Musicalfilm

Uit Wikikids
Versie door Wouter15 (overleg | bijdragen) op 18 nov 2024 om 19:28 (Link naar doorverwijspagina Les Misérables gewijzigd in Les Misérables (musical) met DisamAssist)
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Musical- of muziekfilm

Een musicalfilm of muziekfilm is een filmgenre, waarbij zang, muziek en dans een speciale rol spelen. De liedjes worden vaak speciaal voor de films geschreven. De meeste musicalfilms zijn afgeleid van musicals uit de theaters. De musicals zijn dus eerst in theater geweest en pas later verfilmd, maar soms werkt het toch andersom.

Musicalfilms hebben net als de meeste filmgenres te kampen met een imago. In het geval van musicals is dat vrolijkheid, kinderlijkheid en vrouwelijkheid. Sommige liedjes uit de musicalfilms werden ook een hit op de radio. Een paar bekende voorbeelden van musicalfilms zijn Grease, West Side Story, The Sound of Music en Singin' in the Rain.

Overzicht van beschreven musicalfilms zie categorie musicalfilm

Imago

Musicalfilms hebben net als haast ieder ander filmgenre te maken met een bepaald imago. Veel musicals worden gezien als vrolijk door de vele dans- en zangscènes. Ook wordt er vaak gedacht dat de musicals een happy ending hebben en te dramatisch en door zang en dans onrealistisch zijn. Hierdoor wordt vaak gedacht dat musicalfilms zich richten op voornamelijk kinderen en vrouwen. Musicalfilms worden ook bekritiseerd door een bepaalde kenmerkende manier van zingen.

De eerste musicals hadden een simpel verhaal en het draaide alleen om dans en zang, maar al na enige jaren ontwikkelde het genre zich verder. Inmiddels zijn er genoeg musicals die dit stereotiepe genre doorbreken. Zo zijn veel generaties opgegroeid met musicalfilms als West Side Story en Grease. Deze musicals maakten gebruik van moderne muziek en onderwerpen die veel jongeren aangaan. Les Miserables valt bijvoorbeeld niet te zien als vrolijk, aangezien het vertelt over de ellendige levens van Fransen in de 19e eeuw. Datzelfde geldt voor Chicago, dat grotendeels in een vrouwengevangenis plaatsvindt. Films als Funny Girl en The King and I hebben eveneens geen happy ending, aangezien het hoofdpersonage verdrietig achterblijft.

Geschiedenis

Geluid en film (1927-1933)

The Broadway Melody (1929) is een voorbeeld van vroege musical. De film wist uiteindelijk een Oscar voor beste film te winnen.

Musicalfilms ontstonden pas in de jaren 20, terwijl film zelf al een aantal decennia bestond. Dit had een bepaalde technische reden; voor dit filmgenre was immers geluid nodig. Hoewel er vele experimenten zijn geweest, lukte het maar niet om het geluid en de film synchroon te laten lopen. In deze tijd waren de grote filmbedrijven vooral in Hollywood gevestigd; het Californische klimaat zorgde ervoor dat er het hele jaar door buitenscènes gemaakt konden worden. De grote filmbedrijven, MGM en Paramount Pictures, hadden niet zoveel belangstelling voor de geluidsfilm. De reden was dat ze immers genoeg geld verdienden met stille films. Warner Bros. maakte echter een hoop verliezen. Om het bedrijf te redden begon men te experimenteren met films met geluid, wat uiteindelijk in 1927 The Jazz Singer opleverde.

Hoewel The Jazz Singer musicalnummers bevatte, was de film grotendeels stil. Dit maakte niet zoveel uit, want de film werd een regelrecht succes. The Jazz Singer zorgde ervoor dat andere filmbedrijven ook geïnteresseerd raakten in geluidsfilms. Hoewel de film zeker een mijlpaal in filmgeschiedenis betekende, waren er nog wel een paar films nodig om het publiek er echt warm voor te maken. Het geluid zorgde ervoor dat films "realistischer" overkwamen en bovendien opende het de weg naar een nieuw genre: musicalfilms.

In de Verenigde Staten waren musicals al vrij populair en werden al vanaf begin 20e eeuw opgevoerd. The Broadway Melody (1929) wordt gezien als de eerste musicalfilm. De films uit deze tijd waren zoals een musical in het echt: zoals een toeschouwer niet kan meedraaien met de acteurs bleef de camera ook stilstaan. Als men naar de film zat te kijken leek het alsof men eigenlijk in een theaterzaal zat. In 1929 werden meer dan 100 musicalfilms uitgebracht; dit betekende twee per week. Veel filmbedrijven bezaten theaters en lieten de films voor weken draaien. Dit zorgde ervoor dat het publiek verzadigd raakte van de films en gewoon niet meer kwam. Het volgende jaar werden er dan ook slechts 14 uitgebracht. Men ging hierin zo ver dat men de dans- en muzieknummers uit de films knipte, zodat het dramafilms werden. Toeschouwers begonnen het gebruik van kleur zelfs met musicals te vergelijken, waardoor veel andere films met opzet in zwart-wit werden uitgebracht uit angst dat er geen publiek kwam.

Stage-musical of showbizz-formule (1933-1958)

Ginger Rogers en Fred Astaire vormden in de jaren 30 een musical-duo. Je ziet ze onder meer in Swing Time, Shall We Dance?, maar hun bekendste film is Top Hat (1935).

Een paar jaar later bracht de film 42nd Street (1933) hier verandering in. Dit was te danken aan Busby Berkeley. Hij was choreograaf en begreep dat de camera met de acteurs moest meebewegen en er uit verschillende hoeken gefilmd moest worden. De films werden hierdoor levendiger en interessanter om naar te kijken. Tevens zorgden het ervoor dat publiek naar binnen werd gelokt, aangezien het "iets nieuws" was. 42nd Street was ook de eerste musicalfilm met een verhaal. Voorheen waren musicalfilms slechts dans- en zangvoorstellingen. Deze nieuwe formule creëerde een hele zooi aan bekende films als Gold Diggers of 1933 (1933), Footlight Parade (1933), Top Hat (1935), Swing Time (1936), Show Boat (1936) en Shall We Dance (1937). Acteurs zoals Ruby Keeler, Roger Ginger en Fred Astaire werden geassocieerd met musicals. In tegenstelling tot de musicals van voor 1933 werd er bij deze mensen op gelet dat ze goed konden zingen. Aangezien MGM het grootste filmbedrijf was en de meeste contracten had, maakte zij ook de meeste van dit soort films. MGM had zelfs een speciale afdeling voor musicalfilms!

Aan het einde van de jaren 30 maakte men kennis met The Wizard of Oz (1939). In tegenstelling tot veel andere musicalfilms uit deze tijd was de film niet gebaseerd op "showbizz", maar op een klassiek Amerikaans kinderboek. The Wizard of Oz maakte van Judy Garland direct een ster. The Wizard of Oz was overigens ook weer de eerste musicalfilm sinds tijden die weer in kleur was. Hiervoor waren ook musicalfilms zwart-wit, om aan te geven dat het om een nieuwe look ging, en werden na enige tijd ingekleurd en opnieuw uitgebracht. In verhaal is de film zeker zijn tijd voor. Pas na 1952 week men af van de showbizz-formule. Slechts enkele musicalfilms, zoals Meet Me in St. Louis (1944), weken hiervan af.

De films uit dit tijdperk waren opgesteld volgens de "showbizz"-formule van Arthur Freed. De films hadden meestal iets te maken met een theatervoorstelling, een filmopvoering of toneelachtige setting. De personages waren vaak acteurs, zangers of onontdekt talent. In elke film waren er problemen, die de hoofdpersoon aan het einde via het uitbrengen van een film of een nieuwe theatervoorstelling oploste. Dit zie je bijvoorbeeld in Singin' in the Rain (1952). De film vindt plaats tijdens de overschakeling van geluidloze naar geluidsfilm en het personage weet via het uitbrengen van een musicalfilm zijn carrière te redden en de liefde van zijn leven te vinden. Naast Judy Garland waren Gene Kelly, Frank Sinatra en Debby Reynolds belangrijke figuren. Voorbeelden van films uit dit tijdperk zijn Cover Girl (1944), Easter Parade (1948), On The Town (1949), An American in Paris (1951), The Band Wagon (1953) en Gigi (1958). Na het uitbrengen van Gigi bleek de showbizz-formule van Freed niet meer te werken, maar al snel ontstond er een nieuwe formule.

"Book musical" of Broadway-formule (1958-1969)

Officieel is The Sound of Music (1965) de eerste film die meer dan 100 miljoen dollar opbracht. Niet gek, als je bedenkt dat de film is de VS en Europa vier jaar lang in de bioscoop te zien was.

Hoewel dit tijdperk pas begon in 1958, behoren al veel films van voor deze tijd tot deze periode. The Wizard of Oz en Meet Me in St. Louis waren twee vrij populaire musicals die afweken van de trend van hun tijd. Hoewel ze niet helemaal binnen de formule pasten, vertoonden ze wel al de eerste kenmerken. Beide musicals hadden een verhaal dat afweek van de standaard: ze speelden zich buiten de showbizz af. De twee films waren namelijk min of meer gebaseerd op boeken. De film Oklahoma! (1955) was de eerste film die niet volgens de nieuwe formule werkte. In die tijd waren Oscar Hammerstein II en Richard Rogers de belangrijkste producenten van musicals op Broadway in New York. Hun musicals waren erg populair, waardoor ze het idee kregen om er films van te maken. In de jaren 30 gebeurde dit al: Show Boat en 42nd Street waren beide Broadway-musicals, maar gedurende de jaren 30 en 40 verdween dit. Oklahoma! opende de deuren voor een hele rij musicalfilms die nu als klassiekers worden beschouwd.

De nieuwe formule hield in dat populaire musicals van Broadway na een aantal jaar werden omgezet in films. Als de musical immers populair was, zou de film dat ook worden. De cast werd soms behouden in de film, maar vaak werden acteurs ook ingewisseld voor populaire acteurs uit die tijd. Het bekendste voorbeeld is My Fair Lady (1964), waarbij Julie Andrews werd vervangen door Audrey Hepburn. Ook in Guys and Dolls (1955) werden vele acteurs vervangen door populairdere. Overigens, als de zangkwaliteiten tekortschoten, besloot men de zangnummers te laten inzingen door een echte zanger. Dit gebeurde niet alleen in My Fair Lady, maar ook in The King and I (1956) en West Side Story (1961). Zangeres Marni Nixon werd in alle drie de films gevraagd om de nummers van de vrouwelijke hoofdrolspeler in te zingen en verwierf hiermee de bijnaam "stem van de sterren".

Hoewel de formule vrij logisch klinkt, werkte hij niet altijd. Een aantal musicalfilms waren zeer succesvol. Voorbeelden hiervan zijn Carousel (1956), South Pacific (1958), The Sound of Music (1965), Funny Girl (1968) en Oliver! (1969). Andere musicalfilms waren ondanks hun hit op Broadway geen succes, zoals Camelot (1967), Doctor Dolittle (1967), Paint Your Wagon (1969) en Hello, Dolly! (1969). Dit had te maken met de acteurs die Hollywood gebruikte voor de rollen. Dit zorgde ervoor dat Oliver! ook meteen de laatste film uit dit tijdperk was en daarmee ook het gouden tijdperk van de musicalfilm was afgelopen. Overigens werkten niet alle musicalfilms volgens deze methode. Walt Disney experimenteerde met het maken van speelfilm, wat onder meer Song of the South (1946) en Mary Poppins (1964) opleverde qua musicalfilms.

Tussenperiode (1970-2001)

De meeste musicals tussen 1970 en 2000 waren gericht op kinderen, jongeren of waren een combinatie van horror en comedy. The Rocky Horror Picture Show valt onder de laatste categorie en wordt tegenwoordig als cultfilm geschouwd.

Rond 1970 werden musicalfilms ouderwets gevonden en raakten ze eigenlijk uit de mode. Veel musicalfilm, die volgens de Broadway-methode werden gemaakt, flopten dan ook. Voorbeelden zijn de Man of La Mancha (1972), Lost Horizon (1973), A Little Night Music (1977), The Wiz (1978) en Hair (1979). Toch wisten Fiddler on the Roof (1971), Cabaret (1972), Jesus Christ Superstar (1973), The Rocky Horror Picture Show (1975) en natuurlijk Grease (1978) enorme successen te worden. Op Fiddler on the Roof na maakten de musicals gebruik van moderne musical en sneden ze vaak thema's aan die meer bij die tijd pasten.

In de jaren 80 groeide het vertrouwen in de musicalfilm, doordat Broadway goed liep. Desondanks bleef het genre niet heel erg belangrijk. Hoewel Annie (1982), Footloose (1984), A Chorus Line (1985) en Dirty Dancing (1987) nu als klassiekers worden gezien, werden er toen toch niet heel veel musicalfilms gemaakt. Little Shop of Horrors (1986) opende de weg voor musicals met een meer duistere kant: de musical zelf bevat zelf onder meer een monsterachtige plant. In de jaren 90 werd onder Cry-Baby (1990) en Evita (1996) gemaakt. Disney beleefde een succesvolle terugkomst. Na The Little Mermaid (1989) maakte Disney een rij van allerlei populaire, geanimeerde musicalfilms. De films werden musicalfilms zodat ze later ook op het toneel konden worden opgevoerd. Onder meer Beauty and the Beast (1991), Aladdin (1992) , Pocahontas (1995), The Hunchback of Notre Dame (1996) en Mulan (1998) zijn hier voorbeelden van. Andere filmstudio's streefden ook naar succes met dergelijke films, zoals Anastasia (1997) en The Prince of Egypt (1998).

Heropleving (2001-heden)

Rond 2000 werden groots opgezette historische films erg populair. Het musicalgenre bleek hier goed in te passen, aangezien veel musicals zich ook in een oudere tijd afspelen. Moulin Rouge! (2001) werd de eerste succesvolle musicalfilm in lange tijd die niet geanimeerd was. Een jaar later volgde Chicago (2002), dat tevens een Oscar voor beste film wist te winnen. De laatste jaren is er dus een nieuwe formule ontstaan; groots opgezette musicals met een historische achtergrond. Veel Broadway-musicals passen in deze formule, zoals The Phantom of the Opera (2004), Dreamgirls (2006), Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street (2007), Hairspray (2007), Les Misérables (2012), Into the Woods (2014), La La Land (2016) en The Greatest Showman (2017).

Hoewel de musicals zich afspelen in de geschiedenis wordt er gebruikgemaakt van moderne filmtechnieken en moderne muziek. Tevens worden er zelfs oudere musicalfilms opnieuw gemaakt met acteurs en technieken van nu. Hairspray (2007) en A Star is Born (2018) zijn hier voorbeelden van. Overigens zijn er ook musicals die totaal afwijken van deze formule. Disney maakte met The Princess and the Frog (2009) opnieuw een comeback, waarna onder meer Tangled (2010), Frozen (2013) en Moana (2016) volgden.

Gedurende de laatste jaren zijn ook musicalfilms populair geworden vanwege de beroemde nummers die erin worden getoond, van bijvoorbeeld een artiest of een bepaalde periode. De nummers bestonden hierbij al lang voordat de musicalfilm er was en er is een (simpel) verhaal omheen bedacht. Voorbeelden zijn Mammia Mia! (2008), dat de muziek van ABBA gebruikt, en Walking on Sunshine (2014), met muziek uit de jaren 80.

Voorbeelden

In 2006 maakte de American Film Institute een lijst van de 25 beste musicals. Hieronder staan deze beschreven met uitleg over het verhaal en bekende nummers:

  • Singin' in the Rain (1952) - Deze film gaat over de grootste gebeurtenis in de filmgeschiedenis, de omschakeling van geluidloze naar geluidsfilm. In de film speelt het zogenaamde sterrenkoppel Don en Lina een rol, maar in werkelijkheid houdt Don helemaal niet van Lina. Door de komst van de geluidsfilm blijkt Lina's zangstem niet geschikt te zijn en het meisje Kathy zingt het daarom in, maar ondertussen komen Don en Kathy dichter tot elkaar. Vooral het gelijknamige nummer Singin' in the Rain is bekend.
  • West Side Story (1961) - Deze film is een moderne remake van het verhaal van Romeo en Julia. Het verhaal speelt zich af in het New York van de jaren 50 waar een onderlinge strijd is tussen de Puerto Ricaanse immigranten en de oorspronkelijke inwoners. Maar wat als een Puerto Ricaans meisje en een Amerikaanse jongen verliefd op elkaar worden. Vooral de liederen America, Maria, Somewhere, A Boy Like That en Tonight zijn bekend.
  • The Wizard of Oz (1939) - Deze film vertelt het verhaal waarmee menig Amerikaan is opgegroeid. In Kansas probeert het meisje Dorothy het huis te ontvluchten, maar zij wordt met haar huis opgetild door een tornado en komt in het magische land van Oz terecht. Ze wil naar huis en moet daarvoor de tovenaar van Oz te vinden en ontmoet vrienden onderweg. Het bekendste nummer is Somewhere over the Rainbow, gezongen door Judy Garland. Dit wordt zelfs gezien als het beste nummer in een film ooit.
  • The Sound of Music (1965) - Deze film vertelt het liefdesverhaal van de Oostenrijkse non Maria von Trap. Een vrouw die ongeschikt voor het nonnen leven is en terechtkomt bij een vader van zeven kinderen. Ze weet de harten van de kinderen te veroveren en met de vader uiteindelijk te trouwen, maar hierna breekt de Tweede Wereldoorlog uit en moet het gezin vluchten. Bekende nummers zijn Do Re Mi, My Favourite Things, Climb Every Mountain, The Lonely Goatherd en Edelweiss.
  • Cabaret (1972) - Deze film speelt zich in het Berlijn van de jaren 30 af. Een Amerikaanse zangeres in een nachtclub en een Britse hoogleraar krijgen een bijzondere vriendschap die uitbloeit tot een bijzondere relatie. Op de achtergrond van het verhaal ziet men Berlijn veranderen, de gevechten tussen de communisten en nationaalsocialisten en de opkomst van Hitler. Bekende nummers zijn Maybe This Time, Mein Herr en Cabaret.
  • Mary Poppins (1964) - Deze film gaat over de perfecte nanny Mary Poppins, die gaat werken bij de familie Banks, waarvan de ouders met andere zaken dan de kinderen bezig zijn. Met hulp van schoorsteenveger Bert beleven de kinderen met Mary Poppins allerlei avonturen, zoals het springen in een krijttekening, en de nanny weet ook de ouders en de kinderen dichter tot elkaar te brengen. Bekende nummers zijn A Spoon Full of Sugar en Supercalifragilisticexpialidocious.
  • A Star is Born (1954)
  • My Fair Lady (1964)
  • An American in Paris (1951)
  • Meet Me in St. Louis (1944)

Zie ook

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Musicalfilm&oldid=896169"