Laatste avondmaal
Het laatste avondmaal is de maaltijd die Jezus Christus met zijn leerlingen nam op de dag voor zijn dood. Tijdens het laatste avondmaal legde Jezus uit wat er zou gaan gebeuren een dag later. Met het brood maakte Jezus duidelijk dat zijn lichaam zou worden gebroken. Hij nam er wijn bij. Dat symboliseerde zijn bloed dat zou worden vergoten tot vergeving van de zonden van de wereld. Met zonden bedoelt Jezus de fouten die we maken tegenover elkaar en tegenover God.
Goede Vrijdag als Grote Verzoendag
Door de kruisiging is de Grote Verzoendag uit het Jodendom, de Jom Kippoer die door de hogepriester wordt gebracht niet meer nodig, want iedereen kan zelf iedere dag op ieder moment naar God gaan om te vragen om verzoening. Dat kan door te bidden. Voor het christendom is Goede Vrijdag de dag waarop Jezus de Grote Verzoening heeft gerealiseerd.
Huidige situatie
In christelijke kerken wordt het laatste avondmaal nog steeds gevierd. In de Rooms-Katholieke Kerk wordt het iedere week gedaan met de communie tijdens de Heilige Mis, ook wel de Eucharistieviering genoemd. Dan wordt de hostie gegeven met de woorden: Het lichaam van Christus. Veel katholieken geloven dat de Heilige Geest is vertegenwoordigd in de hostie, omdat Jezus er in het laatste avondmaal ook op gehint heeft. Het nemen van de hostie is alleen mogelijk als je als gelovige tegenover God je zonden hebt beleden en je geloof hebt uitgesproken. Het eten van de hostie is spiritueel. Dus als je niet aan God denkt en bidt, dan heeft een hostie niet veel zin. Daarom wordt er in de kerk veel aandacht besteed aan de Eerste communie en het Vormsel.
De wijn wordt gedronken door de priester en de mensen die achter het altaar staan. Iedereen in de kerk uit de kelk laten drinken wordt als onpraktisch gezien.