Paus Franciscus

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een lachende paus Franciscus.

Paus Franciscus, geboren als Jorge Mario Bergolio (Buenos Aires, 17 december 1936), is de 266e paus van de Rooms-Katholieke Kerk.

Hij is de eerste paus uit Zuid-Amerika. Hij is de 266e paus als opvolger van Paus Benedictus XVI. Hij is bekend omdat hij opkomt voor de armen en niet zo stijfjes doet als sommige andere pausen. Hij woont ook niet in het Pauselijk Paleis, waar de meeste pausen woonden, maar in het gastenverblijf. Hij spreekt erg goed Spaans, Italiaans, Duits en Latijn.

Naam

Toen Franciscus paus werd koos hij de naam Franciscus. Hij koos die naam, omdat hij net zo wilde zijn als de beroemde heilige Franciscus van Assisi. Franciscus van Assisi was de oprichter van de Franciscanen en helper der armen. Hij stond bekend om zijn eenvoud en omdat hij de armen hielp. Daarom koos paus Franciscus voor deze naam. Het was voor het eerst sinds 913 dat een paus een geheel nieuwe naam koos. Dat betekent dat er voor hem nog geen enkele paus was die Franciscus heette.

Leven

Jeugd

Franciscus werd geboren op 17 december 1936. Op 25 december werd Franciscus gedoopt. Zijn ouders waren Mario José Bergoglio en Regina Maria Sivori. Zijn vader kwam oorspronkelijk uit Piëmont, Italië en emigreerde in 1929 naar Argentinië, waar hij als boekhouder voor de spoorwegen werkte. Zijn moeder was wel in Argentinië geboren, maar ook haar ouders kwam oorspronkelijk uit Italië. Waarschijnlijk uit Piëmont en Genua. Franciscus had twee broers en twee zussen, maar tegen de tijd dat hij paus werd was alleen zijn zus Maria Elena nog levend. Hij was en is een grote fan van de voetbalclub CA San Lorenzo de Almagro. Hij werd chemisch technicus. Hij was dus bezig met techniek en chemische dingen. Het had niet veel gescheeld of Franciscus was nooit paus geworden. Hij studeerde voor priester en ging naar een bruiloft. Daar zag hij een meisje dat hij zo mooi vond dat hij later zei: "Ik kon een week niet meer bidden". Toen moest Franciscus een keuze maken: het priesterschap of dat meisje. Hij koos uiteindelijk voor het priesterschap en werd priester.

Priester, bisschop en kardinaal

Op 13 december 1969 werd Franciscus uiteindelijk priester. Hij werd gewijd door aartsbisschop Ramón José Castellano. Hij was lid van de Jezuïeten. Een orde van monniken die niet in een klooster wonen. In 1992 werd hij hulp-bisschop van Buenos Aires en titulair bisschop van Auca. Dat betekent dat hij in naam bisschop van Auca was maar eigenlijk niet. Toen aartsbisschop Antonio Quarracino overleed werd Franciscus aartsbischop van Buenos Aires. Daarmee werd hij de belangrijkste geestelijke van heel Argentinië! Franciscus werd erg populair als aartsbisschop. Toen er een bomaanslag werd gepleegd op een gebouw van de Joden was hij de eerste die opkwam voor de rechten van de slachtoffers. Ook bezocht hij erg vaak achterbuurten van Buenos Aires. Toen een Argentijnse bisschop overleed zocht hij hem op bij zijn sterfbed. Andere geestelijken deden dat niet. Die bisschop was namelijk teruggetreden uit zijn ambt om te trouwen, dat vonden de meeste mensen niet goed maar Franciscus kon dat niets schelen. Daardoor kregen de mensen een vernieuwende indruk van de aartsbisschop. Hij weigerde ook om in het luxe aartsbisschoppelijk paleis te wonen omdat hij dat te luxe vond. Op 21 februari werd hij dan toch kardinaal. Hij werd "gecreëerd", zoals dat wordt genoemd, door paus Johannes Paulus II. Hij werd ook voorzitter van de Bisschoppenconferentie van Argentinië. Na het overlijden van paus Johannes Paulus II werd er een conclaaf gehouden. Franciscus werd als een mogelijke paus gezien en haalde ook erg veel stemmen. Toch werd niet hij, maar Joseph Ratzinger paus. Die nam de naam aan Benedictus, en werd daarmee paus Benedictus XVI.

Paus

Franciscus vlak na z'n verkiezing.

Toen werd hij paus. Op 11 februari 2013, kondigde paus Benedictus XVI aan duizenden mensen tegelijk aan, dat hij ging aftreden als paus. Dat deed hij, omdat hij zich zwakker voelde worden, en niet meer het pausschap kon vullen zoals hij eigenlijk wilde. Het was voor het eerst sinds eeuwen, sinds het begin van het pausschap, dat een paus vrijwillig aftrad. Er begon een conclaaf. En op 13 maart 2013, werd Franciscus op de tweede dag van het conclaaf, in de vijfde ronde tot paus gekozen. Witte rook kwam uit de schoorsteen van de Sixtijnse Kapel en het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje over de gehele wereld. Habemus papam! We hebben een paus! Hij brak met zijn verkiezing vele records. Hij was de eerste paus sinds paus Lando die een compleet nieuwe naam aannam. Hij was ook de eerste paus van het zuidelijk halfrond en de eerste niet-Europese paus sinds paus Gregorius III. Ook was hij de eerste jezuïet die paus werd. Tienduizenden mensen verzamelden zich voor de Sint-Pietersbasiliek. Kardinaal-protodiaken (een speciale functie) Jean-Louis Tauran verscheen op het balkon van de basiliek en sprak:

Aanhalingsteken openen

Ik verkondig u met grote vreugde : we hebben een paus. De meest eminente en eerwaarde heer, de heer Jorge Mario, Kardinaal van de Heilige Roomse Kerk, Bergoglio, die de naam Franciscus heeft aangenomen.

Aanhalingsteken sluiten

Daarna verscheen onder luid gejuich de gloednieuwe paus op het balkon.

Eerste dagen als paus

De eerste dagen na zijn verkiezing waren erg druk. Daarom hebben we hier een overzichtje.

  • 13 maart - Het is pas een uur na zijn verkiezing en hij verschijnt al op het balkon van de Sin-Pietersbasiliek. Daarvoor veeft hij ook al met voormalig paus Benedictus getelefoneerd.
  • 14 maart - Hij draagt een mis op. Met deze gebeurtenis was het conclaaf helemaal afgelopen.
  • 15 maart - Hij ontvangt het college van kardinalen.
  • 17 maart - Hij geeft een mis in de Sint-Annakerk in Vaticaanstad. Hij bidt ook voor het eerst het zogenaamde Angelus.
  • 18 maart - Hij ontvangt de presidente van Argentinië en feliciteert Justin Welby. Die is die dag namelijk aartsbisschop van Canterbury geworden, de belangrijkste rang in de Anglicaanse Kerk.
  • 19 maart - Dit is een erg belangrijke dag. Dit is de dag dat hij wordt geintroniseerd. Je kan het vergelijken met een inhuldiging. Het was de dag van het hoogfeest van de heilige Jozef. Hij kreeg hier het pallium en de vissersring. Hier kon je al zien dat Franciscus soberder was dan zijn voorganger Benedictus. Liet die zijn ring nog van puur goud maken, deed Franciscus dat van zilver. Hij kleedde die dag zich ook erg sober, in tegenstelling tot zijn voorgangers die in prachtige gewaden gekleed gingen en die ook vaak gekroond werden. Er waren veel bezoekers. Meer dan 130 landen stuurden officiële delegaties naar Rome en zelfs Bartholomeus I, patriarch van Constantinopel en hoofd van de Oosters-Orthodoxe Kerk, bezocht het Vaticaan. Dat was erg bijzonder, aangezien dat sinds het Oosters Schisma nooit meer was gebeurd. Ook waren er natuurlijk heel veel mensen aanwezig. Wel 150 tot 200.000!
  • 20 maart - Franciscus ontvangt delegaties van vele andere geloven.
  • 23 maart - Franciscus ontmoet de paus emeritus Benedictus in het Castel Gandolfo, het zomerverblijf van de paus. Ze bidden samen, spreken wat, en eten wat. Dan is het bezoek al na drie kwartier afgelopen.
  • 31 maart - Het is paaszondag en Franciscus spreekt de bekende zegen Urbi et orbi. Hij bedankt ook de Nederlanders voor al de bloemen die ze hebben verzorgd voor het hele plein. Dat doe hij niet in het Nederlands, zoals zijn voorgangers maar gewoon in het Italiaans.
  • 13 april - Hij stelt de Raad van Kardinalen samen om hem te adviseren bij de inrichting van de Kerk.

Verder

Op 28 maart waste Franciscus ook de voeten van een paar gevangenen. Dat klinkt niet erg bijzonder, maar dat was het wel! Het wassen van de voeten is een ritueel in de Kerk, Jezus Christus waste namelijk ook de voeten van zijn twaalf apostelen na het laatste avondmaal. Het is een teken van dienstbaarheid. Jezus toonde zich dienstbaar aan de wereld en dat wil de paus ook doen. De pausen wasten daarom ook altijd de voeten op Witte Donderdag, alleen dan bij twaalf priesters. Franciscus deed dat niet en waste de voeten van gevangenen. Dat zou niet eens zo heel bijzonder geweest als de gevangenen allemaal mannelijke christenen waren. Maar dat waren ze niet. Er waren namelijk ook moslims en vrouwen tussen, en dat maakte het toch best bijzonder. Het was niet de eerste keer dat Franciscus de voeten waste van speciale mensen. Als aartsbisschop waste hij ook de voeten van mensen met AIDS en drugsverslaafden. Ook creëerde, zoals dat heet, Franciscus op 23 februari 2014 zijn eerste kardinalen. Daaronder waren Gerhard Ludwig Müller en Pietro Parolin.

Pauselijk wapen

Het wapen.

Alle pausen hebben een pauselijk wapen. Vroeger was dat vaak gekroond met een tiara, maar sinds paus Benedictus is het gewoon de mijter. Het wapen van Franciscus lijkt erg op zijn wapen als aartsbisschop. Het schild is een veld van azuur, een soort blauw. Tussen al dat azuur staat een gouden ster met daarin IHS. Rechts daaronder staat een nardusbloem en daarnaast een ster die verwijst naar de Sterre van de Zee. Een andere naam voor de Heilige Maria. De nardusbloem kan worden gezien als een verwijzing naar de heilige Jozef. Achter het schild staan twee sleutels, een gouden en een zilveren. Dit zijn de sleutels van de hemel. IHS zijn de eerste letters van Jezus in Griekse hoofdletters. De spreuk die onder het wapen staat is Miserando atque eligendo, Gekozen uit genade. Dit is een stukje uit een preek van de Angelsaksische monnik Beda.

Wat vindt hij?

Paus Franciscus is veel milder dan zijn voorgangers. Hij richt zich minder op dogma's, waarin staat hoe je precies een goed christen moet zijn. Hij is een paus die erg z'n best doet om armen te helpen. Hij haalt fel uit naar landen in Zuid-Amerika, onder andere in een speech: We leven in het meest ongelijke deel van de wereld, dat het meest is gegroeid, maar dat de ellende het minst heeft verminderd Hij kookte ook als aartsbisschop altijd z'n eigen maaltijden en een kenner zei: Dit is een man die naar de krottendorpen gaat en met de mensen kookt. Ook woonde hij in een eenvoudig appartement in plaats van in het luxe paleis waar de aartsbisschop normaal gesproken wonen. Ook is hij niet per se voorstander van het celibaat en zei dat het misschien wel eens zou kunnen worden opgeheven. Over vrouwen zei hij dat zei sowieso geen priester kunnen worden. De kerk heeft gesproken en zei nee. Die deur is gesloten zei hij erover. Wel vindt hij dat vrouwen meer leiding mogen hebben in niet-geestelijke taken maar die wel met de Kerk te maken hebben. Hij is tegen het homohuwelijk, maar ook tegen het discrimineren van homo's. Tijdens een interview in het vliegtuig zei hij dat alleen God kan bepalen of homoseksualiteit een zonde is. Als aartsbisschop vond hij het trouwens wel erg slecht dat een wet werd ingevoerd om homoseksuelen te kunnen laten trouwen in Argentinië.

Wist je dat...

  • Paus Franciscus erg gehecht is aan een schilderij in Duitsland? Het heet Maria die de knopen ontwart en hangt in Augsburg.
  • De Argentijnse stad La Plata al op 26 maart 2013 (nog geen twee weken na zijn verkiezing) een straat naar Franciscus noemde?

Videoclip


Petrus (30-c. 67) · Linus (c. 67-76) · Anacletus (76-92) · Clemens I (92-99) · Evaristus (99-107) · Alexander I (107-115) · Sixtus I (115-c. 126) · Telephorus (c. 126-137) · Hyginus (137-142) · Pius I (142-154) · Anicetus (154-168) · Soter (168-174) · Eleuterus (174-189) · Victor I (189-199) · Zefyrinus (199-217) · Calixtus I (217-223) · Urbanus I (223-230) · Pontianus (230-235) · Anterus (235-236) · Fabianus (236-250) · Cornelius (250-253) · Lucius I (253-254) · Stephanus I (254-257) · Sixtus II (257-258) · Dionysius (258-268) · Felix I (269-274) · Eutychianus (275-283) · Cajus (283-296) · Marcellinus (296-304) · Marcellus I (308-309) · Eusebius (309-c. 310) · Miltiades (311-314) · Silvester I (314-335) · Marcus (335-336) · Julius I (336-352) · Liberius (352-366) · Damasus I (366-384) · Siricius (384-399) · Anastasius I (399-401) · Innocentius I (401-417) · Zosimus (417-418) · Bonifatius I (418-422) · Celestinus I (422-432) · Sixtus III (432-440) · Leo I (440-461) · Hilarius (461-468) · Simplicius (468-483) · Felix II (III) (483-492) · Gelasius I (492-496) · Anastasius II (496-498)

Symmachus (498-514) · Hormisdas (514-523) · Johannes I (523-526) · Felix III (IV) (526-530) · Bonifatius II (530-532) · Johannes II (533-535) · Agapetus I (535-536) · Silverius (536-537) · Vigilius (537-555) · Pelagius I (555-561) · Johannes III (561-574) · Benedictus I (575-579) · Pelagius II (579-590) · Gregorius I (590-604) · Sabinianus (604-606) · Bonifatius III (607-607) · Bonifatius IV (608-615) · Adeodatus I (615-618) · Bonifatius V (619-625) · Honorius I (625-638) · Severinus (640-640) · Johannes IV (640-642) · Theodorus I (642-649) · Martinus I (649-655) · Eugenius I (654-657) · Vitalianus (657-662) · Adeodatus II (672-676) · Donus (676-678) · Agatho (678-681) · Leo II (682-683) · Benedictus II (684-685) · Johannes V (685-686) · Conon (686-687) · Sergius I (687-701) · Johannes VI (701-705) · Johannes VII (705-707) · Sisinnius (708-708) · Constantijn I (708-715) · Gregorius II (715-731) · Gregorius III (731-741) · Zacharias (741-752) · Stephanus II (752-757) · Paulus I (757-767) · Stephanus III (768-772) · Adrianus I (772-795) · Leo III (795-816) · Stephanus IV (816-817) · Paschalis I (817-824) · Eugenius II (824-827) · Valentinus (827-827) · Gregorius IV (827-844) · Sergius II (844-847) · Leo IV (847-855) · Benedictus III (855-858) · Nicolaas I (858-867) · Adrianus II (867-872) · Johannes VIII (872-882) · Marinus I (882-884) · Adrianus III (884-885) · Stephanus V (885-891) · Formosus (891-896) · Bonifatius VI (896-896) · Stephanus VI (896-897) · Romanus (897-897) · Johannes IX (898-900) · Benedictus IV (900-903) · Leo V (903-903/904) · Sergius III (904-911) · Anastasius III (911-913) · Lando (913-914) · Johannes X (914-928) · Leo VI (928-929) · Stephanus VII (929-931) · Johannes XI (931-935) · Leo VII (936-939) · Stephanus VIII (939-942) · Marinus II (942-946) · Agapitus II (946-955) · Johannes XII (955-964) · Benedictus V (964-964) · Leo VIII (964-965) · Johannes XIII (965-972) · Benedictus VI (973-974) · Benedictus VII (974-983) · Johannes XIV (983-984) · Johannes XV (985-996) · Gregorius V (996-999)

Silvester II (999-1003) · Johannes XVII (1003-1003) · Johannes XVIII (1004-1009) · Sergius IV (1009-1012) · Benedictus VIII (1012-1024) · Johannes XIX (1024-1032) · Benedictus IX (1032-1045) · Silvester III (1045-1045) · Benedictus IX (1045-1045; 2e keer) · Gregorius VI (1045-1046) · Clemens II (1046-1047) · Benedictus IX (1047-1048; 3e keer) · Damasus II (1048-1048) · Leo IX (1049-1054) · Victor II (1055-1057) · Stephanus IX (1057-1058) · Nicolaas II (1059-1061) · Alexander II (1061-1073) · Gregorius VII (1073-1085) · Victor III (1086-1087) · Urbanus II (1088-1099) · Paschalis II (1099-1118) · Gelasius II (1118-1119) · Calixtus II (1119-1124) · Honorius II (1124-1130) · Innocentius II (1130-1143) · Celestinus II (1143-1144) · Lucius II (1144-1145) · Eugenius III (1145-1153) · Anastasius IV (1153-1154) · Adrianus IV (1154-1159) · Alexander III (1159-1181) · Lucius III (1181-1185) · Urbanus III (1185-1187) · Gregorius VIII (1187-1187) · Clemens III (1187-1191) · Celestinus III (1191-1198) · Innocentius III (1198-1216) · Honorius III (1216-1227) · Gregorius IX (1227-1241) · Celestinus IV (1241-1241) · Innocentius IV (1243-1254) · Alexander IV (1154-1161) · Urbanus IV (1161-1164) · Clemens IV (1165-1168) · Gregorius X (1271-1276) · Innocentius V (1276-1276) · Adrianus V (1276-1276) · Johannes XXI (1276-1277) · Nicolaas III (1277-1280) · Martinus IV (1281-1285) · Honorius IV (1285-1287) · Nicolaas IV (1288-1292) · Celestinus V (1294-1294) · Bonifatius VIII (1294-1303) · Benedictus XI (1303-1304) · Clemens V (1305-1314) · Johannes XXII (1316-1334) · Benedictus XII (1334-1342) · Clemens VI (1342-1352) · Innocentius VI (1352-1362) · Urbanus V (1362-1370) · Gregorius XI (1370-1378) · Urbanus VI (1378-1389) · Bonifatius IX (1389-1404) · Innocentius VII (1404-1406) · Gregorius XII (1406-1415) · Martinus V (1417-1431) · Eugenius IV (1431-1447) · Nicolaas V (1447-1455) · Callixtus III (1455-1458) · Pius II (1458-1464) · Paulus II (1464-1471) · Sixtus IV (1471-1484) · Innocentius VIII (1484-1492) · Alexander VI (1492-1503)

Pius III (1503-1503) · Julius II (1503-1513) · Leo X (1513-1521) · Adrianus VI (1522-1523) · Clemens VII (1523-1534) · Paulus III (1534-1549) · Julius III (1550-1555) · Marcellus II (1555-1555) · Paulus IV (1555-1559) · Pius IV (1559-1565) · Pius V (1566-1572) · Gregorius XIII (1572-1585) · Sixtus V (1585-1590) · Urbanus VII (1590-1590) · Gregorius XIV (1590-1591) · Innocentius IX (1591-1591) · Clemens VIII (1592-1605) · Leo XI (1605-1605) · Paulus V (1605-1621) · Gregorius XV (1621-1623) · Urbanus VIII (1623-1644) · Innocentius X (1644-1655) · Alexander VII (1655-1667) · Clemens IX (1667-1669) · Clemens X (1670-1676) · Innocentius XI (1676-1689) · Alexander VIII (1689-1691) · Innocentius XII (1691-1700) · Clemens XI (1700-1721) · Innocentius XIII (1721-1724) · Benedictus XIII (1724-1730) · Clemens XII (1730-1740) · Benedictus XIV (1740-1758) · Clemens XIII (1758-1769) · Clemens XIV (1769-1774) · Pius VI (1775-1799) · Pius VII (1800-1823) · Leo XII (1823-1829) · Pius VIII (1829-1830) · Gregorius XVI (1831-1846) · Pius IX (1846-1878) · Leo XIII (1878-1903) · Pius X (1903-1914) · Benedictus XV (1914-1922) · Pius XI (1922-1939) · Pius XII (1939-1958) · Johannes XXIII (1958-1963) · Paulus VI (1963-1978) · Johannes Paulus I (1978-1978) · Johannes Paulus II (1978-2005)

Benedictus XVI (2005-2013) · Franciscus (2013-)

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Paus_Franciscus&oldid=650725"