Communisme
Communisme is een politieke en economische leer die privé-eigendom en een op winst gebaseerde economie wil vervangen door gemeenschappelijk eigendom. Er zijn verschillende vormen van communisme, bijvoorbeeld het anarcho-communisme en het christelijk communisme. De marxistische varianten zijn de bekendste vormen.
Deze ideologie streeft naar een land zonder regering, een "staatloze" en "klasseloze" maatschappij, waarin geen politieke en economische verschillen, zoals inkomensverschillen bestaan. Ook bestaan er geen landen meer. Dit is echter nooit gerealiseerd.
Het alledaagse communisme zoals we dat uit de geschiedenis kennen, komt of kwam voor in staten met een éénpartijenstelsel, zoals de Sovjet-Unie. Deze staat was niet communistisch maar volgens bovenbedoelde formule, hoewel de partij daar Communistische Partij van de Sovjet-Unie (KPSS) heette. De Sovjet-Unie noemde zichzelf socialistisch. Socialisme is bedoeld als een tussenfase tussen kapitalisme en communisme. Het proletariaat (het "volk") was er echter niet aan de macht, maar een kliek van machthebbers, namelijk de leden van de communistische partij. De levensbeschouwing van de communisten is atheïsme. Ze geloven in een heilstaat als een paradijs voor de arbeiders, niet in God. Mensen niet meewerken aan het communistisch ideaal liepen in de Sovjet-Unie het risico te worden doodgeschoten of verbannen naar de Gulag Archipel. Dat laatste is een soort concentratiekamp zoals we dat kennen van Adolf Hitler, maar dan in de Siberische kou.
In democratieën zoals Nederland hebben communistische partijen nooit veel macht gehad en had de CPN (Communistische Partij van Nederland) nooit meer dan 7 zetels in de Tweede Kamer. In landen als Italië en Frankrijk bestonden wel grote communistische partijen.
Theorie
Communisten vinden dat de wereld oneerlijk is. Zij vinden het eerlijk dat mensen die werken de opbrengst van hun werk zelf mogen houden. Op de vraag waarom ze de wereld oneerlijk vinden antwoorden ze dat je moet kijken naar de manier waarop 'de productie' is georganiseerd. Voor de productie van iets heb je 'productiemiddelen' nodig: - Arbeid (zelf werken) - Kapitaal (werktuigen, gebouwen en geld) - Natuur (grondstoffen zoals olie, kolen en ijzer)
Het feit dat deze productiemiddelen in het bezit van een kleine groep mensen zorgt ervoor dat de opbrengst naar deze kleine groep mensen gaat en niet naar degene die werkt. Deze kleine groep eigenaren heten de 'kapitalisten'.
De kapitalisten zorgen voor de oneerlijkheid volgens de communisten omdat ze zelf niet of weinig werken maar de arbeiders te laten werken terwijl de kapitalisten veel meer verdienen.
Communisten geloven dat de enige manier om communisme te bereiken een revolutie is. Tijdens deze revolutie nemen de arbeiders de politieke macht en de productiemiddelen over en delen het eerlijk via democratie. Dit heet de dictatuur van het proletariaat (niet te verwarren met een normale dictatuur waarin één iemand alle macht heeft).
Veel communisten zoals de marxistische communisten geloven dat communisme pas bereikt kan worden na een tussenfase die ze "socialisme" noemen. In het socialisme (de marxistische variant) bestaat er wel een staat en bestaan er ook nog landen maar bestaan er geen klassen. In een socialistische staat zijn de "productiemiddelen" (bedrijven en fabrieken bijvoorbeeld) in handen van de arbeiders en is de samenleving er een zonder rangen en standen ("klasseloze maatschappij"). De inkomstenverschillen zijn er gering. Een dokter verdient dus niet heel veel meer dan een havenarbeider omdat communisten geloven dat al het werk even belangrijk is. Landen met een communistische beweging worden ook 'socialistische landen' of 'arbeidersstaten' genoemd.
Geschiedenis
Het communisme bestaat als gedachte al heel lang. Plato beschrijft het in zijn 'Staat' (Politeia) als een toestand waarin de heersende klasse (de wachters) al hun bezittingen, vrouwen en kinderen delen. In kloosters hadden monniken hun bezit gemeenschappelijk. Iedereen had toen hetzelfde idee, namelijk het christendom. Zo hield men zich eigenlijk wel aan een soort van communistisch ideaal. Tijdens de Franse Revolutie was het streven naar communisme ook groot. Karl Marx en Friedrich Engels waren theoretici die aan de wieg van het 20ste-eeuwse communisme hebben gestaan.
In de 20ste eeuw nam het socialisme een hoge vlucht. Het vroegere Rusland, de Sovjet-Unie, was een grote socialistische staat. Alleen in Amerika, de bakermat van het door communisten gehate kapitalisme, heeft het nooit vaste voet kunnen krijgen. Nu heet China nog een socialistisch land dat zich echter in vele opzichten gedraagt als een kapitalistische staat.
Lenin heeft als eerste het communisme (bolsjewisme heette het toen meestal) in de praktijk gebracht bij de Russische Revolutie, een gewelddadige staatsgreep. Rusland werd toen (herfst 1917) een communistisch land met de naam Sovjet-Unie. Toen Lenin overleden was nam Stalin de macht over die van de Sovjet-Unie die hij onder zijn dictaat stelde.
In China was Mao Zedong de leider van de communisten die na een tientallen jaren lange burgeroorlog de macht greep. In Cuba was Fidel Castro jarenlang staatsleider.
Om de communistische heilstaat te laten ontstaan werden tientallen miljoenen tegenstanders, gelovigen en andere groepen vermoord.
Toen in 1989 de Berlijnse Muur viel en Oost-Europa onafhankelijk werd, stortten ook de socialistische landen grotendeels in. Tegenwoordig zijn er nog maar weinig socialistische landen. De meeste socialistisch landen zijn kapitalistisch geworden. Een aantal zijn nu ook lid van de Europese Unie, zoals Polen en de Baltische Staten (die vroeger bij de Sovjet-Unie hoorden).
Communistische landen
Het bekendste was natuurlijk de Sovjet-Unie, maar er zijn nog steeds communistische landen in de wereld. Hier staan ze opgesomd:
Noord-Korea wordt soms ook tot de communistische landen gerekend, maar de Arbeiderspartij van Korea hangt een andere ideologie genaamd juche aan. Juche en communisme vertonen overigens wel veel overeenkomsten.
Van deze landen is eigenlijk alleen Cuba echt communistisch. China, Laos en Vietnam noemen zichzelf nog wel socialistisch, maar hebben eigenlijk meer een kapitalistische economie. In Nepal staat aan het hoofd van de regering een communist, maar dit land is democratisch. Laos en Noord-Korea noemen zich ook democratisch, maar dat zijn ze niet. Een land waarin het socialisme voorkomt hoeft natuurlijk niet meteen een niet-democratisch land te zijn.
Videoclips
- Geweld en levensbeschouwing: Lenin en Stalin
- Robespierre als grondlegger van de staatsterreur
- Atheïsme en communisme
- Invloed van de paus op de ondergang van het communisme