Republikeinse Partij
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
De Republikeinse Partij (Engels: Republican Party), ook wel de GOP (voluit Grand Old Party), is een van de twee grote politieke partijen van de Verenigde Staten. Op dit moment is zij de oppositiepartij. Haar grote concurrent, op dit moment de grootste regeringspartij, is de Democratische Partij. De partij werd in 1854 opgericht als een fusie van de Whigpartij en de Vrijegrondspartij. De Republikeinen voeren de kleur rood en hun partijlogo gebruiken zij een olifant als symbool.
Partijplatform
Standpunten
De Republikeinen zijn rechts en voeren op dit moment een conservatief en economisch nationalistisch beleid. De partij is voorstander van lage belastingen en beperkte overheidsinvloed in de economie en samenleving. Wel heeft de partij het over het algemeen belangrijk gevonden dat de overheid veel investeert in het leger. Daarnaast vinden de Republikeinen het in stand houden van christelijke waarden en normen belangrijk: ze zijn tegen abortus en het homohuwelijk. De Republikeinse Partij komt ook op voor de belangen van mensen met een vuurwapen. De partij spreekt zich dan ook fel uit tegen strengere wapenwetgeving. Waar de Democraten meer nadruk leggen op de rehabilitatie van criminelen, zijn de Republikeinen voorstander van een streng politiebeleid en een streng rechtssysteem (een zogeheten law-and-orderbeleid); de Republikeinse Partij is voorstander van het in stand houden van de doodstraf.
In de partij zitten ook een aantal rechtse libertariërs, zoals senator Rand Paul (KT). Senator Paul is op sommige punten progressiever dan de partijlijn: hij is voorstander van het legaliseren van medicinale wiet en vindt dat het gebruik van wiet niet strafbaar zou moeten zijn. Als een van de weinigen in de partij onderschrijft hij dat niet-blanke Amerikanen onterecht behandeld worden door het rechtssysteem. Op andere punten is Paul minder progressief (hoewel nog steeds progressiever dan de Republikeinse partijlijn): hij vindt dat de federale overheid zich niet zou moeten bemoeien met zaken zoals abortus en homohuwelijk, maar dat staten individueel zouden moeten kunnen beslissen of ze abortus en het homohuwelijk willen legaliseren. Als het om overheidsuitgaven gaat, zit Paul wel dichter bij de partijlijn (Democraten willen juist meer overheidsinvloed en dat is iets waar Paul fervent tegen is), maar dat neemt niet weg dat hij kritiek heeft op zijn partij. Zo vindt hij dat de overheid minder geld zou moeten uitgeven aan het leger en zich minder zou moeten bemoeien met internationale conflicten. Op dat punt zit Paul juist dichter bij de Democratische Partij.
Aanhang
De Republikeinse Partij krijgt vooral veel stemmen in het zuiden van de Verenigde Staten (denk aan staten zoals Texas en Alabama), op het uitgestrekte Amerikaanse platteland (bijvoorbeeld North Dakota, South Dakota en Montana) en onder rechtzinnige christenen. In de grote steden krijgt ze veel minder stemmen dan op het platteland. Het overgrote deel van de Republikeinse stemmers is blank en (streng-)christelijk. De partij heeft in het bijzonder een grote aanhang onder evangelische christenen en andersom hebben zij op hun beurt weer invloed op de partij: Mike Pence, vicepresident onder Trump, is een aanhanger van het evangelische christendom.
Presidenten
Er zijn 19 Republikeinse presidenten geweest sinds de oprichting van de partij in 1854:
- Abraham Lincoln (1861–1865)
- Ulysses S. Grant (1869–1877)
- Rutherford Hayes (1877–1881)
- James A. Garfield (1881)
- Chester Arthur (1881–1885)
- Benjamin Harrison (1889–1893)
- William McKinley (1897–1901)
- Theodore Roosevelt (1901–1909)
- William Howard Taft (1909–1913)
- Warren G. Harding (1921–1923)
- Calvin Coolidge (1923–1929)
- Herbert Hoover (1929–1933)
- Dwight D. Eisenhower (1953–1961)
- Richard Nixon (1969–1974)
- Gerald Ford (1974–1977)
- Ronald Reagan (1981–1989)
- George H.W. Bush (1989–1993)
- George W. Bush (2001–2009)
- Donald J. Trump (2017-2021)