in 2005, gaat die ook in Nederland 300 km. rijden.
 
Alle hogesnelheidstreinen rijden over veel rechte rails met af en toe alleen flauwe bochten. Anders zouden ze uit de bocht vliegen. 
 
 
 
 
 
 
 
--------------------------------------------------------------------------------
 
 
 
3. Beveiliging 
 
 
 
3a.      Seinen 
 
 
 
De machinisten van de eerste treinen moesten letten op baanwachters. Dat waren mensen die om de 800 m. langs het spoor stonden met vlaggen. De witte vlag omhoog betekende: veilig, dus doorrijden. De rode vlag betekende: direct stoppen.
 
Later kwamen er seinpalen, die ook wel armseinen werden genoemd. Ook die waren wit en rood. De seinhuiswachters zetten in hun seinhuis met handels (ijzeren stangen met handgrepen) via stalen kabels de seinen goed. Dat ging ook zo met de wissels. Na 1945 kwamen er elektrische seinen, met witte en rode lampen. Die worden bediend door centrale verkeersleidingsposten, nu vaak door computers. 
 
 
 
3b.      Spoorwegovergangen 
 
 
 
De spoorwegovergangen werden eerst beveiligd met een hek over de hele weg. De overwegwachters bedienden die. Nog voor 1940 kwam de eerste AKI. Dat betekent: Automatische Knipperlicht Installatie. Ook deze heeft 1 witte lamp en 2 rode lampen. Nog later kwam de AHOB, die ook nu nog bij de spoorwegovergangen staan. AHOB betekent: Automatische Halve Overweg Bomen. De AHOB heeft 2 rode lampen. En een bel. 
 
 
 
 
 
--------------------------------------------------------------------------------
 
 
 
4.        Personeel 
 
 
 
In de trein werken de machinist en de conducteur. 
 
 
 
De machinist zorgt ervoor dat de trein rijdt. Hij moet proberen dat op tijd te doen, zoals de dienstregeling dat aangeeft. Verder moet hij alle seinen en lampjes in de cabine goed in de gaten houden. Daarmee moet hij rekening houden. Hij bepaalt de snelheid van de trein. Een trein heeft géén stuur, dus hij hoeft niet te sturen. Wissels zorgen ervoor dat de trein op de juiste rails rijden. Die wissels worden vanuit centrale verkeersleidingsposten met computers geregeld. 
 
 
 
De machinist mag geen enkel foutje maken. Dat kan hele vervelende gevolgen hebben voor al die reizigers in de trein. Denk maar eens aan de treinongelukken die we weleens op het journaal of in de krant hebben gezien. In de cabine is een speciale knop, de ‘dodemansknop’. Die moet de machinist steeds indrukken. Als hij deze loslaat (dat kan gebeuren als hij bijvoorbeeld flauw valt) stopt de trein automatisch. Dit is bedacht om ongelukken te voorkomen. 
 
 
 
De trein mag niet eerder van een station vertrekken voordat de conducteur daarvoor een teken heeft gegeven. Hij blaast dan meestal op zijn fluitje. En met zijn armen geeft hij ook een teken. Als de trein eenmaal rijdt controleert de conducteur of iedereen een geldig kaartje heeft. Ook geeft hij informatie aan reizigers in de trein die vragen hebben over de route die zij moeten afleggen. Als je machinist of conducteur wilt worden moet je veel testen doen om te kijken of je daarvoor wel geschikt bent. Als dat zo is krijg je een speciale opleiding. 
 
 
 
Er werken ook mensen bij de Nederlandse Spoorwegen die niet in de trein zijn, maar op het station. 
 
 
 
De mensen die treinen aan elkaar koppelen (of weer van elkaar losmaken) heten rangeerders. Ze hebben vesten of jassen aan met felle kleuren en een helm op het hoofd. 
 
 
 
De perronopzichter moet ervoor zorgen dat het treinverkeer bij een station goed verloopt. Hij staat steeds in verbinding met conducteurs en machinisten. Je herkent de perronopzichter aan de rode pet. Verder werken er mensen op spoorwegverkeerscentra en in stationgebouwen. 
 
 
 
 
 
--------------------------------------------------------------------------------
 
 
 
5. Reizen per trein 
 
 
 
5a.      Reisinformatie 
 
 
 
Als je wilt weten
 
 
 
Ø welke route je moet reizen ;
 
 
 
Ø hoe laat de trein vertrekt en aankomt ;
 
 
 
Ø hoeveel je treinkaartje kost 
 
 
 
kun je dat:
 
 
 
Ø lezen op de informatieborden op stations ;
 
 
 
Ø lezen in het NS-spoorboekje ;
 
 
 
Ø lezen op de computer, met de NS Reisplanner ;
 
 
 
Ø lezen op internet (op de website van het openbaar vervoer = www.ov9292.nl) ;
 
 
 
Ø opvragen via het telefoonnummer voor inlichtingen over het openbaar vervoer: 0900-9292 ;
 
 
 
Ø vragen aan de baliemedewerker aan het loket op het station ;
 
 
 
Ø vragen aan de conducteur. 
 
 
 
5b.      Stoptreinen en intercity-treinen 
 
 
 
Dit zijn geen andere treinen dan dieseltreinen en elektrische treinen.
 
 
 
Een stoptrein is een trein die een route rijdt van een plaats naar een andere plaats en op alle stations stopt, die hij onderweg tegenkomt. Vaak wordt hiervoor een dieseltrein gebruikt. Een intercity-trein is een trein niet op alle stations stopt, maar alleen op de grotere stations. Het woord ‘Intercity’ bestaat uit: ‘Inter’ (betekent ‘tussen’) en ‘city’ (stad). Vooral elektrische treinen worden als intercity-trein gebruikt. 
 
 
 
5c.      Kaartverkoop - 2e en 1e klas 
 
 
 
Een treinkaartje moet je kopen op het station. Dat kan aan het loket, maar ook bij een automaat. Je kunt een kaartje kopen voor een enkele reis. Als je dezelfde dag terug gaat, is het goedkoper een dagretourtje te kopen. 
 
 
 
De prijs van een kaartje hangt af van:  
 
 
 
Ø de reisafstand ;
 
 
 
Ø de klasse: 2e klas is goedkoper dan 1e klas. 2e klas kun je ‘standaard’ noemen. 1e klas treinstellen zijn van binnen
 
 
 
mooier, luxer. Op de treinstellen staat een groot cijfer 1 of 2;
 
 
 
daar kun je aan zien of het eerste of tweede klas is.
 
 
 
Vroeger was er ook nog een 3e klas, heel eenvoudig dus
 
 
 
ingericht.   
 
 
 
Een speciaal treinkaartje voor kinderen is de railrunner. Als je niet ouder bent dan 11 jaar mag je een railrunner kopen. Die kost maar ε 1,--. Dat mag alleen als je meereist met iemand die een gewoon treinkaartje heeft. Kinderen tot 4 jaar mogen gratis meereizen. 
 
 
 
Als je vaak moet reizen is het goedkoper een abonnement te nemen. Er zijn verschillende soorten abonnementen. Een jaarkaart, een jaartraject­kaart, een maandkaart, een maandtrajectkaart en nog veel meer. Er zijn abonnementen voor het reizen per trein, maar ook voor alle vormen van openbaar vervoer, dus ook voor de trein èn bus.
 
 
 
 
 
--------------------------------------------------------------------------------
 
 
 
6. Sporen door Apeldoorn 
 
 
 
Voor het eerst kreeg Apeldoorn een spoorlijn in 1876. Die was een on­derdeel van de Oosterspoorlijn, die begon in Amsterdan en langs Amers­foort en Apeldoorn naar Zutphen ging. Dat was heel belangrijk voor de fabrieken in Apeldoorn. Zutphen ligt aan de rivier de IJssel en daar was toen veel vrachtscheepvaart. De hoogte bij Assel was voor de stoker en de machinist niet prettig. Stokers moesten er steeds letten dat vonken niet oversprongen naar de bossen van de Veluwe en de machinist kon met de trein ergens op een heuvel blijven steken. Als dat gebeurde moest de trein terug en opnieuw proberen met een nieuwe aanloop de heuvel over te komen. 
 
 
 
In Paleis ‘t Loo woonde Koning Willem III, de overgrootvader van Koning­in Beatrix. In 1887 werd er een spoorlijn aangelegd vanaf het Apeldoorns station naar het paleis. Die spoorlijn werd doorgetrokken naar Zwolle. Sinds 1950 werd deze route weer gesloten voor reizigers. In december 2002 stond in de krant dat een Apeldoornse wethouder gaat proberen opnieuw een spoorlijn naar Zwolle aan te leggen! In 1888 kreeg Apeldoorn een spoorverbinding met Deventer en Almelo. Nu is het mogelijk om Nederland van oost naar west (en omgekeerd) helemaal per trein door te reizen. Van Enschede naar Schiphol en omge­keerd. En Enschede heeft weer verbinding met Duitsland, dus we zien op deze route ook weleens Duitse treinen. Die stoppen niet in Apeldoorn. 
 
 
 
Ook was er een spoorverbinding naar Dieren. Die was vooral bedoeld voor vrachttreinen. Er staan veel fabrieken langs deze spoorlijn. De vracht kon worden overgeladen naar vrachtschepen op de IJssel. Er waren veel fabrieken langs de spoorlijn. Het spoor ligt er nog. Daarover rijdt de stoomtrein voor toeristen.
 
 
 
 
 
--------------------------------------------------------------------------------
 
 
 
7. Cijfers 
 
 
 
In Nederland ligt 3200 km. spoorbaan en er zijn 376 stations. Er zijn ongeveer 3340 machinisten in Nederland en 2220 conducteurs. 
 
 
 
Iedere dag:  
 
 
 
Ø    reizen bijna een miljoen mensen met de trein door Nederland ;
 
 
 
Ø    rijden er ongeveer 5000 treinen door Nederland.
 
 
 
 
 
--------------------------------------------------------------------------------
 
 
 
8. Meer informatie 
 
 
 
Als je meer wilt weten over treinen kun je informatie opvragen bij de Nederlandse Spoorwegen. Dat heb ik ook gedaan. Het is ook heel leuk om naar het Spoorwegmuseum in Utrecht te gaan. Je ziet daar ook veel echte stoomtreinen van vroeger, ook ‘De Arend’. Je leert er ook nog eens veel van. Je moet wel een poos geduld hebben, want tot 2005 is het Spoorwegmuseum gesloten, omdat het wordt verbouwd. 
 
 
 
Website van de Nederlandse Spoorwegen: www.ns.nl
 
Website van het Spoorwegmuseum: www.spoorwegmuseum.nl
 
 
 
 
 
--------------------------------------------------------------------------------
 
 
 
9. Bronnen
 
 
 
Uit de volgende boeken heb ik informatie gehaald: 
 
 
 
Ø ‘Treinen’ (serie ‘Ooggetuigen’), geschreven door John Coiley (Eng­eland), vertaald door Willem Oorthuizen. Uitgegeven in 1993 door Van Holkema & Warendorf, Houten.
 
 
 
Ø ‘De Nederlandse Spoorwegen’ (Lantaarn-reeks, deel 150), geschreven door de Stichting Onderwijs en Samenwerking. Uitgegeven in 1989 door Uitgeverij Kok, Kampen.
 
 
 
Ø ‘De snelste treinen’ (Junior Informatie, reeks N7, deel N147), geschreven door Ineke van Kasteren. Uitgegeven in 1997 door Educatieve Partners Nederland, Houten.
 
 
 
Ø ‘Hogesnelheidstreinen’ (Informatie, reeks N4, nr. N99), geschreven door Freddie van Hees. Uitgegeven in 1994 door Uitgeverij De Ruiter, Houten.
 
 
 
Ø Museumgids van het Spoorwegmuseum.
 
 
 
Ø Informatieboekjes en folders van de Nederlandse Spoorwegen, aangevraagd via Klantenservice en de Onderwijslijn. 
 
 
 
Verder heb ik via internet de website van het Spoorwegmuseum bekeken (http://www.spoorwegmuseum.nl ). Ook heb ik een paar aantekeningen gemaakt tijdens het bezoek aan het Spoorwegmuseum op 26 oktober 2002.
 

Huidige versie van 14 apr 2025 om 15:04

Zie ook Portaal:Openbaar vervoer
Een 'Nieuwe Intercity Dubbeldekker' (NID) van NS, de 4 wagens van deze soort worden wel gebruikt als sprinter.

Een spoortrein of spoorvoertuig is volgens de wet een voertuig, bestemd voor het verkeer over spoorwegen. Dit kunnen passagierstreinen of goederentreinen zijn.

Een spoortrein, of kortweg trein, wordt getrokken door een locomotief (of kortweg loc) en heeft bij een passagierstrein rijtuigen en bij een goederentrein wagons of wagens zoals ze bij de spoorwegen zeggen. Er zijn ook passagierstreinen waarbij de tractie (aandrijving met stoom, benzine, diesel of elektrische motor) in het rijtuig is ingebouwd. Dit heet dan een motorrijtuig. Deze maken onderdeel uit van een treinstel.

De wielen van een trein zijn vaak geheel uit metaal en voorzien van een zogeheten flens. Hierdoor worden de wielen door de rails geleid. Treinen kunnen ook aan elkaar gekoppeld worden met een automatische koppeling of handmatige schroefkoppeling. Ook heeft elk rijtuig, wagon of loc aan de voor en achterkant stootbuffers, een soort bumpers die de drukkrachten tussen gekoppelde rijtuigen/locs opvangt. Bij treinstellen met een automatische koppeling worden de druk- en trekkrachten deels ook opgevangen door de koppeling.

Bedrijven

In Nederland rijden verschillende vervoersbedrijven. De grootste hiervan is de Nederlandse Spoorwegen (NS). Andere vervoerders zijn Keolis - Syntus, Arriva, Qbuzz, Veolia en Connexxion. Verder zijn er nog buitenlandse vervoerders, waaronder NMBS (België), Deutsche Bahn AG (Duitsland) en Eurobahn, en een internationale vervoerder van NS, NS International, voorheen NS Hispeed.

In het noorden van Nederland en tussen Almelo en Mariënberg rijdt Arriva met de treinen, in De Achterhoek, Limburg, Groningen, Friesland, Zwolle-Emmen, Arnhem Centraal-Tiel rijdt Arriva ook. Tussen Dordrecht-Geldermalsen rijdt vervoerder Qbuzz. Tussen Amersfoort en Ede-Wageningen rijdt Connexxion onder de naam Valleilijn. Ook zijn er treinen waarmee je naar het buitenland kan. Naar Duitsland rijden de Deutsche Bahn AG (DB) met treinen van en naar Enschede naar Münster en Dortmund, Heerlen en de Eurobahn van en naar Venlo. Ook rijdt er een hogesnelheidstrein, de ICE vanuit Amsterdam naar Duitsland en er rijdt een normale Intercity van NS International van Amsterdam naar Berlijn. Ook rijdt de NMBS, de Belgische spoorwegmaatschappij, met een stoptrein tussen Roosendaal en Puurst. Er rijdt ook een Intercity van NS International van Amsterdam naar Brussel en terug. Ook rijdt er een Thalys van Amsterdam naar Lille of Parijs. Sinds 2023 heb je de ICNG die intercity-diensten verzorgd, onder andere op de hogesnelheidslijn. Vanaf eind 2024 komt er een Belgische variant (ICNGB) en vanaf 2028 een Duitse variant (ICNGD). Dit heeft vooral te maken met de verschillende stroomsystemen in Nederland, België en Duitsland.

Treintypen of -modellen

Zie ook Lijst van treintypen in Nederland

Ook zit er weer een verschil in treinen die op elektriciteit rijden en treinen die op diesel rijden, en ook nog in de Stop- en Sneltreinen, Sprinters en Intercity's. De laatste twee worden alleen door NS gebruikt. De Sprinter stopt op alle tussengelegen stations (maar soms niet, de Sprinter van Utrecht naar Almere stopt bijvoorbeeld niet op station Bussum Zuid of Hollandse Rading), de Intercity's stoppen alleen op grote stations. Dit is weer vergelijkbaar met de benaming van de andere vervoerders, Stoptrein en Sneltrein. Stoptreinen zijn van allerlei vervoerders zoals Arriva en Connexion (Valleilijn).

Elektrische treinen

In Nederland rijdt men vooral met elektrische treinen. De treinen krijgen stroom van de bovenleidingen. Dat zijn de draden die je vaak boven het spoor ziet hangen.

In Nederland rijden ook nog een aantal dieseltreinen. Dieseltreinen rijden niet op elektriciteit, maar op dieselolie. Deze treinen rijden vooral op sporen zonder bovenleiding, maar ze kunnen natuurlijk ook op sporen rijden waar wel een bovenleiding is. In Groningen en Friesland wordt er nog vooral met dieseltreinen gereden, maar ook in Overijssel, Limburg en Gelderland zijn spoorlijnen zonder bovenleiding. Bijna alle dieseltreinen in Nederland zijn van het bedrijf Arriva. Een andere manier is dieselelektrisch, waar er stroom opgewekt wordt met een soort generator. De generator loopt op diesel, maar de trein rijdt dan op elektriciteit. Er is hierbij dus geen bovenleiding nodig.

Het spoor

Animatie hoe een wissel in elkaar zit

Het spoor bestaat uit lange staven die gemaakt zijn van staal, de rails. Daaronder liggen bielzen. Dit zijn grote balken waaraan de rails zijn vastgeschroefd. Zo blijven ze op de juiste afstand van elkaar liggen. Vroeger werden alle bielzen gemaakt van hout, maar tegenwoordig worden bielzen van beton gemaakt. Tussen en onder de bielzen ligt een dikke laag stenen. Die zorgt ervoor dat het spoor op zijn plek blijft liggen, zodat het spoor niet verschuift onder het enorme gewicht van een trein. De zwaarste treinen zijn de dubbeldekkers. Soms moet een trein van het ene spoor naar het andere spoor. Dan maakt de trein gebruik van wissels. Dit zijn stukken rails met een beweegbare staaf erin. Door deze te bewegen kan een trein van spoor wisselen.

Spoorwegovergang

Op de plekken waar het spoor en wegen elkaar kruisen, liggen meestal spoorwegovergangen. Bij een spoorwegovergang moet je goed opletten. Meestal zijn er bij zulke kruisingen rode lampen, bellen en slagbomen. Bij sommige plekken, meestal in bossen, staat enkel een bord waarop staat dat je uit moet kijken voor eventuele treinen. Omdat dit gevaarlijk is, vooral bij slecht weer, worden deze kruisingen zoveel mogelijk weggehaald en vervangen door overgangen met slagbomen. Als de rode lichten beginnen te knipperen of de bel rinkelt gaan de spoorbomen dicht omdat de trein eraan komt. Je moet blijven wachten totdat de rode lichten gedoofd zijn, wan er kan nog een trein komen. Vooral bij spoorwegovergangen met een dubbel spoor kunnen er meerdere treinen achter elkaar komen omdat ze uit verschillende richtingen kunnen komen. Je kunt snel zien of er een of meerdere sporen aan de kruizen bij de spoorwegovergang. Deze kruizen heten andreaskruisen. Eén andreaskruis betekent enkel spoor. Een dubbel andreaskruis betekent dat er meer dan een spoor ligt.

Het station

De trein stopt bij een station. Je hebt kleine stationnetjes waar maar één spoorlijn ligt, maar er zijn ook grote stations. Op sommige stations vind je ook winkels. Soms is het een klein winkeltje waar je alleen wat te eten of te drinken kunt kopen, maar op grote stations, zoals Rotterdam Centraal, Amsterdam of Utrecht zijn er zelfs kledingwinkels en bloemenwinkels. Om er voor te zorgen dat treinreizigers de juiste trein nemen zijn er borden die hen de weg wijzen. Op een overzichtsbord zie je naar welk perron je moet en als je op het perron staat zie je welk perron het is. Op veel stations vind je ook monumenten waarmee mensen van de spoorwegen worden herdacht die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog.

Als je vragen hebt kun je op sommige stations gebruikmaken van een informatiepaal. In deze paal zit een soort telefoon waarmee je 24 uur per dag je vragen kunt stellen aan iemand van de spoorwegen. Mocht er dus geen enkele trein komen dan kan je de oorzaak vragen, als er dan een aanrijding is gebeurd zal er ook geen trein meer komen en dan weet je dat. Ook zit er een alarmknop op, die je in geval van nood kunt gebruiken. Deze palen vind je vooral op de kleinere stations. Op grotere stations heb je ook informatiebalies waar medewerkers van de spoorwegen zitten en je je vraag aan kunt stellen.

Een groot perron is meestal verdeeld in meerdere stukken. Vaak is dit een A- of B-deel, en heel soms is er ook een C-deel. Daarom moet je altijd goed opletten van welk deel de trein vertrekt. Als je op het verkeerde deel staat, kan je in de verkeerde trein stappen of de trein missen omdat je niet op tijd op het goede deel van het perron komt. Soms wordt een trein ook gesplitst op een station. Dan gaat de voorste trein (vanaf deel A) naar een ander station dan de trein op deel B en dan ben je ineens op het verkeerde station. Gelukkig wordt dat ook vermeld wanneer dat gebeurd zodat je kan overstappen op het andere deel.

In de trein

In de trein moet je je ook netjes aan de regels houden. In elke trein hangt bij de deuren een lijst van huisregels waar je je aan moet houden. Je kunt soms met vier mensen bij elkaar zitten. Dat heet een vis-à-vis, dat is Frans voor "tegenover elkaar".

Kaartjes

Als je met de trein reist moet je een kaartje kopen. Je kunt verschillende soorten kaartjes kopen. Een enkeltje koop je als je tussen twee plaatsen wilt reizen. Een retourtje koop je als je tussen twee plaatsen heen en weer wilt reizen. Je kunt ook een abonnement nemen op de trein. Er zijn verschillende soorten abonnementen. Je kunt een abonnementskaart kopen waarmee je korting krijgt op een treinreis. Dit noem je een kortingskaart. Een maandkaart of een jaartrajectkaart koop je als je vaak dezelfde reis tussen twee plaatsen moet maken. Je kunt ook een OV-chipkaart kopen. Hiermee kun je door heel Nederland reizen. Als je studeert heb je een Studenten OV voor het weekend of voor de week (maandag tot en met vrijdag). Je hebt ook een railrunner en daarmee ga je voordelig door het land, het is voor kinderen van 4 tot en met 11 jaar. Als je ouder bent moet je je ov-chipkaart gaan gebruiken.

Er zijn ook kaarten waarmee je door de andere landen van Europa kunt reizen. Bijvoorbeeld de Interrailkaart.

Externe link

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Trein&oldid=931745"