Bataafse Revolutie

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Bataafse Revolutie was een revolutie die tussen 1794 en 1799 plaats vond. Deze revolutie was na de Gouden Eeuw en voor de Franse tijd. Door de Bataafse Revolutie werd de Bataafse Republiek opgericht en vertrok de stadhouder naar Engeland. De revolutie vond plaats in Nederland.

Voorgeschiedenis

In de 18de eeuw (1700-1799) kwamen mensen meer in opstand tegen de adel, ook in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het volk wilde meer gelijkheid en een eerlijker bestuur. Dat de "betere" banen onder de rijken en de adel werd gedeeld, moest ook stoppen. Er kwamen twee partijen. Als eerste waren er de orangisten. De orangisten waren voor de stadhouder, toen Willem V van Oranje. De orangisten waren vernoemd naar het Huis Oranje-Nassau. De andere partij werd gevormd door de patriotten, deze waren voor een "echte" republiek. Zij wilden een republiek dat gesticht werd naar hun ideeën, gelijkheid en eerlijkheid. Hun ideeën waren onder meer afkomstig van de Amerikaanse Revolutie en de verlichting.

In deze tijd waren er nog geen politieke partijen, daarom werd er door de patriotten exercitiegenootschappen gehouden in verschillende plaatsen. Dit waren een soort van bijeenkomsten en vergaderingen. In september 1786 verbood de stadhouder deze genootschappen, maar dit liep uit de hand. Er kwam bijna een burgeroorlog en de stadhouder vertrok naar het veilige Nijmegen. De Pruisische koning Frederik Willem I stuurde na een jaar een leger en zo eindigde de opstand.

Echter: rust zou er niet lang blijven. In 1789 begon de Franse Revolutie. Vrijheid, gelijkheid en broederschap was het motto. Jacques Pierre Brissot was journalist en politicus en een leider van de girondijnen. Dat was een politieke stroming in Frankrijk tijdens de Franse Revolutie. Hij zei op 19 november 1792, dat hij ieder land zou steunen tijdens zo'n revolutie, iets wat handig zou zijn voor de patriotten. Maar wanneer begon deze revolutie nou? Dat was de vraag.

De inval

De vredesboom op de Dam in Amsterdam.

Op 1 februari 1793 verklaarde Frankrijk de oorlog aan het Verenigd Koninkrijk en Nederland. De Franse generaal Charles-François Dumouriez kreeg de opdracht Nederland binnen te vallen. Eerst kwamen Venlo en Stevensweert in Franse handen. De Franse troepen werden gesteund door de patriot Herman Willem Daendels. Op 17 februari kwam er een grote aanval. De Franse troepen wilden via Breda naar Dordrecht en ook Klundert en Bergen op Zoom kwamen in Franse handen. Willemstad werd twee weken lang belegerd maar gaf zich niet over. Dat gebeurde pas het jaar erop. De Eerste Franse Republiek steunde de patriotten in hun strijd en hiermee was het beleg van Maastricht afgelopen. Op 4 maart werd Geertruidenberg ingenomen en op 6 maart Eindhoven. Op 8 maart trok Dumouriez zich terug om zich voor te bereiden op een slag bij Neerwinden, maar deze verloor hij.

De bezetting

De strijd bij Den Helder.

Uiteindelijk vond er een bezetting plaats door de Fransen. De Fransen werden bij de bezetting geleid door Jean-Charles Pichegru. Wel was er nog een ander leger, de 'geallieerden' dat tegen de bezetting vocht. Het bestond uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Hannover. De Franse drongen steeds verder Nederland in. Er werd onder andere gevochten tijdens de Slag van Boxtel. Op 21 september 1794 werd 's-Hertogenbosch belegerd. Die belegering duurde drie weken. 's-Hertogenbosch werd uiteindelijk ingenomen en daarna Nijmegen ook. In de winter die daarop volgde, werd er onderhandeld. Jacob Blauw en Irhoven van Dam reisden ervoor naar Parijs. Hier ontmoetten ze Johan Valckenaer en Nicolaas van Staphorst. Ze mochten in het Comité de salut public zitting nemen, waarin ook Lazare Carnot zat, die een grote rol speelde tijdens de Franse Revolutie, zowel politiek als militair. Carnot vroeg waarom het bezetten van het noorden van Nederland zo lang duurde.

Op 4 november 1794 vielen de Fransen Maastricht binnen en konden zo de Maas oversteken, omdat deze helemaal bevroren was. Door het bevroren water had de Oude Hollandse Waterlinie geen betekenis meer in de strijd. Utrecht wilde een wapenstilstand, maar de Fransen gingen niet akkoord. Hierdoor kon het gewest Utrecht veroverd worden. Een andere groep Fransen stak de Lek over naar Amsterdam. Nederland was toen bezet door Fransen, ook al voelden veel mensen zich eerder bevrijd. Maar de Fransen namen Nederland niet in en voegden het ook niet toe aan hun republiek. Op de Dam in Amsterdam werd een vredesboom geplant met het motto 'vrijheid, gelijkheid en broederschap'. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond niet meer; daarvoor in de plaats kwam er een nieuwe republiek: de Bataafse Republiek.

Een echte republiek?

Op 19 januari 1795 werd de Bataafse Republiek gesticht. De Nederlandse stadhouder Willem V van Oranje was gevlucht naar Engeland. Toch was nog niet heel Nederland bevrijd. De Franse troepen trokken daarom verder. Via de bevroren Zuiderzee wisten zij Kampen, Zwolle en Groningen te bereiken.

Ondertussen wilde de Bataafse Republiek dat de eisen van de Unie van Utrecht werden opgeheven. De Provinciale Staten waren er nu alleen nog maar voor de administratie. In het Verdrag van Den Haag in 1795 werd besloten dat Frankrijk en Nederland elkaars vrijheid zouden respecteren. Maar Venlo, Zeeuws-Vlaanderen en Maastricht lagen vanaf nu op Frans grondgebied. De haven van Vlissingen moest ook Franse schepen toelaten.

De patriotten waren verdeeld. Sommigen zouden weer terug willen naar de republiek met de stadhouder. Anderen vonden het goed als Nederland deel zou uitmaken van Frankrijk.

Uiteindelijk vond op 1 januari 1796 de Eerste Nationale Vergadering plaats.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Bataafse_Revolutie&oldid=936069"