Perceval of het verhaal van de Graal

Uit Wikikids
Versie door Hippogryph (overleg | bijdragen) op 13 mrt 2023 om 01:35
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Perceval
Perceval-arrives-at-grail-castle-bnf-fr-12577-f18v-1330-detail.jpg
Informatie
Alternatieve titel Het verhaal van de Graal
Frans: le Conte du Graal
Schrijver Chrétien de Troyes
Illustrator
Vertaler
Taal (origineel) Oudfrans
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Genre Arthurroman, ridderroman
Datum
ISBN
Leeftijdscategorie Uitgeverij
Drukker
Aantal verkocht
Vorig boek
Volgend boek
Bijzonderheden Achtlettergrepig gedicht, eindrijm

Online-tekst
Portaal Portaalicoon Literatuur

Perceval of het verhaal van de Graal (Frans: Perceval ou le Conte du Graal) is een Franse ridderroman en Arthurroman. Het verhaal is tussen 1182 en 1190 geschreven door Chrétien de Troyes en komt uit het noorden van Frankrijk. De roman wordt gezien als een van de beste boeken uit de middeleeuwen.

Perceval is een van de ridders van de Orde van de Ronde Tafel, de ridderorde van koning Arthur.

Achtergrond

De hoofse minne (liefde aan een middeleeuws hof) zoals te zien in de Codex Manesse (ca. 1300).
Zie middeleeuwen en ridderroman voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Veel verhalen uit Europa gingen in de middeleeuwen over koningen en ridders die allerlei heldhaftige dingen deden. Denk hierbij aan het redden van een jonkvrouw, trouw zijn aan je heer en het winnen van de liefde van een vrouw. Sommige ridderverhalen gaan over echte mensen, maar andere zijn weer verzonnen. Onder de adel vonden de mensen het leuk om deze verhalen te lezen. Toch werden de verhalen ook om een andere reden geschreven: het opvoeden van mannen tot 'goede' ridders. Verhalen over het redden van jonkvrouwen, trouw zijn aan je heer en het winnen van de liefde hadden namelijk een doel. Al die dingen, met een moeilijk woord motieven, lieten aan ridders in opleiding zien hoe ze zich moesten gedragen. In de middeleeuwen werd het belangrijk gevonden dat ridders elegant, heldhaftig en trouw waren.

Toch was niet alles mooi in de middeleeuwen. De ridderverhalen werden geschreven voor de adel: rijke mensen die geld en land hadden, en bij de koning hoorden. Dit waren erg weinig mensen: de overgrote meerderheid van de mensen was in de middeleeuwen arm. Arme mannen hadden helemaal geen tijd om op een moeilijke manier de liefde van hun vrouw te winnen. Mannen en vrouwen moesten hard werken om te overleven. Sommige boeren hadden land of waren vrij, maar de meesten moesten hard werken op het land van hun landheer. Deze boeren werden horigen genoemd. De boeren moesten het merendeel van hun gewassen afstaan aan de landheer en mochten een klein deel zelf houden. In de stad was het leven ook niet makkelijk. De hygiëne was er minder goed dan nu, waardoor veel mensen aan ziekten doodgingen. Dat wil niet zeggen dat de mensen volledig vies waren, want er werd wel degelijk schoongemaakt. Toch was het leven minder schoon dan nu. In de stad werkten de mensen hard sloten zich aan bij een gilde, een vereniging van mensen met hetzelfde beroep. Al met al vonden de mensen in de middeleeuwen manieren om zich te vermaken. Daarnaast waren mensen veel meer gericht op het leven na de dood. Bijna iedereen in Europa was gelovig en ging naar de kerk. De mensen lazen niet zelf uit de Bijbel, maar de priester vertelde hoe er moest worden geleefd. De combinatie van geloof, werk en vermaak zorgde ervoor dat mensen, ongeacht hun situatie, wel zingeving hadden in hun leven. Samengevat was het leven – vergeleken met nu – in de middeleeuwen niet goed, maar voor de mensen zelf voelde het niet vreselijk aan. De middeleeuwen worden vaak als heel slecht gezien, omdat er in de Verlichting en het Victoriaans tijdperk neerbuigend werd gekeken naar mensen in de middeleeuwen. Dit gebeurde (en gebeurt nog steeds) omdat mensen vaak vanuit hun eigen (betere) tijd een oordeel vellen over een andere (minder goede) tijd. Met een moeilijk woord heet dit presentisme.

Perceval

Een maagd houdt de Heilige Graal vast (geschilderd door Dante Gabriel Rossetti in 1874).

Verhalen zoals Perceval of het verhaal van de Graal worden ridderromans genoemd. Perceval en veel van deze romans gaan over het hof van koning Arthur. In deze romans gaat het naast het zijn van een goede ridder ook over een zoektocht naar iets. Met een moeilijk woord heet dit een queeste. In deze zoektocht of queeste moet een ridder vaak iets vinden of een doel bereiken. De ridderromans worden zo geschreven dat de ridder dit alleen kan bereiken als hij zich als een goede ridder gedraagt. Dat wil dus zeggen dat hij jonkvrouwen moet redden, trouw moet zijn aan zijn heer, altijd heldhaftig moet zijn en op een elegante manier de liefde van een vrouw hoort te winnen.

Daarnaast is het christendom erg belangrijk in ridderromans. In de middeleeuwen leefden de mensen met het oog op de wil van God en had de kerk veel te zeggen. Dit komt terug in ridderromans. In Perceval of het verhaal van de Graal moet ridder Perceval op zoek naar de Heilige Graal. Deze schaal is volgens de christelijke traditie gebruikt bij het Laatste avondmaal van Jezus Christus en dus een belangrijke relikwie. In de middeleeuwen werden aan deze relikwieën magische krachten toegekend.

Dat Perceval of het verhaal van de Graal een roman wordt genoemd, wil niet zeggen dat het in de middeleeuwen werd gelezen zoals dat nu gebeurt. De oorspronkelijke tekst is in het Oudfrans geschreven en is door de schrijver op rijm gezet. Dat geeft aan dat het verhaal vooral mondeling werd voorgedragen door troubadours of minstrelen; een rijmende tekst is makkelijker te onthouden. Ook kwamen mensen erop af, omdat de tekst mooi werd voorgedragen. Naast het rijm valt aan het verhaal ook op dat het in vraag-en-antwoordvorm is geschreven. Dat houdt in dat het ene personage een vraag stelt en dat het andere personage daar antwoord op geeft.

Dubbele titel

In de middeleeuwen (en ook nog wel tijdens de Verlichting en het Victoriaans tijdperk) was het gebruikelijk dat verhalen (literatuur) twee titels hadden. Beide titels hadden een aparte functie: de ene titel vertelt vaak wie de hoofdpersoon is en de andere titel vertelt wat het doel is in het verhaal. Tegenwoordig wordt er een duidelijker onderscheid gemaakt tussen een titel en een ondertitel. Vaak wordt er niet meer gebruik gemaakt van het woordje 'of', maar wordt een ondertitel kleiner geschreven onder de titel, of wordt er een dubbele punt gebruikt.

Verhaal

Let op!
Hieronder staat de samenvatting van een verhaal.
Soms is het niet leuk als je al weet hoe het verhaal afloopt!

De ridder Perceval is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij moet op zoek naar de Heilige Graal, de schaal die is gebruikt bij het Laatste avondmaal van Jezus Christus. Aan het begin van het verhaal is Perceval nog geen ridder, maar woont hij bij zijn moeder.

Perceval (geschilderd door Rogelio de Egusquiza in 1910).

Percevals moeder wil dat haar zoon nooit komt te weten wat een ridder is, omdat haar man en andere zoons als ridders zijn doodgegaan. Perceval komt toch erachter dat er ridders bestaan en wil ook een ridder komt. Zijn moeder wil dit niet, maar verteld hem uiteindelijk wat hij moet doen als hij een ridder wordt. Perceval moet alle vrouwen die hij ontmoet met respect behandelen, alleen omgaan met goede mannen en God blijven eren. Vol goede moed probeert Perceval een geslaagd ridder te zijn, maar hij heeft er geen talent voor. Hij gaat zonder een ridderskostuum op pad en doet niets goed. Perceval blijft de meest dwaze vragen stellen. Gornement, een man die de leermeester van Perceval is, slaat hem uiteindelijk tot ridder. Hij vertelt aan Perceval dat hij vooral geen vragen moet stellen.

Tegenover het verhaal van Perceval wordt het verhaal van Walewein (Frans: Gaulain) gezet. Opmerkelijk is dat niet Perceval, maar ridder Walewein (Frans: Gaulain) het perfecte voorbeeld van een goede ridder is.

Aanhalingsteken openen Ik weet wat ik beweer; hij werd ooit in de strijd gewond en is sindsdien niet meer gezond, hij kreeg te maken met een spies, die trof hem midden in zijn lies, hij lijdt veel pijn, laat zich verplegen en kan zich niet meer voortbewegen, laat staan dat hij nog paard kan rijden.
— De jonkvrouw vertelt aan Perceval wat de koning scheelt.
Chrétien de Troyes, De Graal. Vertaling uit 2006 door Art Posthuma en uitgegeven te Amsterdam door Athenaeum-Polak & Van Gennep.
Aanhalingsteken sluiten

Perceval komt in zijn queeste allerlei figuren tegen, zoals een jonkvrouw en de Visserkoning (Frans: le Roi Pêcheur). De Visserkoning speelt een belangrijke rol in het verhaal van Perceval. Perceval komt bij de koning op bezoek. Een koning hoort in de middeleeuwen zijn land te beschermen, maar de Visserkoning kan dit niet meer.

De jonkvrouw vertelt aan Perceval dat de koning in een strijd door een lans in het midden van zijn lies geraakt. Hierdoor lijdt hij veel pijn en kan hij geen kinderen krijgen. Net zoals de koning onvruchtbaar is, is ook het land rondom zijn kasteel dat. Er groeit namelijk niks op. De koning wordt de Visserkoning genoemd, omdat hij veel vist in zijn vrije tijd. Door de wond kan hij namelijk geen paard meer rijden. Intussen wacht de koning op een uitverkorene die zijn wond kan genezen. De jonkvrouw vertelt aan Perceval dat ze had gehoord dat de Heilige Graal magische krachten had. De Graal zou dus dan ook de wond van de koning kunnen genezen.

Perceval vertelt aan de jonkvrouw wat hij allemaal heeft gezien tijdens zijn bezoek aan de koning: een zilveren bordje, een bebloede lans die bloedt, kandelaars met brandende kaarsen en bovenal de Graal. Naïef als hij was heeft hij echter niet naar de Graal gevraagd, omdat Gornement hem had geleerd om geen vragen te stellen. Perceval zwijgt waar hij had moeten spreken: de Graal had de koning kunnen genezen.

Perceval komt aan in het heremietenklooster.
Aanhalingsteken openen Wee! Jammerlijke Perceval, nu ga je werkelijk door een dal! Had maar gevraagd daar bij dat maal, je had de koning van zijn kwaal verlost binnen de kortste keren, en hij kon nu alweer regeren, baas over eigen lijf en leden; een tijd van bloei was ingetreden.
— Perceval zweeg waar hij had moeten spreken.
Chrétien de Troyes, De Graal. Vertaling uit 2006 door Art Posthuma en uitgegeven te Amsterdam door Athenaeum-Polak & Van Gennep.
Aanhalingsteken sluiten

Perceval zet in de vijf jaren daarna zijn tocht voort. Hij ontmoet een heremiet, een soort monnik. In het verhaal volgt Perceval het laatste advies van zijn moeder niet op; hij eert God niet. De monnik brengt hem terug bij het christelijke geloof en vertelt aan Perceval het geheim van de Graal. Perceval maakt een ontwikkeling door: van een dwaze, naïeve mislukkeling verandert hij in een ridder die de Graal koste wat het kost wil vinden.

Het boek is zo ingedeeld dat het steeds tussen Perceval en Walewein afwisselt. Het boek eindigt met een stuk van Walewein, maar gaat daarna niet meer verder. Hierdoor is het onbekend hoe het met Perceval afloopt.

Stijl, verwijzingen en inhoud

Walewein zoals geïllustreerd door Howard Pyle in zijn The Story of King Arthur and His Knights (Nederlands: 'Het verhaal van koning Arthur en zijn ridders') uit 1903.

In Perceval of het verhaal van de Graal komen veel verwijzingen voor naar het christendom en het zijn van een goede ridder. In de middeleeuwen werd het namelijk belangrijk gevonden dat ridders elegant, heldhaftig en trouw waren, en dat ze God eerden.

Walewein

Om aan ridders te laten zien hoe ze zich moeten gedragen, wordt de dwaze Perceval in het verhaal tegenover Walewein, de ideale ridder, gezet.

Anders dan Perceval is Walewein een geslaagde ridder. Hij redt zijn moeder, zijn voor hem onbekende zus en oma uit het kasteel van een vijand. Walewein is gekleed als een elegante ridder, gaat hoffelijk om met vrouwen en is heldhaftig genoeg om een kasteel te veroveren. Walewein is eerst dolblij: hij is een ware kasteelheer en heeft ook nog eens een nieuwe zus ontmoet. Die blijdschap slaat echter al gauw om in verveling. Waleweins zoektocht is tot een einde gekomen en nu moet hij voor altijd zijn kasteel verdedigen.

De bebloede lans die nog steeds bloedt

Hoewel de lans niet gestoken is in het lichaam van een mens of een dier, blijft hij bloeden. De lans is een verwijzing naar de lans die de koning verwondde en een verwijzing naar de kruisiging van Jezus.

De Heilige Graal

De Graal is van goud en versierd met edelstenen. In de Heilige Graal zit een hostie: een ouwel die het lichaam van Jezus Christus moet voorstellen. De Graal is dus heel bijzonder, maar dat heeft Perceval niet door. De ridder liet zich betoveren door al het moois wat hij zag (al het uiterlijke) en zag de Graal als een doodgewone schaal. Hij had niet door wat de ware betekenis (het innerlijke) van die schaal was.

Het open einde

Wat Perceval of het verhaal van de Graal mysterieus maakt, is dat het verhaal plotseling stopt, terwijl het niet af is. Schrijver Chrétien de Troyes overleed waarschijnlijk toen hij bezig was met het schrijven van het verhaal. Sommige literatuurkenners vinden dat het verhaal als voltooid moet worden gezien en dat het open einde het verhaal mysterieuzer maakt. Bovendien moet het verhaal worden bestudeerd zoals het is, omdat Chrétien als dode niet plotseling het verhaal af kan maken.

Voorlopers en voortzettingen

In de vijftig jaar na de verschijning van Perceval of het verhaal van de Graal hebben veel dichters geprobeerd om het verhaal het einde te geven of een verhaal te schrijven of wat er zich vóór Perceval afspeelde. Van een aantal verhalen is niet bekend wie het heeft geschreven.

Voorlopers

De Elucidation (Nederlands: 'Opheldering') is een voorloper of proloog op Perceval of het verhaal van de Graal. De schrijver van het werk is niet bekend, omdat de naam van de schrijver er niet boven stond. Hoewel Elucidation een voorloper op het verhaal van Chrétien de Troyes is, komen er dingen in voor die juist tegenstrijdig zijn met dat verhaal. Volgens de Elucidation is de Visserkoning in de problemen gekomen, omdat ene koning Amangon de 'maagden van de waterpunt' had verkracht. De maagden waren degenen die voor het eten en drinken zochten. Hierdoor werd het land van de Visserkoning onvruchtbaar. Dit is een behoorlijke afwijking van het verhaal van Chrétien de Troyes: in Perceval of het verhaal van de Graal is het niet het sterven van de maagden, maar de lans in de lies die ervoor zorgde dat het land – net zoals de Visserkoning – onvruchtbaar werd. In de Elucidation is de lans niet belangrijk en moeten de ridders van de ronde tafel erachter komen wat er met de maagden is gebeurd.

Net zoals in het verhaal van Chrétien de Troyes vinden Perceval en Walewein het kasteel waar de Graal te vinden is. Perceval komt in het kasteel, maar zwijgt ditmaal níét. In plaats daarvan vraagt hij wat de Graal in het kasteel doet. Hij stelt vragen over een lijk en het gebroken zwaard, maar rept geen woord over de bebloede lans. De Graal is dat wat voor al het eten zorgt. Volgens de schrijver van de Elucidation heeft 'de goede heer' (God wordt hiermee niet bedoeld) het geheim van de Graal aan schrijver Chrétien de Troyes verteld. Opmerkelijk daaraan is dat het verhaal van Chrétien de Troyes erg afwijkt van de Elucidation.

Een andere proloog op Perceval of het verhaal van de Graal is Bliocadran. Van de tekst is weinig bekend, maar anders dan in de andere werken krijgt de vader van Perceval de naam 'Bliocadran'

Voortzettingen

Perceval of het verhaal van de Graal heeft veel invloed gehad op de middeleeuwse literatuur. In heel Europa werden er verhalen geschreven over de queeste naar de Graal. De voorlopers en voortzettingen van het verhaal zijn hier een voorbeeld van. Het Nederlandse werk Perchevael is in de dertiende en veertiende eeuw uitgegeven. Dat werk bevat de delen van de ridderroman van Chrétien de Troyes die over Walewein gaan en het eerste vervolg. Van het verhaal van Perceval bestaat ook een versie in het Welsh Perdur son of Efrwag (Nederlands: 'Perdur, zoon van Efrwag').

Parzival

In Parzival wordt Perceval verliefd op koningin Conviramurs. Manuscript uit de werkplaats van Diebold Lauber (15e eeuw).

Het open einde van Perceval of het verhaal van de Graal heeft ertoe geleid dat veel mensen hebben geprobeerd om het verhaal af te maken. De bekendste bewerking van Perceval is die van Wolfram von Eschenbach. Deze Duitse dichter heeft tussen 1200 en 1210 zijn eigen Parzival geschreven. In de Parzival wordt het verhaal van Chrétien de Troyes afgemaakt: Perceval vindt de graal. Ook wordt in de versie van Von Eschenbach duidelijk waarom Perceval zo'n naïeveling is. De bewerking van Von Eschenbach was zo grondig dat zijn Parzival als een apart werk wordt gezien.

De drie vervolgen

Een aantal schrijvers heeft vervolgen geschreven op Perceval of het verhaal van de Graal.

Van het eerste vervolg bestaan drie versies: de kortste telt 9.500 versregels, de langste 19.600 versregels. Volgens de Amerikaanse literatuurhistoricus Roger Sherman Loomis is de kortste versie apart ontstaan van de ridderroman van Chrétien de Troyes, terwijl bij het schrijven van de langste versie juist veel inspiratie moet zijn opgedaan uit Perceval of het verhaal van de Graal. Vroeger werd gedacht dat de Franse schrijver Wauchier de Denain het eerste vervolg had geschreven, maar door nieuwer onderzoek is het juist onduidelijk geworden of hij echt de schrijver was. Het eerste vervolg bestaat uit zes delen en keert niet meer terug naar het verhaal van Perceval. Het verhaal gaat in het begin over Walewein. Hij krijgt de opdracht om een gebroken zwaard weer tot één te maken, maar dat kan alleen degene doen die ook de Visserkoning kan genezen. Walewein is een veel betere ridder dan Perceval, maar slaagt daar uiteindelijk niet in. Het eerste vervolg is hierdoor, maar ook om andere redenen, verschillend van de versie van Chrétien. Het verandert veel van thema (niet meer Perceval tegenover Walewein, maar elke keer een ander personage met een andere boodschap) en gaat lang in op stukken die niet zo belangrijk zijn voor het uiteindelijke verhaal. Zo worden er 6.000 versregels geschreven over hoe ridder Caradoc, een andere ridder van de Ronde Tafel, aan zijn bijnaam is gekomen.

Na het einde van het eerste vervolg, heeft een andere schrijver 10.000 versregels toegevoegd. Net zoals het eerste vervolg werd het tweede vervolg vroeger toegedicht aan Wauchier de Denain, maar ook dat is onwaarschijnlijk. Het tweede vervolg verschilt in stijl en lijkt qua stijl ook veel meer op Perceval of het verhaal van de Graal van Chrétien de Troyes. Perceval komt in dit deel wel terug, want aan het einde blijkt dat hij de enige is die het zwaard kan herstellen. Toch lukt dat hem niet helemaal: op de kling blijft een flinterdunne kras te zien, omdat Perceval – ondanks zijn lange zwerftocht – nog niet helemaal het karakter van een goede ridder heeft.

Van het derde vervolg is wel zeker wie het geschreven heeft. De schrijver heet Manessier en schreef 10.000 versregels. Hiermee maakte een einde aan het verhaal: de Visserkoning sterft en Perceval wordt de koning. Perceval, vroeger de mislukte ridder, heeft het allemaal: het koningschap, een kasteel, de Graal, de bebloede lans en een zilveren bordje. Toch kiest hij ervoor om zeven jaar later weer de bossen in te gaan. Net zoals de monnik die hem weer tot God bracht, wordt hij een heremiet. Wat bijzonder is aan het derde vervolg, is dat het ook delen gebruikt uit andere werken. Zo komt het avontuur 'Vreugde van het Hof' (Oudfrans: Joie de la Cour; Frans: Joie de la court) uit Erec en Enide (de eerste Arthurroman van Chrétien de Troyes) erin voor en de dood van Carcheloes (Calogrenant) uit Queeste vanden grale.

Ook is er een 'tweede' derde vervolg. Dit wordt soms het vierde vervolg genoemd en is waarschijnlijk door de Franse dichter Gerbert de Montreuil geschreven. De Montreuil probeerde net zoals Manessier een einde te maken van het verhaal. Van het vervolg van De Montreuil is weinig overgebleven. Wel komt in het vervolg een verhaal over Tristan voor, een van de hoofdpersonen in de legende van Tristan en Isolde.

Perlesvaus of Li Hauz Livres du Graal

Perlesvaus of Li Hauz Livres du Graal (Nederlands: 'Perceval of het Hoge verhaal van de Heilige Graal') is een andere voortzetting van Perceval of het verhaal van de Graal. Het is in de dertiende eeuw geschreven. Perlesvaus maakt een einde aan het verhaal van Perceval, maar wijkt net zoals de Elucidation behoorlijk af van het origineel van Chrétien de Troyes.

De schrijver van Perlesvaus brengt het verhaal als een vertaling van een oorspronkelijk Latijnse tekst uit Avalon, een eiland uit de verhalen van koning Arthur en de Orde van de Ridders van de Ronde Tafel. Hiermee lijkt de schrijver een bewijs te willen maken voor de mythe van een monnik genaamd Josephus, die de verhalen over koning Arthur als waargebeurd ziet. De monnik Josephus komt voor in Estoire de Merlin (Nederlands: 'Het verhaal van Merlijn'), een verhaal over tovenaar Merlijn. Net zoals het eerste vervolg gaat Perlesvaus in detail in op alle verhalen van de ridders van de ronde tafel. Ook worden er verhalen verteld over ridders die in geen enkele andere Arthurroman voorkomen en worden over goede ridders juist slechte verhalen verteld. Hierdoor is er veel verschil tussen Perlesvaus, andere bewerkingen en Perceval of het verhaal van de Graal van Chrétien de Troyes.

Sir Perceval of Galles

Een opmerkelijke versie van het verhaal is het Engelse Sir Perceval of Galles (Nederlands: 'Heer Perceval van Wales'), waarin er helemaal niet wordt gesproken over de Graal. In het verhaal komt vooral de klunzigheid van Perceval naar voren. Het verhaal is waarschijnlijk geschreven als een komedie op het origineel. De schrijver van het werk is onbekend.

Idyllen van den Koning

Het verhaal van Perceval is ook bewerkt of afgemaakt door de Engelse dichter Alfred Tennyson in zijn Idylls of the King (Nederlands: 'Idyllen van den Koning' of 'Koningsidyllen') en door de Franse schrijver Julien Gracq in zijn toneelstuk Le Roi Pêcheur (Nederlands: 'De Visserkoning'). Componist Richard Wagner heeft het verhaal van Perceval bewerkt tot een opera.

In de populaire cultuur

Hiermee begint de parodie Monty Python en de Heilige Graal.

In de populaire cultuur wordt het verhaal van Perceval vaak als toneelstuk opgevoerd. Perceval komt als werk voor ook in de Indiana Jonesfilms.

In 1975 maakt Monty Python de film Monty Python and the Holy Grail (Nederlands: Monty Python en de Heilige Graal) , een zeer bekende parodie op het verhaal van Perceval. De film begint met een kasteel (links op de foto), in werkelijkheid Douane Castle in Schotland. Dit stelt het kasteel van de Visserkoning voor.

Een andere bekende film over het verhaal van Perceval is Perceval le Gallois (Nederlands: 'Perceval de Welshman'), een Franse film van Éric Rohmer uit 1978. In 1981 speelt Perceval een belangrijke rol in de film Excalibur van de Brit John Boorman. Een jaar later, in 1982, brengt de Duitser Hans-Jürgen Syberberg de film Parsival uit. Syberberg heeft hiervoor ook gebruik gemaakt van Parzival, de bewerking van Wolfram von Eschenbach.

In 1991 maakte Terry Gilliam, een Amerikaanse acteur uit Monty Python, weer een film over het verhaal van Perceval. Het verhaal werd in een modern jasje gegoten. Perceval heet in Gillims film The Fisher King (Nederlands: 'De Visserkoning').

Informatie

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Perceval_of_het_verhaal_van_de_Graal&oldid=773792"