Verdrag van Schengen

Deze landen hebben het verdrag van Schengen niet ondertekend, maar het geldt wel technisch gezien voor hen.
Deze EU-lidstaten hebben het verdrag van Schengen nog niet ondertekend, maar moeten dit wel verplicht doen.
Notitie: Ierland is ook een EU-lidstaat, maar is niet verplicht dit te doen.
Het verdrag van Schengen (of de verdragen van Schengen) is een belangrijk verdrag tussen 26 Europese landen uit 1985. Door het verdrag ontstond de zogeheten Schengenzone of Schengengebied. In dit gebied is vrij verkeer van personen mogelijk. Hierdoor zijn er geen grenscontroles binnen dit gebied. Door het verdrag van Schengen is het dus mogelijk om vrij te reizen tussen bijvoorbeeld Nederland en Duitsland of tussen België en Frankrijk.
Het verdrag werd vernoemd naar het plaatsje Schengen in Luxemburg. Dit plaatsje werd gekozen, aangezien het op het drielandenpunt tussen Luxemburg, Frankrijk en Duitsland ligt.
Geschiedenis
Op 14 juni 1985 werd het verdrag voor het eerst getekend door Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland. Zij spraken af om de grenscontroles tussen elkaars landen af te schaffen. Voorheen moest men namelijk gecontroleerd worden als men tussen deze landen reisde. Dit leverde soms vertraging op. Vooral tijdens vakanties konden enorm lange rijen ontstaan. Als je in Nederland woonde en in Frankrijk op vakantie wilde, moest je twee keer zo'n rij staan. Dit was niet alleen vervelend voor vakantiegangers, maar ook voor bedrijven en de handel. Bij iedere grenscontrole moesten namelijk ook vrachtwagens gecontroleerd worden.
Eerst zou het verdrag van Schengen alleen tussen deze vijf landen zijn. Het verdrag ging overigens niet direct in; pas in 1995 werden de grenscontroles afgeschaft. Vervolgens sloten meer EU-lidstaten zich hierbij aan, zoals Italië, Spanje, Portugal, Griekenland, Oostenrijk, Denemarken, Zweden, Finland, Cyprus (wel getekend, maar nog niet ingevoerd), Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en als laatste Kroatië in 2023. Daarnaast hebben Noorwegen, Liechtenstein, Zwitserland en IJsland het verdrag getekend, hoewel zij geen EU-lidstaten zijn. Het verdrag geldt technisch gezien ook voor de kleine landjes San Marino, Monaco en Vaticaanstad, aangezien deze soortgelijke verdragen hadden met Italië of Frankrijk.
Volgens het verdrag moeten alle EU-lidstaten toetreden tot het verdrag. Toch waren er twee landen met een uitzondering. Het Verenigd Koninkrijk (toen nog een EU-lidstaat) weigerde dit toen te tekenen, aangezien zij de grenscontroles wilden behouden. In plaats daarvan besloten het Verenigd Koninkrijk en Ierland samen te werken op het gebied van grenscontroles. Tot aan de Brexit in 2020 waren er daardoor geen grenscontroles tussen het Verenigd Koninkrijk en Ierland, maar wel met andere landen. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland hadden hierdoor een uitzondering. Deze uitzondering geldt nog steeds voor Ierland, wat niet verplicht is om toe te treden.
Hoewel EU-lidstaten Roemenië en Bulgarije willen wel toetreden tot het verdrag, maar dit wordt tegengehouden door o.a. Nederland en Oostenrijk. Dit leidt tot woede bij de Roemeense en Bulgaarse regeringen.