Speciësisme: verschil tussen versies
Regel 23: | Regel 23: | ||
===Argumenten tegen=== | ===Argumenten tegen=== | ||
Tegenstanders van speciësisme hebben de volgende argumenten: | Tegenstanders van speciësisme hebben de volgende argumenten: | ||
− | * Moraal: dieren kunnen emoties als pijn en plezier voelen. Volgens anti-speciësisme is de pijn van een hond niet erger dan de pijn van een varken. Speciësisme kan dus leiden tot meer lijden bij dieren. | + | * Moraal: dieren kunnen emoties als pijn en plezier voelen. Volgens anti-speciësisme is de pijn van een hond niet erger dan de pijn van een varken. Speciësisme kan dus leiden tot meer lijden bij dieren. Daarnaast bestaan er ook religieuze argumenten tegen speciësisme. |
* Cultuur: welke dieren we wel en niet gebruiken verschilt per cultuur. Het is dus geen morele verantwoording of natuurlijk proces, maar eerder een [[traditie]]. | * Cultuur: welke dieren we wel en niet gebruiken verschilt per cultuur. Het is dus geen morele verantwoording of natuurlijk proces, maar eerder een [[traditie]]. | ||
* Niet-noodzakelijk: in het grootste deel van de moderne wereld is het gebruik van dieren voor menselijk consumptie niet-noodzakelijk. Zo bestaan er inmiddels een hoop alternatieven voor [[vlees]], [[bont]], [[Leer (stof)|leer]], [[melk]], etc. | * Niet-noodzakelijk: in het grootste deel van de moderne wereld is het gebruik van dieren voor menselijk consumptie niet-noodzakelijk. Zo bestaan er inmiddels een hoop alternatieven voor [[vlees]], [[bont]], [[Leer (stof)|leer]], [[melk]], etc. |
Huidige versie van 5 sep 2025 om 12:50

Speciësisme is een vorm van discriminatie waarbij wezens op basis van hun soort onderscheiden worden. Vaak bedoelt men hierbij discriminatie van dieren (vaak gewervelde dieren) door de mens. De mens kijkt naar de eigenschappen van een dierensoort of hoe nuttig een dierensoort kan zijn. De mens ziet het als "natuurlijk" dat bepaalde dieren op zo'n manier gebruikt worden. De mens beschouwt zich hierbij niet zelf als dier.
Het woord speciësisme is afkomstig uit de dierenrechtenbeweging. De term werd bedacht door Richard Ryder. Toch werd de term bekend gemaakt door de Amerikaanse filosoof Peter Singer.
Betekenis
De mens gebruikt verschillende diersoorten op verschillende manieren. Zo worden honden en katten als huisdier gezien, terwijl koeien en varkens als landbouwdieren gebruikt worden. Huisdieren worden gezien als gezelschapsdieren, terwijl landbouwdieren voor hun vlees, vacht en/of melk gehouden worden. Deze situatie is niet nieuw, maar bestaat al eeuwenlang. Het gaat zelfs terug naar de prehistorie en het ontstaan van de mens. Ook in zeer oude boeken (waaronder de Bijbel) komen vormen van speciësisme voor. Zo worden ezels als lastdieren gebruikt, worden schapen, geiten en koeien opgeofferd en wordt door verschillende personages vis en vlees gegeten.
In het boek Why We Love Dogs, Eat Pigs, and Wear Cows (Waarom we houden van honden, varkens eten en koeien dragen) van Melanie Joy vertelt zij dat achter speciësisme een onzichtbaar systeem zit. Zij noemt dat carnisme: het geloof dat het natuurlijk en noodzakelijk is om dieren te eten en te gebruiken. De mens heeft verschillende psychologische mechanismen hiervoor. Een van die mechanismen is door een onderscheid te maken tussen dieren. Dat is voor een groot gedeelte cultureel bepaald. In westerse landen vinden mensen het vreemd en slecht om hondenvlees te eten, terwijl zij geen problemen hebben met het eten van rundvlees (het vlees van de koe). In andere landen (zoals in India) is juist het eten van rundvlees verwerpelijk of wordt hondenvlees eten normaal gezien (zoals in China).
Speciësisme is niet iets dat zich specifiek bij de mens voordoet. Verschillende diersoorten gebruiken andere diersoorten voor hun eigen nut. Zo kunnen carnivoren kleinere dieren als prooi (oftewel voedsel) beschouwen. Ook bestaan er vormen van mutualisme, waarbij twee diersoorten naast elkaar leven en van elkaar profiteren.
Discussie
Argumenten voor
Voorstanders van speciësisme zijn voor een groot deel niet bewust van de term. Toch zijn enkele argumenten voor speciësisme:
- Menselijke superioriteit: mensen hebben een bewustzijn, verstand en cultuur. Die eigenschappen zorgen ook voor een verschil van dieren. Daarmee zouden mensen meer morele waarde hebben, waardoor zij boven de dieren staan. In sommige heilige schriften heeft God (of andere macht) de mens boven de dieren gezet.
- Natuurlijke orde: in de natuur zijn er veel dieren die elkaar opeten. Volgens speciësisten wordt het als natuurlijk gezien dat mensen dieren gebruiken voor hun vacht, vlees, melk, etc.
- Praktische noodzaak: dieren leveren onder meer voedsel, medicijnen, arbeid en kleding. In sommige samenlevingen zijn deze dierlijke producten nodig om te overleven. Zeker historisch gezien zouden samenlevingen het zonder deze dierlijke producten niet overleefd hebben.
- Moraal: de moraal is iets menselijk. Dieren hebben geen moraal. Doordat zij niet dezelfde morele plichten hebben, hebben zij ook niet dezelfde rechten.
Het feit dat speciësisten onderscheid maken tussen dieren betekent niet dat zij geen dierenwelzijn kunnen promoten. Zo zijn de meeste speciësisten tegen dierenmishandeling en vinden veel speciësisten dat vee-dieren een goed leven moeten leiden voor de slacht. Toch zit er een verschil tussen dierenwelzijn en dierenrechten.
Argumenten tegen
Tegenstanders van speciësisme hebben de volgende argumenten:
- Moraal: dieren kunnen emoties als pijn en plezier voelen. Volgens anti-speciësisme is de pijn van een hond niet erger dan de pijn van een varken. Speciësisme kan dus leiden tot meer lijden bij dieren. Daarnaast bestaan er ook religieuze argumenten tegen speciësisme.
- Cultuur: welke dieren we wel en niet gebruiken verschilt per cultuur. Het is dus geen morele verantwoording of natuurlijk proces, maar eerder een traditie.
- Niet-noodzakelijk: in het grootste deel van de moderne wereld is het gebruik van dieren voor menselijk consumptie niet-noodzakelijk. Zo bestaan er inmiddels een hoop alternatieven voor vlees, bont, leer, melk, etc.
- Parallellen met andere vormen van discriminatie: anti-speciësisten trekken vaak een parallel met andere vormen van discriminatie zoals seksisme en racisme. Het verschil is dat die vormen vaak op de mens worden toegepast, terwijl speciësisme tussen de mens en dieren gaat.
Dierenrechten
De termen dierenrechten en dierenwelzijn worden vaak door elkaar gebruikt. Hoewel er een overlap is, is er ook een belangrijk verschil. Dierenwelzijn gaat uit een speciësistische blik, waarbij de mens nog altijd boven de dieren staat en onderscheid tussen diersoorten maakt. Het doel van dierenwelzijn is niet om die situatie te veranderen, maar te verbeteren. Dierenwelzijnsorganisaties vinden bijvoorbeeld dat de mens dieren (in bepaalde vormen) kan blijven gebruiken voor eigen nut of plezier. Wel moet de mens is dat proces beter met dieren omgaan. Een voorbeeld van zo'n organisatie is de Dierenbescherming. De Dierenbescherming geeft het Beter Leven-keurmerk uit. De organisatie is niet tegen vleesconsumptie, maar vindt wel dat vleesdieren beter behandeld moeten worden.
Dierenrechten gaat uit van een anti-speciësistische blik. Dat betekent dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen dieren op basis van soort en nut. Het consumeren van varkensvlees wordt als even erg gezien als het consumeren van hondenvlees. De pijn die een koe voelt, is even erg als de pijn die een kat voelt. Dierenrechtenorganisaties zijn vaak abolitionistisch. Dat betekent dat zij juist tegen het menselijk gebruik van dieren in het algemeen zijn. Een voorbeeld daarvan is de organisatie Animal Rights. Die organisatie streeft naar een wereld waarin dieren "bevrijd" zijn van menselijk gebruik.