Friedrich Nietzsche
Friedrich Nietzsche | |
Nietzsche in 1882 | |
Citaat | "God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!" |
Algemene informatie | |
Naam voluit | Friedrich Wilhelm Nietzsche |
Geboren | 15 oktober 1844 |
Geboorteplaats | Röcken in de Duitse Bond |
Overleden | 25 augustus 1900 |
Nationaliteit | Pruisen |
Werk | |
Beroep | Filosoof, dichter & componist |
Tijdperk | Moderne filosofie |
Jaren actief | 1862-1889 |
Stroming | Weimarer Klassik Beïnvloedde het existentialisme en de postmoderne filosofie |
Belangrijkste ideeën | Antinihilisme, heren- en slavenmoraal, de dood van God, wil tot macht |
Invloeden | Aeschylus, Heraclitus, Kant, Plato, Spinoza, Schopenhauer, Wagner |
Beïnvloedde | Adorno, Bataille, Deleuze, Derrida, Evola, Freud, Foucault, Gasset, Heidegger, Marsden, Rorty, Williams |
Levensbeschouwing | Atheïsme |
Bekende werken | Morgenrood (1881) Aldus sprak Zarathoestra (1883-1885) Voorbij goed en kwaad (1886) De genealogie van de moraal (1887) |
Uitgeverij(en) | Ernest Schmeitzner, E.W. Fritzsch & C.G. Naumann de Arbeiderspers, Wereldbibliotheek, Boom uitgevers (Nederland) |
Handtekening | |
Portaal Filosofie |
Friedrich Wilhelm Nietzsche (geboren te Röcken in de Duitse Bond op 15 oktober 1844 – overleden te Weimar in het Duitse Keizerrijk op 25 augustus 1900) was een beroemde Duitse filosoof, dichter en componist. Nietzsche stond bekend om zijn radicale ideeën, waaronder zijn opvattingen over de slavenmoraal en herenmoraal. De übermensch met de Herrenmoraal was het ideaal. De übermensch is bekend geworden door Adolf Hitler, maar die bedoelde het racistisch. Nietzsche bedoelde het moreel.
Levensloop
Nietzsche werd geboren in Röcken, een dorpje ten zuidwesten van de grote stad Leipzig. Toen Nietzsche in dit gebied werd geboren, behoorde het tot Pruisen; tegenwoordig is het Duits. Friedrich was de zoon van Karl Nietzsche, die al in 1849 overleed. Dit had tot gevolg dat Friedrich tussen vrouwen opgroeide; naast zijn moeder en zijn zusje waren ook zijn grootmoeder en twee tantes vaak aanwezig. Toen hij wat ouder was studeerde Nietzsche theologie (godsleer) aan de universiteit van Bonn. Hij stopte hier echter met geloven in een god en besloot filologie (het bestuderen van oude talen) te studeren. Dit werd wel een succes en in 1869, toen hij nog niet eens afgestudeerd was, werd hij al hoogleraar aan de universiteit van Basel. Met zijn 24 jaar was hij daar een van de jongste hoogleraren. Belangrijk voor hem was dat hij nu ook dichtbij Richard Wagner was, een goede vriend van Nietzsche. Nietzsche keek heel erg op tegen Wagner, en hij bracht in 1872 dan ook een boek over Wagner uit: "Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik". Wagner vond het een goed boek en was natuurlijk gevleid, maar de andere filologen op de universiteit niet: zij vonden het boek veel te filosofisch. Ook probeerde hij van filologie naar filosofie over te stappen, maar dit werd tegengehouden door de universiteit. Leerlingen begonnen steeds minder naar zijn lezingen te komen. Ook ging het steeds slechter met zijn gezondheid en begon hij een haat te krijgen tegen het christendom die deels gevoed werd door zijn enorme interesse in klassieke kunst. In 1876 brak hij met Wagner omdat hij vond dat Wagner niet meer dat oude revolutionaire in zijn stukken heeft. Drie jaar later, in 1879, nam hij ontslag, omdat het hoogleraarschap niet meer te combineren was met zijn steeds slechter wordende gezondheid. Nietzsche was op het tijd van ontslag bijna blind en kreeg enorm veel migraineaanvallen.
De eenzame filosoof
Hierna leefde hij op héél veel verschillende plekken, op zoek naar de beste omstandigheden om in te kunnen leven met zijn gezondheid. Hij woonde onder andere in Turijn, Genua en Nice. Hier schommelde zijn gezondheid echter nog meer - soms had hij oplevingen, soms ging het heel slecht. In deze periode schreef Nietzsche de meeste boeken. Hij bleef echter onbekend. Zijn bekendste werk noemde hij "Also sprach Zaratustra" (Zo sprak Zaratustra). Dit boek verkocht zo slecht, dat de uitgever het laatste deel niet meer wilde uitgeven. Mede daarom kocht Nietzsche zelf veel van zijn eigen boeken. Zo kon hij een tweede druk uit laten brengen. Nietzsche werd eenzamer en eenzamer. Nietzsche begon kleine briefjes met cryptische boodschappen te sturen naar bekenden in Duitsland, die hem uiteindelijk terughaalden. Hier verslechterde zijn gezondheid nog erger, hij herkende bijna niemand meer en kreeg waanvoorstellingen.
De vegeterende Nietzsche
Tijdens een opleving, in Turijn in 1889, brak Nietzsche mentaal. Hij moest naar het "gekkenhuis", zoals dat toen werd genoemd. Men dacht toentertijd dat hij leed aan syfilis, een geslachtsziekte (SOA die hij zou hebben opgelopen bij een bezoek aan een prostituee. Moderne wetenschappelijke inzichten wijzen echter eerder op een degeneratie van de hersenbloedvaten en een tumor van het hersenvlies achter het (rechter) oog.
Na een tijd nam zijn moeder hem in huis waar hij tot 1897 bleef wonen tot zijn moeder doodging. Zijn zuster Elisabeth nam alle zorg voor hem op. Hierna bleef hij nog 3 jaar wonen bij zijn zus in Weimar. Elisabeth zorgde voor de definitieve doorbraak van Nietzsche als een groot filosoof. Op 25 augustus 1900 blies Nietzsche op 55-jarige leeftijd zijn laatste adem uit.
Filosofie
Medelijden
Waar veel filosofen medelijden en mededogen als iets goeds zagen, vond Nietzsche het juist slecht. Hij vond het zelfs verachtelijk. Hij stelde dat medelijden schijnheilig is en dat het in feite niks helpt. Hij geef hier een paar argumenten voor:
- Medelijden zorgt ervoor dat jij degene die lijdt als een mindere beschouwt. Je vermindert iemands waardigheid door medelijden met hem te hebben.
- Medelijden is volgens Nietzsche vaak verbonden met wraak en wreedheid.
- Medelijden is egoïstisch. Men is schijnheilig en verbetert zijn eigen welzijn.
Hij zag de christelijke moraal als een "slavenmoraal", een moraal die in het leven zou zijn geroepen om krachtige mensen zwak te maken. Nietzsche ontkende de gelijkheid van de mensen.
Heren- en slavenmoraal
De heren- en slavenmoraal zijn filosofische begrippen die gaan over moraal (handelen op een goede/foute manier). In de klassieke oudheid domineerde een moraal van trots, adellijkheid, zelfstilering, vrijheid en geluk (Nietzsche noemt dit de 'herenmoraal'). Deze moraal werd later vervangen door de joods-christelijke opvatting van moraal als gehoorzaamheid aan God en de wet (de 'slavenmoraal' genoemd): een nederige moraal.
De christelijke moraal was in loop van de eeuwen dominant geworden. Voor Nietzsche waren deze twee moralen niet neutraal; de herenmoraal ziet hij als beter. Hij verweet het christendom dat het de betekenis van goed en kwaad op haar kop heeft gezet: trots en vrijheid veranderden volgens in hoogmoed en losbandigheid. Zo wordt de mens een schuldgevoel aangepraat dat zo ver gaat, dat het het mens-zijn uiteindelijk kapotmaakt, aldus Nietzsche. Hij vond het idee van christelijke naastenliefde dan ook onnatuurlijk. Hij had een enorme hekel aan het christendom en zijn denkbeelden, en hij noemde zichzelf de "filosoof met de hamer" omdat hij brak met de bekende leerstellingen van onder meer het christendom en het boeddhisme.
De dood van God
Volgens Nietzsche zorgt de slavenmoraal ervoor dat men niet vrij kan leven. Men moet volgens hem terug naar de herenmoraal. Hiermee heeft ook Nietzsches bekende doodverklaring van God te maken: volgens hem is het geloof in de christelijke God niet meer houdbaar. Dit godsgeloof was vóór de Verlichting heel belangrijk voor het denken over goed en slecht (de moraal) in Europa. Nu het geloof in God niet meer houdbaar is, stort daarom de hele Europese moraliteit volgens hem in. Daarvoor moet de herenmoraal volgens Nietzsche in de plaats komen.
Zarathoestra
Voor het uitdrukken van deze herenmoraal haalt Nietzsche in zijn werken ook de figuur van Zarathoestra aan, een Iraanse profeet. In de Oosterse traditie wordt hij gezien als een van de eersten die goed en kwaad van elkaar onderscheidde. Nietzsche haalt hem aan, omdat Zarathoestra (zoals aangehaald door Nietzsche) de gemiddelde mens niet zag als een geslaagde schepping. Dat doel is pas bereikt als de mens zich losmaakt van het christelijke denken over goed en kwaad, de christelijke moraal, en volgens de herenmoraal leeft. Nietzsche beschrijft dit einddoel als het worden van de übermensch. Pas dan leeft de mens als een 'vrije Zarathoestra', aldus Nietzsche.
Nazisme en antisemitisme
Nietzsche vond dat de übermensch zelf zijn eigen moraal kon vaststellen en mocht bepalen wat goed en kwaad is. Daar zou geen God of christendom bij nodig zijn.
In 1901, na Nietzsches dood, bracht zijn zuster valselijk onder zijn naam een boek uit: "Zur wille der Macht". In dat boek worden aantekeningen van Nietzsche echter vermengd met haar eigen antisemitische en fascistische opvattingen.
De nazi's misbruikten het werk van Nietzsche. Nazistische denkers, waaronder Alfred Baumler, legden delen van het boek uit alsof ze de komst van Hitler voorspelden. Waar Nietzsches oproep om een übermensch te worden niet van etniciteit afhankelijk was, maakten de nazi's van de übermensch een 'ariër': een witte man met blond haar en blauwe ogen. Daartegenover plaatsen zij de untermensch (min of meer iedereen die geen übermensch was, maar vooral de Joden, Roma en Sinti en Slavische volkeren), een term die niet voorkwam in Nietzsches werk.
Omdat Nietzsche al voor de Eerste Wereldoorlog een beroemdheid was, kende iedereen Nietzsche al. Nietzsche werd veel door de soldaten aan het front gelezen vanwege de heroïsche en strijdlustige stukken in zijn boek "Also sprach Zaratustra". Dit maakte het makkelijk voor de nazi's om het werk anders uit te leggen en naar hun hand te zetten. In tegenstelling tot de propaganda van de nazi's veroordeelde Nietzsche het antisemitisme. Ook keerde hij zich tegen het nationalisme. Hoewel Nietzsche loyaliteit aan de juiste staten met een herenmoraal (denk aan een aristocratie uit de klassieke oudheid) goedkeurde, vond hij de vaderlandsliefde uit zijn tijd juist een voorbeeld van de slavenmoraal.
Werken
- 1862 - Fatum und Geschichte
- 1862 - Willensfreiheit und Fatum
- 1863 - Kann der Neidische je wahrhaft glücklich sein?
- 1868 - Homer und die klassische Philologie
- 1871 - Der Griechische Staat
- 1872 - Die Geburt der Tragödie; volledige titel Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik, uitg. Fritzsch, Leipzig (1872)
- 1872 - Ueber die Zukunft unserer Bildungsanstalten
- 1873 - Über Wahrheit und Lüge im außermoralischen Sinn
- 1874- Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben: zweite unzeitgemässe Betrachtung
- 1873-1876 - Unzeitgemässe Betrachtungen
- 1878-1880 - Menschliches, Allzumenschliches
- 1880 - Der Wanderer und sein Schatten; volledige titel Der Wanderer und sein Schatten - Zweiter Nachtrag zu "Menschliches u. Allzumenschliches"
- 1881 - Morgenröte. Gedanken über die moralischen Vorurteile
- 1882 - Die fröhliche Wissenschaft
- 1883-1885 - Also sprach Zarathustra. Dit is zijn bekendste boek. Hier vertelt hij over de Übermensch. Later zou Richard Strauss een muziekstuk maken dat geïnspireerd was door dit boek.
- 1886 - Jenseits von Gut und Böse
- 1887 - Zur Genealogie der Moral
- 1888 - Der Fall Wagner
- 1889 - Götzen-Dämmerung
- 1889 - Der Antichrist
- 1889 - Ecce Homo ()
- 1889 - Dionysos-Dithyramben
- 1889 - Nietzsche contra Wagner
- 1869-1889 - Nachlass
- 1901 - Zur Wille der Macht. Dit is een fascistisch boek gebaseerd op aantekeningen van Friedrich Nietzsche, maar uitgewerkt door zijn zuster. Het is moeilijk om te herleiden wat precies van Friedrich en wat van zijn zuster was.
- 1940 - Umwertung aller Werte: aus dem Nachlass zusammengestellt und herausgegeben von Friedrich Würzbach (Bestaat uit vier boeken: Kritiek der hoogste waarden, gemeten aan het leven, Morfologie en ontwikkelingsleer van de wil tot macht, De zelfoverwinning van het nihilisme en Middag en eeuwigheid.)
Kijk verder
- Friedrich Nietzsche (1844 – 1900) (HUMAN/Grote denkers)
- Friedrich Nietzsche en de dood van God (Levensbeschouwing.net)
- Wie was Nietzsche? (NTR/Clipphanger)