Pieter Sjoerds Gerbrandy
Pieter Sjoerds Gerbrandy | |
---|---|
Gerbrandy in 1941 | |
Geboren | 13 april 1885 |
Geboren te | Goënga |
Overleden | 7 september 1961 |
Overleden te | Den Haag |
Partij | Anti-Revolutionaire Partij (ARP) |
Functie | Voorzitter van de ministerraad |
Aantreden | 3 september 1940 |
Aftreden | 25 juni 1945 |
Voorganger | Dirk Jan de Geer |
Opvolger | Wim Schermerhorn |
Portaal Politiek |
Pieter Sjoerds Gerbrandy (Goënga, 13 april 1885 – Den Haag, 7 september 1961) was een Nederlands advocaat en politicus namens de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Gerbrandy was voorzitter van de ministerraad tussen 1940 en 1945. Dit was toentertijd de titel van de minister-president van Nederland. Gerbrandy was dus premier tijdens de Londense kabinetten, toen de Nederlandse regering naar Londen was gevlucht.
Gerbrandy was oorspronkelijk advocaat en hoogleraar. Later ging hij de politiek in en werd uiteindelijk minister van Justitie in de regering van premier Dirk Jan de Geer. De regering moest in 1940 vluchten naar Londen vanwege de Duitse inval van Nederland. De Geer wilde dat Nederland zich overgaf en werd daardoor ontslagen door koningin Wilhelmina. Zij benoemde Gerbrandy vervolgens tot de nieuwe voorzitter van de ministerraad. Hij bleef dit tot het einde van de oorlog. Ondertussen vervulde hij ook verschillende functies als minister. Na de oorlog werd hij opgevolgd door Wim Schermerhorn.
Na de oorlog werd Gerbrandy lid van de Tweede Kamer. Er bestaan geruchten en bewijzen dat hij in 1948 een staatsgreep wilde plegen. Vanwege zijn opvallende snor werd hij ook wel "Opa Piet Snor" of "de walrus" genoemd.
Levensloop
Jeugd en opleiding
Gerbrandy werd geboren op 13 april 1885 in het Friese Goënga nabij Sneek. Hij kwam uit een rijke boerenfamilie. Zijn vader was wethouder van de gemeente Wymbritseradeel en lid van de Provinciale Staten van Friesland. Hij ging naar een internaat en studeerde rechten aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Zakelijke en politieke carrière
Hij wilde de kleine boer steunen door middel van leenbanken. Daarnaast werkte hij als advocaat in Leiden. Ook zette hij zich in voor de rechten van textielarbeiders. Zo vond hij dat arbeiders hogere lonen en verenigd in een vakbond moesten zijn. Toen Pieter Jelles Troelstra in 1918 een revolutie probeerde te ontketenen, werd besloten deze de kop in te drukken.
Tussen 1920 en 1930 was Gerbrandy lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland namens de ARP. In 1930 werd hij hoogleraar de Vrije Universiteit Amsterdam. Ook werd hij bestuurder in de radioraad. Gerbrandy werd in 1937 gekozen tot de Eerste Kamer. In 1939 werd hij minister van Justitie in de regering van Dirk Jan de Geer. Na één jaar moest de regering uitwijken naar Londen, toen Nederland werd binnengevallen door de Duitsers. Gerbrandy vluchtte mee met de regering op 13 mei 1940.
Tweede Wereldoorlog
De Geer kreeg al snel ruzie met koningin Wilhelmina. Hij vond dat de Geallieerden geen kans hadden om de oorlog te winnen. Daardoor moest Nederland zich volgens hem overgeven aan de Duitsers. Koningin Wilhelmina was het hier niet mee eens. Zij dwong De Geer in augustus 1940 om af te treden. In september 1940 benoemde zij Gerbrandy tot de nieuwe premier.
Gerbrandy bleef premier tot het einde van de oorlog. Hij was een "minister-president in oorlogstijd". Zijn belangrijkste taak was de oorlogsvoering en de bevrijding van Nederland. Dit betekende overigens niet dat alles vlekkeloos ging. In feite waren er een hoop conflicten in de regering. Ook liep het niet lekker tussen Gerbrandy en de koningin. Koningin Wilhelmina wilde namelijk dat er na de oorlog een "voorlopige regering" van verzetsstrijders zou komen, maar dit zou tegen de grondwet zijn. De koningin hoopte op deze manier de politiek te kunnen veranderen. Gerbrandy zag hier niets in en dreigde zeven keer met opstappen. Uiteindelijk won hij. In februari 1945 stapten de socialisten uit de regering, maar hij bleef doorregeren tot mei 1945. Na de bevrijding werd hij vervangen door Wim Schermerhorn.
Hierdoor is Gerbrandy de enige premier die zonder parlement regeerde. De regering werd niet gecontroleerd door de Tweede Kamer, aangezien deze in Den Haag was en vanwege de oorlog niet meer samenkwam. Zijn regering kon daardoor in principe alles doen wat noodzakelijk was voor de oorlog. Na de oorlog deed de Tweede Kamer ook jarenlang onderzoek naar de regering tijdens de oorlog. Dit was niet bedoeld om iemand te veroordelen of te beschuldigen, maar meer om te documenteren wat er precies gebeurd was.
Na de oorlog
Na de oorlog werd Gerbrandy voorzitter van de Raad voor het Rechtsherstel. Tijdens de oorlog hadden de nazi's namelijk veel bezittingen (zoals geld, goud, kunstwerken, sieraden, maar ook gebouwen) afgepakt. De raad probeerde deze dingen terug te geven aan hun oorspronkelijke eigenaar of de nabestaanden daarvan.
Tussen 1948 en 1959 was hij lid van de Tweede Kamer. Hij zette zich in voor de positie van het Fries. Ook deed hij onderzoek naar de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië en de Greet Hofmans-affaire.
Gerbrandy's staatsgreep
In 1947 en 1948 waren er geruchten dat Gerbrandy een staatsgreep aan het plannen was. Nederland was inmiddels weer een democratie met Louis Beel als premier. In Nederlands-Indië werd een onafhankelijkheidsoorlog gevoerd tussen het Indonesische en Nederlandse leger. De oorlog zou tot 1949 duren. De twee regeringspartijen (KVP en PvdA) begonnen zich uit te spreken voor de onafhankelijkheid van Indonesië om zo de oorlog te beëindigden.
Volgens Gerbrandy en veel conservatieve politici en verzetsstrijders moest Nederlands-Indië onderdeel van Nederland blijven. De onafhankelijkheidsstrijders hadden namelijk tijdens de oorlog de kant van Japan gekozen. Japan was onderdeel geweest van de Asmogendheden, waar ook de nazi's toebehoorden. Ook had Japan veel Nederlanders in Nederlands-Indië gevangengezet. Gerbrandy sprak zich op de radio vurig uit tegen de onafhankelijkheid. Volgens de geruchten wilde hij en andere verzetsstrijders een staatsgreep plegen en de regering van Louis Beel omverwerpen. Bij deze poging waren ook onder anderen Henri Winkelman en Erik Hazelhoff Roelfzema (de soldaat van oranje) aanwezig.
Lang werd gedacht dat dit slechts geruchten waren. In meer recente jaren is er een discussie of dit wel het geval was. Er zijn namelijk enkele aanwijzingen dat Gerbrandy een staatsgreep wilde plegen. Gerbrandy wilde op 24 april 1947 de staatsgreep plegen door een moordaanslag te plegen op PvdA-voorzitter Koos Vorrink en de regering omver te werpen. François van 't Sant was hiervan op de hoogte en lichtte koningin Wilhelmina in. De koningin was geen voorstander en schakelde de inlichtingendiensten in, waardoor de staatsgreep voorkomen kon worden. Over de poging is weinig bekend, aangezien de betrokkenen hun documenten verbrand hadden. Wel is een brief van Van 't Sant overgebleven, waarin hij de koningin inlichtte over de staatsgreep.
Links
- Gerbrandy en ‘Soldaat van Oranje’ beraamden staatsgreep (19 november 2015) via www.historiek.net (gelezen op 29 juli 2023).
Anti-Revolutionaire Partij | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|