Vroege bronstijd
|
|
Net als de andere tijdvakken is ook de bronstijd te verdelen in drie perioden (vroeg, midden en laat). Dat wordt echter niet overal gedaan. De perioden starten en eindigen overal verschillend wat het wat onoverzichtelijk maakt.
Oude beschavingen
De meeste oude beschavingen kenden een bronstijd. Of omdat ze brons maakten door haar eigen koper te smelten en het te legeren met tin, arseen of andere metalen, of omdat ze voorwerpen ruilde voor brons uit productiegebieden ergens anders vandaan. Brons was harder en ging langer mee dan andere metalen die toen beschikbaar waren, waardoor beschavingen uit de Bronstijd een technologisch voordeel konden behalen. De brons-smeden stonden in hoog aanzien. De Bronstijd was een tijd van uitgebreid gebruik van metalen en van het ontwikkelen van handelsnetwerken.
Nabije Oosten
West-Azië en het Nabije Oosten waren de eerste regio's die de vroege Bronstijd betraden, die begon met de opkomst van de Mesopotamische beschaving van Sumerië van 3.300 - 2.100 jaar v. Chr. Eerst de Uruk periode, opgevolgd door de Jemdet Nasr-periode.
Ze ontwikkelde hier een intensieve landbouw, maakten schrijfsystemen (spijkerschrift op kleitabletten), vonden naast het wiel de pottenbakkersschijf uit. Ook de pottenbakker ovens werden verbeterd. Ze vormden gecentraliseerde regeringen (meestal in de vorm van erfelijke monarchieën), schreven wetten, stichtten stadstaten, natiestaten en rijken, begonnen aan gevorderde architecturale projecten, kenden een economisch en burgelijk bestuur (ontstaan van de eerste munten), er ontstond slavernij, en ze beoefende georganiseerde oorlogvoering (legers), geneeskunde en religie. Samenlevingen in deze regio legden de basis voor astronomie, wiskunde en astrologie.
Er is ook prachtig zwart-wit beschilderd en gekleurd aardewerk gevonden.
Men ontwikkelde landbouwmethoden die gericht was op de teelt van gerst (samen met de dadelpalm, sesamzaad en verschillende andere soorten fruit en peulvruchten) en het weiden van schapen voor hun wol. Zo werd er een houten ploeg getrokken door een dier (ezel of os). De eerste terracotta sikkels werden op den duur vervangen door bronzen exemplaren. Ook maakten ze gebruik van irrigatiekanalen om het land met water te bevloeien.
De wilde onager uiteindelijk werd gedomesticeerd (tam gemaakt) als de ezel. Het was de eerste gedomesticeerde paardachtigen in de regio en werd het belangrijkste lastdier in het Nabije Oosten.
Opmerkelijk is het gebruik van cilinderzegels. Een rol met figuren in reliëf die afgedrukt kan worden in klei. Ook zijn er bij de opgravingen hier een soort tempels gevonden.
Er zijn sterke aanwijzingen dat er een handelscontact bestond tussen Mesopotanië en Egypte.