Eindhoven in de Tweede Wereldoorlog

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Tweede Wereldoorlog was een van de grootste en dodelijkste oorlogen ooit, waarbij miljoenen mensen stierven.[1] Net als in talloze andere plaatsen, heeft Eindhoven in de Tweede Wereldoorlog veel geleden en zijn er veel sporen achtergelaten. Zo namen Duitse soldaten de fabrieken van Philips over en werd de stad meerdere keren gebombardeerd.[2]

Voorgeschiedenis

Een luchtfoto van de Philipsfabrieken in Eindhoven in 1928

In de jaren '30 van de 20e eeuw groeide Eindhoven hard door de uitbreiding van het bedrijf Philips en de oprichting van DAF. De stad kreeg meer dan 100.000 inwoners en werd een belangrijk centrum voor industrie. Er kwamen nieuwe wegen, kanalen en voorzieningen voor de mensen. Eindhoven veranderde van een klein stadje in een moderne stad.

In Nederland waren er, net als in andere landen, veel mensen werkloos en arm. Door de crisis en ontevredenheid over de politiek groeide het verlangen naar verandering. In 1931 ontstond de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). De NSB-aanhangers geloofden dat een sterke partij met één leider voor een betere toekomst zou zorgen.[3] In maart 1933 begon een kleine groep mensen in Eindhoven met het uitbouwen van de NSB-kring, en in 1934 werd de Eindhovense afdeling officieel een NSB-kring en kreeg een eigen kringhuis. De NSB-afdeling in Eindhoven groeide door de verkoop van het weekblad Volk en Vaderland. Er waren veel interne conflicten en veel leden en bestuursleden stapten op. Toch behaalden ze bij de Provinciale Statenverkiezingen van 1935 twee zetels. Dit liet hun groeiende invloed in de regio zien. In 1938 was de NSB actief in Eindhoven en Helmond. Ze verspreidden 5.000 exemplaren van hun krant Volk en Vaderland. Ondanks het einde van de economische crisis en de dreiging van oorlog met Duitsland, verloor de NSB in 1939 in alle provincies steun. In het najaar van 1939 werd de NSB verdacht van het plannen van een staatsgreep in Nederland. De vriendschap met Duitsland had een slechte invloed op het imago van de partij.[4]

In Duitsland had zich namelijk van alles afgespeeld. Adolf Hitler kwam in januari 1933 met de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) aan de macht toen hij door president Paul von Hindenburg werd benoemd tot rijkskanselier. Kort daarna breidde hij zijn macht uit, en Duitsland begon zich voor te bereiden op oorlog. In 1939 stond Duitsland op het punt Nederland binnen te vallen.[5]

De Duitse inval in Eindhoven

Duitse troepen marcheren door Eindhoven op 18 mei 1940

Het was duidelijk dat de oorlog niet meer te vermijden was. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Zonder waarschuwing of oorlogsverklaring stak het Duitse leger de grens over. De Nederlandse regering bevestigde dat het land in oorlog is met Duitsland, en op veel werkplekken heerst verwarring en angst.[6] Op 11 mei verlieten enkele Philips-leiders en andere rijkere mensen Eindhoven en gingen ze naar het westen. Veel van hen konden per boot naar Engeland ontsnappen, maar de meeste inwoners van Eindhoven konden niet weg. Op 12 mei arriveerden de Duitse troepen in Eindhoven. Er was geen verzet. De Duitsers hingen overal aanplakbiljetten op met nieuwe regels waar mensen zich aan moesten houden. Het luchtalarm ging niet meer af, omdat de vliegtuigen van de Duitsers de hele dag overvlogen. In de avond kwam er een avondklok, en na 20.00 uur mocht niemand meer naar buiten. Op 13 mei trokken lange colonnes Duitse voertuigen door Nederland, onder andere richting Eindhoven en Best. In verschillende steden plaatsen Duitse soldaten mitrailleurs en bereidden ze zich voor op mogelijke aanvallen. Sommige bewoners raken in paniek en verlaten hun huizen.[6]

Op 14 mei worden nieuwe regels ingevoerd, zoals het verplicht luisteren naar de Duitse radio en het accepteren van de Reichsmark als betaalmiddel. Ondertussen wordt Rotterdam gebombardeerd, waarbij veel burgers omkomen en grote delen van de stad worden verwoest. Later op de dag maakt de Nederlandse legerleiding bekend dat de strijd vanwege de overmacht wordt gestaakt. Nederland gaf zich die dag, na het bombardement op Rotterdam, officieel over.

Leven onder Duitse bezetting

Eind mei 1940 bezetten de Duitsers verschillende gebouwen in Eindhoven.[7] De politie in Eindhoven bood geen tegenstand tegen de Duitse bezetters. De politiecommissaris was niet tegen, maar vóór de Duitsers. In Helmond arresteerden politieagenten wel Duitse militairen, maar in Eindhoven moesten agenten hun pistolen inleveren.[8] Veel gebouwen in de stad werden ingenomen voor gebruik door de Duitsers. Bijvoorbeeld militaire kazernes, hotels en woningen. De Constant Rebecquekazerne werd bijvoorbeeld uitgebreid voor de Wehrmacht, en in het Villapark werden huizen ingenomen voor Duitse officieren. Veel Eindhovenaren moesten Duitsers in hun huizen opnemen. Deze gebouwen werden vaak vermomd als boerderijen om geen aandacht van de vijand te trekken.[7]

Na de Duitse inval in Eindhoven werden mensen van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en Rijksduitsers die opgepakt waren, weer vrijgelaten. De NSB en hun Weerbaarheidsafdeling (WA) begonnen met pesterijen en straatterreur. Later begonnen de Duitsers met het oppakken van mensen die anders dachten en Joden werden ook opgepakt. Na verloop van tijd voerde de Duitse bezetter steeds strengere maatregelen en terreur in.[9]

Een bezoek van een Oostenrijks nazi-politicus aan het Philipscomplex in augustus 1940

Tijdens de oorlog waren er in Eindhoven speciale plekken waar mensen konden schuilen. In het Villapark was een grote schuilkelder onder het ziekenhuis aan de Parklaan. Daar konden 1200 mensen veilig zitten. Ook in Villa De Laak van Philips konden mensen schuilen. Op sommige plekken, zoals de Tongelresestraat, waren schuilkelders gemaakt van zand en buizen. Op een open veld, het Mignotveldje, groeven mensen gaten in de grond om zich te verstoppen. Als het luchtalarm ging, moesten mensen snel naar een schuilkelder. Sommige families hadden een sterke kelder in hun huis. Daar zaten ze samen, soms met limonade, terwijl ze wachtten tot het veilig was. 's Avonds was het heel stil en donker in de stad, omdat niemand buiten mocht komen en alle lichten uit moesten. Alleen het harde geluid van kanonnen bij het zwembad de IJzeren Man was te horen. Soms vielen er metalen stukken op de daken. Veel huizen in het Villapark hadden kleine kelders, maar die waren niet altijd veilig omdat ze maar één uitgang hadden.

Een vergadering van de NSB op 27 april 1941 op de Markt

In september 1941 mochten Joodse kinderen niet langer naar gewone openbare scholen. Daarom kwam er in Eindhoven een aparte Joodse basisschool en een vakschool voor Joodse jongeren. De eerste keren dat Joden werden weggevoerd, gebeurde in augustus 1942. In het begin werden Joodse medewerkers van Philips nog met rust gelaten. Maar in augustus 1943 werden ook zij naar kamp Vught gebracht. Begin 1944 werden ze van daaruit verder vervoerd naar Auschwitz.[10]

In Eindhoven doken veel mensen onder om te ontsnappen aan arrestatie of deportatie. Onderduiken betekende meestal dat iemand verbleef op een adres waar hij of zij niet officieel stond ingeschreven. Soms werden speciale geheime ruimtes gemaakt om zich te verstoppen. Kinderen werden vaak als pleegkind opgenomen in gezinnen en gingen met valse papieren gewoon naar school. Ook volwassenen gebruikten vervalste identiteitsbewijzen om zich als iemand anders voor te doen en een normaal leven te leiden. Bij Philips konden ongeveer duizend mensen onderduiken door te doen alsof ze er werkten, met valse papieren. De belangrijkste redenen om onder te duiken waren de verplichte tewerkstelling in Duitsland (de Arbeitseinsatz), Jodendeportatie en vervolging van studenten, vakbondsmensen, militairen of politieke tegenstanders.[11]

Op 29 mei 1942 weigerden leerlingen van het Gemeentelyceum de school in te gaan omdat de NSB-vlag werd uitgehangen bij een bezoek van de Nederlandse nazi-politicus Anton Mussert. Verschillende leerlingen kregen van de burgemeester een schorsing van 8 dagen tot 1 jaar en het verlies van vrije middagen, maar uiteindelijk kreeg geen enkele leerling echt straf.[9]

Op 28 augustus 1942 begon in Eindhoven en andere plaatsen in Noord-Brabant de eerste grootschalige deportatie van Joodse inwoners. Zij kregen een brief waarin stond dat ze zich moesten melden voor werk in Duitsland. In werkelijkheid werden ze via kamp Westerbork naar andere kampen gebracht, zoals Auschwitz. In Eindhoven moesten de mensen zich om 14.00 uur melden, vroeger dan in andere steden, zoals Oss en Vught. Sommige mensen gingen vrijwillig, omdat ze dachten dat het om werk ging. Anderen probeerden niet te gaan, bijvoorbeeld door onder te duiken of zich ziek te melden. Toch werden velen later alsnog opgehaald. In Eindhoven woonden ongeveer 650 Joodse mensen en 240 van hen moesten zich melden. De directie van Philips hielp en zorgde dat de meesten uitstel kregen. Van de 240 kwamen er maar 34 opdagen. Op 10, 11 en 12 november 1942 kwamen Duitsers langs de huizen in onder andere Eindhoven. Zij haalden de achtergebleven mensen op om ze weg te voeren.[12]

Op 6 december 1942 bombardeerde de Britse luchtmacht (RAF) tijdens Operation Oyster de Philipsfabrieken in Eindhoven, omdat daar radio's voor de Duitse bezetters werden gemaakt. Dit bombardement, dat bekendstond als het Sinterklaasbombardement, kostte meer dan 150 burgers het leven. 93 Britse bommenwerpers vertrokken vanuit Groot-Brittannië en vlogen zonder bescherming naar Eindhoven. Ze vlogen laag om de bommen nauwkeurig te laten vallen, maar daardoor werden veel vliegtuigen geraakt. In vier minuten tijd lieten ze hun bommen vallen. Omdat het een zondag was, waren de 15.000 Philips-medewerkers niet aanwezig, maar door de ligging van de fabriek in de stad werden veel woonwijken zwaar getroffen. De Demer, Fellenoord, het stationsgebied en een ziekenhuis raakten zwaar beschadigd. Zeven Duitse soldaten kwamen om het leven.[13] Na het bombardement stonden er nog precies zes huizen overeind op de Demer.[9]

Op 30 maart 1943 vielen 's avonds negen geallieerde bommenwerpers voor de tweede keer in een paar maanden tijd de Philipsfabriek aan de Emmasingel aan. De schade aan de fabriek en de buurt was niet heel groot, maar er kwamen wel 24 mensen om het leven.[9]

In april en mei 1943 braken er in Nederland, ook in Eindhoven, grote stakingen uit. Dit gebeurde omdat de Duitsers vroegen dat oud-soldaten zich moesten melden om gevangen genomen te worden. De stakingen werden gewelddadig door de Duitsers beëindigd, vooral op 3 mei. Toen de fabrieken weer begonnen met werken, pakten de Duitsers veel stakers gevangen. Bij Philips richtten ze een speciale rechtbank op. Ze kozen zeven stakers uit en schoten die op dezelfde dag dood. Dit waren mensen die bij Philips en andere bedrijven werkten, en ook een verzetsman. De Duitsers gaven de lichamen niet terug aan de families.[9]

Het bevrijdingsplan

Zie Operatie Market Garden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Britse generaal Bernard Montgomery kreeg in de zomer van 1944 een plan. Hij wilde met zijn leger de rivier de Rijn oversteken en snel Duitsland in trekken.[14] Het doel was om via de stad Arnhem naar het noorden van Nederland op te rukken. Zo wilden de geallieerden de Duitse soldaten in het westen van Nederland afsluiten van de rest van Duitsland. Daarna wilden ze door naar het Ruhrgebied, een belangrijk industriegebied in Duitsland. Als dat zou lukken, hoopten ze dat de oorlog misschien al vóór kerst 1944 voorbij zou zijn. Omdat het geallieerde leger snel door Frankrijk en België was opgerukt, dachten veel leiders dat het Duitse leger bijna verslagen was.

Montgomery bedacht een verrassingsaanval. Er moest een smalle doorgang komen door Zuid-Nederland, via Eindhoven, Nijmegen en Arnhem. Een belangrijk onderdeel van het plan was dat de geallieerden de bruggen over de grote rivieren op tijd zouden veroveren, voordat de Duitsers ze konden opblazen. Zonder die bruggen konden de grondtroepen niet verder trekken.[15] De operatie bestond uit twee delen. Operatie Market was het eerste deel. Hierbij werden Britse, Amerikaanse en Poolse soldaten met parachutes en zweefvliegtuigen achter de vijandelijke linies gebracht. Hun taak was om belangrijke bruggen te veroveren. Het tweede deel heette Operatie Garden. Daarbij trokken grondtroepen via een smalle route naar het noorden. Zij moesten zo snel mogelijk de parachutisten bij de bruggen bereiken en helpen, zodat de aanval verder kon gaan.[16]

De bevrijding van Eindhoven

Britse tanks rijden Eindhoven binnen en worden begroet door mensen die aan het juichen zijn

Op 18 september 1944 kwamen geallieerde soldaten Eindhoven binnen. Het Amerikaanse leger kwam vanuit het noorden, terwijl de Engelse soldaten vanuit het zuiden kwamen. In het centrum van de stad ontmoetten de Amerikanen en de Britten elkaar.[17] De inwoners van Eindhoven vierden uitbundig feest en met gejuich en gezang werden de Amerikanen en Britten begroet.[18]

De volgende dag, op 19 september 1944, vierden Eindhovenaren nog steeds feest. Maar in de middag veranderde de sfeer. Er gingen geruchten dat Duitse troepen vanuit Nuenen en Helmond weer dichterbij kwamen. 's Avonds verschenen er vliegtuigen van de Duitse Luftwaffe boven de stad en begonnen Eindhoven te bombarderen. Ze richtten zich vooral op de wegen waar het Britse leger doorheen moest rijden, zoals de Aalsterweg, Stratumsedijk, Stratumseind, Rechtestraat, Wal, Emmasingel, Hertogstraat en de omgeving daarvan. De Britse voertuigen zaten vast en konden niet weg. Sommige voertuigen vervoerden munitie of brandstof en ontploften, waardoor er grote branden uitbraken. De gevolgen waren zwaar. Er vielen veel doden onder de inwoners van de stad. Op de Biesterweg kwamen 41 mensen om het leven toen hun schuilplaats werd geraakt. In totaal stierven er die dag 227 mensen in Eindhoven.[18]

Uiteindelijk werd tijdens Operatie Market Garden alleen het zuiden van Nederland bevrijd, tot aan de grote rivieren. De oorlog was daarmee nog lang niet voorbij. Het noorden van Nederland moest nog meer dan een half jaar wachten op bevrijding. In de steden in het westen van het land was het in de winter van 1944-1945 heel zwaar. Mensen hadden te weinig te eten en leefden in armoede. Deze moeilijke tijd wordt de Hongerwinter genoemd.[15]

Wederopbouwplan

Na de Tweede Wereldoorlog was een deel van Eindhoven zwaar beschadigd. In 1946 maakte de stad een wederopbouwplan om alles weer op te bouwen. Belangrijke punten in dit plan waren:

  • Het treinspoor moest omhoog worden gelegd, zodat het verkeer eronderdoor kon.
  • Er moesten betere wegen komen tussen Eindhoven en Woensel.
  • De plekken die kapot waren door bombardementen, moesten opnieuw worden gebouwd.

Door de oorlog en het verplaatsen van het spoor kwam er veel lege ruimte in de stad. Die ruimte kon nu goed gebruikt worden om Eindhoven opnieuw op te bouwen. Ondanks dat de uitvoering van de plannen wat langer duurde door problemen, werd eind jaren '40 begonnen met bouwen. Het eerste gebouw dat verrees was C&A aan het huidige 18 Septemberplein. Dit was een groot winkelpand en werd in 1952 geopend. Het gaf de mensen weer hoop: de oorlog was voorbij, er kwam een nieuwe tijd.

Bij de Demer, een van de belangrijkste winkelstraten in het centrum, ontwierpen veel verschillende architecten losse gebouwen. Hierdoor had elk gebouw een andere stijl en zagen alle gebouwen er anders uit. Bijna alle Eindhovense architectenbureaus leverden een bijdrage aan de wederopbouw. In de Hermanus Boexstraat, ook een belangrijke winkelstraat, werd alles ontworpen door één architect.[19]

Oorlogsmonumenten

Het oorlogs- en bevrijdingsmonument op het Stadhuisplein

In de gemeente Eindhoven zijn in totaal twintig oorlogsmonumenten. Zo is er een oorlogs- en bevrijdingsmonument op het Stadhuisplein. Op dit monument staan de bijna 1100 namen van Eindhovense oorlogsslachtoffers, onderverdeeld in vijf groepen:

  • Soldaten en andere mensen die in het leger werkten
  • Mensen die tegen de bezetters vochten en onderduikers hielpen
  • Joodse mensen die in Eindhoven woonden en werden vervolgd
  • Eindhovenaren die in de stad zijn omgekomen
  • Eindhovenaren die buiten de stad zijn omgekomen

Bij de Lichttoren aan de Mathildelaan is Monument Operation Oyster te vinden. Dit bronzen beeld herdenkt het Sinterklaasbombardement van 6 december 1942 op de Philipsfabrieken, waarbij veel Eindhovense burgers omkwamen.

Verder is er nog bijvoorbeeld een monument dat vernoemd is naar Anne Frank. Dit monument herdenkt de 304 Joodse mannen, vrouwen en kinderen uit Eindhoven die zijn vervolgd en omgebracht tijdens de oorlogsjaren.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Eindhoven_in_de_Tweede_Wereldoorlog&oldid=952368"