Koninkrijk Spanje (1716-1873)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Koninkrijk Spanje
Reino de España

Flag of Spain (1785–1873, 1875–1931).svgEscudo de España Amadeo de Saboya.svg

España provincial 1850.jpg

Koninkrijk Spanje

Hoofdstad Madrid
Talen Spaans, Catalaans, Baskisch
Religie Rooms-katholicisme
Adellijk huis Huis Bourbon
Bestuursvorm Monarchie
Portaal Portal.svg Spanje en Geschiedenis

Het koninkrijk Spanje was een koninkrijk dat bestond van 1716 tot 1873. Het koninkrijk ontstond door de verschillende staten waar Spanje uit bestond samen te voegen tot een land. Deze landen hadden overigens al dezelfde vorst (een personele unie), maar officieel nog aparte staten. Het koninkrijk Spanje stond als gevolg van de Spaanse Successieoorlog.

Voorheen bestond Spanje uit het vorstendom Catalonië, het koninkrijk Valencia, het koninkrijk León, het koninkrijk Aragón en het koninkrijk Castilië. Na de decreten van Nueva Planta werd het koninkrijk gesticht met Filips V als hun koning. Spanje zou een koninkrijk blijven tot aan het aftreden van koning Amadeus I, die in 1873 aftrad. Hierna werd Spanje een republiek, de Eerste Spaanse Republiek, maar paar jaar later werd de monarchie weer hersteld.

Voorgeschiedenis

Spanje werd pas in 1716 verenigd als één land, maar bestond al voor deze tijd. Spanje bestond uit allerlei kleine landjes. Deze kleinere landjes waren verbonden in twee "unies"; de Kroon van Castilië en de Kroon van Áragon. Deze twee unies hadden dezelfde koning. De Kroon van Castilië werd bestuurd door de "koning van Castilië" en de Kroon van Áragon door de "koning van Áragon". In 1469 ontstond een unie tussen de Kroon van Castilië en de Kroon van Áragon, aangezien Isabella I van Castilië en Ferdinand II van Aragon met elkaar trouwden. Hierna zouden beide kronen door één koningspaar bestuurd worden. In 1516 werd keizer Karel V koning van beide kronen, waardoor de twee kronen voortaan door één vorst werden bestuurd. De verschillende landjes werden echter allemaal apart bestuurd, maar stonden samen bekend als "Spanje".

Deze situatie bleef zo tot 1700. Dat jaar overleed koning Karel II. Er ontstond toen een probleem, aangezien Karel II geen kinderen had. Op zijn sterfbed wees Karel II de Franse prins Filips van Anjou aan tot koning van Spanje. Filips van Anjou was de kleinzoon van de Franse koning Lodewijk XIV en derde in lijn voor de Franse troon. Frankrijk was toentertijd het machtigste land in Europa. De andere Europese landen waren bang dat Frankrijk en Spanje één land zouden gaan vormen. Hierdoor zou Frankrijk nog machtiger worden. Hierdoor ontstond de Spaanse Successieoorlog, die tot 1714 duurde. Uiteindelijk mocht Filips van Anjou (Filips V) koning van Spanje blijven. Wel moesten hij (en zijn nakomelingen) afzien van de Franse troon. Hierdoor zouden Frankrijk en Spanje nooit één land kunnen vormen.

Verloop

18e eeuw

Spanje in de 18e eeuw

Spanje bestond nog steeds uit allerlei aparte koninkrijkjes. Koning Filips V maakte hier een einde aan met de Decretos de Nueva Planta. Hierdoor werd Spanje voor het eerst als één koninkrijk bestuurd. Filips V was geïnspireerd door Frankrijk. Hij wilde een sterk centraal bestuur voor Spanje. Dit betekent dat de verschillende regio's minder te zeggen kregen. Ook wilde hij dat de koning de absolute macht kreeg, zoals in Frankrijk. In 1724 trad Filips V af, waaronder zijn zoon (Lodewijk I) koning werd. Dit duurde niet erg lang, aangezien Lodewijk I zeven maanden later overleed aan de pokken. Filips V werd hierdoor opnieuw koning tot aan zijn dood in 1746.

Spanje werd weer een belangrijke macht in Europa. Spanje heroverde de gebieden in Italië die het na de Spaanse Successieoorlog had verloren. In 1717 kreeg Spanje Sardinië terug, in 1735 Napels en Sicilië en in 1748 Parma, Piacenza en Guastella. Spanje vocht ook de Zevenjarige Oorlog aan de kant van Frankrijk. Samen met de Fransen viel Spanje buurland Portugal binnen, maar dit eindigde erg slecht. Spanje moest haar kolonie Florida afstaan, maar kreeg deze in 1783 terug aan het einde van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.

Ondertussen kwam de verlichting uit Frankrijk naar Spanje. In Spanje was Benito Feijóo een belangrijk figuur in deze periode. Hij was een monnik die de wetenschap steunde. De conservatieven waren niet blij met de verlichting. Er kwam censuur en ook werd de inquisitie ingezet. De macht van de inquisitie werd later erg ingeperkt. Net als in Frankrijk had Spanje een standenmaatschappij. Er waren drie standen; de geestelijkheid, de adel en het gewone volk. De geestelijkheid en de adel hadden grote rijkdom en waren met weinig. Het gewone volk was met veel en leefde in grote armoede.

Napoleon

Aan het begin van de Eerste Coalitieoorlog vocht Spanje tegen Frankrijk, maar in 1796 liep Spanje over en werd bondgenoten van Frankrijk. De Spaanse koning Karel IV was namelijk bang dat Frankrijk Spanje zou binnenvallen. Spanje had een nederlaag geleden tegen Frankrijk. Een mogelijk inval zou het einde kunnen zijn van de monarchie. Karel IV wilde dus een inval voorkomen. Toen Napoleon Bonaparte in Frankrijk aan de macht kwam, bleef Spanje trouw aan Frankrijk. De Britten vielen Spanje daarom ook aan tijdens de slag bij Trafalgar in 1805. Hierbij werd de Spaanse vloot vernietigd.

Napoleon had echter een hekel aan de Spaanse monarchie, aangezien deze vrij incompetent was. Zo was er een handelsverbod met de Britten, maar Spanje verbrak dit voor een tijdje. In 1808 gaf Frankrijk hulp aan Spanje om Portugal binnen te vallen. Wat de Spanjaarden niet wisten was de Fransen ook Spanje bezetten. Hierdoor brak een volksopstand uit en koning Karel IV moest aftreden. Hij werd kort opgevolgd door zijn zoon, koning Ferdinand VII. Karel IV claimde enkele dagen later opnieuw de troon. Hierdoor ontstond chaos over wie koning was. Napoleon nodigde vader en zoon uit voor een gesprek in Bayonne om het probleem op te lossen, waarna beide koningen troonsafstand deden. Napoleon wees vervolgens zijn broer, Jozef Bonaparte, aan tot nieuwe koning van Spanje.

Het probleem was echter dat Jozef Bonaparte enorm onpopulair in Spanje was. Veel Spanjaarden waren trouw aan hun eigen koningshuis en moesten niets weten van de Fransen. Hierdoor braken door heel Spanje gevechten, opstanden en oorlogen uit. Deze gebeurtenissen worden samen de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog genoemd. Deze situatie zorgde ervoor dat Spanje zijn koloniën niet onder controle kon houden. In Latijns-Amerika braken verschillende onafhankelijkheidsoorlogen uit geleid door o.a. José de San Martín en Simón Bolívar. Alle Spaanse koloniën in Amerika (met uitzondering van Puerto Rico, Florida en Cuba) verklaarden zich onafhankelijk. Hierdoor verloor Spanje het grootste deel van haar koloniale rijk.

Koning Ferdinand VII

Uiteindelijk werd Jozef Bonaparte uit Spanje verdreven. Koning Ferdinand VII keerde terug op de troon en Spanje werd opnieuw onafhankelijk. De situatie in Spanje werd teruggedraaid naar voor de oorlog. Door de oorlog ontstonden echter veel geldproblemen. Grote delen van het land waren verwoest, veel landbouw was vernietigd en er was grote armoede. De overheid had zo weinig geld dat men de soldaten niet eens kon betalen. De Spanjaarden besloten toen om de kolonie Florida aan de Verenigde Staten te verkopen. Uiteindelijk kwamen de liberalen aan de macht. Hierdoor moest Ferdinand VII een grondwet tekenen, waardoor de macht van de koning werd beperkt.

In 1820 ontstond er echter een opstand tegen de liberale regering; de Trienio Liberal. Deze opstand zou tot 1823 duren. Tijdens de opstand vochten de liberalen (pro-grondwet) tegen de conservatieven (pro-koning). Het conflict eindigde een Franse invasie van Spanje, waarvoor andere Europese landen toestemming hadden gegeven. De liberale regering werd omvergeworpen en de koning kreeg opnieuw de absolute macht in handen. De situatie werd hierna iets rustiger, maar bleef enorm gespannen. Ferdinand VII had namelijk alleen maar dochters. Vrouwen mochten toentertijd niet over Spanje regeren. Hierdoor zou Ferdinands broer (Karel) hem opvolgen. Karel was geliefd onder de conservatieven, maar niet onder de rest van de bevolking. Dit zou een nieuwe volksopstand kunnen hebben veroorzaakt. In 1830 kwam er een oplossing; Ferdinands oudste dochter (Isabella) zou hem opvolgen. Karel vluchtte vervolgens naar Portugal.

Koningin Isabella II

Ferdinand VII overleed in 1833 en werd opgevolgd door zijn dochter, koning Isabella II. Direct na haar aantreden brak al een oorlog uit; de Eerste Carlistenoorlog. Isabella was slechts 3 jaar oud, waardoor haar moeder regent was. Haar oom, Karel, viel Spanje binnen om de troon te claimen. Hij werd gesteund door de Carlisten (zijn aanhangers). De oorlog duurde tot 1839 en de Carlisten verloren. Hierdoor bleef Isabella II op de troon.

Vervolgens werd generaal Baldomero Espartero in 1840 de regent van Isabella II. Hij voerde veel liberale hervormingen door. Deze hervormingen waren niet geliefd onder de bevolking. Hierdoor ontstonden nieuwe opstanden in Spanje, waaronder een Carlistenopstand in Catalonië tussen 1846 en 1849. Isabella II was uiteindelijk oud genoeg om te regeren. Ze was echter enorm onpopulair en steeds meer mensen keerden zich tegen haar. Er ontstonden opnieuw opstanden. Uiteindelijk werd ze gedwongen om af te treden tijdens de Spaanse revolutie van 1868. Isabella II werd verbannen naar Frankrijk, waar ze de rest van haar leven bleef wonen.

Einde

Vervolgens ging Spanje op zoek naar een nieuwe koning. In 1870 werd Amadeus I uit het huis Savoye de nieuwe koning van Spanje. Amadeus I was de tweede zoon van de Italiaanse koning Victor Emanuel II. Amadeus I was erg liberaal en ging akkoord met een Spaanse grondwet. Hij kreeg de taak om de Spaanse politieke partijen een regering te laten vormen. Dit was erg moeilijk, aangezien Spanje tot op het bot verdeeld was. Niet alleen stonden de partijen mijlenver uit elkaar, maar zelfs in de partijen zelf was grote onenigheid.

Hierna ontstond ook een schandaal en een opstand binnen het leger. Amadeus I was in 1873 klaar met het koningschap. Volgens hen konden de Spanjaarden niet bestuurd worden en besloot om af te treden. Spanje zat hierdoor zonder koning. Een deel van de Spanjaarden was inmiddels klaar met de monarchie. Zij wilden een republiek en grepen hun kans. Zij vormden een regering en schaften de monarchie af. Hierdoor ontstond de Eerste Spaanse Republiek. Overigens was deze republiek maar van korte duur. In 1874 werd de monarchie al weer hersteld.

Koningen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Koninkrijk_Spanje_(1716-1873)&oldid=788472"