GroenLinks-PvdA

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Progressief Akkoord)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
GroenLinks-Partij van de Arbeid
(GroenLinks-PvdA)

GroenLinks–PvdA logo.svg

Oprichting
Opheffing
Actief in Vlag van Nederland Nederland
Richting Centrumlinks tot links
Stroming Progressivisme
Sociaaldemocratie
Groene politiek
Presidentskandidaat
President
Vicepresidentskandidaat
Vicepresident
Oprichter(s)
Partijleider Frans Timmermans
Partijvoorzitter
Secretaris-generaal
Fractievoorzitters
- Eerste Kamer Paul Rosenmöller
- Tweede Kamer Frans Timmermans
- Europees Parlement Bas Eickhout
- Provinciale Staten (GL + PvdA)
- Gemeenteraden
(GL + PvdA)
- Burgemeesters
- Commissarissen van de Koning
Zetels
- Eerste Kamer
14 van de 75
- Tweede Kamer
25 van de 150
- Europees Parlement
8 van de 31
- Provinciale Staten (GL + PvdA)
102 van de 572
- Gemeenteraden
(GL + PvdA)
1345 van de 8512
- Burgemeesters
van de 345
- Commissarissen van de Koning
van de 12
Overig
Wetenschappelijk bureau
Partijblad
Partijlied
Jongerenorganisatie
Studentenorganisatie
Vrouwenbeweging
Lhbt-vleugel
Zusterpartij(en)
Fractie in het Benelux-parlement Socialisten, groenen en democraten
Europese fractie S&D en Groenen/EVA
Internationale organisatie Progressieve Alliantie & Global Greens
Voorgaande partij(en)
Opvolgende partij(en)
Fusie van
Opgegaan in
Afsplitsing van
Afsplitsing(en)
Voortzetting van
Portaal Portal.svg Politiek

GroenLinks-PvdA is de samenwerking van de Nederlandse politieke partijen GroenLinks (GL) en Partij van de Arbeid (PvdA). De partij heeft 25 zetels in de Tweede Kamer en is daarmee de tweede grootste partij van Nederland. Sinds 22 augustus 2023 is Frans Timmermans de partijleider.

GroenLinks-PvdA is een sociaaldemocratische partij. Dat betekent dat de partij het kapitalisme niet volledig afwijst, maar wel vindt dat de overheid moet ingrijpen in de economie om de welvaart eerlijk te verdelen. Daarnaast is GroenLinks-PvdA een groene partij. Dat wil zeggen dat de partij zich ook bezighoudt met het milieu en klimaatverandering door de mens wil tegengaan.

Geschiedenis

Vanaf de jaren 1970 werd steeds vaker voorgesteld dat linkse politieke partijen meer moesten samenwerken. Dit was vooral te horen als linkse politieke partijen het minder goed deden bij verkiezingen. Daarnaast waren rechtse politieke partijen minder verdeeld: de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) en het Christen-Democratisch Appèl (CDA) waren twee grote partijen op rechts, terwijl op links alleen de Partij van de Arbeid (PvdA) groot was. De rest van de linkse stemmen werden verdeeld over Democraten 66 (D66), de Politieke Partij Radikalen (PPR), de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), de Communistische Partij van Nederland (CPN) en de Evangelische Volksparij (EVP).

Eerste samenwerkingen

Met dit verkiezingsaffiche deden de PvdA, de PPR, D66 en de PSP samen mee aan de gemeenteraadsverkiezingen van 1974

De eerste samenwerking tussen linkse politieke partijen vond plaats in 1969. Toen sloten de Partij van de Arbeid, de PPR en de PSP het Progressief Akkoord. Dit leidde er vooral in gemeenten en in de provincie toe dat de partijen altijd probeerden om samen een meerderheid te vormen in gemeenteraden of de Provinciale Staten. Vaak werden deze colleges (coalities) aangevuld door D66 of de CPN. De verregaande samenwerking leidde tot onrust in de Partij van de Arbeid, waardoor ontevreden leden de partij Democratisch Socialisten '70 (DS'70) oprichtten. De PSP kon zich steeds minder vinden in het akkoord en stapte eruit. Hierdoor werd het geen succes.

Voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1971 en 1972 ondertekenden de PvdA, de PPR en D66 samen een akkoord. Dit akkoord heette bij de verkiezingen van 1972 'Keerpunt '72'. In dit akkoord schreven de politieke partijen op wat ze zouden gaan doen als ze aan de macht kwamen. Joop den Uyl, de partijleider van de PvdA, had namelijk een goede kans om de verkiezingen te winnen. Ook ontstond er een idee om uiteindelijk samen op te gaan in één partij: de Progressieve Volkspartij (PVP). Dit kwam niet tot stand, omdat de partijen het niet eens waren over welke ideologie de partij moest krijgen. Uiteindelijk bliezen zowel de PvdA als D66 het idee van een Progressieve Volkspartij af.

De Tweede Kamerverkiezingen van 1972 werden gewonnen door de Partij van de Arbeid. De partijen van Keerpunt '72 vormden samen met de rechtsere Katholieke Volkspartij (KVP) en Anti-Revolutionaire Partij (ARP) een kabinet. Door de verschillen tussen de linkse en rechtse partijen verliep de samenwerking echter niet goed. Ook konden premier Joop den Uyl en Dries van Agt, de leider van de KVP, het niet goed met elkaar vinden. Het kabinet viel hierdoor uiteindelijk twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1977.

Groot verlies

De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 verliepen niet goed voor de kleinere partijen van Keerpunt '72. Veel kiezers van de PPR hadden namelijk op de Partij van de Arbeid gestemd, omdat Joop den Uyl erg populair was. Ook verloren andere kleine linkse partijen zoals de CPN en de PSP veel kiezers aan de PvdA. De Partij van de Arbeid was de grootste partij, maar kon alleen een regering vormen met het Christen-Democratisch Appèl (afgekort: CDA; een fusie van de KVP, de ARP en de CHU). Hier had de PPR geen zin in, waardoor er een einde kwam aan het Keerpunt. Uiteindelijk vormde het CDA een regering met de VVD, waardoor de PvdA als grootste partij buitenspel werd gezet.

Tegenwoordig

In de jaren 1990 werd de Partij van de Arbeid onder leiding van Wim Kok minder uitgesproken over haar ideeën, waardoor het idee van een linkse samenwerking minder werd afgewezen. Na het grote verlies van de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2002, zagen steeds meer PvdA-leden iets in een fusie van de PvdA met D66, GroenLinks en de SP tot één Progressieve Volkspartij. (GroenLinks ontstond in 1990 uit een fusie van de PPR, PSP, CPN en EVP.) Andere partijen dan de PvdA zagen dat toen niet zitten. Het idee van een fusie werd ook minder populair binnen de PvdA, toen de partij onder Wouter Bos bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 veel zetels terugwon.

Na het grote verlies van de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017, werden weer meer leden van de PvdA voorstander van een fusie. GroenLinks en D66 wilden dat toen niet, omdat de partijen juist zetels hadden gewonnen bij de verkiezingen.

GroenLinks-PvdA

Van links naar rechts: Paul Rosenmöller (GroenLinks), Attje Kuiken (PvdA), Mei Li Vos (PvdA) en Jesse Klaver (GroenLinks) op het PvdA-partijcongres van februari 2023.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 kwam niet de PvdA, maar GroenLinks met het idee van een linkse samenwerking. Volgens partijleider Jesse Klaver bleven linkse partijen, zelfs na het grote verlies van de PvdA, verkiezingen verliezen. GroenLinks zette op zijn verkiezingsposter de namen van partijleiders Lilian Marijnissen van de SP, Lilianne Ploumen van de PvdA, Sigrid Kaag van D66 en Jesse Klaver van GroenLinks. Uiteindelijk zag alleen de Partij van de Arbeid iets in de samenwerking.

Tijdens de kabinetsformatie van het kabinet-Rutte IV hielden de PvdA en GroenLinks elkaar vast in de onderhandelingen. De partijen wilden alleen samen in een kabinet gaan zitten. De VVD en het CDA vonden een kabinet met twee linkse partijen echter te veel. Uiteindelijk ging het kabinet-Rutte IV bestaan uit de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie.

GroenLinks en de PvdA kondigden in 2023 aan dat ze samen gingen werken voor de Provinciale Statenverkiezingen van 2023. De partijen hadden (behalve in Zeeland) wel een aparte lijst. Ze zijn in de Eerste Kamer wel samen in één fractie gaan zitten, nadat de leden van de Provinciale Staten de leden van de Eerste Kamer hadden gekozen. Samen hebben ze 14 van de 75 zetels in de Eerste Kamer.

In de provincie Zeeland en een aantal gemeenten werkten de partijen al eerder samen.

Na de val van het kabinet-Rutte IV kondigden partijleiders Attje Kuiken van de PvdA en Jesse Klaver van GroenLinks aan dat ze verder wilden gaan samenwerken. De leden van de partijen konden hierover stemmen via een ledenreferendum. Een grote meerderheid van de leden was voorstander van de samenwerking, waardoor de partijen met één lijst meededen aan de Tweede Kamerverkiezingen van 2023. Frans Timmermans werd op 22 augustus 2023 door de leden van GroenLinks en de PvdA gekozen tot partijleider en lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2023. Bij die verkiezing kreeg GroenLinks-PvdA 25 zetels.

In de provincie Zeeland, Zuid-Holland en een aantal gemeenten werkten de partijen al eerder samen.

Standpunten

Een verkiezingsaffiche van GroenLinks-PvdA voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2023
Een verkiezingsaffiche van GroenLinks-PvdA voor de Europese Parlementsverkiezingen 2024 in Nederland

GroenLinks-PvdA is een sociaaldemocratische en groene partij. De partij stemt in de Tweede Kamer het vaakst met de SP, PvdD en Volt mee. De partij staat het verst af van de PVV, FvD en JA21.

In het verkiezingsprogramma verdedigt GroenLinks-PvdA de volgende stand- en speerpunten:

  • Werknemers moeten worden vertegenwoordigd in het bestuur van een bedrijf. Vakbonden, ondernemingsraden, omwonenden en milieu-organisaties moeten meer invloed krijgen in grote bedrijven.
  • Als een bedrijf winst maakt, dan moet die gelijk worden verdeeld over werknemers en aandeelhouders.
  • Als mensen armoede of klimaatverandering willen bestrijden, dan moet de overheid ze hierbij helpen.
  • Mensen moeten meer inspraak krijgen in besluiten die de overheid neemt. Dit moet gebeuren via referenda of burgerberaden.
  • Overheidsdiensten moeten niet volledig digitaal worden geregeld, omdat sommige mensen moeilijk met een computer om kunnen gaan.
  • Discriminatie van minderheden moet worden bestreden. Bij het maken van nieuw beleid moet ook rekening worden gehouden met mensen die moeite hebben met lezen en/of rekenen, vrouwen, gehandicapten, mensen met een migratieachtergrond, jongeren en lhbt'ers.
  • Het minimumloon moet naar 16 euro per uur. De uitkeringen (AOW, bijstandsuitkering enz.) moeten meestijgen. Vanwege de toeslagenaffaire moet er een einde komen aan het toeslagenstelsel: in plaats daarvan moet de zorgpremie omlaag en de kinderopvang een voorziening worden.
  • Mensen die veel geld verdienen of hebben (een hoog inkomen of vermogen), moeten meer belasting gaan betalen.
  • Mensen met een werkloosheidsuitkering moeten niet worden verplicht werk te zoeken als ze bezig zijn met een opleiding.
  • Mensen die een Wajong-uitkering (geld voor gehandicapten) of een werkloosheidsuitkering hebben moeten een basisbaan krijgen als ze geen werk kunnen vinden.
  • De bijstandsuitkering moet omhoog. Jongeren tussen de 18 en 21 jaar moeten evenveel geld krijgen als mensen boven de 21 jaar.
  • Meer mensen moeten een vast contact krijgen. Werknemers moeten moeilijker kunnen worden ontslagen.
  • Werknemers uit het buitenland die hier komen werken, moeten net zo goed worden behandeld als Nederlandse werknemers. Zo moet het minder aantrekkelijk worden voor bedrijven om buitenlandse werknemers in te huren.
  • In 2040 mogen bedrijven geen koolstofdioxide (CO2) meer uitstoten. Grote bedrijven moeten tot die tijd belasting gaan betalen over hun CO2-uitstoot.
  • Mensen moeten met geld en advies worden geholpen bij het plaatsen van zonnepanelen en het isoleren van hun huizen.
  • De verdeling van groene energie moet zoveel mogelijk gebeuren via energiecoörperaties van bewoners en niet via bedrijven.
  • Er moet een einde komen aan het gebruik van fossiele brandstof. In 2025 mag er geen energie meer worden opgewekt met kolen.
  • In het onderwijs moet meer aandacht worden besteed aan techniek. Er moet geld komen om werknemers om te scholen, zodat ze nieuw werk kunnen vinden in de groene industrie.
  • Iedereen moet maandelijks 49 euro krijgen om van het openbaar vervoer gebruik te maken. Mensen met een laag inkomen moeten gratis gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.
  • Er moet meer geld naar het openbaar vervoer, zodat er meer bussen en treinen gaan rijden buiten de Randstad.
  • In 2030 mogen er alleen nog maar voertuigen worden verkocht die niet-vervuilend zijn.
  • Er moet een belasting komen op privévliegtuigen. De luchtvaart moet elk jaar minder CO2 uitstoten.
  • Er moet meer geld komen voor zwangerschapsverlof, ziekteverlof en rouwverlof.
  • Racisme bij de overheid moet worden bestreden. De overheid moet stoppen met het gebruik van algoritmes die onderscheid maken op basis van afkomst.
  • Bedrijven moeten een kleinere rol krijgen bij het bouwen van woningen. Volkshuisvesting moet weer een taak worden van de overheid en woningcorporaties.
  • Gemeenten moeten meer sociale huurwoningen bouwen. Daklozen moeten als eerste een woning worden toegewezen.
  • Er moet een einde komen aan de marktwerking in de zorg.
  • Het eigen risico in de zorg moet langzamerhand worden afgeschaft. Behandelingen bij de tandarts en de fysiotherapeut moeten worden vergoed; behandelingen waarvan niet bewezen is dat ze werken, moeten niet meer worden vergoed.
  • Mensen die geen geld hebben om een advocaat te betalen, moeten meer geld van de overheid krijgen.

Organisatie

In het Europees Parlement

Bij de Europese Parlementsverkiezingen van 2024 stonden GroenLinks en de PvdA samen op één lijst. Gezamenlijk behaalden ze acht zetels. In het Parlement zelf zitten de partijen wel apart: GroenLinks zit met vier mensen in de Europese fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie. De PvdA zit met vier mensen in de fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D).

GroenLinks-PvdA is een pro-Europese partij. De partij wil belastingontwijking aanpakken en een Europese aanpak voor de grote bonussen die bankiers krijgen. Ook wil ze een Europees minimumloon dat geld voor alle werknemers in de Europese Unie. De GroenLinks-PvdA vindt tegengaan van klimaatverandering belangrijk. De partij zet zich ook in voor het milieu, werkgelegenheid en gelijke rechten.

Verder wil GroenLinks-PvdA dat alle lidstaten meedoen aan het opvangen van vluchtelingen. De partij is voor toekomstige uitbreiding van de Europese Unie, mits de landen aan de voorwaarden voldoen. Ook wil het de democratie en mensenrechten beschermen. De EU moet ingrijpen als deze overtreden worden.

GroenLinks-PvdA wil ten slotte de stemleeftijd verlagen naar 16 jaar, zodat in elke lidstaat dezelfde leeftijd geldt. In sommige lidstaten, zoals Zweden, is dit al zo, terwijl in andere lidstaten de stemleeftijd op 18 jaar ligt.

Leden en cijfers

In de Eerste en Tweede Kamer zitten de partijen samen in één fractie. Paul Rosenmöller (GroenLinks) is de fractievoorzitter in de Eerste Kamer. De partijen hebben daar gezamenlijk veertien zetels. Frans Timmermans (PvdA) is de fractievoorzitter in de Tweede Kamer. De partijen hebben daar gezamenlijk 25 zetels.

GroenLinks en de PvdA hebben gezamenlijk 84.296 leden. Als de partijen niet alleen politiek maar ook bestuurlijk met elkaar samen zouden gaan, zou GroenLinks-PvdA de grootste ledenpartij zijn. Op dit moment zijn de partijen bestuurlijk nog wel apart twee partijen.

GroenLinks-PvdA is vooral populair in de grote steden. In onder andere Amsterdam, Haarlem, Nijmegen, Utrecht, Groningen, Eindhoven en Leiden is GroenLinks-PvdA de grootste in de gemeenteraad. Ook stemmen veel mensen in het noorden van Nederland (Friesland, Groningen en Drenthe) op de partij. De partij heeft buiten de grote steden en studentensteden (behalve in het noorden van Nederland) minder kiezers.

Verder stemmen veel hoogopgeleide en middelbaar opgeleide mensen op GroenLinks-PvdA. Kijkend naar de bevolkingsgroepen is GroenLinks-PvdA vooral populair onder jongeren tot 35 jaar (met name studenten en jonge hoogopgeleiden) en kiezers boven de 65 jaar (met name gepensioneerden). Binnen GroenLinks-PvdA zijn ook na Democraten 66 en Volt de meeste jongeren actief. Ten slotte stemmen veel personen met een migratieachtergrond en lhbt'ers op de partij.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=GroenLinks-PvdA&oldid=883790#Eerste_samenwerkingen"