Qing-dynastie
Qing-dynastie 大清 ᡩᠠᡳ᠌ᠴᡳᠩ ᡤᡠᡵᡠᠨ Tsjing China onder de Qing-dynastie | |
---|---|
Hoofdstad | Moekden (1636–1644) Peking (1644–1912) |
Oppervlakte | 13.400.000 km² (1860) |
Aantal inwoners | 535.000.000 (1910) |
Talen | Chinees en Mantsjoerijs |
Religie | Confucianisme |
Dynastie | Qing |
Volkslied | Gǒng Jīn'ōu |
Bestuursvorm | Absolute monarchie (1636-1911) Constitutionele monarchie (1911-1912) |
Munteenheid | Chinese kèpèng en tael |
Portaal China en Geschiedenis |
De Qing-dynastie (uitspraak: Tsjing-die-nas-tie) was de laatste dynastie die over China regeerde.
Geschiedenis
Aan het hoofd van de Qing-dynastie stond een keizer. Keizer Taizong was de eerste keizer van de Qing-dynastie. De eerste keizer van de Qing-dynastie die over héél China regeerde, was Shunzhi. De laatste keizer was Puyi, die werd afgezet in 1912.
Vanaf het einde van de achttiende eeuw begint er steeds meer te veranderen in de Qing-dynastie. Door de corruptie, slechte economie en hongersnoden gaat het slechter met het land. Vanwege de industriële revolutie in Europa zijn Europese landen op zoek naar grondstoffen. China heeft veel van deze grondstoffen, waardoor het land een doelwit wordt van Europese grootmachten. Eerst hebben het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk interesse in de Chinese grondstoffen. Later komen daar ook Duitsland en Oostenrijk-Hongarije bij. China wil echter niet handelen met de Europese landen, omdat dat niet in haar voordeel was. De Europese landen willen juist wel met China handelen, om zo de grondstoffen in handen te kunnen krijgen. Daarnaast wil het Verenigd Koninkrijk opium kunnen in- en doorvoeren. Opium werd namelijk gebruikt om drugs te maken en dat leverde veel winst op. Het Verenigd Koninkrijk wil koste wat kost kunnen handelen en begint daarom met de Britse Oost-Indische Compagnie een oorlog tegen China.
Opiumoorlogen
Deze Eerste Opiumoorlog werd al snel gewonnen door de Britten en duurde tussen 1839 en 1842. Tussen 1856 en 1860 werd een Tweede Opiumoorlog uitgevochten. Ditmaal opende ook Frankrijk de aanval op China.
De Qing-dynastie verloor beide oorlogen en was daarna sterk verzwakt. Daarnaast moest ze verdragen ondertekenen waarin ze gebied verloor. Na de Eerste Opiumoorlog moest China Hongkong afstaan aan het Verenigd Koninkrijk. Na de Tweede Opiumoorlog moest China ook het bij Hongkong gelegen Kowloonschiereiland en Ngong Shuen Chau (Engels: Stonecutters Island) afstaan aan het Verenigd Koninkrijk. Ook werd Buiten-Mantsjoerije gegeven aan Rusland. Tevens moest China opium legaal maken en de handel openstellen voor Europese landen. Later dwongen de Verenigde Staten, Rusland en Japan dat ook af. Deze landen hieven belasting en hadden zo voordeel van de Chinese handel.
Taiping- en Nianopstanden
Door de nederlagen van de Qing-dynastie ontstaat er veel onrust in China. In het zuidoosten van het land roept Hong Xiuquan in 1850 het Hemels Koninkrijk van de Volmaakte Vrede uit. Hiermee begint de Taipingopstand. Hong zegt dat hij de broer van Jezus is en krijgt zo veel aanhangers. Hij benoemt Yang Xiuqing tot leider van de opstandelingen. De opstandelingen boeken eerst veel succes, maar komen door eigen ruzies in de problemen. De opstandelingen waren streng christelijk en verboden opium, tabak, alcohol en gokken. Ook werden trouwen met meerdere mensen tegelijk, slavernij en prostitutie verboden. Op overtreding van deze verboden kwam de doodstraf te staan. Daarnaast werd al het land van de staat en werd de hiërarchie (systeem waarbij er een duidelijke rangorde is en sommige mensen daar hoger in staan dan anderen) opgeheven. Toch hadden sommige opstandelingen meer macht dan anderen en vooral als ze wapens hadden. Sommige opstandelingen begonnen massaal anderen neer te schieten. Daarbij ontstond er ook ruzie tussen Hong en Yang, waardoor er twee kampen ontstonden. Hierdoor mislukte de opstand. Tijdens de opstand kwamen tussen de twintig en dertig miljoen mensen om.
In 1853, drie jaar na het begin van de Taipingopstand, ontstaat er een andere opstand in het noorden van China. De opstandelingen zijn verdeeld in drie groepen: het Vijfvlaggenverbond, de Wittelotuscultus en de Zelfversterkingsbeweging. Het Vijfvlaggenverbond bestaat vooral uit arme boeren en soldaten (niet van een echt leger, maar eerder mensen met wapens die vechten). De volgelingen van de Wittelotuscultus aanbaden Maitreya, in het boeddhisme de toekomstige boeddha. Deze volgelingen geloofden dat die boeddha op elk moment zou kunnen terugkomen en wilden daarom hun eigen land hebben. De Zelfversterkingsbeweging was boos op de elite van de Qingdynastie, omdat die niet wilde hervormen. De Zelfversterkingsbeweging vond dat het Chinese leger net zo moest worden als de modernere Westerse en Japanse legers, omdat anders China zijn oorlogen zou blijven verkiezingen. Daarnaast wil de beweging dat er een geschreven grondwet komt.
Bokseropstand
In 1899 komen er veel boeren opstand. Deze boeren hebben geen land en worden 'boksers' genoemd. De boksers zijn tegen Westerse invloeden en worden geleid door Cixi, de weduwe van de keizer. Onder haar leiding vallen de boksers de stukken land aan die tijdens de Opiumoorlogen en daarna door de Westerse landen waren opgeëist. Ook hadden ze het gemunt op christelijke missionarisen. De boksers worden aangevallen door een verbond van Rusland, Japan, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Verenigde Staten, Oostenrijk-Hongarije en Italië. Ook vechten er Chinezen mee die tegen de boksers zijn. De Qing-dynastie verliest opnieuw een oorlog en moet veel geld betalen aan de Westerse landen. Bovendien was het leger nog steeds niet modern, omdat de conservatieve elite van de Qing-dynastie weigert het leger te hervormen. In 1911 breekt er hierdoor weer een opstand uit, maar deze keer mondt die uit in een revolutie: de Xinhairevolutie. De Chinese Revolutionaire Alliantie wint van de Qingdynastie, zet de keizerlijke familie af en richt de Republiek China op.
Bestuur
Volgens het systeem van de Qingdynastie regeerde een keizer over zijn volk, omdat hij door de hemel was aangewezen. Dit wordt ook wel het Hemels Mandaat genoemd. De keizer werd de 'zoon des hemels' genoemd, de zoon van de hemel. Dit systeem bestond al sinds de Zhou-dynastie. In de Qingdynastie, maar ook in de eerdere keizerrijken, was leer van Confusius erg belangrijk. Ook was de samenleving sterk hïerarchisch: er was een duidelijke rangorde en sommige mensen stonden daar hoger in dan anderen.