Elisabeth van Oostenrijk
Elisabeth Amalie Eugenie Wittelsbach, beter bekend als Sisi, (München, Duitsland, 24 december 1837 - Genève, Zwitserland, 10 september 1898) was een prinses uit Beieren. Elisabeth was getrouwd met keizer Frans Jozef I van Oostenrijk-Hongarije. Door haar huwelijk werd ze in 1854 keizerin van Oostenrijk en in 1867 ook koningin van Hongarije. Dit bleef ze tot aan haar dood in 1896.
Sisi was in haar tijd een geliefde koningin bekend om haar schoonheid en tragische leven. Over het leven van Sisi zijn verschillende films en televisieseries gemaakt, zoals de Oostenrijkse Sissi-filmen uit de jaren 1950. Nog altijd is Sisi een populair figuur in Oostenrijk. Haar portretten staan op veel souvenirs en haar paleizen en kastelen worden nog steeds veel bezocht. Soms wordt hij naam met een dubbele "s" geschreven, maar dit is fout. Door haar familie en vrienden werd ze altijd Sisi met één "s" genoemd. Ook in haar brieven gebruikte ze maar één "s".
Levensloop
Jeugd
Elisabeth was de tweede dochter van hertog Max in Beieren en Prinses Ludovika, dochter van koning Maximilian I Joseph van Beieren en Caroline van Baden. Met haar zeven zussen en broers bracht ze een gelukkige kindertijd door in het Hertog-Max-Paleis aan de Ludwigstrasse in München. Maar de familie had ook een zomerkasteeltje in Possenhofen aan de Starnberger See, dat ze 'Possi' noemden. Hun ouders hadden geen verplichtingen aan het Beiers hof en zo konden de kinderen onbekommerd ravotten en spelen. Elisabeth was bijzonder zorgeloos en vrij opgevoed door haar vader.
In 1853 ging de 15-jarige Elisabeth met haar moeder en oudere zus Helene op reis naar het Oostenrijkse Ischl (nu Bad Ischl). Hier zou Helene zich gaan verloven met de 23-jarige Oostenrijkse keizer Frans Josef. Het ging niet echt volgens het plan van Aartshertogin Sophie, de moeder van Frans Josef, want hij werd niet verliefd op Helene, maar op Elisabeth.
Huwelijk en kinderen
Elisabeth en Frans Josef trouwden op 24 april 1854 in Wenen. Sisi was toen 16 jaar. Elisabeth had van het begin af aan moeite zich aan de strenge hofregels te houden, omdat ze bijna geen vrije tijd meer had. Doordat er steeds hofdames in de buurt waren, was Sisi nooit helemaal alleen en voelde ze zich gevangen.
Sisi en Frans Josef kregen in totaal 4 kinderen:
- Aartshertogin Sophie Friederike Dorothea Maria Josepha (5 maart 1855 - 29 mei 1857)
- Aartshertogin Gisela Louise Marie (12 juli 1856 - 27 juli 1932)
- Aartshertog Rudolf Franz Karl Joseph (2 augustus 1858 – 30 januari 1889)
- Aartshertogin Marie Valerie Mathilde Amalie (22 april 1868 – 6 september 1924)
Sisi's en Frans Josef's eerste kind, Sophie Friederike Dorothea Maria Josepha, werd op 5 maart 1855 geboren. Op 12 juli 1856 kwam hun tweede dochter, Gisela Louise Marie. Sisi probeerde Sophie en Gisela zo veel mogelijk mee te nemen op één van de vele reizen die Frans Josef en zij moesten maken. In mei 1857 lukte het haar om haar schoonmoeder over te halen; Sophie en Gisela mochten mee naar Hongarije.
Op 13 mei werd Gisela heel erg ziek, maar werd vrij snel beter. Een week later kreeg Sophie dezelfde ziekte, maar het ging al snel beter. Daarom gingen Sissi en Frans Josef naar een ontvangst in een klein dorpje dichtbij Boedapest. Na een telegram gingen ze echter meteen weer terug. Sophie lag namelijk doodziek in haar bedje en overleed. Frans Josef schreef in een telegram aan zijn ouders: Ons kleintje is een engel in de hemel. Vanaf dat moment neemt zijn moeder Sophie de opvoeding van Gisela over.
Op 21 augustus 1858 werd de langverwachte troonopvolger geboren, Rudolf Franz Karl Joseph. Omdat hij later keizer moest worden, kreeg hij een militaire opvoeding. Zijn opvoeder, graaf Gondrecourt, liet Rudolf urenlang marcheren, gaf hem ijsbaden en wekte hem midden in de nacht met pistoolschoten. In 1865 was Elisabeth hier klaar mee. Ze stelde een ultimatum : "Het laatste woord over de opvoeding van de kinderen heb ik, over mijn persoonlijke aangelegenheden beslist niemand anders dan ikzelf. Of Gondrecourt eruit, of ik." Het werkte: Gondrecourt werd ontslagen en vervangen door graaf Letour, die een soort van vader en vriend voor Rudolf werd.
De jongste dochter van Sisi heette Marie Valerie. Met haar had Sisi een hele warme en goede band. Ze nam Marie Valerie overal mee naar toe en overlaadde haar met cadeautjes.
Na Rudolfs geboorte ging het tussen Elisabeth en Frans Josef steeds slechter. Elisabeth ging zich steeds vreemder gedragen, zoals het verbergen van haar gezicht voor de buitenwereld toen ze ouder werd. Zelf heeft ze hierover gezegd: "Ik verberg mijn gezicht achter een waaier, zodat de dood ongestoord zijn werk kan doen."
Ze ging steeds vaker op reis en daardoor zagen Frans Josef en Sisi elkaar steeds minder. Om het hof en haar man te ontlopen ging ze onder andere naar Madeira, Engeland, Nederland en Hongarije. De laatste keer dat Frans Josef zijn vrouw zag, was 2 maanden voor haar dood.
Reizen
Elisabeth heeft haar hele leven van reizen gehouden en is dan ook op heel veel plekken geweest. Zo ging ze vaak op reis naar Hongarije, het Griekse eiland Korfoe en Zwitserland. Ook was de keizerin twee keer in Nederland om een behandeling te ondergaan van de arts J.Z. Mezger. Het leek wel alsof er geen enkele plek was waar ze uiteindelijk echt rust kon vinden. Ze bleef namelijk telkens maar een paar weken op een plek. Tegen haar Griekse voorlezer zei Sisi ooit eens: 'De reisdoelen zijn alleen maar aantrekkelijk omdat de reis ertussenin ligt. Als ik ergens zou aankomen en ik zou weten dat ik daar niet meer vandaan zou kunnen dan zou het verblijf in een paradijs tot een hel worden.'
Omdat ze zo vaak weg was liet keizer Frans Josef zelf een slot vlak bij Wenen bouwen met een groot park in de hoop dat ze dan wat vaker in Wenen zou blijven.
Toen Sisi nog jong was, vond ze het leuk om paard te rijden tijdens haar reizen. Ze maakte hele lange en gevaarlijke tochten waarbij ze over allerlei obstakels moet springen. Toen ze wat ouder werd besloot de keizerin plotseling op te houden met paardrijden en vanaf dan reisde ze graag per boot. Zelfs de hoogste golven deerden haar niet.
Hongarije
Een van haar lievelingsplekken om naar toe te gaan was Hongarije. Ze had een hekel aan rangen en standen en wilde het liefst met iedereen die ze aardig vond kunnen praten. In Hongarije voelde ze zich vrij en ze vond het Hongaarse volk heel aardig. Hongarije hoorde bij Oostenrijk, maar na de opstand van de Hongaren tegen de regering in Wenen van 1848 was de band tussen de twee landen erg slecht. Elisabeth zag het als haar taak om Hongarije en Oostenrijk weer in vrede met elkaar te laten omgaan. In 1867 kwam er een oplossing voor de ruzie tussen Oostenrijk en Hongarije. Hongarije kreeg haar grondwet terug. Graaf Andrassy werd minister-president van Hongarije. Frans Josef en Elisabeth werden in de Matthiaskerk in Boedapest gekroond tot koning en koningin. Elisabeth was nu dus keizerin van Oostenrijk en koningin van Hongarije. Deze gebeurtenis wordt de Ausgleich genoemd.
Schoonheid
In de tijd van Elizabeth was er natuurlijk nog geen film. Wel zijn er schilderijen en foto’s van haar gemaakt. De bekendste portretten zijn gemaakt door Franz Xaver. Hij was een van de weinige schilders waarvoor ze model zat. Sisi was helemaal geobsedeerd door schoonheid. Ze sportte veel, deed verschillende diëten tijdens haar leven en gebruikte ontzettend veel schoonheidsmiddelen om maar zo mooi en jong mogelijk te blijven. De keizerin wilde zo smal mogelijk blijven (ze was 1.72 m en had een taille van ongeveer 50 cm) en hield niet van dikke lagen make-up. Doordat de keizerin zo smal was en tijdens banketten maar heel weinig at dachten sommige mensen dat ze anorexia had. Biografen denken echter dat dit niet klopt, omdat uit reisverslagen van haar hofdames blijkt dat de koningin een goede eetlust had. Ze at in de ochtend een stevig ontbijt en kwam geregeld bij de bakker voor een taartje of een ijsje.
De keizerin vond het vreselijk dat ze oud werd en heeft daarom na haar 30ste verjaardag zichzelf niet meer laten schilderen of fotograferen. Op die manier wilde ze voor altijd herinnerd worden als de mooie en jonge keizerin van Oostenrijk. Portretten van een oudere Sissi zijn allemaal portretten die op basis van vroegere schilderijen zijn vervormd.
Sisi’s was het meest trots op haar lange dikke kastanjebruine haar. Haar haar kwam tot aan de grond en woog wel 5 kilo. Elke dag was haar kapster zo’n 2 tot 3 uur bezig met het haar van Sisi. Tijdens de lange kappersuren leerde Elisabeth nieuwe talen, zoals Hongaars en Grieks.
Zwarte kleding
In 1889 doodde de 30-jarige kroonprins Rudolf in Mayerling zijn 17-jarige geliefde barones Maria von Vetsera en pleegde daarna zelfmoord. Elisabeth kwam deze slag niet te boven en verzonk in een depressie. Vanaf dit moment droeg de keizerin alleen nog maar zwarte kleding. Elisabeth voelde zich schuldig aan de dood van haar zoon.
Keizer Frans Josef gaf de zelfmoord uiteindelijk openlijk toe, maar alle informatie over de dood van het meisje was tot 1918 in Oostenrijk-Hongarije verboden. Aartshertog Franz Ferdinand werd de nieuwe troonopvolger.
Dood
Op 10 september 1898 werd Elisabeth in Genève door de Italiaanse anarchist Luigi Lucheni met een geslepen vijl doodgestoken.
Lucheni had eigenlijk de hertog van Orléans willen vermoorden, maar de hertog was niet in Genève en Luigi had niet genoeg geld om naar Italië te reizen. Een krant had melding gemaakt van de aankomst van de incognito, als gravin Hohenembs, reizende keizerin in het hotel Beau Rivage. Ze was daar op uitnodiging van de Familie Rothschild. Dit krantenbericht had Luigi Lucheni ook gelezen. Hij begon het hotel in de gaten te houden.
Om 13.40 uur wilde Elisabeth met de lijnboot naar Montreux terugvaren. Elisabeth en haar hofdame Gravin Irma Sztáray liepen langs de kade langs het Meer van Genève, op weg naar de haven waar de lijnboot klaar stond, toen Luigi Lucheni zijn kans greep. Hij liep op de dames af, keek snel onder de parasol om er zeker van te zijn dat het de keizerin was, en stompte, met in zijn hand een vijl verborgen, hard op de borst van Elisabeth. Elisabeth viel, stond op, fatsoeneerde haar haar, liep vervolgens nog 100 meter naar de boot en zakte op de boot in elkaar, waar ze nog even bij kennis kwam. "Wat is er met mij gebeurd?", waren haar laatste woorden, voordat ze weer bewusteloos raakte.
Op een geïmproviseerde brancard werd ze naar het hotel Beau Rivage teruggebracht en daar werd Elisabeth, zonder dat ze nog bij kennis was geweest, om 14.40 uur door de artsen doodverklaard.
Elisabeth werd op 17 september 1898 in de Kapuzinergruft in Wenen begraven. Lucheni werd tot levenslang veroordeeld, maar hing zich in 1910 met zijn eigen riem op. Frans Josef kon de dood van zijn vrouw niet verwerken na de zelfmoord van Rudolf en het overlijden van zijn schoonzus. Hij stelde als aandenken aan zijn vrouw een Elisabeth-Orde in en bouwde in 1901 als monument voor Elisabeth een kerk op de top van de Schneeberg.
Nagelatenschap
Filmtrilogie
Over het leven van keizerin Elisabeth zijn drie hele bekende films gemaakt. De hoofdrolspelers uit de films zijn Romy Schneider als keizerin Elisabeth en Karlheinz Bohm als keizer Franz-Joseph. Alle drie de films werden geregisseerd door Ernst Marischka.
De titels van de films zijn:
- Sissi (1955)
- Sissi: Die junge Kaiserin (1956) - Sissi: de jonge keizerin
- Sissi: Schicksalsjahre einer Kaiserin (1957) - Sissi: de woelige jaren
De drie films gaan over de eerste jaren dat Sisi keizerin van Oostenrijk was. De films zijn erg geromantiseerd. Dit betekent dat het net lijkt alsof Sisi en Franz Joseph heel erg verliefd op elkaar waren en alsof ze heel gelukkig waren, maar in het echt was dat niet zo. Ook was aartshertogin Sophie in het echt niet zo gemeen als in de films.
In de films zitten ook veel fouten. Dingen die niet kloppen met hoe ze in het echt gingen. Hieronder worden er een paar genoemd:
- In de films hebben de ouders van Sisi een gelukkig huwelijk, maar in werkelijkheid was dat wel anders. De vader van Sisi was bijna altijd weg en zag zijn vrouw bijna nooit. De ouders van Sisi waren niet blij met elkaar.
- In de film is aartshertogin Sophie het zeer oneens met de keuze van haar zoon voor Sissi, in werkelijkheid stond ze achter zijn keuze en vond ze Sisi een lief meisje.
- In de films lijkt het net alsof Sisi maar 1 kind gekregen heeft, haar oudste dochtertje Sophie. De andere kinderen: Rudolf, Gisela en Marie Valerie komen niet in de films voor.
- In de films blijft het dochtertje Sophie leven, maar in het echt stierf Sophie tijdens een reis naar Hongarije.
- In de 2de film woont het keizerlijk paar een hofbal bij in de Hofburg. Ze dansen op de Kaizer-Walz van Strauss. Hij schreef dit muziekstuk in 1889 terwijl dit bal voor 1867 plaatsvond. De muziek waarop ze dansen in de film bestond toen dus nog helemaal niet.
- De scenes die zich in de Hofburg (paleis in Wenen) afspelen zijn helemaal niet in de Hofburg opgenomen. Hetzelfde geld voor de kroningsscene in Hongarije. Het kasteel van Buda had veel schade opgelopen tijdens de 2de wereldoorlog en bovendien was er in 1956 een revolutie aan de gang in Hongarije, waardoor de mensen van de film daar niet konden filmen.
Musical
Er is ook een musical gemaakt van het leven van Elisabeth. De musical ging in première in 1992 in Wenen. Pia Douwes speelde de hoofdrol twee jaar lang. Later speelde ze de rol nogmaals in Scheveningen (1999-2000), in Essen (2001-2002), in Stuttgard (2006), in Berlijn (2008) en in een speciale concerteditie bij paleis het Loo (2017).
De musical wordt verteld vanuit de moordenaar Luigi en begint dan ook met zijn verhoor. Daarna is er een sprong terug in de tijd en zien we hoe Franz-Joseph en Sisi elkaar ontmoeten en met elkaar trouwen.
In tegenstelling tot de filmtrilogie laat de musical in 2 uur het hele leven van Sisi de revue passeren inclusief alle tragedie. Sophie die sterft, Rudolf die zelfmoord pleegt en Sisi dien steeds depressiever wordt en steeds meer gaat reizen. Hierdoor komt de musical meer overeen met de werkelijkheid dan de drie Romy Schneider films.
Wat niet klopt is het volgende:
- Aartzhertogin Sophie wordt steeds neergezet wordt als de boze schoonmoeder die elke keer nieuwe listen bedenkt om haar schoondochter te pakken.
- In de musical komen de kinderen Rudolf en Sophie wel voor, maar Gisela en Marie Valerie zijn niet aanwezig.
- In de musical speelt het personage de Dood een hele belangrijke rol. De dood is een persoon die verliefd is op Elisabeth en haar daarom dood wil maken, want dan kan hij voor altijd bij haar zijn. Elisabeth staat elke keer vol twijfel of ze zal toegeven aan de dood of dat ze nog zal vechten voor haar leven. In het echt is de dood natuurlijk geen persoon en kan de dood ook niet verliefd worden.