Rijksmuseum Amsterdam
Het Rijksmuseum Amsterdam is één van de belangrijkste musea in Nederland. Het museum staat, zoals de naam al zegt, in Amsterdam aan het Museumplein. Het museum wordt meestal Het Rijksmuseum genoemd. Het Rijksmuseum heeft meer 200 zalen en gaat over de geschiedenis en kunst van Nederland. Het museum is eigendom van de staat en wordt onderhouden door de Rijksgebouwendienst.
Geschiedenis
De stadhouders van Nederland en hun familie hadden een grote kunstcollectie. Tijdens de Bataafse Revolutie vluchtte de laatste stadhouder Willem V van Oranje naar Engeland. De kunstcollectie kwam in handen van de Bataafse Republiek. Daarna werd de collectie naar Parijs gebracht in 1795.
De toenmalige minister van financiën wilde dat de kunstcollectie onder werd gebracht in een nationaal museum. In Frankrijk waren er toen al dat soort musea. Zo is het idee voor het Rijksmuseum ontstaan. In 1800 ging het museum open, onder de naam Nationale Kunst-Galerij. Het museum zat toen ook nog niet in Amsterdam, maar in Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. De Amsterdammer Cornelis Sebille Roos was de eerste directeur van het museum. Zijn eerste aankoop was het schilderij De bedreigde zwaan.
In 1806 werd Lodewijk Napoleon Bonaparte de eerste koning van Koninkrijk Holland. De naam van het museum werd veranderd in Koninklijk Museum. In 1808 verhuisde het Museum naar Amsterdam. Het museum werd toen ondergebracht op de bovenste verdieping van het Paleis op de Dam. Ook kreeg het museum een nieuwe directeur, Cornelis Apostool. Nadat Willem I koning werd van Nederland werd de naam veranderd naar Rijks Museum. In 1817 verhuisde het museum naar een andere locatie in Amsterdam. Een verzameling van prenten werd ook onderdeel van het museum. In 1854 liet de Nederlandse bankier Adriaan van der Hoop zijn collectie na aan het museum.
In 1855 werd het nieuwe gebouw voor het Rijksmuseum voltooid. Een avond voor de Tweede Wereldoorlog werden alle belangrijke schilderijen in veiligheid gebracht. De schilderijen werden opgeslagen in de grotten van de Sint Petersberg bij Maastricht. Om het niet op te laten vallen kwam er van 1939 tot 1940 een tentoonstelling over hedendaagse kunst en van 1942 een deel van de collectie van het Nederlands Spoorwegmuseum.
Collectie
In het Rijksmuseum zijn verschillende collecties. Alle collectie zijn verdeeld over verschillende afdelingen. De afdeling schilderijen gaat over de schilderkunst van de 15de eeuw tot aan 1900. Veel schilderijen van deze collectie komen uit de 17de eeuw. De verzameling beeldhouwkunst & kunstnijverheid bestaat uit beelden, meubels, sieraden, glas, vazen, ect. Ook is er een collectie Aziatische Kunst. Dit gaat vooral over kunst uit Indonesië, China, Japan en India.
Hoogtepunten
Het Rijksmuseum heeft verschillende topstukken, dit zijn kunstwerken die wereldberoemd zijn. Het allerbekendste schilderij in het Rijksmuseum is De Nachtwacht. Dit schilderij is gemaakt door de Nederlandse schilder Rembrandt van Rijn. Het Melkmeisje van Johannes Vermeer hangt ook in het Rijksmuseum. Verder zijn de volgende schilderijen ook heel bekend:
- Kindermoord te Bethlehem van Cornelis van Haarlem.
- Het drijvend veertje van Melchior d'Hondecoeter.
- Het Joodse bruidje van Rembrandt van Rijn.
- De burgemeester van Delft en zijn dochter van Jan Steen.
- Het landhuis van Pieter de Hooch.
- Watermolen van Meindert Hobbema.
- De heilige maagschap van Geertgen tot Sint Jans.
- Schuttersmaaltijd in de Voetboogdoelen te Amsterdam van Bartholomeus van der Helst.
- Het zieke kind van Gabriël Metsu.
- Prometheus door Vulcanus geketend van Dirck van Baburen.
- De bedreigde zwaan van Jan Asselijn.
- Huwelijksportret van Frans Hals.
- Portret van een meisje in het blauw van Jan Cornelisz Verspronck.
- Het Straatje van Johannes Vermeer.
- De molen van Wijk bij Duurstede van Jakob van Ruysdael.
- Maria Magdalena van Jan van Scorel.
Gebouw en verbouwing
Sinds 1885 zit het Rijksmuseum gevestigd in het huidige gebouw. Het museum is gevestigd net buiten de Amsterdamse binnenstad. Onder het gebouw loopt een fietstunnel, Fietstunnel Rijksmuseum. Tot aan 1931 konden auto's er ook nog door. In de loop der jaren werd het Rijksmuseum van binnen steeds veranderd. Doordat er steeds meer bezoekers kwamen naar het museum, kon het Rijksmuseum de bezoekersaantallen niet meer aan. In 2003 werd begonnen aan een grote verbouwing. Nog nooit eerder had een nationaal museum zo'n grote verbouwing gehad. Ook werd het gebouw van buiten gerestaureerd. Veel details en versieringen op de gevels werden terug geplaatst, vervangen of gerestaureerd. De verbouwing van de Zuidvleugel werd in 1996 voltooid. De vleugel was in 2003 tot aan 2013 in gebruik als museumruimte, omdat het hoofdgebouw werd verbouwd. Nadat in 2013 het museum werd verbouwd, werd begonnen met een verbouwing aan de Zuidvleugel. De Zuidvleugel kreeg de naam Philipsvleugel, naar de sponsor Philips. In de Philipsvleugel wordt een restaurant en café gebouwd. In 2014 wordt de opening verwacht.
In 2003 moest het museum een paar dagen dicht, omdat er Asbest werd gevonden. Begin 2003 ging het museum dicht. Verwacht werd dat de verbouwing 2 tot 4 jaar zou duren. Door een aantal tegenslagen werd dat uiteindelijk 10 jaar. Op 13 april 2013 ging het vernieuwde Rijksmuseum open. De kosten van de verbouwing waren 375 miljoen euro. 45 miljoen euro werd betaald door het museum zelf. Het overige geld werd gesponsord door onder meer ING, Philips en de BankGiro Loterij. In de tussentijd was de Nachtwacht te zien in de Philipsvleugel samen met de andere topstukken. Van 18 maart 2003 tot en met 12 april 2013 was het museum gesloten voor publiek. Op 13 april 2013 werd het Rijksmuseum geopend door toenmalig Koningin Beatrix. De dag daarna werd het Rijksmuseum toegankelijk voor publiek.