Riga

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Riga (Lets: Rīga) is de hoofdstad van Letland en met circa 720.000 inwoners de grootste stad in de Baltische landen.

De stad ligt aan weerszijden van de Westelijke Dvina, dicht bij de monding in de Oostzee (Golf van Riga). Het is het politieke, economische en culturele centrum van Letland.

Bevolking

De bevolkingsgegevens geven een daling van de bevolking weer

  • 722.485 op 1 jan 2007 (Bron: Centraal Statistisch Bureau van Letland)
  • 764.329 op 31 mrt 2000 (Bron: idem)
  • 910.445 op 12 jan 1989 (Bron: UN Demographic Yearbook 1993)

De grootste etnische groep zijn de inheemse Letten (45%), net gevolgd door de Russen (44%).

Geschiedenis

Riga werd gesticht op de plaats van Livs, een oude nederzetting van de Liven, een aan Finnen en Esten verwant kustvolk, op het kruispunt van de rivieren Westelijke Dvina en Ridzene. De Ridzene heette oorspronkelijk Riga-rivier en vormde een natuurlijke haven die het Meer van Riga genoemd werd. Dit bestaat momenteel niet meer, maar men denkt dat dit meer verantwoordelijk was voor de naamgeving van de hoofdstad.

In de twaalfde eeuw kende de stad een economische bloei door de komst van Duitse handelaren die de dunbevolkte regio als nieuwe economische markt zagen. Zij vestigden een handelspost in 1158. Kruisvaarders begonnen de inwoners te bekeren tot het christendom. In ongeveer 1190 bouwde de monnik Meinhard een klooster.

De bisschop Albert werd door zijn oom Hartwig, Aartsbisschop van Bremen en Hamburg gestationeerd als Bisschop van Letland. Hij landde in 1201 Riga met 23 schepen en meer dan 1500 bewapende kruisvaarders. Hij verleende Riga de stadsrechten in datzelfde jaar. Riga kwam daarmee in de invloedssfeer van Midden-Europa.

Riga werd een economische poort naar het gehele Baltische gebied en Rusland. In 1282 werd de stad lid van het Hanze-verbond, een vooral Noord-Duitse vereniging van steden, waarmee de stad zijn economische positie verstevigde. Door politieke en economische allianties tussen Litouwen en Polen en tussen verschillende Scandinavische staten werd haar concurrentiemacht echter weer verzwakt.

In 1522 kwam er een einde aan de macht van de aartsbisschoppen na de kerkhervorming die Europa de Baltische landen tot het lutheranisme bekeerden. In 1581 kwam Riga korte tijd onder de invloed van het Pools-Litouwse imperium. Echter na de Dertigjarige oorlog kwam in 1621 het gebied onder invloed van de Zweedse koning Gustaaf Adolf. Letland bleef onder Zweedse controle tot 1710 met behoud van autonomie. In 1710 veroverde Rusland onder leiding van tsaar Peter de Grote het land. Bij de Vrede van Nystad werd Letland, samen met Estland deel van Rusland. De uitoefening van het gezag in de zogenaamde Baltische provincies werd overgelaten aan de vanouds Duitstalige elites, dat wil zeggen de grootgrondbezittende Baltische adel (de Ritterschaft) en de stedelijke burgerij. Die situatie bleef bestaan tot aan het einde van de 19de eeuw. De stadsbevolking was toen nog voor de helft Duitstalig. In die tijd begon de Russische regering met een centraliseringspolitiek die de Baltische landen onder een Russische bureaucratie bracht en cultureel wilde russificeren. De stad Riga werd naast Sint Petersburg de tweede haven van het Russische Rijk en breidde zich in snel tempo uit. De russificering maakte een einde aan de, sinds de oprichting van de stad Duitstalig gedomineerde cultuur. In theaters, literaire en wetenschappelijke verenigingen en in de media kwam voor het eerst ook plaats voor de Letse lagere bevolkingsklasse. Maar dat gold niet voor het onderwijs. Dat was eerst Duitstalig en werd door de Ritterschaft gefinancierd, maar moest nu plaats maken voor Russischtalige staatsscholen. Niettemin bleef de oriëntatie voorlopig Midden-Europees, wat bijvoorbeeld uit de bouwstijl van die periode blijkt. Tegen 1900 kende Riga na Moskou en St. Petersburg het grootste aantal industriële arbeiders van Rusland. Door de russificering verdween een deel van de oude Duitstalige elite naar Midden-Europa waar zij de carrieremogelijkheden in de wetenschap en het (Duitse) leger vonden die hun in Rusland voortaan ontzegd werd.

Een voorlopig einde aan de Russische overheersing kwam in 1917 toen de stad werd ingenomen door Duitse legers. In 1918 werden conform het Verdrag van Brest-Litovsk de Baltische landen onder protectoraat van Duitsland gesteld om na beëindiging van de Eerste Wereldoorlog na 700 jaar buitenlandse overheersing voor het eerst staatkundig onafhankelijk te worden.

In het interbellum verplaatste Riga de economische aandacht van Rusland nog sterker naar het Westen.

Deze periode van onafhankelijkheid was echter kortstondig. De Tweede Wereldoorlog verliep voor het land noodlottig. In 1940 werd het land ingevolge het Ribbentrop-Molotovpact eerst ingenomen door de Sovjet-Unie om in 1941 veroverd - vele Balten vonden toen bevrijd - te worden door het Duitse leger. In 1944 bezetten de Russische legers het land opnieuw en zou daar nog jarenlang een nationale guerrilla tegen gevoerd worden. Honderdduizenden Letten kwamen om en vele anderen vluchtten naar alle delen van de wereld. Letland verloor één derde van zijn bevolking. Om het nationale karakter te breken werden honderdduizenden Russen in het land gedetacheerd.

In de communistische periode werden enkele honderdduizenden Letten en vooral de nationale elite gedeporteerd naar Siberië. Het regime plande een grote industrialisatie en er vond op grote schaal immigratie van Russen plaats. De russificatie had numeriek succes: tegen 1975 bestond de bevolking van Riga voor minder dan 40% uit Letten.

In 1986 werd de bouw van een van de meest karakteristieke gebouwen van Riga, de radio- en tv-toren voltooid.

De economische hervormingen in de vorm van de perestrojka door Sovjetleider Michail Gorbatsjov leidden tot toenemende vrijheid. Letland verklaarde zijn volledige onafhankelijkheid op 21 augustus 1991, welke op 6 september 1991 door Rusland werd erkend. Letland werd formeel lid van de Verenigde Naties op 17 september 1991. De Russische militaire macht verdween langzaamaan uit de straten van Riga.

In 2001 vierde Riga zijn 800e verjaardag.

Bezienswaardigheden

De belangrijkste bezienswaardigheden bevinden zich in de oude binnenstad welke ook op de UNESCO Werelderfgoederenlijst staat. De binnenstad bevindt zich op de rechter oever van de Westelijke Dvina en wordt omringd door vestingswerken.

De art nouveauliefhebbers komen in Riga volop aan hun trekken. Michail Eisenstein, de vader van filmregisseur Sergej Eisenstein, is wel de bekendste architect van een aantal van de vele art-nouveauhuizenblokken in de zogenaamde "Stille Centrum" wijk ten noorden van de oude stad. In deze wijk zorgen ze voor een apart contrast met de overblijvende traditionele houten woningen.

De belangrijkste toeristische trekpleisters zijn:

  • Petruskerk
  • De Dom
  • Bezettingsmuseum
  • Stadhuis
  • Huis van de Zwartkoppen
  • Vrijheidsmonument
  • Slot van Riga
  • Universiteit van Letland
  • Art-nouveauwijk
  • Radio- en tv-toren van Riga

Geboren

  • Wilhelm Ostwald (1853-1932), Duits scheikundige (Nobelprijs voor de Scheikunde 1909)
  • Werner Bergengruen (1892-1964), Duits schrijver
  • Sergej Eisenstein (1898-1948), Russisch filmregisseur (Pantserkruiser Potjomkin)
  • Isaiah Berlin (1909-1997), Brits politiek filosoof
  • Michail Tal (1936-1992), schaker (wereldkampioen 1960-1961, bijgenaamd de 'Tovenaar van Riga')
  • Mariss Jansons (1943), dirigent
  • Gidon Kremer (1947), violist en dirigent
  • Pjotr Oegroemov (1961), wielrenner
  • Jeļena Prokopčuka (1976), middellange- en langeafstandsloopster
  • Ernests Gulbis (1988), tennisser
  • Vadims Vasilevskis (5 januari 1982), speerwerper

Partnersteden

De eerste versie van deze tekst (of een deel daarvan) is afkomstig van Wikipedia.

De tekst is vrijgegeven onder de CC BY-SA 3.0-licentie.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Riga&oldid=263913"