Skiën
Skiën | |
Aangesloten bij | |
Olympisch comité | NOC*NSF |
Nationale bond | Nederlandse Ski Vereniging |
Portaal Sport |
Skiën is een sport. Je hebt bij het skiën twee latten onder je voeten. Om een bocht te kunnen maken moet je naar één kant leunen.
Wat heb je nodig?
- Ski's
- Stokken
- Skischoenen
- Helm
- Skipak
- Handschoenen
- Lawinepieper, voor als er een lawine komt. Lawinepiepers worden vooral gebruikt door mensen die vaak en ver buiten de piste skiën.
De basis van skiën
Bij skiën moet je beginnen met ploegskiën. Bij ploegskiën sta je in een driehoeksvorm met je benen. Dit wordt ook wel 'in een ploeg staan' of pizzapunt genoemd.
genoemd. Als je hebt geleerd rechtdoor te ploegskiën, kan je gaan proberen bochten te skiën. Dit doe je door kracht te zetten op een been. Daardoor maak je een bocht naar de andere kant. Voor de meer gevorderde skiërs kan je leren parallel te skiën. Dit doe je door met twee benen parallel naast elkaar te staan. Zo kan je je techniek verbeteren.
Belangrijke punten bij skiën
- hoog-laag bewegen
- kanten
- slippen
- scheendruk
- breed staan
Skiën in de sneeuw
Als je al minstens drie weken les hebt gehad in het skiën, mag je in de sneeuw skiën. Hiervoor moet je wel een paar dingen kunnen.
- gecontroleerd skiën
- ploeg skiën
- de ski tekens begrijpen
Tekens bij skiën
Bij het skiën in de sneeuw heb je verschillende tekens. Deze moet je kennen om alles goed te begrijpen. De pistemoeilijkheid is bijvoorbeeld verdeeld in kleuren.
- groen (voor beginners, 2/3 weken ervaring)
- blauw (voor beginners, 7/8 weken ervaring)
- rood (voor half gevorderde, 2 jaar ervaring)
- zwart (voor ver gevorderde, 4 jaar ervaring)
Dit is gebaseerd op steilheid.
Verschillende soorten skibanen
Er zijn verschillende soorten skibanen waarop je kan leren skiën.
- Een sneeuwskibaan (snowworld)
- Een rollerpiste (indoorski discovery)
De geschiedenis.
Vroeger toen mensen nog jaagden, was dat 's winters erg zwaar. Ze hadden ski's uitgevonden zodat ze sneller naar beneden konden glijden. Ook zorden de ski's ervoor dat je minder diep in de sneeuw zakt. Natuurlijk zagen ze er nog heel anders uit dan nu, nu zijn ze veel mooier geworden. Ski`s werden toen van botten van grote dieren gemaakt.
Vormen van skiën
- Noords skiën
- Alpineskiën
- Afdaling
- Slalom (ski)
- Reuzenslalom (ski)
- Super G (ski)
- Alpiene combinatie
- Parallel ski event
- Team event
- Freestyleskiën
- Slopestyle
- Aerials
- Buckelpisteskiën (Dual-moguls)
- Buckelpisteskiën (moguls)
- Ski cross
- Halfpipe
- Snowboarding
- Slalom (SB)
- Reuzenslalom (SB)
- Super G (SB)
- KO event (SB)
- Half pipe (SB)
- Big air
- Boardercross
- Diverse skivormen niet op sneeuw
- Speed skiing
- Grasskiën
- Zandskiën
- Borstelskiën